|
15/6 Lied: Heilige Drie-eenheid
Vóór het Angelus bezochten in totaal negen heilige muziekengelen mij. Eén van de engelen speelde op de luit, mijn vertrouwde luitengel. Hij zong mee bij de herhaling van het couplet. Een engel op de harp, een engel met een bespannen trommel in de hand zonder stokken, een engel met een schalmei, die tussen de gezangen werd bespeeld, en twee engelen met lange trompetten.
Ze waren gekleed in stralende witte gewaden met kostbare gouden edelsteenborduursels. Drie engelen zongen zonder instrumenten. Ze droegen gouden versierde koormantels over hun witte gewaden. Tijdens het eenstemmige gezang speelden de instrumenten zachter, zodat het gezang beter tot zijn recht kwam.
De instrumentale inleiding en de instrumentale passages tussen de gezangen werden luider gespeeld. De heilige engelen speelden en zongen vreugdevol en toegewijd. Het was voor mij alsof de instrumenten tussen de gezangen door, de tekst van het lied onderstreepten en de kracht van het lied versterkten.
Hier is de tekst van het lied, dat een gebed is:
Vader, Zoon en Heilige Geest,
2x: drie personen zijn het en toch zijn ze één!
Heiligste Drie-eenheid,
2x: geprezen, geprezen in alle tijden!
Vader, Zoon en Heilige Geest,
2x: eerbiedwaardige dank in eeuwigheid!
Heiligste Drie-eenheid,
2x: vol berouw en tranen is ons hart!
Vader, Zoon en Heilige Geest,
2x: wij smeken alleen om de almacht van de liefde!
Heiligste Drie-eenheid,
2x: onze vreugde en liefde in eeuwigheid!
Vader, Zoon en Heilige Geest,
2x: in Uw zon valt onze last weg!
Heiligste Drie-eenheid,
2x: vuur van waarheid, dat vrede brengt.
Vader, Zoon en Heilige Geest,
2x: bewaar ons te allen tijde!
22/6 Bezoek van de H. Aartsengel Michaël tijdens het Angelusgebed
De Heer zegt: 'Ik ben en Ik ben degene die er is.’
Ik (Sint-Michaël) antwoord Hem: ‘Quis ut Deus! Mogen de mensen de woorden van de Hemel aanvaarden. Zij mogen over je oordelen en de boodschap verwerpen. Maar een beetje geduld en zij zullen zien dat het geopenbaarde woord in vervulling gaat. Genade voor wie het gegeven is om de woorden van de Hemel met het hart te begrijpen. De zonde zal oorlogen veroorzaken.
Het is aan jullie om bescherming en genade te vragen. Wie Satan volgt en zelf God wil zijn, zijn eigen geboden maakt, zal oogsten wat hij heeft gezaaid. De verdorvenheid is groot, maar de genade van God is groter! De Heer is er voor Zijn schapen. De mensen zullen alles begrijpen wanneer de strafrechtbanken hun vonnis vellen. Bid veel! Stel je onder de bescherming van Christus, onder mijn beschermende schild!
25/6 Verschijning van de Koning van Barmhartigheid
Een grote gouden lichtbol zweeft boven ons en een prachtig licht stroomt naar ons toe. Het wordt vergezeld door zeven kleinere lichtbollen. De grote gouden lichtbol opent zich en ik zie het Kind Jezus, de Koning van Barmhartigheid, met een gouden kroon, rode mantel en rood gewaad. Hij heeft kort, krullend, zwartbruin haar en blauwe ogen. In zijn rechterhand draagt hij een grote gouden scepter en in zijn linkerhand de Vulgaat (Heilige Schrift). Hij komt dichter bij ons, en dan heel dichtbij.
De zeven kleinere lichtbollen openen zich en engelen komen eruit tevoorschijn. Ze zijn gekleed in eenvoudige, oogverblindend witte gewaden en nemen de Mantel van de Heer, geborduurd met gouden lelies, in hun handen. Op de voorkant van zijn kleed zie ik de leliestruik, met zijn witte leliebloesems. De engelen, knielend, spreiden de mantel van de Koning van Barmhartigheid als een tent over ons uit. Ze zingen het Sanctus uit de Missa de Angelis. De Koning van Barmhartigheid spreekt tot ons:
In de naam van de Vader en van de Zoon – dat wil zeggen, Ik – en van de Heilige Geest. Amen. Ik kom uit de Hemel naar Mijn familie, omdat jullie naar Mij verlangen! Waar de tijdgeest wordt verkondigd en geleefd, word Ik gevreesd, wordt Mijn Woord gevreesd; want Mijn Woord leeft. Geloof in Mij leeft. Ik leef in de sacramenten van Mijn Kerk, en zo ook Mijn Kerk, waarin Ik leef! Wees daarom niet bang om je geloof te beleven, want Ik ben met jullie en Ik ben de levende God!
Nu zie ik hoe de Vulgaat in een prachtig licht opent en zie ik de Bijbelpassage Ezechiël 3,1-27:
Hij zei tot mij: 'Mensenkind, eet wat u voorgehouden wordt, eet deze boekrol op en richt dan het woord tot het volk van Israël.' Toen opende ik mijn mond en Hij gaf me die boekrol te eten. Hij zei tot mij: 'Mensenkind, laat uw lichaam deze boekrol die Ik u geef opnemen en verzadig u ermee. Ik at dus de boekrol op: ze smaakte me zo zoet als honing. Hij zei tot mij: 'Mensenkind, begeef u naar het volk van Israël en breng hun mijn woorden over. Ge wordt niet gezonden naar een volk met een vreemde taal en tongval, maar tot het volk van Israël; naar geen van de vele volken met een vreemde taal en tongval wier woorden ge niet verstaat.
Als Ik u tot hen zond, zouden ze naar u luisteren. Maar het volk van Israël is niet bereid naar u te luisteren, omdat het niet naar Mij wil luisteren: het volk van Israël heeft een harde blik en een hart van steen. Ik zal dan ook uw blik even hard maken als de hunne en uw gezicht even strak. Uw gezicht maak Ik harder dan kiezel, hard als diamant; wees dan niet bang voor hen en niet bevreesd voor hun aanblik: het is nu eenmaal een weerspannig volk.'
Hij zei tot mij: 'Mensenkind, neem al de woorden die Ik tot u zal spreken in uw hart op en luister er goed naar. Ga naar de ballingen, uw volksgenoten; spreek hun toe en zeg tot hen, of ze luisteren of niet: Zo spreekt Jahwe de Heer!' Toen hief de geest van Jahwe mij op en ik hoorde achter mij een luid geroep: 'Gezegend zij de heerlijkheid van Jahwe in zijn heiligdom.' Ik hoorde het klapperen van de elkaar rakende vleugels van de levende wezens, het geratel van de wielen naast hen, en tegelijk het gedreun van een aardbeving.
De geest hief mij op en voerde me mee en ik ging heen, bitter gestemd en toornig, terwijl de hand van Jahwe op mij drukte. Ik kwam bij de ballingen van Tel-Abib die aan de Kebar woonden. Zeven dagen zat ik in hun midden, zonder een woord uit te kunnen brengen. Toen deze zeven dagen voorbij waren werd het woord van Jahwe tot mij gericht: 'Mensenkind, Ik stel u aan als wachter voor het volk van Israël. Telkens als ge uit mijn mond een woord hoort, moet ge hen namens Mij waarschuwen.
Als Ik tot de boosdoener zegt: Ge zult zeker sterven, en gij waarschuwt hem niet, en laat na hem op zijn slecht gedrag te wijzen om zijn leven te redden, dan zal die boosdoener weliswaar om zijn eigen schuld sterven, maar u zal Ik rekenschap vragen van zijn bloed. Maar als ge de boosdoener gewaarschuwd hebt en hij betert zijn leven niet, dan zal hij wel sterven om zijn eigen schuld, maar gij hebt uw eigen leven gered. Als een rechtvaardige zich gaat misdragen en verkeerde dingen doet, en Ik laat hem struikelen, dan zal hij sterven; hij sterft omdat gij hem niet op zijn zonde gewezen hebt; zijn goede daden tellen dan niet meer mee, maar u zal Ik rekenschap vragen van zijn bloed.
Maar als ge de rechtvaardige waarschuwt dat hij niet moet zondigen, en hij zondigt ook niet, dan zal hij beslist in leven blijven, omdat hij uw waarschuwing ter harte heeft genomen, en gij hebt uw eigen leven gered.' Toen legde de hand van Jahwe zich op mij, en Hij zei tot mij: 'Sta op, ga naar de laagvlakte, daar zal Ik tot u spreken.' Toen stond ik op en ging naar de laagvlakte, en daar zag ik de heerlijkheid van Jahwe, juist zoals ik haar gezien had aan de Kebar, en ik wierp mij plat ter aarde.
Maar de geest kwam over mij en deed mij rechtop staan. En Jahwe sprak tot mij: ’Ga naar binnen en sluit u op in uw huis. Mensenkind, men zal touwen nemen en u daarmee knevelen, zodat ge u niet onder hen kunt begeven. Uw tong zal Ik aan uw verhemelte doen kleven en ge zult stom zijn, zodat ge voor hen geen strafprediker meer kunt zijn; het is nu eenmaal een weerspannig volk. Maar als Ik tot u spreek, zal Ik uw mond openen; dan moet ge tot hen zeggen: Zo spreekt de Heer. Wie luisteren wil luistere, en wie niet luisteren wil, moet maar niet luisteren: Het is nu eenmaal een weerspannig volk.'
De Koning van Barmhartigheid keert zich tot ons:
Ik oordeel Israël en doe Israël herleven. Ik breng jullie tot zwijgen, zodat jullie Mijn Woord aan de mensen kunnen doorgeven. Bedenk dat zelfs de rechtvaardigen ten val kunnen komen als ze zichzelf rechtvaardig noemen en niet in Mij leven. Ik kom tot jullie, tot hen die hun hart hebben opengesteld voor Mijn Woord. Ik heb Mijn kleine kudde lief en wil Mijn schapen naar de Hemel leiden. Wees dus moedig en levendig in je geloof!
Ik zeg je: De Heilige Geest waait waar Hij wil en niet waar de mensen willen dat Hij waait. Kom tot Mij met heel je hart en heb Mij lief! Ik heb jullie oneindig lief! Voor velen die de tijdgeest prediken, is heiligheid een zware last. Laat je niet misleiden. Ik ben die Is! Ik ben in de eeuwigheid, en daarom geldt Mijn gebod voor alle eeuwigheid en is het niet onderworpen aan de tijd.
Bid intens om vrede! Respecteer het leven! Want hoe zullen jullie vrede vinden als jullie kinderen in de moederschoot de dood vinden? Bedenk dat het oordeel zal komen; maar jullie kunnen het verzachten, en Ik heb jullie verteld hoe je dat moet doen. Ik heb het in jullie harten gelegd: hoe jullie je land kunnen redden, hoe jullie de harten van de mensen kunnen laten stralen en hoe jullie jezelf kunnen heiligen. Smeek om Mijn Barmhartigheid!
Dan kijkt de Hemelse Koning mij aan. Kijk naar Ezechiëls leven en zijn missie.
Ik antwoord: "Heer, maar U weet dat Ik geen macht heb en niets kan doen!" Dan vervolgt Hij:
Vertrouw Mij! Leg al jullie behoeften en jullie harten in Mijn Allerheiligste Hart!
Nu zie ik op Zijn borst een witte, stralende Hostie met het opschrift IHS. Nu komt er een levend Hart uit tevoorschijn, en de Koning van Barmhartigheid brengt Zijn gouden scepter naar Zijn Hart, dat het aspergillum (wijwaterkwast) van Zijn Kostbaar Bloed wordt, zegent ons er allen mee en besprenkelt ons met het Bloed van Zijn Hart:
In de naam van de Vader en van de Zoon – dat wil zeggen, Ik – en van de Heilige Geest. Amen.
Hij zegt dat we de volgende keer de beelden van het Kind Jezus bij Hem mogen brengen. Hij heeft onze rozenkransen en alles wat we bezitten met ons meegesprenkeld, zelfs degenen die van ver aan Hem denken. Hij spreekt tot ons:
Ik heb je lief en Ik heb je onder Mijn beschermende mantel geplaatst. Wees niet bang, zelfs niet als je in tijden van verdrukking leeft; want Mijn genade en Mijn liefde voor jullie zijn buitengewoon groot! Kom daarom tot Mij, zoals Ik tot jullie kom. Wat er ook in de wereld gebeurt, kijk naar Mij!
De Koning van Barmhartigheid zweeft naar de kinderen en zegt:
Ik houd bijzonder veel van kinderen, want Ik kwam vandaag als een kind tot jullie. Vraag om alles in de naam van Mijn Allerheiligste Kindsheid! Amen.
Vervolgens vraagt de hemelse Koning ons het volgende gebed te bidden:
O mijn Jezus, vergeef ons onze zonden, red ons van het vuur van de hel en leid alle zielen naar de Hemel, vooral degenen die Uw barmhartigheid het meest nodig hebben. Koning van Barmhartigheid, schenk ons de genade van heiligheid en genezing. Stort de genade van vrede uit in alle harten! Amen.
De Koning van Barmhartigheid kijkt ons aan en neemt afscheid: Vaarwel!
Dan keert Hij terug naar het licht, en de engelen doen hetzelfde, en allen vertrekken.
30/6 Bezoek van het Kind Jezus na de Heilige Communie
We hadden het voorrecht de 25e Eerste Mis van een Priester te vieren. Het Kind Jezus stond voor me, gekleed in een witte albe met een gouden hals- en armband.
Het Kind Jezus wees met zijn rechterhand naar Zijn Hart, dat hij geopend droeg. Zijn Hart klopte en was levend. Toen opende Zijn Hart zich en zag ik erin hoe de Priesters van de Katholieke Kerk de Heilige Sacramenten aan het volk toedienden. Ik begreep dat deze Heilige Sacramenten volledig in het Hart van Jezus besloten liggen en werkelijk uit het Hart van Jezus voortkomen. Zijn hart bleef zo levend.
Het Kind Jezus gaf me toen dit gebed: Jezus, vergeef mij alles, wees alles voor mij!
6/7 De Koning van Barmhartigheid in de Heilige Hostie
Tijdens de uitstalling van het Allerheiligste Sacrament van het Altaar 's avonds verscheen de Koning van Barmhartigheid, gekleed in het wit in de vorm van Praag, met een scepter en een gouden kroon. De tijdgeest ontheiligt en is een antichristelijke geest die voorafgaat aan de mens die zich er volledig aan overgeeft. Deze tijdgeest streeft ernaar Mijn Kerk te herscheppen en uiteindelijk alles wat heilig is te vernietigen. Kies voor de Heilige Geest en heiligheid!
7/7 H. Aartsengel Michaël
Vóór de Heilige Mis kwam de H. Aartsengel Michaël naar mij toe, op de plaats van zijn voetafdruk. Hij was anders gekleed en droeg een witte albe met goudborduursel. Deze borduurmotieven liepen gelijkmatig over de rechter- en linkervoorkant. Eerst zag ik een geborduurde graankorrel, vervolgens een hostie, en daaronder aan beide kanten een kelk, schitterend in prachtig goud.
Hij had zijn handen rechtop gevouwen in gebed en zei dat hij deze keer anders dan normaal naar mij toe was gekomen, niet gekleed als een Romeinse soldaat, en dat hij op het punt stond de Heilige Mis te dienen.
Hij vervolgde:
Deze tijd van verdrukking is over jullie gekomen omdat jullie je hebben afgekeerd van de Heer, het Brood des Levens!
Toen zegende hij en vertrok.
7/7 Het Kindje Jezus tijdens de Heilige Mis
Tijdens de Heilige Mis zweefde het Kindje Jezus met Zijn geopend Hart boven de kelk, wees naar Zijn Hart en zei:
Dit is waarlijk het Bloed van Mijn Hart.
Toen ik de Heilige Communie ontving, pulseerde de Heilige Hostie tien keer heel helder in mijn mond als een hart. Het Kindje Jezus kwam en wees naar Zijn Hart, verklarend hoeveel Hij van de mensheid houdt.
8/7 H. Aartsengel Michaël
Vandaag zag ik de H. Aartsengel weer, gekleed in zijn albe zoals voorheen. Hij kwam de kerk binnen via de zij-ingang om de Heilige Mis te vieren. Ik zag een goudgeborduurd motief op zijn albe dat ik nog niet eerder had gezien. De voorkant werd aan beide zijden afgebeeld met een tros druiven, die goudgeborduurd was.
Padre Pio vierde de Heilige Mis met mij, gekleed in een kazuifel en een manipel. Hij gaf me instructies voor een bidster.
9/7 Verschijning van de H. Aartsengel Michaël
De H. Aartsengel Michaël verschijnt met gevouwen handen in gebed, gekleed in een witte albe met goudborduursel, en zegt:
Ite missa est! Vergeet alstublieft niet: de Heer komt in elke heilige Mis levend naar jullie. Jullie zijn vergeten dat de Heer jullie na elke heilige Mis uitzendt! Jullie zijn daarom geroepen om je geloof in het dagelijks leven te belijden en het niet te ontkennen! Wanneer je de woorden van de heilige Mis ernstig neemt, want het zijn de woorden van onze Heer
Daarna buigt hij zich naar me toe en houdt zijn hand boven de relikwie van het Kostbaar Bloed die hij heeft ontvangen.
Deze relikwie is waarachtig. De gelovigen hebben het Bloed van de Heer zeer zorgvuldig verzameld. Het was belangrijk dat het niet verloren ging.
Vervolgens mocht ik zijn mantel met deze relikwie aanraken.
Hij wees me erop dat de Katholieke Kerk moeilijke tijden van vervolging te wachten staan, maar dat de Heer zou overwinnen!
Quis ut Deus! De heilige Aartsengel verdwijnt in het licht.
|
