Hoogstraten Santiago de Compostela
Maandag 1 juni
tot zaterdag 20 juni 2009
Dag 16: Valencia de Don Juan –
Ponferrada:
Het eten gisterenavond was zeker niet slecht van kwali
teit en ook ruim voldoende, maar het was wel van haastje repje. Wanneer er nog
een paar aan hun voorgerecht bezig zijn, komt men bij de anderen al een bord
weghalen en plaatst men meteen het hoofdgerecht voor hun neus. Hetzelfde scenario
nog een tussen hoofdgerecht en dessert.
Ook in ons 2e hotel met zwembad is dat er een zonder water en blijven onze zwembroeken
in onze tas. Het ontbijt is sober, maar iedereen stapt ruim voldaan van tafel.
Bij het vertrek vinden we direct de goede richting om de stad te verlaten en
stoppen even voor een foto bij het toch wel mooi, gerestaureerde kasteel (burcht
– fort). Hele lange, mooie, vlotlopende wegen brengen ons tot Villa Rejo
de Orbigo, voor ons liggen de nog besneeuwde “Montes de Léon”
en in de verte de ”Picos de Europa”.
In Astorga gaan we op zoek naar de albergue pelegrinos, het is daar even aanschuiven
voor onze stempels. We willen zeker ook de wondermooie kathedraal zien en banen
ons met de fiets aan de hand een weg door de zeer drukke en erg grote wekelijkse
markt. Op de rand van Astorga wacht Wim ons voor het middagmaal.
Vanaf Murias op 850 m hoogte beginnen we stilaan te klimmen naar “Cruz
de Hierro” op 1500 m, een klim die echt te doen is met vooral een redelijke
aanloop. De laatste 2 km zijn echt wel steil, zeker meer dan 10 %.
Boven gooit iedereen zijn steen of steentje bij op de grote hoop. Alleen Suske
heeft zijn steen over de volle afstand altijd op de fiets meegedragen. De afdaling
tot Molinaseca is zeer spectaculair, met ravijnen (rotswanden) van naar onze
schatting soms 300 tot 400 m diep.
Ponferrada is een erg grote stad, en de toegangswegen tot het oude stadgedeelte
zijn afgesloten met elektronisch bediende paaltjes.
Wim zoekt zich rot om tot bij het hotel te komen en zij kunnen geen contact
met hem maken, zijn batterij van zijne gsm blijkt leeg te zijn. We gaan met
z’n drieën op zoek Jos V.L., Harry en Suske. Na heel wat zoeken vind
Harry hem op een parking op de rand van de stad. Met een kaart voor de bediening
van de kaartjes (meegekregen in het hotel) kan hij onze bagage vlak bij het
hotel komen lossen.
Onze fietsen moeten wij stallen in de bewaakte, openbare parking onder het marktplein.
De oude stad is mooi en echt niet al te druk.
In het hotel bestellen we een kamer meer, er zijn nogal wat snurk- en de daar
aangekoppelde slaapproblemen.
|