Kroontje van het H. Aanschijn
Het Kroontje van het Heilig Aanschijn heeft als doel de 5 zintuigen van Onze Heer, Jezus Christus, te eren en God te smeken om de triomf van Zijn Kerk. Deze rozenkrans bestaat uit een medaille en 39 kralen; 6 grote en 33 kleine, met een medaille van het H. Aanschijn. Het wordt aanbevolen om deze regelmatig te reciteren om van God, door middel van het Heilig Aanschijn van Zijn geliefde Zoon, de ondergang van Zijn vijanden te verkrijgen.
De 33 kleine kralen vertegenwoordigen de 33 jaar van het sterfelijke leven van Onze Heer op aarde. De eerste 30 roepen de 30 jaar van Zijn privéleven in herinnering en zijn verdeeld in 5 groepen, met de bedoeling de 5 zintuigen van Jezus te eren: tastzin, gehoor, gezichtsvermogen, reukzin en smaakzin. Ze hebben hun zetel, voornamelijk, in het Heilig Aanschijn en brengen hulde aan al het lijden dat Onze Heer in Zijn H. Aanschijn heeft doorstaan, door elk van Zijn zintuigen. De laatste 3 kleine kralen roepen de 3 jaar van het openbare leven van onze Verlosser in herinnering en hebben als doel het eren van alle wonden van Zijn H. Aanschijn.
Gebed:
Kruisteken - O God, kom mij te hulp. O Heer, haast U mij te helpen. Glorie zij
Grote kraal: Mijn Jezus, barmhartigheid - Glorie zij
1-6 kleine kralen: Gedachtenis aan tastzin - 6 x O Heer, sta op en laat Uw vijanden verstrooid worden, en degenen die U haten vluchten van voor Uw H. Aanschijn.
Grote kraal: Mijn Jezus, barmhartigheid - Glorie zij
7-12 kleine kralen: Gedachtenis aan gehoor - 6 x O Heer, sta op en laat Uw vijanden verstrooid worden, en degenen die U haten vluchten van voor Uw H. Aanschijn.
Grote kraal: Mijn Jezus, barmhartigheid - Glorie zij
13-18 kleine kralen: Gedachtenis aan gezichtsvermogen - 6 x O Heer, sta op en laat Uw vijanden verstrooid worden, en degenen die U haten vluchten van voor Uw H. Aanschijn.
Grote kraal: Mijn Jezus, barmhartigheid - Glorie zij
19-24 kleine kralen: Gedachtenis aan reukzin - 6 x O Heer, sta op en laat Uw vijanden verstrooid worden, en degenen die U haten vluchten van voor Uw H. Aanschijn.
Grote kraal: Mijn Jezus, barmhartigheid - Glorie zij
25-30 kleine kralen: Gedachtenis aan smaakzin - 6 x O Heer, sta op en laat Uw vijanden verstrooid worden, en degenen die U haten vluchten van voor Uw H. Aanschijn.
Grote kraal: Mijn Jezus, barmhartigheid - Glorie zij
31-33 kleine kralen: Gedachtenis aan alle wonden op Jezus‘ H. Aangezicht - 3 x O Heer, sta op en laat Uw vijanden verstrooid worden, en degenen die U haten vluchten van voor Uw H. Aanschijn.
Eindgebed: 7 x Glorie zij ter ere aan de 7 woorden van Jezus op het Kruis en de 7 smarten van OLVrouw O God, onze Beschermer, kijk naar ons en werp Uw ogen op het H. Aanschijn van Uw Christus.
7 woorden van Jezus aan het Kruis
1 Vader, vergeef hun, want ze weten niet wat ze doen. (Lucas 23:34) - Jezus vergeeft zijn eigen beulen, terwijl ze Hem aan het kruis slaan.
2 Ik verzeker je: nog vandaag zul je met Mij in het paradijs zijn. (Lucas 23:43) - Jezus vergeeft de moordenaar die om Zijn voorspraak vraagt.
3 Dat is uw zoon, zegt Jezus aan Zijn Moeder en daarna tegen de leerling: Dat is uw Moeder. (Joh. 19:26-27) - Jezus vertrouwt de Kerk toe aan Zijn Moeder Maria.
4 Mijn God, mijn God, waarom hebt U Mij verlaten? (Marcus 16:34 en Matt. 27:46)
5 Ik heb dorst (Joh. 19:28)
6 Het is volbracht (Joh. 19:30)
7 Vader, in uw handen leg ik mijn geest (Lucas 23:46)
7 smarten van OLVrouw
1 De profetie van Simeon in de tempel (Lucas 2:34-35)
2 De vlucht naar Egypte (Matt. 2:3)
3 Het zoekraken van Jezus in de tempel (Lucas 2:43-45)
4 De ontmoeting met haar Zoon op weg naar de Calvarieberg (Lucas 23:25)
5 Jezus sterft aan het Kruis (Joh. 19:25)
6 Maria ontvangt haar gestorven Zoon (Matt. 27:57-59)
7 Maria bij de graflegging van Jezus (Joh. 19:40-42)
7 Ik Ben woorden van Jezus
1 Ik Ben het Brood des Leven. (Joh. 6:35 en 48).
2 Ik Ben het Licht der Wereld. (Joh. 8:12).
3 Ik Ben de Deur. (Joh. 10:9).
4 Ik Ben de Goede Herder. (Joh. 10:11 en 14).
5 Ik Ben de Opstanding en het Leven. (Joh. 11:25).
6 Ik Ben de Weg; en de Waarheid, en het Leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij. (Joh. 14:6).
7 Ik Ben de ware Wijnstok en mijn Vader is de Wijngaardenier. (Joh. 15:1).
|