17/9 (150) Jezus Christus: Een Koning van alle Koninkrijken - Melanie
In de auto op de terugweg van Sievernich (deze dag was de hernieuwing van de toewijding aan de H. Aartsengel Michaël) ziet de zieneres Melanie het beeld van een enorme blikseminslag in de lucht. Het voelt als een rechtvaardige toorn die over mensen en alle naties zal komen. Jezus verschijnt dan voor haar innerlijke ogen in een oneindig lange gestalte in de lucht - met Zijn voeten op de grond en Zijn hoofd omhoog reikend in de wolken. Hij loopt naar de mensen toe in een waarschuwende gestalte, omringd door bliksem. Hij wil dat mensen weten dat Hij in Zijn glorie naar ons toe zal komen. Dan zal Zijn rechtvaardige toorn heersen.
Jezus heft Zijn hand op en zegt: Ik kom om de levenden en de doden te oordelen. Ik ben de Heer.
Hij legt uit dat Hij zonden zal oordelen en somt er een paar op: zich afkeren van het geloof en van God, losbandigheid, onmatigheid, de achteruitgang van waarden. Mensen zullen rillen en beven en Hem om vergeving smeken vanwege hun daden en zonden, voorspelt Hij. Maar degenen die tijdens hun leven niet het juiste pad (naar Hem) hebben gevonden, zullen het moeilijk krijgen, waarschuwt Hij.
Want er komt een punt waarop Hij niet langer barmhartigheid zal laten heersen.
Jezus smeekt mensen nu en waarschuwt hen, Hij roept hen op om tot Hem terug te keren. Om zich af te keren van het polytheïsme, van abortus, van zonden die mensen tegen elkaar begaan, bijvoorbeeld moord uit hebzucht, diefstal uit hebzucht.
Jezus zegt: Er zijn dingen die veroordeeld moeten worden. Er zijn dingen die niet in overeenstemming zijn met het leven en de wetten van het leven en zeker niet met de wetten van de Kerk.
Er zijn ernstige zonden, zegt Hij. Er zijn zonden die bijzonder zwaar wegen en zwaar wegen op de wereld. Dit zijn ook de redenen waarom de natuur zich tegen mensen keert, zoals natuurrampen (bijvoorbeeld overstromingen of orkanen). Alles heeft een gevolg.
Onze menselijke acties hebben gevolgen, hoe weinig we ons dat soms ook realiseren. Alles heeft effect op iedereen en alles werkt collectief. Niets gaat verloren. Niets goeds gaat verloren, maar ook niets slechts, legt Hij uit.
Er zijn dingen die gecorrigeerd moeten worden. Mensen die zonden begaan, moeten zelf om vergeving vragen. Ze moeten het goed willen maken, zich tot Jezus wenden, naar de biecht gaan en boete doen. Ze moeten ernaar streven het goed te maken.
Als ze dit niet doen, blijven deze zonden in de wereld en blijven de gevolgen hiervan ook in de wereld. Jezus zegt verder dat Hij liefde en barmhartigheid is. Maar Hij kan bepaalde dingen niet tolereren.
Sommige zonden zijn bijzonder ernstig, legde Jezus verder uit. Als er veel zondaars zijn die niet proberen om het goed te maken, te belijden en berouw te tonen, en als ze geen berouw tonen voor hun fouten en geen medelijden hebben met hun medemensen, dan zullen al deze zonden in de wereld blijven, zei Hij. Deze ernstige overtredingen blijven en dit heeft gevolgen.
Sommige dingen kunnen niet worden gelaten zoals ze zijn. Ze vereisen een oordeel. Net zoals er een aards oordeel is voor overtreden wetten, is er ook een Hemels oordeel om de noodzakelijke orde te herstellen.
Jezus roept op tot bekering.
Als mensen niet leren om zich tot Hem te wenden en tot Hem te komen, als ze Hem niet erkennen, dan zal de tijd komen dat het te laat zal zijn. Als het Laatste Oordeel komt, zal het te laat zijn. Dan zal Hij de levenden en de doden moeten oordelen.
Het is een waarschuwing aan de mensheid om reeds vroeg aan Jezus te belijden (Biecht), want op een gegeven moment zal de tijd komen dat het te laat zal zijn en Hij niet langer in staat zal zijn om te helpen ondanks al Zijn barmhartigheid. Sommige zielen zullen dan verloren gaan. Jezus benadrukt herhaaldelijk het belang van de Sacramenten.
Bekeer je en geloof in het Evangelie, waarschuwt Jezus, want als je dat niet doet, zullen de gevolgen verwoestend zijn.
Aan het einde van het visioen hoort de zieneres het vers van een Duits kerstlied in zich.
Eerste strofe van het lied “Macht hoch die Tür, die Tor macht weit”:
“Doe de deur wijd open, doe de poort wijd open;
de Heer der heerlijkheid komt,
Koning van alle koninkrijken,
Redder van de hele aarde tegelijk,
die met Hem heil en zegen brengt;
verheug je daarom, zing met vreugde;
Geprezen zij mijn God,
mijn Schepper is rijk aan raad.”
Hier eindigt de verschijning.
|