verbruikte toekomst
Inhoud blog
  • droomwereld
  • spiegelscherven
  • voor een medemens
  • Lacjeaw
  • verkeerde ochtend
  • nietsnut
  • noma
  • bloemenvrouw
  • maart
  • nostalik
  • schemerschrift
  • vuur
  • zaterdag 21 maart
  • niksniksniks
  • zwerfvuil
  • luchtbelheiligen
  • coiffeur
  • hazenrug
  • speekselgeut
  • zondag vijftien februari tweeduizend en negen
  • wandelstok
  • vraag me af
  • straatsteenCé
  • vrijdag 16 januari 2009
  • lompenvrouw
  • brief
  • rugkeuvel
  • begin 2009
  • simpel
  • vrijdag 26 december 2008
  • ongetiteld
  • ouderschap
  • kil fluistert het weer
  • ongetiteld
  • Dinsdag 15 augustus 2006
  • dinsdag 2 december 2008
  • slapende mens
  • land in
  • amsterdam
  • 25 mei 2006
  • neushoorn
  • parijs
  • zwartwitteveetje
  • ongetiteld
  • zondag 9 november 2008
  • kijken
  • volrond
  • ma
  • heidenspraak
  • neig
  • donderdag 14 oktober 2004
  • dinsdag 11 april 2006
  • zondag 5 oktober 2008
  • blind
  • zondag 9 april 2006
  • zondag 28 september 2008
  • schuw
  • duimreuk
  • mountainbike
  • de laatste mens
  • konijnenvoer
  • demonen
  • bloedneus
  • in opgetroopte hemdsmouwen
  • helaas
  • geur
  • afscheid
  • litteraire droom
  • zondagnacht
  • ietwat verward
  • ze bijt
  • nachtvandaag
  • poken
  • nooit gestopt
  • hoe mijn leven begon
  • roi Albert
  • kilte dampt
  • windstoten
  • hoteldroom
  • flodder
  • papillon
  • tweeling
  • laatste dag
  • zwijg
  • piemonte
  • de lege uitgestrektheid der dingen
  • kostuum
  • onverzonden brief
  • regenboog
  • hoe- hoe ' erkoe
  • vrijheid
  • 1 juni 2008
  • aapneus
  • zeug
  • drie eigenzinnigen
  • katrien
  • ik en de wereld
  • nieuwjaar
  • italië
  • goulash
  • stalen vogels
  • fietstocht
  • ma
  • dertig april 2008
  • aardbei
  • repetitie
  • gele tulp
  • hommel
  • azuurblauwe morgen
  • roofvogel
  • zaterdag twaalf april 2008
  • Brussel
  • droomhuis
  • dampende mest
  • vrijdag 20 augustus 2004
  • schaduw
  • vraag me af
  • hapjetapje
  • bloemenvrouw
  • waterdame
  • caroline
  • mistig
  • donderdag 20 maart 2008
  • vreemd normaal
  • kijk
  • wanhoopsdaad
  • barman
  • dinsdag 4 maart 2008
  • ooit
  • vandaag
  • vandaag
  • verkoudheid
  • geboorte
  • gebroken spiegel
  • verzwegen
  • dinsdag 12 februari 2008
  • naartoe
  • sprekver...
  • sneeuw
  • aftakel
  • konijn
  • lichtwoorden
  • donderdag 24 januari 2008
  • toch
  • theo
  • weetik?
  • duet
  • striem
  • storm
  • geen hout meer
  • maandag 22 mei 2006
  • malschaduw
  • snolwijs
  • mal4
  • mal3
  • mal2
  • mal1
  • volkscafé
  • mosselfriet
  • verstotene
  • kerstavond2007
  • ontbijt
  • dialoog
  • sneeuw
  • vorst
  • evjeke
  • boerweg
  • 2late
  • frietketel
  • ik wil nog wel even
  • woestijnmensen
  • honds
  • onpoeet
  • onnozel
  • weeral hetzelfde
  • zondagsmarkt
  • poker
  • onzin
  • marcel
  • bouwvakkers
  • festijn
  • nog wat tijd
  • pint bier
  • jeke
  • droom1000
  • citeer
  • brunch
  • sjoukroet
  • schouwburg
  • onkruid
  • plvc
  • koeien
  • seizoen
  • witlicht
  • arlette
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    verbruikte toekomst
    18-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vrijdag 18 mei 2007
    Als een dronkaard duik ik duizelig in de dag. In de nachtelijke uren had ik mij lallend ontpopt als een waarachtig filosoof en gevestigde waarden vernederd. Ik wou erkenning. Ik wou laten herkennen wat in mijn diepste wezen aanwezig is. Het allesverslindende beest van de werkelijkheid dat met niemand rekening houd moest eruit.
    Nu wil ik weten waar ik aan toe ben. Ik wil weten waarom zoveel concepten hun betekenis verloren hebben. Ik wil de illusie van innerlijke vrijheid opnieuw koesteren in de schemerzone van droom en bestaan, een heroïsche strijd aanbinden voor gratie en gezond verstand in deze samenleving geterroriseerd door efficiëntie.
    Ik wou dat wie deze zinnen leest niet alleen de woorden hoort maar ook mijn ziel. Beiden zijn onafscheidelijk als een instrument dat het gevoel tot leven brengt.

    18-05-2007, 14:24 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    17-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.donderdag 17 mei 2007
    Ik twijfel vier keer tussen dromen en wakker zijn. Als het ochtendlicht in daglicht verdwijnt sta ik op met ochtendstijfheid in mijn rug. Het glas van het dakvenster is bedrupt. Dat is het eerste waarnaar ik kijk. Ik raap mijn kleren van de grond. Die verdomde rug doet weer pijn. Straks gaat dat over als ik beneden ben. Niet klagen Warket.
    Ik zorg voor een ontbijt. Het moet een verrassing zijn. Ontbijt zonder champagne of zo, en ook geen stokbrood. Er is zelfs geen konfituur meer in huis. Alleen nog een beetje geitekaas. De boter is ook al op.
    Wanneer de tafel gedekt is met mooi servies zoals in het beste hotel zet ik koffie op ouderwetse manier. De dampen zoeken onzichtbaar hun weg naar boven. Ik heb met opzet de kamerdeur open laten staan. Een engel maak je niet wakker met woorden. De koffiegeur haalt haar wel uit haar dromen.
    Nog voor melk en suiker op tafel staan komt ze in paignoir langs de wenteltrap beneden.
        Oh, je hebt voor een ontbijt gezorgd! Ik ga eerst plassen.
    Ja, en de keuken is ook opgeruimd. De hondenstronten haal ik straks uit het gras.
    Ze weet dat dit ochtendtafereel een vrijgeleide voor de rest van mijn dag betekent.
    De lucht is grijs in hels licht dat mijn ogen moeilijk kunnen verdragen. Het vocht hangt in de lucht. Het is windstil.
        Ga je nu weeral datzelfde beschrijven?
    Niets is hetzelfde. Elk moment is wat eerder toekomst was. Kijk ernaar, dan zal je wel zien.
    Nu trekt ze van mijn eerste sigaret. In het struikgewas staat een rottende stoel waar haar vader en moeder ingezeten hebben.
    Stoel overwoekerd door netels en Spirea. De leuningen zijn nog intact.
    Stoel die in een verleden splinternieuw gekocht werd en nu in deze tuin verrot tussen het zichzelf vernieuwend kruid. Het aura van de gezetenen blijft in mijn verbeelding bestaan. Zie hen daar zitten in deze opkomende zomer.
    Een halve dag later heeft de zon de tafel gedroogd. Al die tijd heb ik buiten gezeten met gekloven verstand, mijn ziel opengebroken in plooien van tijd. Roerloos is het gebladerde vandaag. De palm sterft een langzame dood hier buiten. De voorjaarsbloemen bloeien dood.
        Waarom zit je altijd te beschrijven, vraagt ze terwijl ik aan mijn handpalm riek.
    Moest ik dat weten zou ik het waarschijnlijk niet doen. Nu ga ik hondenstronten weghalen en het gras maaien. Daarna zien we wel.
    Mijn pols riekt naar tabak en menselijkheid. Eerst nog een stukje rabarbertaart. Wil jij ook een tas koffie?
    Later in de keuken, de deur is dicht, maakt ze een maaltijd klaar voor hem, ik en haar. Volle maan doet dat ook op dit moment.
    Ik hoor de stem van de jongste zoon. Hij praat zacht tegen haar. Straks zitten we dierlijk aan tafel in windstilte te eten.
    Het riekt hier naar gras en uitgetrokken kruid. De kleuren verdwijnen met het avondlicht. Boomstronken en uitstekende twijgen krijgen vorm in het donker. Geluiden verdrinken in het einde van deze dag. De merel fluit.



    17-05-2007, 21:24 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vieze regen

    Vieze regen krijsen ze allemaal. Mijn flierefluiter staat hier lamlendig te bengelen, klagen ze.
    Ze moesten het eens tegen Jhonny vertellen die al wekenlang zonder Marjet met een stevige knuppel tussen zijn benen rondloopt. Ik bedoel: goesting is relatief.
    Ik vind het op dit ogenblik zalig om ( weliswaar verpakt in een kwalitatief regenpak ) in stralende regen op deze grijzende plaats te bewegen. Door een regengordijn gaan onder een ondoorbreekbare hemel.
    Wie weet valt er straks tijdens een opklaring een verdwaalde engel uit de lucht voor Jhonny en de regenkrijsers. Vraag het maar aan Marcel. Die kan er tenminste om lachen.
    Ooit vroeg hij in mijn bijzijn aan een winkelende dame of ze ondergoed droeg.
        Waarom ben je zo onbeschoft, vroeg ik hem.
    Och, ik wou het gewoon weten, zuchte hij.
    Marcel, een snor met een gezicht en primitief verstand.
    Om vier uur 's morgens was hij al met zijn zonen op de baan. De ruitenwissers proberen tevergeefs de gutsende regen van de voorruit te vegen. In het busje riekt het naar sigarettenrook en cement. Vooraan wordt druk gediscusiëerd over voetbal. Marcel zit achteraan, stinkt nog naar bier en zal verder slapen tot ze ter plaatse zijn. Ze zijn met vier. Ze werken onafscheidelijk voor een bouwbedrijf. Ze pendelen naar alle uithoeken van het land, winter en zomer.
    Bouwen is niet moeilijk, zei hij op een keer.
    Het is een opeenvolging van dagen, weken, maanden hard werken met breekhamer, schop, kruiwagen en truweel. Van het geheel heeft hij geen verstand. Dat is iets voor de architect.Marcel is de vijftig voorbij, is graatmager en is tot mijn schouderhoogte gegroeid. Hij heeft handen als een kolenschop. Zijn snor is als een borstel over zijn mond gegroeid. Zo zien ze niet dat ik maar vier tanden heb, zegt hij.

    Als ze ter plaatse zijn eten ze eerst een boterham en wordt koffie uit de thermos geschonken. Iedereen heeft zijn koffie mee. Marcel giet er voor zichzelf stiekem een paar klutsen rhum bij. Hij denkt nog altijd dat niemand het merkt. Het is begonnen in de winter, het was tegen de kou, vertelt zijn oudste zoon. Sinds verleden jaar is hij overgeschakeld op het zomeruur. Het is tijd, ons kwartier is om.

    Ze staan gedisciplineerd op en bewegen zich voort in het schijnsel van het halogeenlicht. Even later ontwaakt de omgeving in het lawaai van breekhamers die zich onmeedogenloos in het beton vastbijten.Om negen uur zullen ze buiten een luchtje scheppen want op deze werf wordt benedendeks gewerkt. Dan staan ze gedurende tien minuten te glunderen naar al wie billen en tieten heeft onder de dertig jaar. Daarna opnieuw in lawaai en stof, geroep en getier van Marcel want zijn mannen kennen nog niet genoeg van de stiel.Het lijken bruten op oorlogspad, ongemanierd maar met een gouden hart. Ze denken luidop en ploeteren tot de puzzel in elkaar past, het geheel waarvan ze zeggen niks te begrijpen. Ze doen het bijna met hun ogen dicht.

    ’s Anderendaags werd ik zowat opgeschrikt. Het was Marcel die zonder enige gêne, een witte stofwolk achterlatend in de eiken hall van het stadhuis, de marmeren trap opliep en me halverwege luidkeels toevertrouwde dat hij zijn ontslag had aangeboden. Ze hebben mijn zoon afgedankt dus ga ik mee, zo luidde het. De patron had nog getracht hem te overtuigen dat het beter was te blijven en te profiteren van al die jaren dienst maar er was geen houden meer aan. Marcel was gekrenkt in zijn vaderlijke trots. Zie dat ge om vier uur buiten geraakt. Ik betaal een pint, zei hij nog terwijl hij rechtsomkeer maakte nu hij me gezien had. Toevallige toeschouwers lachten beleefd met het spektakel. De kuisploeg werd erbij gehaald en in een mum van tijd waren zijn voetsporen weggeveegd. De breekhamers zwegen niet. Hij werkte tot de laatste minuut uit trots en eergevoel. Toen we iets gingen drinken zat hij nog altijd onder het stof. Alleen zijn ogen die hij tijdens het werk beschermde hadden nog iets menselijks. Ze fonkelden vurig toen hij met een snor vol bierschuim zei: ik ga zelfstandig in het zwart werken.Na die pint heb ik van Marcel niets meer gehoord. Mensen verschijnen en verdwijnen daarna in de anonimiteit als passanten in het leven.Weinigen hebben op mij een zodanige indruk achtergelaten zoals die man met weinig manieren die altijd luidop dacht ook al dacht hij niet veel. Misschien komen we elkaar ooit nog eens tegen. Dat hebben we elkaar beloofd.

    Nu sta ik te kijken naar zes koeien en vier kalveren. Ze staan daar vreedzaam te grazen. Iets anders doen ze niet. Of toch wel. Ze kwispelen met hun staart. Ze weten niet eens dat iemand binnen zes maand hun geflambeerd ribstuk zal afknagen. Zie ze daar genieten in de wei. Ribstuk op een bord.
    God-ten-ere, in dit leven valt nog veel te verbeteren, al was het maar om geen veelvraat te zijn.
    Kom buiten, het is donker, het regent. Ik weet met zekerheid dat dit ogenblik geen moment uit het verleden is, dat ik niet thuis gekomen ben

    16-05-2007, 17:57 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    15-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dinsdag 15 mei 2007
    en ben ik bezig, mijn beste zielsgenoot
    in deze woelige twijfelende dagen
    onszelf niet meer herkennend
    We moeten een gordijn hangen voor het dakraam boven ons bed. Nu het zomer wordt, wordt ik te vroeg wakker door het licht dat erdoor schijnt. Ik heb recht op anderhalf uur langer slaap dan jij.
        Door dat licht wordt ik ook wakker. Dat is de reden dat ik op tijd vertrek Anders moet je maar zien dat we een wekker kopen en dat je me ten laatste om kwart voor zes wakker maakt.
    Die wekker gaat dan ook op datzelfde uur piepen, wordt ze wakker, stompt ze in mijn dromend lichaam,
    gaat ze plassen en slaapt ze anderhalfuur verder terwijl ik bijna ter plaatse ben.
    Met haar leef ik nog altijd samen. Niets is zo moeilijk dan de liefde bij een ander te vinden. We hebben feilloos gekrijsd, geparticipeerd en geëmancipeerd. Toch blijft er een eenzame geest in een eenzaam lichaam over.
    Zonder tekort aan tederheid zoek ik in nachtgewaad naar een ander, een ander zijn, iets verhevener. Het is als zeepbellen...de aanraking is meestal fataal. Af en toe de waarheid vermoorden in onschendbaarheid. Liever dat dan te kleumen bij het onvermijdelijke.
    Ik heb een generatie zien verdwijnen. De tweede is ook al tot zijn einde. Daarna is het mijn beurt.
    Het leven niet ver op zijn einde. De wreedheid van de dood is oprecht.



    15-05-2007, 00:00 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    14-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.blog
    website in de maak: http://eddie.keyaerts.eu/

    14-05-2007, 23:36 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.bier
    Bier, bier en nog eens bier. Het begon allemaal nadat ik ontsnapte uit een terroristenkamp in Afghanistan. Samen met drie andere gevangen hadden we onze ontsnapping voorbereid. Moeilijk was het niet want we hadden enkele bewakers omgekocht. Toch moesten we nog drie hoge omheiningen over klimmen. Daarna verspreidden we ons om de pakkans te verkleinen. Ik bleef bij een van hen omdat ik als westerling alleen weinig overlevingskans zou hebben. Bovendien bleek mijn kompaan een dorpshoofd te zijn en kende hij de streek goed.
    We waren vier dagen onderweg in het gebergte en aten gedroogd fruit. Hij kende enkele waterbronnen en leerde me hagedissen vangen. De vijfde dag waren we in zijn dorp dat op een bergflank lag. De mensen waren er arm.
    Ze negeerden me wantrouwig, doch waren niet vijandig omdat ik de bescherming van het dorpshoofd genoot.
    Aangezien er geen hotel noch een kruidenier of beenhouwer was mocht ik bij zijn familie logeren en van de schamele maaltijd één keer per dag mee eten. Die bestond meestal uit rijst met linzen en een groene pikante saus.
    Wat ik zeer vervelend vond was dat ik op blote voeten door het slijk moest lopen. Ik verstond de taal en hun gebruiken niet.
    Na een week werd de leegte ondraaglijk. Ik verveelde me dood.
    Zo begon ik uit verveling stiekem bier te brouwen. Alleen het dorpshoofd wist ervan. Hij liet het oogluikend toe.
    Van hem kreeg ik rijststengels die voor hen onnuttig waren. Die had ik nodig voor het bier.
    Mijn brouwerij lag verscholen in een hogergelegen grot. Wekenlang was ik bezig. Toen mijn eerste liters rijpgegist waren
    kon ik hem na lang aandringen overhalen om te proeven, eerst uit een theekopje, daarna uit een kruik. Hij vond het zo lekker dat hij
    me zijn twee dochters, een tweeeiïge tweeling trouwens, ten huwelijk aanbood.
    Ondertussen hadden andere dorpelingen van mijn bier geproefd. Het werd populair. Die bekendheid verontrustte me. In Afghanistan
    is bierdrinken verboden en krijgen brouwers de strop.
    Zo gebeurde het onvermijdelijke. In de vroege ochtend verscheen de Taliban in het dorp. Ze hadden ervan gehoord en zochten mij.
    Het duurde niet lang of tien strijders stonden in wit gewaad voor de brouwerij. Ik trachtte me nog te verstoppen achter een struik.
    Helaas, liggend op mijn rug zag ik een geheven zwaard glimmen in de zon. Dan kliefde het naar mijn keel. Zou dit nu het einde zijn,
    vroeg ik me af.

    14-05-2007, 11:43 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    13-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zondagfot

     

    221

    13-05-2007, 00:57 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.addervel
    En nu, ja nu.
    Volle maan gezien.
    Rustig zat ze daar.
    Volle maan en ik in een schermutseling met zonlicht.
    Ga voort, zei ze voorwaardelijk.
    De stilte slaakt een kreet van verzuchting
    om eenzame zondaars op kruistocht tegen onrecht
    op zoek naar een rustplaats
    waar onomstootbaar verlangen
    kronkelt rond de tand des tijds.
    Een verhaal meegewaaid met de wind
    waarin een zeldzame adder ontvelt
    tussen helgroen mos
    en waar toeval en willekeur
    zich van betekenis ontdoen.
    Ik heb het addervel vol koestering gedragen,
    ongeschonden meegebracht door weer en wind
    als gedaante uit een vorig leven
    in een schrikkelgedachte
    gegraaid uit ongeboren bestaan.

    13-05-2007, 00:36 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    12-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.sint Jacob
    De inkompoort aan het portaal stond open. Ik had ze een half uur voordien ontgrendeld, was dan
    met mijn zaklamp in de klokkentoren geklommen en nu ik terug beneden ben zie ik het silhouet
    van een vrouw in de deuropening met haar rug naar mij gekeerd. Ze staart naar buiten in het
    stadsgebeuren. Ze wacht op iemand.
    Ik blijf op tien voetstappen staan om haar postuur in me op te nemen. Ze blijft onbeweeglijk
    staan als een schaduw zonder uitgerekte contouren.
    Ik dacht nog: ik mag haar niet laten schrikken door geruisloos uit het donker dicht bij haar te
    komen. En dan draaide ze zich plotseling om, sloeg ze haar handen in een kreet van
    verschrikking rond haar borsten.
        Sorry, zei ik. Ik wou je niet laten schrikken.
    Geeft niet, ben jij van hier?
        Ja, overdag behoor ik aan de stad. De merels beginnen te fluiten, de winter is zo voorbij.
    Zullen we dansen?
    Net op tijd flap ik die gedachte er niet uit en zeg ik: had jij mij vorige week gebeld?
        Neen, dat was mijn collega. Die komt zo.
    Wat gaan jullie hier precies doen?
        We maken een inventaris van wat hierbinnen overgebleven is na al die jaren.
    Alhoewel ze perfect Nederlands praat verraad haar accent haar Franstalige afkomst. Het klinkt
    aristocratisch. Ze moet zo rond de veertig zijn. Ik vermoed dat ze een leidende functie heeft.
    Niet dat ze daarover iets zei, maar dat zie je meteen aan de blik, de manier van voortbewegen,
    die vriendelijke gedistancieerdheid en gebrek aan tijd die leiders zo herkenbaar maakt.
    Er verschijnt een glimlach in haar ogen. Ik heb het koud, zegt ze.
    Aan het andere eind van de kruisbeuk had ik de deur laten open staan. Dat maakt tocht. Ik zal
    die deur sluiten.
        Ik kan hier niet blijven, zeg ik terwijl ik haar mijn telefoonnummer geef. Bel me als jullie
    gedaan hebben. Dan kom ik nog even langs.
    Ik had nog graag gebleven en haar rondgeleid in deze immense ruimten. Ik wou haar de plaatsen tonen
    waar het licht een  voortdurende strijd aangaat met het duister, waar verlaten stoffige
    spinnenwebben al jaren in tochtkieren bewegen. Ik wou het mysterie van leegstand ophelderen
    maar daarvoor zou ze een toverspreuk moeten doen die me van kikker in een prins zou
    veranderen. Dat deed ze niet.
    Ze belde me net voor het middaguur. Ik kwam later. We hebben mekaar niet meer gezien.
    Dagenlang heeft de stem in gedachten geklonken, is de onuitgestrekte schaduw op het netvlies
    gebleven, zijn de ogen nog altijd niet verdwenen, is alles opgeborgen als een pakje sneeuw in
    een bevroren landschap tot alles smelt.

    12-05-2007, 19:54 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    11-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.bordeaux
    Een trektocht door de stad met in de rechterhand een beladen fiets en in de linkerhand een uitgedoofde sigaret. Onmogelijk om die bij dit winderig weer nog aan te steken. Een rookloze tocht door een geweldige stad.
    Geblondeerde stad op fijne hakken die tokkelen op haar plaveisel.
    Zacht woelende stad in dagelijkse beweging nu, en binnen tweeduizend jaar in de middeleeuwen.
    Passanten zijn wij hier, de toekomst in stand houdend.
    Rijdend, parend, stervend lopen we mekaar voorbij. Niets staat stil in dit veranderend middeleeuws landschap. Zelfs mijn adem gaat zijn eigen gang.
    Beffende stad in een handsvol geneugten. Wie hier een betekenis zoekt zal ze niet vinden.
    Terwijl ik in het kreupelhout sta te tierlanflieren kijk ik naar de brede beek. Haar kleur is grijs.
    Haar water stroomt al voor mijn geboorte.
    Haar water stroomt na mijn dood.
    De tijd inspireert.
    Gekloond naar netels gericht sta ik nog een zin te schrijven verscholen in tegenwind.
    Nu zit ik naar merels te luisteren. Ze hebben een taal. Onverstoord fluiten ze naar elkaar, doof voor andere geluiden.
    Niet alleen vliegen is een kunst. Ook fluiten. Vogeltaal.
    De vinken beginnen te zingen. Ik herken het geluid van subber...subbersekwiet in sopraan zo bordeaux als een goeie wijn.

    11-05-2007, 22:29 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.nacht
    ben jij het?


    nachtelijk tintelt de tijd in mijn vingers
    in een stilstaand uur met seconden opgeteld
    graai ik in niks dat ooit iets zou zijn
    loop ik in de stoet van betekenis

    11-05-2007, 00:19 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    10-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.kat, lang haar en ik
    Hij schenkt anderhalf glas Wodca in een glas.
        Oei, een schotelvod vlug! Dat was uit gulzigheid.
    In het salon staat een massiefhouten tablet dat dit besmeurd aanrecht zal vervangen. Hij heeft het voor haar meegebracht. Een woord is een woord. Bovendien hebben tafels wel iets. Je zit er met je knokels op te discusiëren over recht en onrecht. Ze zijn bemorste getuigen van achterklap, gezwets  en baldadigheid.
        Omdat ik net dan in het buitenland ben kan ik niet stemmen voor de politiek. Een volmacht aan iemand geven kan ook niet.
    Allé, dat kan toch niet, zegt ze.
        Jawel, zeg ik overtuigd van mijn gelijk. Zij bij mij is zich op het gemeentehuis gaan renseigneren en de rest heb ik in een kwaliteitskrant gelezen.
    Zo zitten we aan een versleten aanrecht onder ons drie tien minuten over politiek te discusiëren. Twee mannen en een vrouw met beginnende sleet in de organen.
    Hij reed lang geleden met een blauw afgebleekte Kever en voordien met een brommer. Af en toe mocht ik daar achterop gaan zitten en reden we samen naar school. Haar heb ik ook in die periode leren kennen. Lang geleden. Nu nog zie ik hen langs mijn overspelige weg.
        Een tas soep?
    Neen, ik ga voort.
        Blijf nog wat  en drink een tas soep, zegt ze voor mijn bestwil.
    Hij van de Kever van vroeger is vertrokken. Hij moet nog ergens in een bos naar iets gaan kijken.  Haar vriend is ondertussen thuis gekomen.
     Ga nu nog niet weg, zegt ze. Dat is onbeleefd.
    Nog even en dan ben ik weg. Ik wil nog voor het gedonkerte thuis komen. Voor ik vertrek kus ik haar katachtig gezicht.
    In het geraas van voorbijrijdend verkeer en overvliegende vliegers hoor ik nog altijd de merel fluiten. Ongestoord zit hij daar te zingen in dit lawaai.
    Vanmorgen zag ik jonge hazen spelen. Ze schrokken niet eens toen ik voorbij reed.
    Kinderhazen speels in roekeloosheid. Ik reed hen met rugwind en bedampte brilglazen voorbij. De zon scheen niet eens.
    Nu maken vliegers lawaai en brult de samenleving langs mijn hoorapparaten in mijn kop. Ik doe ze uit. Dan is het stil. Ik hoor de merel niet meer.
    Spijtig is dat.
    Als een nutteloze nazaat uit de roedel van de samenleving klaag ik onmachtig hiervoor mijn medemens aan. Ik wil de merel in stilte horen zingen.

    10-05-2007, 21:21 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    09-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ik weet het
    Ik weet het...


    Een nieuwe ochtend in de mist.
    Mist voor mijn ogen, in mijn gedachten, in mijn hart, in mijn ziel.
    Een paradijs van witte parels en schimmen die langzaam opduiken en weer verdwijnen.
    Vanavond zat ik met haar in een rokerig café bij hen. Zij naast mij, zij voor mij en ik tussen hen.
    Ze zijn blij en nog zo jong.
        Wij worden ouder, we zijn jong, jonger dan zij die jong zijn.
    Mijn woorden verdreven de rook uit haar rimpelloos gelaat.
    Zij voor mij is opgewonden door ze, zij naast mij, zichzelf en ik.
    De navel of het schaamhaar, kaviaar of zalm, chez sois of dit café. Het doet er niet toe, de
    strijd is allang gestreden.
    Ik heb over leven en dood geschreven. Nu ik de dood zo dichtbij voel ben ik blij dat mijn
    woorden geen luchtkastelen zijn. Iemand zal mijn verhaal verder schrijven, met eigen
    woorden, als een zilveren ruiter op een wit paard, het leven beschrijvend uit blijdschap in
    alle jaargetijden. Of misschien zal die schrijver een vogel zijn en de zon zien boven de
    wolken.


    09-05-2007, 21:34 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    07-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.weer
    Ik lag nog in bed toen zijn vriendin wenend in de slaapkamer kwam. Mijn oudste zoon stond erbij, helemaal onder het bloed met een verminkt gezicht in een hels lawaai van een overvliegend vliegtuig waarvan ik wakker werd.
    Net voor het slapen gaan had ik nog vier haringen met ajuin gegeten. Daar droom je van.
    Iemand heeft me verteld dat  sommige indianen ( vanuit de tijd van mijn nonkel Pie ) rauwe bizonlever aten voor het slapen gaan om visioenen te krijgen.
    Bij mij gebeurt het per ongeluk. Onwaar is het vermoedelijk niet. Echter zijn het geen visioenen maar een paar bewegingen in mijn slapende kop.

    Zelden heb ik zo van regen genoten bij het opstaan, kijkend naar een witgrijze lucht waarin wolken in kruissnelheid voorbij schuiven.
    Ik ben meteen in de hof niet ver van de mesthoop aan een eerste sigaret gaan lurken en bij overmaat van weldaad is zij bij mij in haar paignoir komen staan, ook al kon ze nog een halve dag in bed blijven liggen.

    Met rugwind in zachte regen rijd ik zonder capuchon op mijn hoofd naar het werk.
    Omwille van de verkeerschaos die ontstaat door de bizarre omwenteling van het weer,  nemen behalve het kliekje alledaagse egoïsten nog meerdere autobomilisten de sluipweg langs de verboden veldweg waarop ik me verplaats. Ik erger me er niet meer aan. Ze doen het tenslotte uit een goedbedoelde slaafse overlevingsdrang.
    Aan de campus rijden roekeloze studenten me bijna overhoop. Ze komen zij aan zij in trio met versleten fietsen gehaast in tegenrichting op me af.
    Ik erger me er niet aan. Ze doen het tenslotte uit roekeloosheid.
    Op het werk trek ik mijn werkschoenen aan. Dan ga ik verder en eet twee croissants met chocolade onderweg. Het regent niet meer.

    Met de wind staat de stijger rond de toren opnieuw te bewegen. De steunen komen los. Niemand daar beneden weet wat daarboven gebeurt. Ze zien alleen de zeilen wapperen. Tachtig meter hoger wordt er verder getimmerd op rendement. Gasten  die spreken in dialect,  getatoueerd en met oorbellen aan.  Hoogtewerkers die klimmen in de lucht.

    Nu fiets ik terug naar huis in tegenwind. Het gaat niet sneller dan acht kilometer per uur. Tussen de windvlagen in  neem ik een versnelling hoger. Dit gaat twee uur duren vooraleer ik thuis ben. In de hevigste windvlagen vloek ik het ergste uit de hel.
    Maar zie, hoe betoverend is dit wuivend landschap met halfvolgroeid koren waarin je de wind kan zien als golven in de zee.
    Het niet loslatend sidderend gebladerde en distels die buigen tot aan de grond.
    De grijsheid onder het wolkendek toont kleuren met groen  die anders in verblindend zonlicht dit contrast in mijn  zwakke ogen niet gunnen.
    Mooi is dat!

    07-05-2007, 22:03 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    06-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.nonkel pie

    mijn kinderen lezen wat ik geschreven heb
    ze lachen in gedachten als ik ongeschoren in mijn onderlijfje
    met tranende ogen een blad papier op de keukentafel leg
    en vraag: wat vind je ervan

    ik kijk naar hun gezicht terwijl ze het lezen, tel de tijd der begrijpbaarheid
    herkenbaarheid kan ik niet verwachten

    het is een huislijk ritueel

    nog iemand anders is een zielsgenoot die samen met mij op een schalie met een griffel leerde schrijven : de melkboer brengt melk
    zo gaat dat

    mekaar een half mensenleven vergeten om dan bij toeval verbaasd te zeggen:

    ben jij het?

     

     

     

     

    die oude zat daar elke zondag net voor het middaguur aan de keukentafel op zijn toegeëigende plaats

    de keuken zelf lag achterin en diende tegelijk als waskot en bergplaats

    waar de keukentafel stond was het benepen klein

    ik herinner me vaag een ruimte van vier meter op twee

    toen niet zo klein vanuit kinderogen gezien

    als vrijgezel kwam hij recht vanuit het café

    bobonne kon er niet om lachen

    hij deed het nochtans alleen op zondag

    hij zat daar in zondagskostuum met gebogen rug voor zich uit te staren

    alsof hij naar iets keek dat wij niet konden zien

    uit zijn neusgaten stulpten witte haartjes van ouderdom

    bobonne knipte die af en toe met haar kleermakersschaar weg

    als kinderen vonden we die oude tof

    we konden hem van dichtbij onder tafel besluipen

    en bijna hardop zeggen: nonkel pie is ne vrouwenzot

    hij bleef daarbij onverstoord zitten want hij was meer dan halfdoof

    bij klokslag twaalf uur in de klokkentoren was het nog even wachten op de koekoeksroep uit het houten kooitje

    dan werd de kippensoep gloeiend heet opgediend

    dampende groengele soep met drijvende vetplasjes

    terwijl wij de soep in ons bord blazend verkoelden

    lepelde hij met bevende hand het deugddoend voedsel naar zijn lippen

    om het dan slurpend over de tong  door het keelgat te slokken

    dat slurpen, zo schaterde hij, was om zijn tong niet te verbranden

    kippensoep slurp je op zen heetst tot het vet van de kin druipt

    meer dan vijftig jaar later spookt die tafel redenloos door mijn gedachten

    alsof het verleden me in klaarlichte  dag wenkt

    ze diende ook het naaigerief en schaar

    want bobonne was een kleermaakster toenertijd

    als de mensen hun kleren in aanmaak kwamen passen

    gebeurde het niet zelden

    dat patronen en kleermakersschaar werden geruild voor koffie en gebak op die tafel van zondagse kippensoep

    terwijl de dames het wereldnieuws van buiten de dorpsgrenzen vertelden

    slopen wij onder de koffietafel

    en keken onder de rokken

    soms durfden we al eens in een stoutmoedige bui aan een chartel te trekken

    niet om seksistische redenen

    het was ons om de verrassing te doen

    naar die verschrikte kreet luisteren

    en dan als muizen schaterlachend

    vanonder die tafel naar buiten stuiven

    ik bedoel: alleen mijn broer en ik

    aan die tafel werden bij feestdagen avondlijke elexiers gedronken

    tenminste, als de oude erbij was

    dan vertelde hij over amerika waar hij geweest was

    en over weerwolven uit zijn kindertijd

    hij had nog echte indianen gezien

    en achter dwaallichten gezeten

    zever niet man, zei bobonne

    ge hebt al uw geld vanuit amerika aan de wijven verkwanselt

    nietwaar, schreeuwde hij dan aangedaan

    ik heb er landgoed, koeien en een varken mee gekocht

     

    zonder reden denk ik aan de tafel, nonkel pie en bobonne

    ze zijn allang vergaan

    maar ze blijven in mijn gedachten bestaan

    zou er dan toch iets onsterfelijk zijn?

     

    die oude,

    ja, echt waar

    had zeven koeien, een os en een varken

    de kippen waren er vanzelf bijgekomen zomaar vanuit het niets

    een kraaiende haan op het aanrecht

    ik kan het weten want bobonne ging er elke woensdag kuisen

    mijn broer en ik mochten mee

    in het huis waren drie kamers

    de leefkamer, de slaapkamer en het salon

    naast de leefkamer was een koeienstal met een houten deur

    telkens als bobonne ging kuisen

    slopen we naar de stal om naar de koeien te kijken

    we slopen want toenertijd mocht niks

    ik herinner me nog de waterput met zijn oneindige diepte

    en die kleine varkensstal

    dat varken zat daar niet voor het plezier ook al heette het Jhonny

    het was zich om het vlees te doen

    de oude maakte de varkensbrij uit patatten en selderij

    een maand voor het slachten goot hij er in goede tijden wat bier bij

    om het varken goede manieren te leren, zo zei hij

    want het was bijna slachtrijp

    in het salon stond een stoel met geklakkereerd leer en een eiken tafel

    met op de kast een stenen geneverkruik

    die plaats mochten we niet betreden

    daar lagen de sacramenten van de oude

    om gods vloek met een vierkante te verbannen

    ik heb hem nooit in dat huis gezien

    we zagen hem alleen op zondag bij bobonne vanaf het middaguur

    op een dag hebben ze hem met een glimlach in de kruiwagen gevonden

    morsdood

    de pie is gestorven heette het dan

    pas dan is bobonne te weten gekomen

    dat hij de wijven niet kon laten

    ze heeft de erfenis met zijn drie vriendinnen moeten delen

    volgens mij is ze dat nooit te boven gekomen

    06-05-2007, 21:42 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zatte wesp
    Op zondag zit ik op het terras te lezen. De zon schijnt en plots begint het te regenen. Een glinsterend watergordijn in zonnestralen. De violen klinken op de rand van een wolkbreuk. Luttele minuten later overtrekt het in donkergrijs en gutst de regen als een waterval op de binnenkoer. Ik sta ernaar te kijken vanuit de deuropening tot het al even onverwacht opklaart en het water verdampt in de zon. Ik wordt daar gelukkig van. Het is een zeldzaam teken.
    Er balanceert een wesp op de rand van een trappistglas. Eerst kruipt ze naar de overgebleven bodemfond, dan klimt ze moeizaam langs de gladde wand naar boven, en nu kruipt ze al even moeizaam eindeloze rondjes langs de rand. Vermoedelijk zijn haar vleugels met trappist doorweekt want geregeld pauzeert ze om te zoemen. Ze komt echter niet omhoog. Dan wrijft ze met haar voorpootjes over haar slanke lijf en kruipt ze verder. Zo kijk ik al een hele tijd naar een wandelende dronken wesp.

    06-05-2007, 14:23 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ganzen

    Ik struikel regelmatig en geraak moeizaam recht. In de lucht vliegen trekkende ganzen. Ik vergezel een actrice met een tatoeage op haar arm. We zijn een paar dagen op locatie. Ik slaap in een tent waarin twaalf gsm's verstopt liggen onder de slaapzak. De omgeving waar ik opgegroeid ben is onveranderd gebleven. Ook de mensen in onze straat.
    Warke, Alline, Marieke, Finne, Tres, Marie-Louise, Frans, …ze zijn er allemaal nog even jong als vroeger in dit prachtig decor uit mijn kindertijd.
    Dan ga ik met iemand een huis bezoeken. Het is pas gerenoveerd. Hier en daar hangt een deur uit haar hengsels. Spiegels zijn er niet en het is slecht verlicht. De actrice is verdwenen.
    Met de eigenaar van het huis ga ik op restaurant de begroting bespreken. Het zit er bomvol.De meeste klanten zitten met hun rug naar ons gekeerd omdat ze naar buiten kijken.
    Als ik me neerzet begin ik te kakken. Oei, dit is geen toiletstoel denk ik in men eigen. De eigenaar heeft niets gemerkt en als bij wonder is de stoel schoon gebleven. Dat kwam omdat ik droomde.
    Nutteloos schrijf ik in kreupel nederlands deze onzin bij elkaar waarin figuurlijk letterlijk wordt of omgekeerd. Schrijfsel geboetseerd in een droom. Met goesting gekomen in bevende vingers.



     

    06-05-2007, 08:37 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    03-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.test


    We hadden niet veel te vertellen. Dat hebben we al zoveel gedaan. We deden waar we al zoveel over vertelden in een matige zwijgzaamheid. En dan gooide ze ons buiten. Haar geest, haar innige bekoorlijkheid hing om ons heen.We hadden mekaar toevallig ontmoet en dan afscheid genomen. Ze had haar toekomst verbruikt. Soms vraag ik me af: waarom groeit (alles) naar boven en niet naar onder, waarom wordt (alles) groter en verkleint het niet van bij de geboorte? Weet ik wel dat dit geschrevene gelezen wordt. Ben ik op een stoel gezeten, sprakeloos, zwijgend, dan sprekend in ongelezen stilte verzwijgend. Weet ik wel als lippen sprakeloos worden en de gedachte niet uitgesproken wordt. De woorden bestaan al lang. Toch is de wereld nog vol ongeschreven verhalen.


     

    ev



    03-05-2007, 13:22 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    02-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.op reis
    De wereld is niet zoals hij is. Hij is zoals hij in mij zit in een beweging, een geur, een kleur, als iemand die gracieus met damesachtige bewegingen verschijnt en dan met het feit der feitelijkheid in een oogwenk in het straatbeeld opnieuw verdwijnt. Zoetzeme bekoring, niets verplicht.
    Niets is zo mooi als die welvende beweging, de illusie van hartstocht verwekkend.
    Vier dagen gezworven en evenveel nachten buiten geslapen met volle maan in de ogen. De omgeving gezien met natte dauwvoeten en een zonverbrand gezicht. Het leek wel een eeuwigheid van genot dat uiteindelijk uitdeinde in de branding van terugkerende dagelijksheid. Daarna was het even wennen aan een wereld waarvan men denkt dat hij is wat hij is.
    De woorden tollen weer in mijn kop. Ik schrijf, lees, herschrijf, herlees tot het nachtuur voorbij. Dan ga ik buiten om tot rust te komen.
    Nog ga ik op banken zitten om mijn gedachten op te schrijven. Zal ik ooit sprakeloos worden? Het lukt me innerlijk niet.
    Die zaterdag 28 april 2007 rond 14h30 eet ik in een schaduw kalfskop met vinaigrettesaus die ik onderweg gekocht heb.
    Naast mijn rechterbeen groeit een distel en op de boomstam achter mij een scheut. Mijn voeten staan in de netels. Ik zit op een verhard tractorspoor.
    Vannacht slaap ik onder een struik.
    Op maandag dertig april bevind ik me op de Deurnevoetweg in Schoten. Het is me gelukt om niet verloren te rijden. Bij het krieken van de dag was ik vertrokken.
    Aan de overkant van de bank waarop ik zit, zit een generatiegenoot in een fluor-oranje pak geduffeld. Hij heeft een stootkar, een schop en een bezem mee.
    Eerst heeft hij zijn boterhammen opgegeten. Nu leest hij een krant. Zwijgzaam zitten we tegenover elkaar. De mistral tocht. Ik moet zien om vanavond ergens een slaapplaats te vinden. Vooraleer dat lukt in de buurt van een nachtelijk terras vraagt een meneer: 'schrijft u?'
        Ja, al meer dan twintig jaar, maar nog nooit iets gepubliceerd. Mijn broodwinning is anders. Ik ben vrij.
    Amaai, dat is neig.
        Jawel, zeg dat wel. Ik vind dat ook. Mag ik vannacht in uw tuin slapen?
    Geen probleem.

    02-05-2007, 23:35 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    28-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vertrek
    zaterdag 28 april 2007

    9h: Drie gesoigneerde dames vertrekken.
        Oh, wat een mooie tuin.
    Pas op voor de hondestronten!
    Eerst drinken ze nog koffie. Nog wat kletsen. Dikke zoen en ze zijn weg.
    Ook ik maak me klaar voor een driedaagse fietstocht. Het is stralend weer. Vanavond zal ik voorbij Antwerpen overnachten.
    Wat ben ik blij. Wat zijn ze blij.
    De doodsklokken luiden.
    Zal ik eerst nog een broodje met zalm eten voor ik vertrek? Zal ik dit dagboek met pen en inktpot meenemen?
    De twijfel bekruipt me. De inktpot is bijna leeg waardoor de punt van mijn nieuwe vergulde pen de bodem raakt
    als ik haar erin sop. Dat slijt. Ik koop nieuwe inkt en meteen een krant.
    De klokken luiden opnieuw. Stef slaapt waarschijnlijk het middaguur voorbij. Dan ben ik allang vertrokken.
    Zal ik me scheren voor ik vertrek? Neen, ik heb me gisteren geschoren.
    Naar het toilet, ja, dat wel. Toiletpapier en een propere zakdoek niet vergeten. De hond blaft. Ik mag niet vergeten haar eten en drinken te geven.
    Op het kerkplein speelt de Jakke op zijn saxofoon. Hij is al ladderzat. Stillist met valse noten.
    Hij is zelfstandig trappenmaker. Zelfstandig trappenmaker improviseert op zaterdagochtend op een plein. Je moet het maar doen.
    Lang zal het niet meer duren vooraleer de klokken voor hem zullen luiden. Zijn lever is kapot.

    28-04-2007, 10:52 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Foto

    Over mijzelf
    Ik ben warket, en gebruik soms ook wel de schuilnaam warket.
    Ik ben een man en woon in de wereld (de wereld) en mijn beroep is zien bouwen.
    Ik ben geboren op 11/09/1954 en ben nu dus 69 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: vanalles.

    Archief
  • Alle berichten

    Mijn favorieten
  • website
  • kerima_ellouise
  • Kaatje Wharton
  • Marleen De Smet
  • fotos
  • warket

  • Foto

    Blog als favoriet !

    Foto

    Laatste commentaren
  • geen titel (maart)
        op verkeerde ochtend
  • Vele groetjes uit Zonhoven (sloefke)
        op droomwereld
  • ongetiteld (warket)
        op verkeerde ochtend
  • Ja inderdaad, (Michelly)
        op verkeerde ochtend
  • ongetiteld (warket)
        op zaterdag 21 maart
  • Gastenboek
  • groetjes terug
  • Groetjes.
  • fijne avond
  • vriendelijke groetjes van uit Tessenderlo
  • WANDELGROETJES UIT BORGLOON

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!