Van knecht naar kindervriend
Tot ver in de tweede helft van de 20e eeuw was Zwarte Piet een niet zo slimme helper die zich van een brabbeltaaltje bediende. Toen immigratie vanuit de voormalige koloniën ervoor zorgde dat Europeanen beter vertrouwd raakten met Afrikanen, ontwikkelde Piet zich tot een respectabele assistent van de vaak verstrooide Sinterklaas.[b Zijn kapsel ontwikkelde zich van kroes tot krullen, zijn oorringen verdwenen op sommige plaatsen.
Een andere verandering die Zwarte Piet doormaakte, was dat hij door de jaren heen steeds minder als kinderschrik ging fungeren. In de 19e eeuw werd van Zwarte Piet vaak verteld dat hij het hele jaar door voor Sinterklaas bekeek wat de kinderen deden (Alles ziet die slimme Piet, zich vergissen kan hij niet, is een zinsnede uit een sinterklaasliedje). Was een kind stout, dan liep het het risico dat het in de zak werd meegenomen naar Spanje, alwaar het zich voor de sint moest uitsloven (zie ook man met de zak). Tot de jaren tachtig van de 20e eeuw droeg Zwarte Piet dan ook een roe en een zak met snoepgoed. Zo moest hij stoute kinderen afschrikken, brave kinderen werden met snoep en cadeautjes beloond. Onder druk van veranderende opvoedkundige inzichten verdween het dreigende element uit het karakter van Piet gaandeweg helemaal, tezamen met de roe. Van de oude rol van Zwarte Piet zijn nog wel sporen te vinden in de teksten van sommige sinterklaasliedjes (bijvoorbeeld wie zoet/braaf is krijgt lekkers, wie stout is de roe).
|