De lente kwam als een kermis die ineens de heele wereld verblijdt; en van eersten af waren de buitenmenschen haar zoo gewend alsof er nooit geen kwade dagen geweest waren. Zij en voelden niet, de landlieden wat er in en rond hen veranderde of gebeurende was, maar ze genoten van het nieuwe leven, van den nieuwen groei in 't schoone voorjaar; ze leefden het zonnefeest meê zonder verwondering om hun eigen, opgeruimde blijheid en de blijheid van heel den buiten, - want ze was verwacht, de lente: ze kwam immers alle jaren op gestelden tijd.
Palmen-Zondag! De Paaschzonne!
De gang naar de kerk, naar de hoogmis, geleek een zegetocht met groen. Boeren en boerinnen, knechten en meiden, oud en jong, elk droeg zijn takje bosseboom. Z'en verdoken hem niet, maar droegen den groenen twijg hoog op, welgezind en preusch omdat hij zoo groot en zoo groene was.
Sur l'onde calme et noire où dorment les étoiles La blanche Ophélia flotte comme un grand lys, Flotte très lentement, couchée en ses longs voiles ... - On entend dans les bois lointains des hallalis.
tussen ladingen zakspiegeltjes zeepbellen bakpoeder kurken schuimspanen parapluus krijt messen speelgoedautoos tuinsproeiers pijpewissers newtonringen akademische busten geprepareerde darmen limonaderietjes ontlok je aan het leven al de elkaar omarmende en de elkaar verscheurende kleuren
Wat een prachtig Beeld Sphynx aan de grens van de droom Shynx aan de deur van de dood ? Droom van machtigheid ? Tussen hemel en aarde Mag men er dromen ? Misschien niet ! Wat zijn kunstenaars bewuste mensen ! Die dromen niet sphynx tussen de sphynx.
Mocht het geen wilde zelfbewustheid zijn, een wilde Verlangen naar macht een wilde hebzuchtigheid Iets Goeds, iets schoon,iets waar. Mocht het niet een wild gevecht zijn om te bekomen. Voor mij is het zwemmen in de zoete waters van mijn innerlijkleven, een hulde aan wat goed is, een dialoog met mij en de andere en ook met God. Jeugd, eeuwigheid, bescherming tegen het Kwade.