VAN KONGO NAAR AMERIKA
Inhoud blog
  • VAN KONGO NAAR AMERIKA - DEEL VIER: AMERIKA - HOOFDSTUK 17; reis van Phoenix naar San Francisco - laatste dagen
  • VAN KONGO NAAR AMERIKA - DEEL VIER: AMERIKA - HOOFDSTUK 17; reis van Phoenix naar San Francisco - dag 9 tot 12
  • VAN KONGO NAAR AMERIKA - DEEL VIER: AMERIKA - HOOFDSTUK 17; reis van Phoenix naar San Francisco - dag 7 en 8
  • VAN KONGO NAAR AMERIKA - DEEL VIER: AMERIKA - HOOFDSTUK 17;- Reis van Phoenix naar San Francisco - dag 5 en 6

    Zoeken in blog


    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     


    Dagboeknotities over 30 jaar buitenland
    publicatie op blog van het boek van Kongo naar Amerika (2006) door Jozef Van Mullem
    14-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VAN KONGO NAAR AMERIKA - DEEL DRIE: EUROPA -HOOFDSTUK 15:KOSARZEW (in Polen)

    23 november 1990: inhuldiging (door staatssekretaris De Keersmaeker) van een aansluitingsstation voor watervoorziening in KOSARZEW

     

    Hoofdstuk 15:Kosarzew(in Polen)

     

    Ouderdom maakt je nog geen man

    Pools spreekwoord

               

    Phare

     

                Na de  fluwelen revoluties in het ‘Oostblok’ werd voor de meeste nieuwe Oost-Europese regeringen de hervorming van de landbouw een absolute prioriteit.  Niet omdat deze hervorming relatief gemakkelijk te verwezenlijken was, maar vooral omdat met de deviezen uit de (verbeterde) export van landbouwgrondstoffen men de invoer van productiemiddelen en technologische transfers wilde financieren. Alhoewel een nieuw tijdperk met vooruitzichten op werkelijke democratie was aangebroken bleek de  plotse overgang naar vrije markteconomie een pijnlijk proces.  Het programma P.H.A.R.E. (Polen Hungary Assistance for the Recovery of the Economy) waarmee na de Europese top van Parijs in juli 1989 werd gestart had tot doel hulp te bieden bij de herstructurering van de economie, alsook humanitaire hulp onder de vorm van voedselhulp voor Polen, Roemenië, Bulgarije en de voormalige Sovjet Unie

                Ik herinner mij nog een vergadering begin 1990, op hoog niveau zoals dat heet, waar voor ‘t eerst het magische woord ‘phare‘ viel.  Niemand van de aanwezigen kende de juiste betekenis ervan.  Op dat ogenblik  waren zowel de Universiteit te Leuven als  de stichting Oost-Europa van de BoerenBond al een tiental jaren in contact met de Katholieke Universiteit van Lublin (Polen)en met de plaatselijke afdeling van Solidarnosc.  Aan de  ministerraad was een programma voor steunverlening voorgelegd en rond diezelfde tijd had een Belgische onderneming belangstelling voor een samenwerking in de sector van de varkensveredeling in Hongarije. 

    En zo werd ik opeens, in mei 1990, vanuit de Belgische Permanente Vertegenwoordiging bij de EU naar Polen en Hongarije gestuurd, om een en ander van naderbij te bekijken.  Een opdracht zonder veel voorbereiding die alle kanten uit kon. Zo moeilijk was het echter niet.  26,1 miljoen harde Belgische Franken (van Phare 1) waren te verdelen.  We waren in Polen en Hongarije een zeer welkome gast.  Vijf maanden later, terwijl het voor de 10 projecten wachten was op adviezen en besluiten die de toelagen  moesten toekennen werd reeds gestart met Phare 2 want tijdens het begrotingsconclaaf van 1990 had men voor Phare 2 maar liefst 500 miljoen BEF uitgetrokken.  De andere ministeries schoten wakker en kwamen met de meest uiteenlopende voorstellen voor de dag om een stuk van de grote koek mee te grabbelen.  Na een uitputtende reeks vergaderingen en discussies besliste de ministerraad tenslotte om 62,2 miljoen BEF aan het departement van landbouw  toe te kennen voor een ganse rij nieuwe projecten.  Naast Polen en Hongarije, nu ook in  Tsjechië, Slowakije en Bulgarije.

    Er werd veel heen en weer gereisd.  Onvergetelijk de eerste reis die,  de fluwelen revolutie nog geen jaartje oud, we maakten met de auto over Berlijn en Poznan naar Warschau.  Een stad die moeizaam wakker werd na veertig jaar eerder onrustige slaap.  We verbleven in de ‘Marriott’, een Amerikaans hotel,  een 40-tal verdiepingen hoog oprijzend in een  ellendige grauw-grijze buurt.  Toevallig(?) hadden  de bouwheren met de constructie van het hotel aangevangen,  vijf jaar vóór de politieke verandering,  zodat het precies  op tijd klaar stond,  om de vele hervormers en steunaanbieders uit alle hoeken van de wereld,  met stijl en glitter te ontvangen.  Niet ver van het hotel, zit,  in de warmte van de metro-ingang, een oud vrouwtje tussen een groep kleine aanbieders van fruit en groenten,  die  één bloem te koop aanbiedt.

                De opdeling van het Poolse grondgebied nam meer dan een eeuw in beslag: van 1795 tot 1919 en de agrarische gevolgen ervan waren vandaag nog merkbaar.   In het Westen, een gebied eertijds onder Pruisische heerschappij, waren de boerderijen groot en goed beheerd.  In het Zuidoosten, het vroegere Oostenrijkse Galicië, waren de boerderijen ‘postzegelgroot’ met gemiddeld een half varken per bedrijf.  In oostpolen tenslotte dat vroeger tot Rusland behoorde  was er  een verwaarloosde extensieve landbouw uit de vorige eeuw.

                In 1990 was de Poolse landbouwstructuur ontstellend zwak door de dominantie van honderdduizenden weinig efficiënte bedrijfjes.  De productiemiddelen waren ongrijpbaar of werden,  in het beste geval,  ondoelmatig gebruikt.  De teeltrendementen waren dan ook zowat de laagste van alle omringende landen.

     

    Watervoorziening

     

                In 1990 verkeerde de Poolse watervoorziening in een kritieke toestand. In iedere vijfde dorpsgemeenschap was men gedwongen om in primitieve recipiënten soms tot vijf kilometer ver water te halen.  Veeteelt was in dergelijke omstandigheden een praktisch onmogelijke karwei. Om daaraan te verhelpen had,  in 1987,  kardinaal Glemp de ‘Waterstichting’ opgericht.  Landelijke gemeenten, vertegenwoordigd door burgercomités, die zowel de watervoorziening als de afvloei van afvalwater wilden verwezenlijken, verkregen na onderzoek, financiële bijstand.  De realisatie werd door de dorpsgemeenschap verzekerd, de gekende Hilfe für Selbsthilfe.

    De kwaliteit en de beschikbare  hoeveelheid water bepalen het aantal dorpen die kunnen worden aangesloten.  Het water moet worden gereinigd want het grondwater is zeer vervuild door geologische resten.  Dit reinigen is veel duurder dan de voorziening.  Wanneer de boerderijen ver van elkaar liggen kan dit reinigen niet centraal gebeuren, maar moet ieder bedrijf een clearingsinstallatie krijgen.  Een eerste selectie werd door de stichting uitgevoerd.  De dorpen met mogelijkheden én belangstelling voor veeteelt kregen prioriteit.  Dorpen die meer dormitories van grotere steden zijn of waar veel renteniers en parttime boeren wonen werden meestal uitgesloten. 

    Ik maakte kennis met Mevrouw Maria Stolzman, senator en secretaris generaal van de Waterstichting.  Een opmerkelijke dame met wie ik zowel Duits, Frans als Engels kon praten.  Een overeenkomst werd met haar en de stichting  gesloten om in zes dorpen van de streek van Lublin de infrastructuur van de watervoorziening af te werken. Daardoor zouden 428 boerderijen aan de pompinstallaties kunnen worden aangesloten. 

    Onder massale belangstelling van  de plaatselijke  bevolking en in aanwezigheid  van de kerkelijke en civiele autoriteiten, de Belgische pers en de Vlaamse en de Waalse TV, werd op 23 november 1990 te Kosárzew (160 km van Warschau) het watervoorzieningssysteem door staatssekretaris De Keersmaeker ingehuldigd.  Het ceremonieel groeide  uit tot een waar volksfeest met een stoet geopend door een dorpsfanfare uit de oeroude soldatentijd, met een vrouwelijk zangkoor in klederdracht, met de rituele overdracht van brood en zout en tenslotte met de onthulling van een gedenkplaat.

                De  afwerking van de watervoorziening zou, zo werd gedacht, een pre-take-off verwezenlijken die aanleiding zou worden voor enkele follow-up projecten zoals opleiding, voorlichting, verbeterd zaaigoed en ander uitgangsmateriaal, kleine mechanisatie, veeteelt.

    De boeren drongen aan om iets te doen aan de opvang van de graanoogst.  De coöperatieven konden de  oogst niet slikken, een groot deel bleef op het veld, werd uitgeregend en daalde ongemeen sterk in kwaliteit en prijs.  Anderzijds had op dat ogenblik, de  nieuwe Poolse landbouwpolitiek grote  aandacht voor de zuivelsector.  Wanneer men de inzameling van de melk efficiënter kon doen verlopen in de dorpen met  watervoorziening dan zou dat een stap in de goede richting betekenen.  Na nader bekijken van  de levering van de melk in een aantal dorpen kwamen we echter tot de slotsom dat de uitvoering van dergelijk project, dat in wezen grotelijks steunde op mentaliteitsverandering,  voorlopig niet kon worden gerealiseerd. 

    Collega  Tyvaert kwam van een studiereis in het gebied terug met het idee van mobiele graandrogers.  De voordelen van het drogen  zijn legio. Opslaan wordt mogelijk, de verliezen beperkt.  Van drogen van granen naar drogen van fruit en groenten is maar een kleine stap.  Mobiele graan- en fruitdrogers werden na eindeloze discussies met autoriteiten op alle niveaus, tenslotte door een Waalse firma geleverd en ter plekke gebracht.  We hebben ze nimmer in werking gezien en weten niet in hoeverre ze zijn gebruikt.

     

     

     



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)

    Archief per week
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!