In 1954 was Yolande Christina Gigliotti Miss Egypte, en op haar tweeëntwintigste vertrok ze naar Frankrijk voor een carrière als zangeres en actrice. Ze noemde zichzelf toen Dalila, naar de vrouw uit de Bijbel. In Parijs veranderde ze haar naam op aanraden van Eddie Barclay in Dalida. Ze brak door met een Italiaans getint repertoire, en cultiveerde haar 'exotische' uitstraling met een grote bos zwarte krullen en donker omrande ogen. Pas aan het einde van de jaren zestig nam ze haar typerende, blonde kapsel. Aan het begin van de jaren zeventig verdiepte ze haar repertoire door werk van Léo Ferré en Jacques Brel op te nemen.
Met "Gigi L'Amoroso", het gezongen verhaal van een Napolitaanse hartenbreker die na een mislukt avontuur in Hollywood terugkeert naar zijn geboortedorp, had ze haar grootste hit. Daarna besloot ze, op aanraden van haar broer Orlando, die tevens haar manager was, zich te richten op de opkomende disco. Met "J'Attendrai", een cover van een chanson uit de jaren dertig
Cynthia Ann Stephanie Cyndi Lauper (geboren 22 juni, 1953) in Brooklyn-New York. Groeide op in Queens. Toen ze 5 was scheiden haar ouders en verhuisde samen met haar moeder naar Queens wat een slechte buurt in New York was. Haar moeder hertrouwde en scheidde weer. Ze ging als serveerster werken. In die tijd zag Cyndi hoe vrouwen werden onderdrukt. Cyndi wist dat dit een situatie was om eruit te komen. En vond haar passie in muziek. Op haar 12e leerde gitaar spelen. Ze droeg in die tijd al opvallende kleurige kleding en verfde haar haren in ongebruikelijke kleuren.
Boudewijn de Groot werd geboren in 1944 in Nederlands-Indië, in een Japans concentratiekamp bij Batavia (het huidige Jakarta), waar zijn moeder overleed in 1945. In 1946 keerde de familie De Groot terug naar Nederland. De vader van Boudewijn moest echter terug naar Indië, dus kwam hij te wonen bij zijn tante in Haarlem. In 1951 kwam zijn vader weer terug en in 1952 verhuisden ze, met een pas aangetrouwde stiefmoeder, naar Heemstede. Boudewijn woonde in Heemstede in dezelfde straat als zijn latere tekstschrijver Lennaert Nijgh, die bevriend was met Boudewijns stiefbroertje.
In 1965 scoorde Boudewijn zijn eerste hit met Een meisje van 16 (een bewerking van een chanson van Charles Aznavour). Al snel kreeg hij succes met onder meer maatschappelijk geëngageerde liederen.
In 1973 bracht hij het belangrijke album Hoe Sterk Is De Eenzame Fietser uit.
Anouk kreeg het muzikale van huis uit mee: haar moeder is zangeres in een bluesband. Anouk kwam na haar veertiende in tehuizen terecht, leerde zingen, en werd in 1994 zonder theoretische kennis, aangenomen op het conservatorium met als vooropleiding Mavo 3. Ze kon niet aarden op het conservatorium en stopte na twee jaar met de opleiding.
Anouk zong op bruiloften, feesten en festivals met de soul en R&B band Shotgun Wedding. Via haar toenmalige echtgenoot leerde ze Barry Hay van de Golden Earring kennen. Deze was enthousiast over haar zangkwaliteiten en bood aan materiaal voor haar te schrijven. Dit leidde tot de song Mood Indigo die samen met Earringlid George Kooymans was geschreven en geproduceerd.