15/11 Velen zullen dit niet overleven! - Great Miracles Avenue
Droom van 16/10: Ik stond in mijn woonkamer, maar toen merkte ik iets op. Ik zag gieren in mijn kamer. Ze zaten op elk denkbaar oppervlak, op mijn aanrecht, op de rugleuningen van de stoelen en zelfs in de hele gang. Ik struikelde terug en voelde een koude rilling over me heen komen. Ik wilde schreeuwen om ze weg te jagen, maar iets in mij deed me zwijgen. Ik liep snel naar de deur en stapte naar buiten in de hoop om een bekende te zien. Iets wat me terug zou brengen naar de realiteit, maar toen ik de straat opliep, vond ik dezelfde leegte als in mijn huis.
De straten waren verlaten, er was geen geluid van een auto en er was niemand. De gieren volgden, cirkelden boven of op daken, keken en wachtten op iets. Ik was de enige levende persoon in een levenloze stad. Toen veranderde plotseling alles weer. Deze keer was de wereld om me heen niet meer helemaal hetzelfde en zag ik mensen uit het niets verschijnen. De ene seconde was ik de enige persoon in de buurt en de volgende seconde werd ik omringd door mensen en beweging, door alle geluiden, beelden die een gewone dag vormen. Maar toch kon ik nog steeds de gieren zien, ze waren weer in de buurt.
Ze zaten nog steeds op dezelfde plekken: op daken, op straatlantaarns, op de daken van geparkeerde auto's. Ze waren stil en ze waren nog steeds. Niemand anders leek ze op te merken. Ik keek om me heen en ik wilde schreeuwen om ze aan te wijzen zodat iemand ze kon zien. Maar iedereen leek verzonken in hun dagelijkse leven, zonder enig idee dat er zich iets onnatuurlijks had gevestigd onder ons. Zonder waarschuwing vlogen ze de lucht in. Het was eerst als een zwerm, een bewegende wolk van zwarte veren. Maar toen veranderde hun koers en ze richtten zich rechtstreeks op de mensen beneden.
Ik zag deze kwaadaardige wezens iets uit hun bek braken. Het leek op een giftig gas. Zodra dit gas op de mensen om hen heen viel, raakten ze besmet met een vreemde ziekte. Ze begonnen bloed op te hoesten en hun huid zag er bleek en witachtig uit. De pupillen in hun ogen waren weg. Er heerste paniek, mensen struikelden over elkaar, wanhopig om te ontsnappen. Ze probeerden weg te komen, sommigen renden gebouwen binnen om zich te verstoppen voor de giftige substantie die uit de gieren kwam. Maar ze kwamen erachter dat de gieren reeds binnen geglipt.
Hoewel dit alles gebeurde, kon niemand de gieren zien en wist men niet waar het giftige gas vandaan kwam. De gieren bewogen spiritueel, maar manifesteerden hun kwaad fysiek. Ik probeerde mensen te helpen door ze van deze gieren weg te halen. Maar het was hopeloos, de gieren waren meedogenloos, hun aanvallen waren genadeloos. De straten lagen vol lichamen, mensen vielen één voor één en binnen enkele ogenblikken leek het alsof de helft van de stad was uitgestorven.
Elke spoeddienst was overspoeld, gevuld met mensen die probeerden overleven. Ik kon het zelfs zien vanwaar ik stond, kijkend naar de ingangen van het ziekenhuis, waar mensen zich verdrongen in de hoop op behandeling die nooit zou komen. Verpleegsters en artsen deden hun best, maar de stroom gewonden was eindeloos. Ze konden het nauwelijks bijhouden. Ik zag mensen in golven sterven zonder dat iemand het kon stoppen. Temidden in de chaos, zag ik weer iets vreemds, een rij zwarte auto’s reed door de straat.
Het waren auto’s met overheidskentekenplaten, het soort kentekenplaten dat gereserveerd is voor functionarissen in hoge posities. Zelfs toen mensen schreeuwden en renden, reden deze wagens verder. Toen stopte de voertuigen en zag ik mannen, hoge functionarissen en een paar vrouwen. Dit waren volgens mij personen die de naties als elitaire individuen beschouwden. Ik slaagde erin om flarden van hun gesprek op te vangen in het gebouw waar ze binnenkwamen. Nu werd het duidelijk dat ze de tragedie bespraken. Ik was net getuige geweest van de aanval van de gieren.
Eén van hen, een man uitte zijn afkeuring over de uitkomst van het plan. Hij zei: Het is niet genoeg. We hebben iets effectievers nodig. Deze functionarissen waren de architecten van deze dodelijke uitbraak: de gieren, de dood, ze hadden het allemaal georkestreerd, maar ze waren niet tevreden. Het was alsof het bloedbad nog niet bruut genoeg was geweest. Ze bespraken een nieuwe strategie, één dat niet alleen een virus was, maar een wapen dat was ontworpen om mensen te veranderen in agenten van hun eigen vernietigin. De functionarissen openbaarden hun intentie om een ander virus los te laten dat het ondenkbare zou doen. Het zou mensen ertoe aanzetten elkaar aan te vallen door middel van beten.
Ze zouden de infectie verspreiden met elke ontmoeting. Als een oprukkende plaag. Eén van de functionarissen openbaarde hoe dit virus een kettingreactie zou veroorzaken die alles zou ontwrichten: de overheid de sociale structuren en gemeenschappen. Hij openbaarde dat het zou werken als een destabiliserende kracht die de samenleving tot op de grondvesten zou doen schudden, zodat niemand de ineenstorting kon weerstaan. Wat mij schokte was dat deze wetenschappers en ambtenaren waar de mensen naar opkeken om hen te redden, er niet waren om iemand te redden.
Ze hadden geen interesse om oplossingen te bieden, ze boden geen hoop op genezing. Hun missie was om te vernietigen, om de mensheid uit te wissen met chirurgische precisie. Dit alles voor een doel dat ik nauwelijks kon begrijpen. In de droom zag ik een snel een flits van het resulterende effect van hun beslissing. Ik zag, terwijl de infectie zich verspreidde, er geen vrede meer in de wereld was. Mensen keerden zich tegen elkaar, getransformeerd door een kracht die hen ertoe aanzette om te bijten, te krabben en aan te vallen met uitzinnige razernij. Straten waren gevuld met angst, wanhoop en vernietiging.
Ziekenhuizen waren overvol. Het was vreselijk en ik zag artsen en verpleegpersoneel rennen om zich te verstoppen voor hun leven terwijl ik in het visioen Gods volk zag dat getekend was door de Heilige Geest. Er was een onzichtbaar schild dat hen leek te omringen. Deze personen gingen door de uitbraak en problemen. Ze waren niet bang en bleven onaangetast voor besmetting. Het virus leek hen niet te kunnen grijpen, waardoor ze ongedeerd door de straten konden lopen zonder angst. Ik weet niet hoe, maar het was duidelijk dat mensen die het merkteken hadden, immuun waren voor deze aanval die iedereen wil vernietigen. Toen werd ik wakker. De Heer legde dit na deze ontmoeting in mijn hart om met jullie te delen.
Laat dit een oproep zijn voor iedereen, zowel gelovigen als ongelovigen. De tijd waarin we leven is gevuld met kwaad en de behoefte aan gebed is nog nooit zo groot geweest. Net zoals die Christenen beschermd werden door Geloof, moeten ook wij Gods bescherming zoeken in alle dingen. We moeten blijven bidden en nooit stoppen om voor de natie Amerika, voor haar volk en voor de hele wereld te bidden. Omdat we op het punt staan om duisternis en gevaar te trotseren, worden we allen geroepen om niet alleen te getuigen, maar ook voorbeelden te zijn van kracht, mededogen en onwankelbaar Geloof.
Laten we dagelijks dicht bij God komen, Hem oprecht zoeken, wandelen in Zijn licht en standvastig blijven, zelfs als de wereld om ons heen verloren lijkt. Nu meer dan ooit. Laten we ons inzetten om een leven te leiden dat gegrond is in Gods aanwezigheid, omdat we Zijn leiding nodig hebben om de uitdagingen van deze tijd het hoofd te bieden. Geloof is niet alleen ons schild, het is onze oproep tot actie, onze kracht en onze hoop.
|