Mijn varken heeft vier voeten Vier voeten en ene staart Is dat dan geen wafel waard Is die wafel nog niet gebakken Geef me dan een schotel pap Is die schotel pap nog niet gereed Geef me dan een beste kleed Is dat beste kleed nog niet genaaid Geef me dan een haantje dat kraait Is dat haantje dat kraait nog niet geboren Geef me dan een pot vol kolen Is die potvol kolen nog niet gebrand Geef me dan een dikke, dikke cent
In
sommige streken gaan de kinderen op de laatste dag van het oude jaar
nog volop nieuwjaar zingen. Vroeger in de 19de eeuw kregen ze dan
meestal zelfgebakken koeken of snoepgoed (bollen en beize), die ze in
een linnen zak stopten die rond de hals was vastgeknoopt. Tegenwoordig
delen de mensen echter veelal apart verpakte koeken of wafels uit,
appelsienen, en chocoladerepen. Kinderen uit de dichte buurt of van
familieleden krijgen vaak ook wat geld toegestopt.
Tegenwoordig
zingen de kinderen die op snoepbedeltocht trekken op ouwejaar steeds
minder de gebruikelijke liedjes van toen. Nu haspelen ze vlug een
nieuwjaarwens af, incasseren en trekken verder, want de volgende klant
wacht. Het moet ook gezegd dat de kinderen nu minder tijd hebben om in
de ganse gemeente te gaan nieuwjaarzingen. Vroeger vertrokken de
kinderen bijna met het eerste hanengekraai en kwamen pas weer thuis als
het al goed donker was.
Een van de liedjes is
Niefjerreke zoete ons verke hee vier voete Vier voete en ne steirt zenne 'k ik dan geen koekske weirt
Niefjerreke zoete, ons voader is nen toeter ons moeder is e wit konaan, ik sou d'r nie geren e joengske van zaan
Toen
het in het verleden gebeurde dat ergens de deur niet werd opengedaan
voor de kinderen dan zongen ze een van hun schimpliedjes. Vroeger en
nog steeds wordt in het dorp schande gesproken van mensen die hun deur
dicht houden en niets geven aan de kinderen. Mensen die uitgerekend op
die dag wegmoeten vragen soms wel een familielid om in hun huis te
komen geven aan de kinderen. Het verhaal is bekend van een gierig
gezin waar binnen geroepen werd "ik ben de gaat on 't melke" als de
kinderen kwamen zingen. Blijkbaar een geit die de hele dag lang melk
gaf...
Hoëwig hoas, leeig hoas d'er hangt ne zak mei zeimele in oas, elke zeimel is een loas, er zit een gierige pin in oas.
Niefjerreke hottentot wilde nie geive, hodt't begot
Omstreeks deze tijd van het jaar staan velen met hun wensen klaar. Ze wensen dit, ze wensen dat Maar ik wens jou geen diamanten geen weelde... rijkdom of fortuin. Ik wens voor jou 7 regenbogen die al je tranen drogen. Ik wens voor jou zoveel fijne dingen dat je steeds kunt lachen, dansen en zingen. Ik wens je de mooiste dromen waar elfjes, kabouters en engeltjes in komen. Ik wens voor jou een warme zonnestraal dat wens ik je het meest van allemaal. Maar ik zie je het al denken ik ben nog niet helemaal klaar Want wat ik je nog moet schenken is een gelukkig Nieuwjaar!
Heerlijk voorgerecht om dit nieuwe jaar uit te proberen... Gegratineerde oesters
Ingrediënten 24 oesters 1 dl champagne brut (of een goede crémant of schuimwijn) 2 dl room 2 citroenen 1/2 bosje peterselie slierten zeewier of salade peper speciale oesterborden of grof zeezout
Bereiding De oesters openen met een oestermesje, uit de schelp halen en het vocht opvangen. Het oestervocht zeven. De onderste (diepe) schelpen grondig wassen. De oesters in de onderste schelpen leggen en over vier vuurvaste borden verdelen. Ideaal zijn speciale oesterborden met holtes waarin de oesters passen. Heeft u die niet, dan kunt u gewone borden nemen en daarop een bodem grof zeezout strooien, waarin u de oesters vastzet (oppassen dat het zout niet in de oesterschelpen komt). Het gezeefde oestervocht, de champagne, de room en peper (geen zout) tot 1/4 inkoken. Deze champagnesaus over de oesters gieten. De borden 3 à 4 minuten in een voorverwarmde oven op 200° C zetten. De laatste minuten het grillelement inschakelen om de oesters een mooi bruin korstje to geven. De citroenen doormidden snijden en in de randen van elke helft gekartelde insnijdingen maken. Op elk oesterbord in het midden een halve citroen schikken. Garneren met toefjes peterselie en zeewier of salade
Als u een hond
hebt, pas dan op met pralines en chocolade Vooral
pure chocola is voor honden zeer giftig. Het bevat theobromine en dat
verlamt bij honden de hartspieren. Als je er snel bij bent kun je de
hond nog laten braken en zo snel mogelijk door een dierenarts aan een
infuus laten hangen.
De klok tikt de minuten weg voor het nieuwe jaar begint een nieuwe periode kan een aanvang nemen het oude jaar blijft achter maakt deel uit van het verleden de herinnering gaat mee kan men ons niet meer ontnemen we beginnen aan het nieuwe boek schrijven de bladzijden vol met mooie momenten maar ook met tegenslagen een unieke bibliotheek met voor iedereen een plek om z'n boeken op te slaan zoveel het maar kan dragen een schat aan levenservaring het meest kostbare dat een mens kan bezitten om voor altijd op te slaan het mooiste boek dat je achter kunt laten een geschenk aan allen die nog komen dat mag nooit verloren gaan
Voor veel dieren is dit een zeer angstaanjagend verschijnsel.
Ik wenst iedereen veel plezier tijdens de komende feestdagen maar ik doe ook een oproep om ook aan de dieren te denken. Mensen vinden vuurwerk mooi en spannend maar voor veel dieren is dit een zeer angstaanjagend verschijnsel. Dieren begrijpen er niets van en worden heel angstig, ze lopen in paniek weg van het lawaai en de lichtflitsen. Elk jaar opnieuw lopen dieren verloren of raken ze gewond.
Steek dus liever geen vuurwerk af en hou zeker rekening met volgende tips:
# Hou alle huisdieren goed binnen van zodra het donker wordt. Sluit alle ramen en deuren goed af, haal de rolluiken helemaal naar beneden en sluit de gordijnen. Laat het licht aan en de radio of TV spelen om het ergste lawaai en licht van het vuurwerk te dempen. Als je hond zeer gevoelig is voor harde knallen, kan je de dierenarts vragen een licht kalmeermiddel voor te schrijven.
# Zet konijnen, hamsters en andere dieren in hun kooi en plaats ze binnen of in een goed afgesloten stal of garage.
# Hou paarden,ezels, schapen, geiten, ponys en runderen zoveel mogelijk op stal.
# Steek nooit vuurwerk af in de onmiddellijke omgeving van een dier. Let erop dat ook in de aangrenzende weiden geen dieren staan, ook grotere dieren zoals paarden en koeien hebben veel schrik van vuurwerk. Stel het vuurwerk zo laat mogelijk op en controleer voor het aansteken of er zich geen dieren in de nabijheid verstopt hebben (bv. egels).
# Waarschuw je buren op tijd als je van plan bent om vuurwerk aan te steken. Zo kunnen ook zij de nodige maatregelen nemen
Denk eraan onze dieren zijn echt bang van vuurwerk !!!
gezelligheid en heel veel plezier vuurwerk en champagne het hoort allemaal bij oud en nieuw van Amerika tot in Belgie overal wordt er gevierd maar toch zijn er heel veel mensen die dat feesten niet wensen ze hebben namelijk geen reden om te feesten ze hebben enkel leed en pijn en zouden graag ergens anders zijn weg van armoede en ellende dus lieve mensen sta eens stil bij het leven en wees blij met wat je bezit
Een jaar is niets en zo voorbij Een veer in de wind... een ademtocht Je draait je om en het is voorbij Ijs, knop, blad, twijg. Eenden in de sloot, stoppels op het veld. Driehonderdvijfenzestig morgens, driehonderdvijfenzesig nachten. Een verstuikte enkel, een loopneus, hoofdpijn, Spreeuwen in de dakgoot, een ontwortelde boom. Ramen schuiven open, gordijnen dicht. De zon brandt koperglanzend in het ruit. Een jaar. Een jaar is niets...zo voorbij
Als ik kon toveren gaf ik de hele wereld liefde... gezondheid en geluk... geen armoede en geweld... Maar helaas ik kan niet toveren... Ik kan maar alleen de beste wensen sturen voor 2010
ik wens iedereen dat 2010 een jaar mag worden als een vallende ster die z'n lichtbaan trekt door het jaar heen met een zee van kleuren, geuren en gedachten steeds bestemd voor al degenen van wie we houden
Het bekende Engelse sprookje "The three little pigs"
Lang
geleden was er eens een oude zeug en die had drie biggetjes. En omdat
ze niet genoeg had om hun te eten te geven, stuurde ze hen de wereld in
om hun geluk te zoeken.
De eerste die wegging, ontmoette een man
met een bos stro en zei tegen hem: "Alsjeblieft man, geef mij dat stro
om er een huisje van te bouwen." Dat deed de man en het varkentje
bouwde er een huisje van.
Niet lang daarna kwam er een wolf
aanlopen die aan de deur klopte en zei: "Varkentje, varkentje, laat mij
erin." Waarop het varkentje antwoordde: "Nee, daarin heb ik geen zin,
je komt er niet in!" De wolf antwoordde daarop: "Dan blaas ik maar en
dan proest ik maar, en zo blaas ik je huisje uit elkaar." En toen blies
en proestte hij, blies het huisje uit elkaar en at het kleine varkentje
op.
De drie kleine biggetjesHet tweede varkentje kwam een man
met een bos takken tegen en zei: "Alsjeblieft man, geef me die takken
om er een huisje van te bouwen." Dat deed de man en het varkentje
bouwde zijn huisje. Toen kwam de wolf eraan, die zei: "Varkentje,
varkentje, laat mij erin."
"Nee, daarin heb ik geen zin, je komt er niet in."
"Dan
blaas ik maar en dan proest ik maar, en zo blaas ik je huisje uit
elkaar," antwoordde de wolf ook deze keer. En toen blies en proestte de
wolf, en hij proestte en hij blies, en tenslotte blies hij het huisje
omver en at het varkentje op.
Het derde varkentje kwam een man
tegen met een vracht stenen en zei: "Alsjeblieft man, geef mij die
stenen om er een huisje van te bouwen." De man gaf hem de stenen en het
varkentje bouwde er zijn huisje mee. Toen kwam, net als bij de andere
varkentjes, de wolf, die zei: "Varkentje, varkentje, laat mij erin."
"Nee, daarin heb ik geen zin, je komt er niet in."
"Dan blaas ik maar en dan proest ik maar, en zo blaas ik je huisje uit elkaar."
En
de wolf blies en proestte, en blies en proestte, en hij proestte nog
eens, maar hij kon het huisje niet omver krijgen. Toen hij merkte dat
hij met al zijn blazen en proesten het huisje niet omver kon blazen,
zei hij: "Varkentje, ik weet een mooi veldje met knollen."
"Waar?" vroeg het varkentje.
"In
de tuin bij het huis van meneer Smit. En als je morgenochtend klaar
bent, kom ik je afhalen en gaan we er samen een paar halen."
"Heel goed," zei het varkentje. "Ik zal klaar staan. Hoe laat wil je gaan?"
"O, om zes uur."
Het
varkentje stond om vijf uur op en haalde de knollen vóór de wolf kwam.
Die kwam om ongeveer zes uur en zei: "Varkentje, ben je klaar?" Het
varkentje zei: "Klaar? Ik ben alweer terug en ik heb een mooie pot vol
gehaald voor het eten." De wolf werd hier erg boos over, maar hij dacht
dat hij het varkentje toch wel op de een of andere manier te pakken zou
krijgen. Daarom zei hij: "Varkentje, ik weet een mooie appelboom te
staan."
"Waar?" vroeg het varkentje.
"In het grote park," antwoordde de wolf, "en als je wilt, haal ik je morgen om vijf uur af om wat appels te gaan halen."
Het
kleine varkentje nu repte zich de volgende morgen om vier uur het huis
uit en hoopte terug te zijn voordat de wolf kwam. Maar hij moest nu
verder lopen en ook nog in de boom klimmen. Zo kwam het dat hij de wolf
aan zag komen toen hij net bezig was weer naar beneden te klimmen. En
je kunt je voorstellen dat hij erg bang werd. Toen de wolf eraan kwam,
zei hij: "Hé, varkentje, was je hier al vóór mij? En zijn het lekkere
appeltjes?"
"Ja, erg lekker," zei het varkentje. "Ik zal er
eentje omlaag gooien." En hij gooide hem zover weg dat, toen de wolf
weg was om hem op te halen, het varkentje naar beneden sprong en hard
naar huis liep.
De drie kleine biggetjesDe volgende dag kwam de
wolf weer en zei tegen het varkentje: "Vanmiddag is er jaarmarkt in de
stad. Ga je mee er naar toe?"
"O ja," zei het varkentje, "ik ga mee. Hoe laat sta jij klaar?"
"Om drie uur," zei de wolf.
Het
varkentje ging zoals gewoonlijk eerder weg en kwam op de markt aan. Hij
kocht een regenton, waarmee hij op weg naar huis was toen hij de wolf
zag aankomen. Toen wist hij niet meer wat hij moest doen. Hij kroop in
de regenton om zich te verbergen, maar toen begon de ton rond te
draaien en rolde de heuvel af met het varkentje erin. Hierdoor werd de
wolf zó bang, dat hij naar huis holde zonder naar de markt te gaan. Hij
ging naar het huis van het varkentje en vertelde hem, hoe bang hij was
geweest voor een groot rond ding dat langs hem heen de heuvel was
afgerold.
Toen zei het varkentje: "Ha, ha, ik heb je bang
gemaakt! Ik ben naar de jaarmarkt geweest en heb daar een regenton
gekocht, en toen ik jou zag, ben ik erin gekropen en ermee de heuvel
afgerold."
Toen werd de wolf toch zó vreselijk boos! Hij
kondigde aan dat hij het varkentje op zou eten en door de schoorsteen
zou komen om hem te pakken. Toen het varkentje begreep wat de wolf van
plan was, hing hij een pot vol water op en stak er een groot vuur onder
aan. En net toen de wolf door de schoorsteen kwam, nam hij het deksel
van de pot en de wolf viel erin. Toen deed het varkentje ogenblikkelijk
het deksel er weer op, kookte de wolf en at hem op als avondeten. En
hij leefde nog lang en gelukkig in zijn stenen huisje.
Ik heb een wens voor iedereen Een mooie Kerst met lieve mensen om je heen. Mensen die van je houden om wie je bent In wie je een stukje van jezelf herkent. Laat merken dat je om die mensen geeft. Dat je samen met hen iets moois beleeft. Geniet van de warmte die dat alles brengen kan. Prettige feestdagen.
In het dennenbos liep een man met een bijl en drie kleine kindertjes. De grote dennenbomen trokken zich van het viertal niet veel aan want zij wisten dat zij geen kwaad konden. De kleine dennenboompjes sidderden van angst als de man met de bijl dichterbij kwam. Ze trachten er allemaal zo onaantrekkelijk mogelijk uit te zien.
Al snel viel het oog van de kinderen op een prachtig boompje dat nog volop stond te pronken. "Deze hier is de mooiste!" riepen ze. Het was het domste boompje van het ganse dennenbos. Het kende het verschil nog niet tussen de lente en de winter en het begreep dan ook niet waarom al de andere boompjes zich zo lelijk maakten.
Vader duwde de kinderen eventjes opzij, spuwde in zijn handen en hief de bijl hoog in de lucht. Een iets oudere dennenboom die dit alles zag, kreeg zo'n medelijden met het domme boompje, dat hij zijn afhangende takken omhoog stak. Hij trok zoveel sap naar zijn kruin, dat zijn naalden glansden en fonkelden als kristal. Nu wuifde hij sierlijk met zijn takken om de aandacht van de kinderen op zich te vestigen. "Halt, vader, eigenlijk zouden wij liever deze hier willen."
"Zoals jullie wensen," zei vader en de bijl hakte diep in de voet van de moedige boom. De drie kinderen namen hem onder de arm en lachend stapten ze weer naar huis. De boom schreeuwde het uit van pijn, maar de mensen luisteren niet goed genoeg om de boom te horen huilen.
Daar stond hij nu, in het midden van de huiskamer, overdekt met slingerende lichtjes, slingers en bollen. Helemaal bovenaan stak een zilveren bol met een lange punt. Er waren al rare vogels boven op zijn kop komen zitten, maar zoiets, nee. Beneden aan zijn voeten stond een stalletje en hij zag hoe de kinderen er allemaal plaasteren figuurtjes inzetten met overal kleine schaapjes er om heen. "Zie mij hier nu staan," mopperde de boom, "ik ben blij dat de andere bomen mij niet zien, met al die belachelijke rommel aan mijn lijf."
Zo stond hij daar week na week. Op zekere dag maakten de kinderen weer een drukte van belang om en rond het stalletje. "Wel verdraaid," dacht hij. "Nu komen er nog drie beeldjes bij, waarvoor dient dat toch allemaal."
De dennenboom had al veel van zijn groene glans verloren en wanneer de kinderen eventjes aan zijn takken kwamen, voelde hij de dennennaaldjes overal langs zich heen naar beneden vallen. De dag daarna werd hij van al zijn versieringen ontdaan en al de plaasteren mannetjes werden in een papiertje gerold en in een doos gelegd.
"Het is afgelopen," zuchtte de boom. "Mij wacht de open haard, het is allemaal voor niets geweest." Nu werd er ook een klein ventje in een strooien bakje uit het stalletje genomen en voor ook hij in het papiertje ging, knipoogde hij naar de boom en zei: "Ik weet wat je gedaan hebt en dat zal ik nooit vergeten."
een kerstboom zo mooi van kleur de verse geur van een denneboom hij wordt heel mooi versiert dat gaan we meteen doen daarna de cadeautjes onder de kerstboom
aan elke tak hangt een kerstbal bovenop de kerstboom hangt een ster voor de kerstboom staat een kerststal en op 25 december is het zo ver
maar eerst de boom versieren slingers, lampen en ballen want we hebben wat te vieren met 25 december
Lieve kerstman, mag ik vragen iets voor onder de Chrismas tree ik draag die wens al vele jaren en daarom kom ik er nu mee kan jij mij soms iets geven waar ik al lang van droom een speelgoed treintje aub daar zou ik zo gelukkig mee zijn
Op
kerstavond ... een hele tijd geleden maakte de Kerstman zich klaar voor
zijn jaarlijkse klus...... maar er waren ontzettend veel problemen.
Vier van de elfjes waren ziek en de overige elfjes produceerden het
speelgoed niet zo snel als gewoonlijk het geval was. De Kerstman begon
zich wel zorgen te maken dat hij niet op tijd klaar zou zijn. Wanneer
hij de rendieren voor zijn arrenslee spant, ontdekt hij dat er twee
ziek zijn en drie zijn er gaan lopen . Joost mag weten waar ze
uithangen. Nog meer stress... Wanneer hij begint met het laden van
de slee, breekt een van de planken van de slee af en de zak met
speelgoed valt op de grond en het speelgoed vliegt in de ronde . Het
spreekt vanzelf dat de Kerstman niet bepaald in zijn beste humeur is. Dan
gaat de deurbel en de Kerstman gaat naar de deur en verwacht weer een
nieuw probleem. Hij opent de deur en daar staat een klein engeltje met
een hele grote kerstboom om de Kerstman op te vrolijken. De engel zegt
op liefdevolle toon: "Zalig Kerstfeest Santa. Is het vandaag geen
prachtige dag? Ik heb een mooie boom voor u. Is het geen prachtige
boom? En zo begint de traditie van het engeltje boven op de kerstboom.
Een kerstboom uit mijn pen getoverd met kerstballen er onder aan nog wat slingers en kaarsen daar onder nog wat pakjes die wil ik jullie allen schenken met de beste wensen
De kerstman droeg voor het eerst een rood pak toen een cartoonist zich in 1869 baseerde op de satire van Irving. Maar het is dankzij Coca-Cola dat de kerstman consequent een rood pak draagt. Gedurende meer dan 30 jaar werd de figuur in een reclamecampagne van het frisdrankenconcern in het rood gekleed.
sneeuwvlokjes vallen... maar smelten op de grond... ik wil zo graag een witte kerst... ik denk dat het er van komt... bleef die sneeuw maar liggen... die witte kerst die komt wel... of misschien toch niet...
vlieg maar hoog boven onze daken niet te veel lawaai met de rendieren maken want in het midden van de nacht ben jij diegene die op kerstnacht op ons wacht
vlieg de wereld maar rond maak het daar boven niet te bond geniet van de kerstbomen die stralen lieve Kerstman geniet van de kerstnacht
Het uitbrengen van een kerstgroet is ouder dan men zou denken. In de Middeleeuwen werden op het Europese vasteland houtsnijwerken met religieuze kersttaferelen aangeboden aan geliefden of kasteelheren.
Het massaal verzenden van kerst-nieuwjaarsgroeten stamt eigenlijk uit de 19e eeuw. De Engelse tekenaar John Callcott Horsley maakte in 1843 de eerste kerstkaart met de pakkende tekst "A Merry Christmas and a Happy New Year to You. (Vrolijk Kerstfeest en een gelukkig Nieuwjaar voor u) Deze eerste kaart toonde een kerstviering van een gezin.
In de Verenigde Staten begon de in Duitsland geboren drukker Louis Prang omstreeks 1875 met het massaal produceren van kerstkaarten. Deze kaarten waren zeer in trek bij het Amerikaanse publiek en het verzenden van kerstkaarten werd een feit.
een boom met wat linten en bollen fonkelende lichtjes een ster voor het raam die schittert als je langs al die lichtjes gaat is het is niet zo donker en koud meer op straat fijne Kerstdagen
Één keer per jaar mogen ze stout zijn in de hemel wat is dat daar dan een gewemel engelen bengelen als ballen aan de denneboom en elf van de apostelen zijn alles aan het borstelen één van hen moest naar de hel het zal er warmer zijn dan hier dat wel en de witte hemelpluisjes dwarrelen dan naar beneden zachtjes rond de huisjes Jozef en Maria zijn ook van de partij die hebben klokjes lampjes en slierten slingers bij om alles te versieren en binnenkort het grote feest dat kerstmis heet te vieren
Het beroemde sprookje van Andersen over een arm meisje
Het was afschuwelijk koud, het sneeuwde en het begon donker te worden. Het was de laatste avond van het jaar.
In die kou en in dat donker liep er op straat een arm, klein meisje, zonder muts en op blote voeten. Ze had wel pantoffels aangehad toen ze van huis ging, maar dat hielp niet veel: het waren heel grote pantoffels, haar moeder had ze het laatst gedragen, zo groot waren ze, en het meisje had ze bij het oversteken verloren, toen er twee rijtuigen vreselijk hard voorbijvlogen. De ene pantoffel was niet te vinden en met de andere ging er een jongen vandoor: hij zei dat hij hem als wieg kon gebruiken als hij later kinderen kreeg.
Daar liep dat meisje dus op haar blote voetjes, die rood en blauw zagen van de kou. In een oud schort had ze een heleboel zwavelstokjes en één bosje hield ze in haar hand. Niemand had nog iets van haar gekocht, de hele dag niet. Niemand had haar ook maar een stuivertje gegeven.
Hongerig en koud liep ze daar en ze zag er zo zielig uit, dat arme stakkerdje! De sneeuwvlokken vielen in haar lange, blonde haar, dat zo mooi in haar nek krulde, maar aan dat soort dingen dacht ze echt niet. Uit alle ramen scheen licht naar buiten en het rook overal zo lekker naar gebraden gans; het was immers oudejaarsavond en daar dacht ze wel aan.
In een hoekje tussen twee huizen, waarvan het ene een beetje vooruitstak, ging ze in elkaar gedoken zitten. Haar beentjes trok ze onder zich op, maar ze kreeg het nog kouder, en naar huis durfde ze niet, want ze had geen zwavelstokjes verkocht en ook geen stuivertje gekregen. Haar vader zou haar slaan en thuis was het trouwens ook koud. Ze woonden vlak onder het dak en daar blies de wind doorheen, ook al waren de ergste kieren met stro en oude lappen dichtgestopt.
Ze had bijna geen gevoel meer in haar handjes van de kou. O, wat zou een zwavelstokje lekker warm zijn! Zou ze er eentje uit het bosje durven trekken en het tegen de muur afstrijken om haar handen te warmen?
Ze trok er een uit. "Ritsss..." Wat vlamde dat, wat brandde dat! Het gaf een warm, helder vlammetje, net een kaarsje, toen ze haar handen eromheen hield.
Een wonderlijk licht gaf het. Het meisje dacht dat ze voor een grote, ijzeren kachel zat met glimmende koperen ballen en een koperen trommel. Het vuur brandde zo heerlijk, het was zo lekker warm.
Maar wat was dat? Het meisje strekte haar voetjes al uit om die ook te warmen - toen ging de vlam uit, de kachel verdween - en zij zat met een stompje van het afgebrande zwavelstokje in haar hand.
Ze stak er nog een aan. Het brandde, het gaf licht en waar het schijnsel op de muur viel, werd die doorzichtig, net als een sluier. Ze keek zo de kamer in, waar de tafel gedekt was met een spierwit tafelkleed, met het fijnste porselein. De gebraden gans, gevuld met pruimen en appeltjes, stond heerlijk te dampen. En wat het aller-heerlijkst was, de gans sprong van de schaal en waggelde met een vork en mes in zijn rug over de grond. Hij kwam recht op het arme meisje af; toen ging het zwavelstokje uit en was alleen de dichte, koude muur er nog.
Ze stak er nog een aan. Toen zat ze onder de mooiste kerstboom, nog groter en nog rijker versierd dan de boom die ze door de glazen deur bij de rijke koopman had gezien, vorig jaar met Kerstmis. Er brandden wel duizend kaarsjes aan de groene takken, en gekleurde prentjes, zoals je die in etalages ziet, keken haar aan. Het meisje strekte haar beide handen uit - toen ging het zwavelstokje uit, de vele kerstkaarsjes gingen de lucht in en veranderden in sterren, zag ze. Eentje viel er en liet een lange streep van vuur achter aan de hemel. "Nu gaat er iemand dood," zei het meisje. Want haar oude grootmoeder, de enige die lief voor haar was geweest, maar die nu dood was, had gezegd: "Als er een ster valt, gaat er een zieltje naar God."
Ze streek weer een zwavelstokje af tegen de muur, het gaf licht en in het schijnsel stond haar oma, heel duidelijk, heel stralend, heel vriendelijk en lief. "Oma!" riep het meisje. "O, neem me mee! Ik weet dat je weg bent, als het zwavelstokje uitgaat. Weg, net als de warme kachel, de gebraden gans en die prachtige, grote kerstboom."
Haastig streek ze de rest van de zwavelstokjes uit het bosje af, want ze wilde oma vasthouden. De zwavelstokjes gaven zoveel licht dat het klaarlichte dag leek. Oma had er nog nooit zo mooi en zo groot uitgezien. Ze nam het kleine meisje op haar arm en ze vlogen, stralend en blij, heel, heel hoog. Er was geen kou, geen honger, geen angst - ze waren bij God.
Maar in het hoekje bij het huis zat in de koude wintermorgen het kleine meisje met de rode wangen, met een glimlach om haar mond doodgevroren op de laatste avond van het oude jaar.
Het werd nieuwjaarsochtend en de kleine dode zat daar met haar zwavelstokjes, waarvan een bosje bijna was opgebrand. Ze heeft zich willen warmen, zeiden ze. Niemand wist wat voor moois ze had gezien, hoe stralend ze met oma de vreugde van het nieuwe jaar was ingegaan.
De
piek maakt onderdeel uit van de versiering van de kerstboom. Zij wordt
altijd bovenaan de boom geplaatst, waardoor haar spitse vorm de lucht in
wijst en daarmee het hoogste punt van de kerstboom is. Soms ziet men
ook pieken in de vorm van een ster.
Het
is niet precies duidelijk wat de herkomst van de piek is. Volgens
sommige bronnen verwijst de piek naar de Ster der Wijzen of een
geabstraheerde weergave daarvan. Volgens een andere theorie zou de piek
een gespieste appel zijn (vergelijk de vorm van de piek), daar appels
van oudsher een versiering waren van de Germaanse boom op het
Joelfeest, het Germaanse Zonnewendefeest.
Niet iedereen heeft zo'n geluk als wij Niet iedereen is zo gelukkig en blij Sommige mensen hebben het niet zo goed Sommige mensen leven niet zoals het moet Er is dan niet genoeg drinken of eten Dat wou ik je even laten weten Zodat je bij deze kerst denkt aan anderen Zoals de daklozen die honger lijden Met zijn allen kunnen we iets veranderen Sta voor elkaar klaar Dan wordt het een mooie en leuke kerst voor iedereen Niet alleen voor de mensen om ons heen
Een kerstbal is een ornament dat in de kerstboom wordt gehangen.
In
een kerstboom hangen vaak tientallen kerstballen. Kerstballen zijn
oorspronkelijk van geblazen glas, maar worden, vanwege de
breekbaarheid, ook van kunststof gemaakt.Met name de rage om
kerstverlichting en bomen in de tuin te plaatsen heeft hiermee te maken.
De
oorspronkelijke kerstbal is van glas en aan de binnenzijde voorzien van
een laagje metaal (meestal zilver). Meestal is een kerstbal dan ook
spiegelend. De oorsprong van de kerstbal lijkt de heksenbal te zijn,
die vroeger in huis aan de lamp hingen of in de tuin in de borders lag.
Doordat men geloofde dat heksen geen spiegelbeeld hadden, kon men via
de spiegelende bal makkelijk een heks herkennen als die zich in huis
bevond. De zilveren ballen in de tuin hadden voornamelijk een
decoratief doel.
De
oorsprong van de bal als versiering in de kerstboom heeft te maken met
de opkomst van de glasblazerij in Oost-Europa. Men ging toen steeds
vaker glazen ballen gebruiken in plaats van vergulde noten, rode
appeltjes en koek. Voordat de kerstbal in de negentiende eeuw bij rijke
mensen in de kerstboom kwam, werd de kerstboom versierd met papieren
slingers en geknipte papieren figuren.De piek was onbekend. Meestal
werd de boom bekroond met een ster.
Het
zetten van een kerstboom was vóór de negentiende eeuw bij ons een
zeldzaamheid. Het gebruik is eigenlijk Duits en waarschijnlijk via
middenstanders ...
een kerstboom zo mooi van kleur de heerlijke verse geur van een denneboom hij wordt heel mooi versiert aan elke tak hangt een kerstbal vol fonkelende lichtjes bovenop hangt een ster daarna de cadeautjes onder de kerstboom en 25 december is het zo ver dan wordt de kerstman verwacht
met jou heeft men dolle pret jij wordt volledig opgezet met een pijp in de mond een dikke buik ... heel rond twee oogjes en een neus weet je wat er dan gebeurt dan komt de zon je smelt en je verdwijnt arme sneeuwman
Kunststof-kerstboom pas na 17 jaar groener dan echte spar
Kunststof-kerstboom pas na 17 jaar groener dan echte spar
Echte kerstbomen uit de natuur zijn milieuvriendelijker dan
namaakvarianten van kunststof. Alleen als zeventien jaar lang dezelfde
plastic boom wordt gebruikt is er minder schadelijke uitstoot dan als
ieder jaar rond kerst een nieuwe den in huis wordt gehaald.
Dat
hebben ze in Australië uitgerekend. Een echte boom veroorzaakt bij het
proces van kweken, transporteren en uiteindelijk verbranden ongeveer 3
kilo CO2-uitstoot. Bij de productie van een plastic boom is dat 48
kilo. Om echt 'groen' te zijn koop je echter best een kerstboom met
kluit aan, die na de feestdagen in de tuin geplant kan worden om het
jaar erna weer gebruikt te worden. Tuincentra zouden op deze basis ook
kerstbomen kunnen gaan verhuren. (br.hln)
In Denemarken wordt traditioneel kerstavond gevierd met een diner met gans of eend, en gerechten als "brunede kartofler" (gekarameliseerde aardappelen). Het diner wordt afgesloten met rijstpudding met gehakte amandelen en warme kersensaus (Riz à l'Amande, door de Denen verbasterd tot iets dat klinkt als "risalamang"). Het is traditie om een hele amandel in de pudding achter te laten, degene die de hele amandel vindt krijgt een prijs, een cadeautje. Er zijn verscheidene trucs om er voor te zorgen dat kinderen altijd een hele amandel vinden, en dus een prijs krijgen.
Na het eten wordt er rond de kerstboom gedanst terwijl er kerstliederen gezongen worden. Daarna is het tijd om de cadeautjes die onder de kerstboom liggen uit te pakken.
Eerder op de dag van kerstavond gaan Denen die een godsdienst belijden naar de kerk.
Op eerste en tweede kerstdag gaan veel Denen op familiebezoek en eten een kerstlunch ("Jule frokost") met onder andere gemarineerde haring samen met een glas akvavit en bier.
O dennenboom 't wordt zachtjes aan weer tijd dat ik u van 't zolder haal en u versier in vol ornaat zodat u straks te pronken staat met alle pracht en praal
Een kerstverhaal over een jongen die zijn wensen per ballon verstuurt
Martijn en zijn moeder woonden in een dorpje hoog in de bergen. Ze waren arm. Martijn had geen vader. Martijns moeder was naaister, maar in zo'n klein dorp is er niet veel naaiwerk. Martijn ging elke dag na school naar het bos om hout te sprokkelen dat hij kon verkopen. Toch hadden ze maar net genoeg geld voor wat ze echt het allernodigst hadden.
Op een avond kwam de bakkersvrouw haar nieuwe rok halen. Ze legde drie geldstukken voor Martijns moeder op tafel en een boekje voor Martijn. "Het is maar een oude agenda. Maar er staan mooie plaatjes in."
"Dank u wel!" zei Martijn blij. Hij ging met het boekje bij het flakkerende lampje zitten en bekeek de plaatjes. Het plaatje bij de maand december vond hij het mooist. Elk jaar komt de kerstman met zijn rendierslee vanaf de noordpool naar ons toe. Hij brengt cadeautjes mee voor alle lieve kinderen, stond eronder. Voor alle lieve kinderen? Ben ik dan niet lief geweest? vroeg Martijn zich af. Ik heb nog nooit een cadeautje van de kerstman gekregen.
"Mama, wat voor cadeautjes brengt de kerstman?" vroeg hij.
"Ik geloof dat hij geeft wat de kinderen graag willen hebben," antwoordde zijn moeder. Ze wreef in haar ogen. "Ik zou best een nieuwe lamp willen hebben. Dan zou ik beter licht hebben om bij te naaien. Kom Martijn, we gaan slapen."
Maar Martijn sliep helemaal niet lekker. Hij moest de hele tijd aan de kerstman denken. Misschien had de kerstman hem nog nooit een cadeautje gebracht omdat hij niet wist wat Martijn wilde hebben. Dat kon toch? Maar hoe moest Martijn de kerstman laten weten wat hij graag wilde hebben? Ach, het had ook allemaal geen zin. Verdrietig trok Martijn de deken over zijn hoofd.
De volgende ochtend kwam Martijn Dirk, de voerman tegen. "Ik heb wat voor je meegebracht," fluisterde Dirk geheimzinnig. Hij hield iets achter zijn brede rug verstopt. "Wat dan? Een snoepje? Of een paardje van houtsnijwerk?" raadde Martijn. "Fout! Helemaal fout!" lachte Dirk. Op dat moment ging achter hem bol en rood de maan op. "Een ballon!"
"Die heb ik op de kermis in Urma voor je gekocht," vertelde Dirk. "En er zit speciale lucht in, waardoor hij kan vliegen."
Voorzichtig pakte Martijn het touwtje vast. Hij was er stil van. Dirk streek Martijn door zijn haar. Toen klom hij weer op zijn slee.
Dolblij met zijn mooie ballon liep Martijn weg. Die middag sprokkelde hij geen hout. Hij zat op het hek om de schapenwei en keek naar zijn ballon. Hij kon zijn ogen er niet van afhouden. Zo rood als de jas van de kerstman en zo rond als zijn buik. En hij danste zo mooi in de wind! Als Martijn het touwtje los zou laten, zou hij tot in de hemel vliegen. Of naar de noordpool. Opeens begon Martijns hart sneller te kloppen. Misschien kon de ballon zijn wensen naar de kerstman brengen! Martijn sprong van het hek en liep naar huis. Daar scheurde hij voorzichtig een blaadje uit zijn schoolschrift. Hij schreef een lange brief:
Lieve kerstman, Ik heet Martijn en ik ben acht jaar. Ik heb een plaatje van u in een agenda gezien en ik heb een paar wensen. Wilt u alstublieft een lamp voor mijn moeder brengen? En ik zou graag warme laarzen willen hebben. Mijn schoenen zijn zo koud in de winter. En graag ook warme handschoenen. De mijne zijn zo dun geworden. Als ik maar één ding mag vragen, brengt u dan de lamp alstublieft. Ik hoop dat u mij kunt vinden. Ik woon in Strenca op de berg. Kom alstublieft! Uw Martijn.
Martijn vouwde de brief op en bond hem aan het touwtje van de ballon. Toen klom hij de berg achter het dorp op, helemaal tot de top.
Lang staarde Martijn in de verte. Waar zou de noordpool zijn? Moest hij zijn prachtige ballon nu echt laten gaan? Maar het was de enige manier om zijn brief bij de kerstman te krijgen. Martijn keek nog een keer of de knoopjes allemaal goed vast zaten. Toen drukte hij een kus op de dikke wang van de ballon en liet hem los.
Maar de koude bergwind blies niet naar het noorden. Hij kwam juist uit het noorden, en hij blies Martijns ballon naar het zuiden. Over bossen, bergen en dalen tot aan de zee. Aan de rand van een grote stad had de ballon niet genoeg kracht meer om verder te vliegen. Hij zweefde langs een dak naar beneden en kwam in een tuin terecht.
Even later kwam de oude Thijs uit zijn huisje. Hij zag de leeggelopen ballon. "Wat is dat voor rommel," bromde hij. Thijs was vaak brommerig sinds zijn vrouw gestorven was. Dat kwam doordat hij zich zo eenzaam voelde. Toen zag Thijs Martijns brief. Hij vouwde hem open en las hem. "Hij wil wat van de kerstman hebben," snoof de oude man. "Ha! Wat verbeeldt die verwende aap zich wel! Wensen heb ik ook!" Thijs verfrommelde de brief en gooide hem in de vuilnisbak.
Maar die nacht sliep Thijs niet goed. Hij moest steeds aan de kerstman denken. Hij had vroeger ook wensen gehad, kinderen, kleinkinderen - en toch was hij helemaal alleen. En die Martijn was misschien toch niet zo'n verwend kereltje. Laarzen, handschoenen en een lamp voor zijn moeder. Welk kind vroeg nou zulke dingen aan de kerstman?
Heel vroeg in de ochtend stond Thijs op. Hij haalde Martijns brief weer uit de vuilnisbak. Strenca. Waar lag dat eigenlijk?
Twee dagen later stond er een wonderlijke, oude man op het station van Urma. Hij had een rode jas aan en hij had een zak vol pakjes bij zich. Boven zijn hoofd danste een rode ballon. "Hoe kom ik in Strenca?" vroeg de wonderlijke oude man. "Daar kun je nu alleen met een paardenslee komen," antwoordde de stationschef. "Hé, Dirk, kom eens hier. Deze heer wil naar Strenca."
Een paar uur later werd er bij Martijn op de deur geklopt. En toen kwam de kerstman binnen. Echt, heus waar - de kerstman! Hij had met bont gevoerde laarzen en heerlijk warme wanten voor Martijn bij zich. En een lamp die veel licht gaf voor Martijns moeder. Fruit en snoepgoed. En de prachtige kerstballon had hij ook teruggebracht!
De kerstman bleef de hele nacht bij Martijn. Hij hield zijn hand vast tot hij in slaap gevallen was. Daarna praatte hij heel lang met Martijns moeder.
Toen het de volgende ochtend licht werd, laadden ze een bundel kleren, de nieuwe lamp en de naaimand op Dirks slee. Toen gingen ze naar het station van Urma.
Nu wonen Martijn en zijn moeder bij Thijs. Elke dag speelt Martijn na school in de tuin. De oude Thijs kan weer lachen en Martijn en zijn moeder noemen hem 'opa'.
Elk jaar als het Kerstmis wordt, kopen Martijn, zijn moeder en Thijs een rode ballon. Dan schrijven ze de kerstman een bedankbrief en binden hem aan het touwtje. Daarna laten ze de ballon vliegen - over dalen, bergen en bossen naar de noordpool.
ik stuur deze kerstkaart met fijne wensen naar heel bijzondere mensen wensen met bergen van geluk een goede gezondheid veel gezelligheid een heel jaar aan een stuk
met ballen en slingers versieren wij de boom het sparretje verandert in een kerstboom met sterretjes en klokjes een beetje engelenhaar dan de lichtjes en de kerstboom is klaar maar wacht eens... er ontbreekt nog iets aan wat dan...? laat je ogen eens naar boven gaan... oh ja een boom is niet af zondere iets aan de top er ontbreekt nog een piek bovenop
* Afrikaans: Geseende Kerfees en 'n gelukkige nuwe jaar * Baskisch: Gabon Zoriontsuak eta urte berri on * Deens: God jul og godt nytår * Duits: Fröhliche Weihnachten und ein glückliches Neues Jahr * Engels: Merry Christmas & a happy New Year * Ests: Häid jõule ja Head uut aastat * Fins: Hyvää Joulua ja Onnellista Uutta Vuotta * Frans: Joyeux Noël et Bonne Année * Italiaans: Buon Natale e Felice Anno Nuovo * Nieuwgrieks (Ελληνικά): Καλά Χριστούγεννα και ευτυχισμένος ο Καινούριος Χρόνος * Pools: Wesołych Świąt i Szczęsliwego Nowego Roku * Portugees: Boas Festas e um feliz Ano novo * Russisch: С Новым годом и с Рождеством Христовым! * Spaans: Feliz Navidad y Próspero Año Nuevo * Vietnamees: Chúc mừng Giáng Sinh * Zweeds: God Jul och Gott Nytt År Roemeens: Craciun fericit si un An Nou fericit
Bereid
de bakvorm voor door de bodem te bekleden met bakpapier. Vet de
binnenkant van de vorm licht in en bestrooi deze met bloem. Vorm rond
de buitenkant van de vorm een kraag van aluminiumfolie die 7 cm. boven
de rand van de vorm uitsteekt en bind deze goed vast met keukentouw. Kneed
een stevig deeg van witbroodmix, water, melk, boter en vanillesuiker.
Laat het deeg, afgedekt met plasticfolie of een licht vochtige doek, 20
minuten rijzen op een warme plaats. Voeg nu de overige
ingrediënten toe. Boen nu de sinaasappel schoon en rasp 1 el. van de
schil. Leg deze in de vorm en knip in de bovenkant van het deeg een
kruis van 7 cm. Dek de vorm af met een ingevet stuk plasticfolie en
laat het deeg nog 30 minuten op een warme plaats rijzen. Verwarm de
oven voor op 200 graden.
Bereidingswijze
Verwijder
de plasticfolie en knip opnieuw een kruis in het deeg. Leg het klontje
boter in het midden. Zet de vorm iets onder het midden in de oven en
bak 10 minuten. Schakel de oven terug naar 180 graden en laat de
panettone nog 35-40 minuten bakken. Controleer de gaarheid met een
metalen pen, deze moet er schoon uitkomen. Laat het brood in de vorm
afkoelen, verwijder de kraag, leg de vorm op de zijkant en trek de
panettone voorzichtig eruit.
Serveertips
Knoop een kerstlint om het midden van het brood ter versiering
Op de hoge hoge daken Zit Sint met zijn pieten Hoor de kinderen beneden zingen Piet zegt we moeten naar beneden springen Dat is hoog zegt de Sint Ik breng mijn paardje eerst naar de stal Piet begrijpt de hint Jullie Pieten gaan de kinderen maar verwennen Kijk wie lief is geweest Pieten gluren door het raam En zien daar kinderen zingend staan Opeens een geroffel op het raam Zou de deur nog open gaan Piet gooit het snoepgoed in het rond Kinderen vallen op de grond Er wordt nog harder gezongen Sinterklaasje kapoentje Gooi wat in mijn schoentje Gooi wat in mijn laarsje Dank je Sinterklaasje
Volgens een Franse legende maakte Sint Nicolaas drie dode scholieren levend die in een pekelvat bewaard werden.
Drie scholieren van voorname afkomst waren op weg naar de stad waar zij zouden gaan studeren. Op hun tocht door een afgelegen streek vonden zij 's avonds onderdak in een herberg. De waard, die vermoedde dat zij veel geld aan gouden munten bij zich hadden, vatte het plan op hen die nacht te vermoorden. Zodra hij zijn sinistere plan ten uitvoer had gebracht, sneed hij de lichamen van de scholieren in stukken en legde de brokken vlees, net zoals men dat deed bij het slachten van varkens, in een pekelvat.
Door een engel gewaarschuwd klopte Sint Nicolaas daags daarop bij de herberg aan, vroeg om onderdak en bestelde een maaltijd. Bij de keuze van het vlees wees Nicolaas de waard op zijn misdaad en verlangde van de waard dat hij hem het pekelvat met de aan stukken gesneden jongelingen toonde. Staande bij het vat, gebood Nicolaas de waard de planken deksel eraf te halen. Daarop vouwde hij zijn handen, bad tot God, en zegende de drie jongelingen. Aldus wekte hij hen tot leven. De drie scholieren gingen rechtop staan en dankten God. De waard viel op zijn knieën, vroeg om vergiffenis en bekeerde zich ten goede.
Jullie hebben ze misschien al eens gezien, Mijn talloze hulpsinten, wel meer dan tien! Wie weet zag je wel al een met sportschoenen, Of een tweede, maar zonder witte handschoenen! Je ziet het direct, die sint dat is niet de echte, Maar ze zijn mijn hulpjes, dus ze zijn niet slecht!
Geef hen maar jouw brieven vol grootste verlangens Een pop, auto, snoep of wat rouge voor je wangen Ja jongens en meisjes, ze komen heus wel bij mij Ze doen zo goed hun best, dat maakt me zo blij Duizenden brieven hebben mijn pieten al gekregen En honderdduizenden brieven moeten zij nog lezen
Enkele brieven zijn vrolijk, echt een ware pracht Veroorzakend bij vele pieten een brede lach Anderen bezorgen onze pieten dan weer een traan droevige verhalen, het pakt ons allen zo aan Maar op zes december, dan kom ik bij jullie langs Oh was het maar zover, dat is wat mijn hart verlangt