Zoeken in blog

Inhoud blog
  • “ CLANKY ” – Opwaardering Sherman tank Balgerhoeke als hoogstaand monument in de Canadian Liberation Route doorheen Noord West Europa
  • George E. Spittael – MSM schenkt zijn uniek historisch oorlogsarchief aan de stad Eeklo.
  • Een heel bijzonder Canadees eerbetoon van the South Alberta Regiment voor Walter Cami
  • Vandaag is een goede vriend van ons heengegaan… Charles Dekeyser (23 mei 1921 – 1 juni 2011).
  • Oorlogs- en herdenkingsmonumenten van de Eerste en Tweede Wereldoorlog in Eeklo.
  • Educatieve daguitstap naar het voormalige Kamp Vogesang, de Siegfriedlinie en de Amerikaanse militaire begraafplaats te Henri-Chapelle.
  • Op de Amerikaanse Militaire Begraafplaats van Henri-Chapelle (BE) liggen drie dragers van de Medal of Honor -MoH- , de hoogste militaire onderscheiding die een Amerikaanse soldaat krijgen kan… op hun grafzerk werd alles in goud gegraveerd.
  • Een reis als eerbetoon aan het verleden, naar een gebied waar tijdens de Eerste Wereldoorlog een wrede strijd werd gestreden.
  • Massale belangstelling voor de plechtige inhuldiging van een nieuw monument aan de kapel van het college Onze-Lieve-Vrouw Ten Doorn
  • Eeklose delegatie aanwezig op ANZAC-day 2010
  • De voorzitster van het Comité der Vaderlandse Bonden stad Eeklo, mevrouw Marie-Louise De Boever, ontvangt de Koninklijke felicitaties uit handen van Burgemeester Koen Loete, Schepen Ann Van den Driessche en de secretaris van het Comité, Walter Cami
  • De George E. Spittael's collectie werd officieel onthuld in het National Air Force Museum in Trenton – Canada
  • Herdenkingstreffen van voormalige Politieke Gevangenen in het Kz Flossenbürg
    Comité der Vaderlandse Bonden - stad Eeklo

    Het Comité der Vaderlandse Bonden werd opgericht in 1964. Met respect voor de autonomie van elke aangesloten vaderlandslievende vereniging, brengt dit Eeklose overkoepelend orgaan hen samen om de algemene werking te optimaliseren. De door het Comité genomen besluiten worden door de voorzitter, mevrouw Marie-Louise De Boever, ter uitvoering gedelegeerd naar de heer Walter Cami, secretaris.
    18-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.“ CLANKY ” – Opwaardering Sherman tank Balgerhoeke als hoogstaand monument in de Canadian Liberation Route doorheen Noord West Europa
    Klik op de afbeelding om de link te volgen



    - Eeklo, raadzaal stadhuis : het plechtig in ontvangst nemen van de eerste officiële foto van  “CLANKY” -

    Links, Luitenant-Kolonel Colin Michaud, Commanding Officer of the SALH en rechts met de ingelijste foto een trotse Mr. Swatty Wotherspoon, President of the SARVA.  De verdienstelijke initiatiefnemers : in de kleine foto rechts bovenaan Major (Ret’d) Danny McLeod, en rechts onderaan de heer Walter Cami, Hon. SAR.

    18-08-2013 om 05:37 geschreven door Mortui Viventes Obligant


    21-07-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.George E. Spittael – MSM schenkt zijn uniek historisch oorlogsarchief aan de stad Eeklo.




    Na afloop van de plechtigheden naar aanleiding van onze Nationale Feestdag op 21 juli, vond in de raadzaal een heel bijzondere ceremoniële overdracht plaats.  Stadsgenoot, George E. Spittael – MSM, schonk aan de stad Eeklo zijn uniek levenswerk, een zeer gedetailleerd en ontzettend uitgebreid oorlogsarchief.

     

    Een eerste luik van zijn onnavolgbaar historisch werk over de Tweede Wereldoorlog werd door hem reeds in 2009 geschonken aan het National Air Force Museum in Trenton, Canada.  Dat gedeelte omvat een collectie van buitenlands en overzees gearchiveerde stukken, verzamelde kentekens van diverse Canadese eenheden die actief waren tijdens de Tweede Wereldoorlog, duizenden foto’s van soldatengraven en monumenten over de hele wereld.  Het kan er worden bewonderd in een permanent tentoonstelling.  Een meer geschikt onderdak kon echt niet worden bedacht voor zijn Canadees hoofdstuk van zijn verzamelde collectie die hierdoor een juiste thuis kreeg.

     

    Niettegenstaande blijft door de schenking van vandaag, zeg maar het Belgische hoofdstuk, nu ook een ontzettend grote collectie in zijn geliefde geboortestad.  Het stedelijk archief zal een hele kluif hebben om alles te inventariseren.  De niet uitleenbare archieven beslaan zo’n vijftien lopende meter aan archiefdozen.  Opgesplitst per thema kan het onder gecontroleerde omstandigheden geraadpleegd worden.

     

    Een gedetailleerde opsomming geven van dit voor de stad en voor de volgende generaties belangrijke oorlogsarchief beslaat vele bladzijden, toch willen wij niet nalaten enkele markante thema’s aan te halen, zoals daar zijn :

     

    zijn beeld- en klankwerk, evenals het studiewerk inzake soldatengraven over de hele wereld waarvoor hij internationale erkenning kreeg ;

     

    een heel precieze bunkerstudie omtrent “de Hollandstellung” welke in onze regio werd aangelegd tijdens de Eerste Wereldoorlog ;

     

    reisverslagen naar vele militaire begraafplaatsen in binnen- en buitenland;

     

    briefwisseling gedurende diverse decennia over zijn opzoekingwerk in met verband oorlogsgraven ;

     

    chronologisch gebundelde oorlogsgebeurtenissen, opzoekingwerk naar gesneuvelde Eeklonaars en oorlogsfotomateriaal uit Eeklo ;

     

    documentatie over zijn twee met succes uitgegeven boeken, “Duel aan het Schipdonkkanaal” (de meedogenloze strijd langs het Schipdonkkanaal in 1940) en “Libera Me” (de bevrijding van ons landsgedeelte in 1944) ;



    bijzondere achtergrondinformatie over zijn aan de stad geschonken vredesmonument "de Soldaat en het Meisje" - dat sinds de overdracht aan de Canadese overheid al vele jaren als een internationaal monument wordt beschouwd ; en, dan is er nog de grote stofvrije vitrinekast die bijna uitpuilt van zeldzame Belgische en buitenlandse eretekens, militaire kentekens en tal van bijzonder tentoongesteld educatief oorlogsmateriaal.

    Het spreekt voor zich dat George E. Spittael zijn intellectueel hoog gewaardeerde schenking officieel diende bekrachtigd te worden met het onderteken van een officiële akte.  Een overeenkomst dat door zowel de schenker als door de alle betrokken partijen plechtig werd ondertekend, namelijk : namens het Eeklose stadsbestuur, namens het stedelijk archief en namens de vertegenwoordigers van het recent opgericht Fonds George E. Spittael – MSM.

     


    21-07-2011 om 00:00 geschreven door Mortui Viventes Obligant


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een heel bijzonder Canadees eerbetoon van the South Alberta Regiment voor Walter Cami




    Eeklonaar en secretaris van het Comité der Vaderlandse Bonden stad Eeklo, Walter Cami, kreeg tijdens de gelegenheidsceremonie op 21 juli 2011 erkenning vanuit Canada voor zijn jarenlange inzet.  The South Alberta Regiment, dat is één van de Canadese Regimenten die Eeklo heeft bevrijd 15 september 1944, benoemde hem tot Honorary Member.  Deze eervolle onderscheiding werd aan Walter Cami onder de  vorm van een oorkonde plechtig overhandigd door George E. Spittael – MSM.

    Burgemeester Koen Loete vond het gepast, gezien het uitzonderlijk en speciale karakter van deze Canadese onderscheiding voor een stadsgenoot, om de honneurs van deze overhandiging in handen te geven van George E. Spittael, Honorary Lieutenant Colonel in de voormalige Canadese Air Transport Group en tevens Honorary Member van the South Alberta Regiment.

     

    Naar aanleiding en als gevolg van de ontmoetingsdag voor Europese contactpersonen van the South Alberta Regiment, dat recent heeft plaatsgevonden in Bergen-op-Zoom, werden de officiële stukken op eerdere datum door Major Danny McLeod tijdelijk in bewaring gegeven bij een goede kennis van hem, namelijk schepen Ann Van den Driessche.



    Hieronder wensen wij met u de mooie en lovende woorden te delen welke George E. Spittael – MSM richtte tot zijn vriend en geestesgenoot Walter Cami.

     

     

     

    Mijnheer de Burgemeester,

     

    achtbare genodigden,

     

    Na een lange reis doorheen Canada en over de Atlantische oceaan is eindelijk het beloofde belangrijke pakket in de stede Eeklo aangekomen.

     

    Wat had Major Danny McLeod nu precies naar de verre Meetjeslandse hoofdstad op te sturen ?  Het antwoord was vrij eenvoudig, maar bijzonder waardevol . . .

     

    Men heeft in Canada heel recent en zeer uitzonderlijk beslist onze stadgenoot, de heer Walter Cami, te benoemen als Honorary Member van the South Alberta Regiment.  Dit was namelijk de beroemde pantsereenheid die onze stad mede heeft bevrijd op 15 september 1944.

     

    Het is mij dan ook een hele eer de gelegenheid te krijgen hem zijn benoeming als Honorary Member van the South Alberta Regiment met de daarbij horende oorkonde te overhandigen.

     

    Samen met onze Canadese kameraden heb je heel zeker ook mijn vertrouwen in het bestendigen en verder uitbouwen van onze overzeese vriendschapsbanden en te zorgen voor de continuïteit van mijn levenswerk.

     

    Wij wensen u van harte veel geluk èn vaart wel èn leef het schone . . .

    21-07-2011 om 00:00 geschreven door Mortui Viventes Obligant


    01-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vandaag is een goede vriend van ons heengegaan… Charles Dekeyser (23 mei 1921 – 1 juni 2011).




    Charles Dekeyser was een voormalige Politieke Gevangene die de mensonterende gruwelijkheden van de nazi’s kon overleven.  Tijdens een raid in het station van Roeselare werd hij, op 16 december 1942, door de Duitsers opgepakt die hem zijn papieren afnamen.  Als onmiddellijk gevolg hiervan werd hij voor dwangarbeid naar het in Duitsland gelegen Wetter getransporteerd.  Algauw diende hij weerloos de mishandelingen te ondergaan en werd hij er beschuldigd van sabotage.  In januari 1943 werd hij opgesloten in de gevangenis van Dortmund en vervolgens overgebracht naar het concentratiekamp van Flossenbürg.  Als Politiek Gevangene zag hij daar de pure willekeur in een op terreur gebaseerd beleid van de kampbewaking.

     

    De overlevingskansen in het concentratiekamp van Flossenbürg werden op maximum zes maanden geschat.  Om te overleven was men gedwongen zich psychisch te isoleren, nooit mocht men uiting geven aan enige emotie ; het tonen van verdriet of woede was uit den boze.  Toen een vriend van hem om onbekende reden opgehangen werd, heeft hij er voor altijd zijn geloof verloren.  Wat later werd hij overgebracht naar het concentratiekamp van Sachsenhausen.  Flossenbürg echter, was het dieptepunt van het menselijke bestaan.

     

    Na de oorlog heeft hij zijn getuigenissen vaak gebracht voor talrijke scholen en tijdens speciaal daartoe georganiseerde ontmoetingsavonden.  De confrontatie met het verleden hielp hem zijn pijnlijke ervaring gedeeltelijk te overwinnen.  Charles was een groot bezieler van de nagedachtenis en hield er in die zin nauwe en intensieve contacten op na, zodat ook wij als naoorlogse generatie ons een reëler beeld konden vormen tot welke brutaliteiten totalitaire regimes in staat zijn.  In 2010 werd een documentaire gemaakt over zijn lijdensweg tijdens de Tweede Wereldoorlog.

     

    Sinds vele jaren lag hij als drijvende kracht aan de basis, zodat talrijke Belgische delegaties het herdenkingstreffen in de voormalige concentratiekampen konden bijwonen.  Een werk die, als een waar eerbetoon, nu verder gezet zal worden door zowel zijn echtgenote Nelly, als zijn dochter Solange.
     

    Toen aan hem gevraagd werd waarom hij nooit de confrontatie met z’n bijzonder pijnlijk en tekenend verleden uit de weg ging, antwoordde hij : “Ik weet het niet…  Ik doe waarschijnlijk wat mijn kameraden, die hier gestorven zijn, zouden hebben gedaan.  Wij, de overlevenden, hebben in een zekere zin de verantwoordelijkheid datgene te vertellen als getuige wat zij, die ginds zijn achtergebleven, zouden hebben verteld

     

    Op onderstaande foto wordt Charles Dekeyser omringd door zijn meest dierbaren, zijn echtgenote Nelly, zijn dochter Solange en schoonzoon Claude.  Vriend Charles, nooit zullen wij jou vergeten in het werkelijk beleven van de onvergetelijke innige band die wij door de jaren heen hebben opgebouwd.


     



    01-06-2011 om 00:00 geschreven door Mortui Viventes Obligant


    08-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oorlogs- en herdenkingsmonumenten van de Eerste en Tweede Wereldoorlog in Eeklo.

     

    .I.   Eeklo - Canadaplein – “de Soldaat en het Meisje” :   de Eeklose soldaat die in mei 1940 sneuvelde aan het Schipdonkkanaal en het meisje dat in een bombardement stierf, staan symbool voor alle militaire en burgerlijke slachtoffers van de twee wereldoorlogen aan wie dit oorlogs- en vredesmonument opgedragen is.  Leo De Buysere gaf het ontwerp van schenkers George en Ria Spittael in 1980 vorm.  Op de marmeren platen staan de namen van de dertig Canadese soldaten die in september en oktober 1944 bij de bevrijding in Eeklo gestorven zijn.  In 1994 droeg de stad deze gedenkplaats met beeld en platen aan Canada over.
     



    Op de hoek van het Canadaplein herinneren ons twee herdenkingspanelen aan de vriendschapsbanden die Eeklo en haar bevolking heeft met hun Canadese bevrijders.  De panelen werden aangebracht naar aanleiding van verschillende bezoeken gebracht door Canadese oud-strijders van The Lincoln & Welland Regiment en The South Alberta Regiment.

     

    .II.   Eeklo - Kerkplein – Sint-Vincentiuskerk :   herdenkingsmonument voor Eeklonaars die hun leven hebben gegeven tijdens de Eerste Wereldoorlog.  Dit met veel zorg en kostbare materialen opgetrokken tweedelig gedenkteken is aangebracht op beide wanden naast de centrale hoofdingang en dit onder het hoogzaal van de dekanale Sint-Vincentiuskerk.

     



    .III.   Eeklo - Markt – stadhuis met belfort en vredesbeiaard.

    Aan de voorgevel van het Eeklose stadhuis zijn vier herdenkingspanelen aangebracht waarvan er zich drie bevinden onder het balkon van de raadzaal. 
    Onderaan op het centrale paneel staan de stadsgenoten die zijn gevallen tijdens 1914-1918 ; links daarvan staan de Eeklonaars vermeld die sneuvelden tijdens de Tweede Wereldoorlog ; op het rechtse paneel staan de namen van de Politieke Gevangenen die tijdens 1940-1945 werden omgebracht in de nazi-gevangenissen en –concentratiekampen.  Op het vierde paneel, centraal aan het balkon, wordt uit dankbaarheid hulde gebracht aan de Canadese troepen die Eeklo hebben bevrijd op 15 september 1944.

    Het Eeklose belfort werd ingehuldigd op 29 augustus 1932.  De vijfendertig meter hoge toren is op de eerste plaats een herdenkingsmonument voor de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog.  Het belfort staat tevens symbool van de stedelijke vrijheid en democratie.  Naar aanleiding van de veertigste verjaardag van de bevrijding van de Tweede Wereldoorlog werd in 1985, op initiatief van de VVV, er een "Vredesbeiaard" in geïnstalleerd.

     

     

     

    .IV.   Eeklo - Zuidmoerstraat – kapel Onze-Lieve-Vrouw Ten Doorn :   het oprichten en onthullen van dit herdenkingsmonument vond plaats op 7 mei 2010 (zie het volledige relaas hieromtrent verder op de blog).  Onder de vorm van een legerbrancard wordt herinnering gebracht aan het Militair Hospitaal in het Onze-Lieve-Vrouw Ten Doorn tijdens zowel Wereldoorlog I als Wereldoorlog II, en, ter nagedachtenis van de tijdelijke begraafplaats (1944-1945) die er was voor Canadese soldaten die er stierven ten gevolge van de opgelopen verwondingen.

     

     


    .V.
       Eeklo - Koningin Astridplein :   tijdens de Eerste Wereldoorlog waren de gebroeders Edgard en Edmond Van De Woestijne actieve leden van het verzet tegen de Duitse bezettingstroepen.  Beide broers dienden hun heldenmoed met hun leven te bekopen.  Als eerbetoon heeft de stad Eeklo naar hen het Gebroeders Van De Woestijneplein genaamd.

    Edgard Van De Woestijne werd door de vijand gefusilleerd op 7 april 1916.  Zijn oudere broer, Edmond Van De Woestijne, werd eveneens in Gent door de Duitsers gefusilleerd op 8 oktober 1918, amper één maand voor de Wapenstilstand.

    Aan de gevel van huisnummer 14 (Koningin Astridplein) hangt een arduinen herdenkingssteen ter nagedachtenis van deze vreselijke oorlogsellende, waarop volgende tekst : “Aan Edmond Van De Woestijne door de Duitschers voor de kop geschoten den 8 oktober 1918”

     

      

     

    .VI.   Eeklo - Molenstraat – stedelijke begraafplaats :   monument links naast de hoofdingang ; Ere-Perk voor de gesneuvelde Eeklose soldaten, of militairen aan hun verwondingen gestorven, oud-strijders en oorlogsinvaliden van 1914-1918 en 1940-1945.

     

     

     

    .VII.   Eeklo - Molenstraat – stedelijke begraafplaats :   monument uiterst rechts naast de hoofdingang ; Ere-Perk voor Eeklose Politieke Gevangenen die de gruwelijkheden niet mochten overleven in de nazi-gevangenissen en –concentratiekampen tijdens 1940-1945.

     

     

    .VIII.   Eeklo - Molenstraat – stedelijke begraafplaats :   recht tegenover het Ere-Perk van de Eeklose Politieke Gevangenen bevinden zich op twee afzonderlijke percelen vijftien (14+1) grafzerken van the Commonwealth War Graves Commission.  Allen zijn soldaten van de Britse Gemenebest die ver van hun vaderland zijn gesneuveld tijdens de Tweede Wereldoorlog voor onze vrijheid.

     

     

     

    .IX.   Eeklo - Balgerhoeke – sasbrug :   op 15 september 1944 werd Balgerhoeke en vervolgens de stad Eeklo bervijd door troepen van de 4th Canadian Armoured Division waaronder The South Alberta Regiment, The Governor General's Foot Guards en The Lincoln and Welland Regiment.  Om precies te zijn waren het onder meer enkele Sherman tanks van The South Alberta Regiment die als eersten de Meetjeslandse hoofdstad binnen reden, dit als een voorbode van de nakende bevrijding van de hele regio.  Als blijk van erkentelijkheid heeft het Eeklose stadsbestuur deze Sherman Tank in Balgerhoeke als herdenkingsmonument plechtig ingehuldigd op 10 november 1990 en werd dit monument opgedragen aan alle betrokken Canadese eenheden . 

     


    Ter didactische ondersteuning van dit toenmalig strategisch belangrijke punt, heeft de stad Eeklo er in een mooi aangelegd parkje twee grote informatiepanelen geplaatst.

     


    .X.   Straatnamen te Eeklo ter nagedachtenis aan de Eerste en Tweede Wereldoorlog : Bevrijdingslaan, Eerste Regiment Grenadierslaan, Gebroeders Van De Woestijneplein, Lincoln & Welland Regimentlaan, Opeisingstraat, Zevende Regiment Jagerslaan.

    08-05-2011 om 00:00 geschreven door Mortui Viventes Obligant


    07-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Educatieve daguitstap naar het voormalige Kamp Vogesang, de Siegfriedlinie en de Amerikaanse militaire begraafplaats te Henri-Chapelle.


    In een hecht samenwerkingsverband heeft de heer Walter Cami, namens het Comité der Vaderlandse Bonden stad Eeklo, en de heer Marcel De Loof, voor de N.S.B.-afdeling Drongen, op zaterdag 7 mei 2011 onder ruime belangstelling een educatieve daguitstap georganiseerd naar het voormalige Kamp Vogelsang, de Siegfriedlinie en de Amerikaanse Militaire begraafplaats te Henri-Chapelle. Deze wijze van samenwerking is niet aan zijn proefstuk toe en is voor de deelnemers een gekende succesformule. Niettegenstaande dient hier eerlijkheidshalve aan toegevoegd te worden dat ook dit een keerzijde heeft, terug moesten de organisatoren een aantal personen teleurstellen wegens een volzette autocar.

    Onder een stralende zon werden alle deelnemers verwelkomt door kolonel op rust Herman Van Assche die op een voortreffelijke wijze de Meetjeslandse groep deskundig heeft rondgeleid op de site van de voormalig NS Ordensburg Vogelsang, bij velen beter bekend onder het Kamp Vogelsang, waarna op een even sublieme wijze de groep werd gegidst doorheen de Siegfriedlinie.


    Tijdens de rondleiding, die bestond uit een in drie delen opgesplitst gegidste wandeling, gingen de deelnemers vanaf de toegangsgebouwen, Malakoff, langsheen “de Redoute” en de blok “Van Dooren” naar de eigenlijke Burg. Het geheel bestaat uit een grote hoeveelheid aan goed geconserveerde gebouwen die tot op vandaag zeer indrukwekkend zijn. Deze Burg is gelegen op de top van een helling die uitzicht geeft op een prachtige vallei met het bij velen gekende stuwmeer…

    “NS Ordensburg Vogelsang” was één van de drie nationaalsocialistische scholen die, in opdracht van Dr. Robert Ley, rijksleider van de Nationalsozialistischen Deutschen Arbeiterpartei (NSDAP) vanaf 1934 gebouwd werd met als doel de opleiding van de toekomstige elite van de N.S.D.A.P. te organiseren.  De locaties voor deze drie scholen waren : NS Ordensburg Vogelsang in de Eifel, NS Ordensburg Falkenburg te Crössinsee in Pommeren en NS Ordensburg Sonthofen in Allgäu. Een vierde school was gepland in de omgeving van Marienburg in Ostpreussen. In Vogelsang verspreidde men voornamelijk de racistische filosofie van de nieuwe orde.


    Op 2 mei 1936 werd Vogelsang operationeel : er waren vijfhonderd “Junker” (jonkheer ; dit was de titel voor deze studenten in Vogelsang). Door de bouw van de Westwall werden de werken vertraagd en na het uitbreken van de oorlog gestopt. Op 1 september 1939, als gevolg van de inval in Polen, werden de “Junker” naar huis gestuurd en de “Wehrmacht” nam er zijn intrek. In 1941 werden de lessen gegeven aan de Adolf-Hitler scholen (scholen opgericht als voorbereiding op de “Junker” opleiding).  Vanaf 1944 verbleven er zwangere vrouwen uit het gebombardeerde Keulen. Later kwamen er zwangere vrouwen uit de omliggende Eifeldorpen om er te bevallen. In 1945 werd de “NS Ordensburg” bezet door militairen en gebruikt als veldhospitaal voor de gekwetsten van het Ardennenoffensief.

    Op 4 februari 1945 nam het 1ste bataljon van het 4de infanterieregiment behorende tot de 9th US Division de hoogte van Wollseifen in en bezette de “NS Ordensburg”.

    Na de oorlog bleef het kamp één jaar onbezet en werd het geplunderd door de bewoners van de omliggende dorpen. In 1946 werd het door de Britten omgebouwd tot een trainingskamp en op 1 september 1950 overgedragen aan de Belgische strijdkrachten. Dan werd het een NATO trainingskamp. In 2001 kondigde de Belgische regering aan dat het militair oefenterrein en het Kamp Vogelsang in zijn geheel zou worden teruggegeven aan Duitsland, wat uiteindelijk dan ook gebeurde in 2005. Sinds 2006 werd deze immense oppervlakte van ruim 100 ha, dit met inbegrip van alle gebouwen van het Kamp, omgevormd tot het Nationaalpark Eifel ; een locatie voor internationaal toeristische en natuureducatieve doeleinden.

    In de namiddag doorkruiste de groep een gebied die een zeer belangrijke rol heeft gespeeld tijdens de Tweede Wereldoorlog en dit zowel in 1940 als in 1945. Talrijk zijn de restanten die nog aanwezig zijn van de Siegfriedlinie, of Westwall. Op verscheidene locaties liggen nog duidelijk zichtbaar in het glooiend landschap diverse rijen Drankentanden, soms overwoekerd door struiken en bomen, soms duidelijk zichtbaar doorheen de groene weiden. Uniek in het gebied waardoor de groep zich begaf, is het feit dat de Siegfriedlinie er werd aangelegd in twee relatief ver van elkaar verwijderde linies.  Het ligt dan ook voor de hand dat bij het doorkruisen van dit mooie landschap met zijn markante restanten uit het verleden er heel wat deelnemers dit fotografisch hebben vastgelegd.


    Precies zoals de organisatoren hadden getimed kwam de gezellige groep met geestesgenoten aan op de Amerikaanse Militaire begraafplaats in Henri-Chapelle. Deze begraafplaats met memoriaal staat onder het beheer van the American Battle Monuments Commission. Na een vrij bezoek aan het gecombineerde bezoekers- en museumgebouw, die met een imposante zuilenrij is verbonden met de kapel, kregen de deelnemers een rondleiding op maat waarbij een aantal bijzonderheden onder de loep werden gehouden door Walter Cami, secretaris van het Eeklose Comité der Vaderlandse Bonden.

    Omdat herdenken belangrijk is en de geschiedenis nooit mag worden vergeten, hebben de heren Marcel De Loof en Walter Cami als organisatoren besloten aan de hand van ondermeer het opzoekingwerk van Kolonel op rust Herman Van Assche ; aan elk van de deelnemers een onder eigen beheer samengestelde brochure te overhandigen met daarin het volledige geschiedkundige relaas van het voormalige Kamp Vogelsang, de Siegfriedlinie en de Amerikaanse militaire begraafplaats te Henri-Chapelle.


    Uit de talrijke ontvangen lovende reacties is het voor ons zeer flatterend te mogen vernemen dat velen reeds uitkijken naar een volgende educatieve uitstap in organisatie van het Comité der Vaderlandse Bonden stad Eeklo en de N.S.B.-afdeling Drongen.

     

    07-05-2011 om 00:00 geschreven door Mortui Viventes Obligant


    04-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Op de Amerikaanse Militaire Begraafplaats van Henri-Chapelle (BE) liggen drie dragers van de Medal of Honor -MoH- , de hoogste militaire onderscheiding die een Amerikaanse soldaat krijgen kan… op hun grafzerk werd alles in goud gegraveerd.


     


    The Medal of Honor  is de hoogste Amerikaanse militaire onderscheiding uitgereikt aan individuen die, terwijl die zich in het leger
    van de U.S.A. hebben onderscheiden door opvallende dapperheid en moed met het risico van het eigen leven,
    zowel binnen en als buiten  the Call of Duty.

    Elke aanbeveling voor deze hoogste onderscheiding moet ontegensprekelijk aantonen dat het een daad betreft
    van moed of zelfopoffering met voor de hand liggende risico’s voor het eigen leven.

    Deze onderscheiding wordt uitgereikt in naam van het Congres en wordt gepresenteerd door
    de President van de Verenigde Staten van Amerika.

    Oorspronkelijk goedgekeurd door het Congres in 1861, is het soms ook wel  “the Congressional Medal of Honor”  genoemd.

     





    Brigadier-General Frederick Walker Castle (14 oktober 1908 – 24 december 1944) was een Amerikaans hoger officier in de US Army Air Forces tijdens de Tweede Wereldoorlog, die werd onderscheiden met het hoogste militaire ereteken in de Verenigde Staten –the Medal of Honor- en dit nadat hij werd gedood tijdens een bombardementsmissie onder zijn leiding.

     

     

     

    Medal of Honor citation   :   op 24 december 1944 vloog Castle als co-piloot van het formatie leidend vliegtuig van de 487th Bomb Group, Lavenham, Engeland, tijdens zijn 30ste gevechtsopdracht.

     

    Als gevolg van de enorme ontplooiing van deze luchtvloot liep de missie vijftien minuten achter op het vooropgestelde schema, waardoor het 487ste zijn rendez-vous miste met de begeleidende P-51 jachtvliegtuigen, die op hun beurt werden opgehouden door slechte weersomstandigheden.

     

    De lead bommenwerper had bij tussenpozen problemen met één van de vier motoren en werd tevens aangevallen door de Duitse Messerschmitt ME-109 jachtvliegtuigen terwijl zij zich nog boven Belgisch door geallieerden bevrijd gebied bevonden.

     

    Castle’s bommenwerper viel vrijwel onmiddellijk uit de formatie en hij gaf via de radio het bevel over aan de plaatsvervangende commandant om als lead bommenwerper de verdere duur van de missie te leiden.

     

    Met moeite was zijn B-17 nog te controleren en belandde zodoende op enige afstand van de bommenwerpervloot waar het tot voor kort enige bescherming genoot, in die netelige positie werden zij terug aangevallen als een sitting duck.

     

    Tevergeefs probeerden de piloten terug te keren naar de formatie, maar een derde aanval zette beide motoren van de rechter vleugel in brand.

     

    Castle gaf het bevel aan zijn bemanning om de bommenwerper te verlaten net voor het ogenblik dat het aan een spinnende duikvlucht begon.

     

    Met grote moeite konden de piloten de duikvlucht van het toestel even onder controle houden zodat zeven van de negen bemanningsleden parachuteerden.

     

    Terwijl de piloot zijn parachute aan het vasthaken was in de neus van het vliegtuig, poogde Castle nog steeds controle te krijgen over de B-17 ; toen plots de brandstoftank in de rechter vleugel explodeerde, waardoor zij een dodelijk spinnende beweging maakten en crashten in de buurt van Hods, België.

     

    Van de negen bemanningsleden overleefden er vijf de crash…

     

     

     

     

     

     

    Sergeant Truman C. Kimbro (27 mei 1919 – 19 december 1944) was een Amerikaanse soldaat die werd onderscheiden met het hoogste militaire ereteken in de Verenigde Staten –the Medal of Honor- en dit voor zijn daden in de Tweede Wereldoorlog.

     

     

     

    Medal of Honor citation   :   Op 19 december 1944, in een vooruitgeschoven positie, leidde hij zijn toegewezen sectie voor een missie die eruit bestond mijnen te leggen op een belangrijk kruispunt in de buurt van Rocherath, België.

     

    Bij een eerste poging om de vooropgestelde doelstelling te bereiken, ontdekte hij dat het objectief was bezet door een vijandelijke tank en door ten minste 20 infanteristen.

     

    Teruggedreven door vernietigend vijandelijk vuur, ondernam Technician 4th Grade Kimbro nog twee pogingen om zijn sectie naar het kruispunt te leiden, maar elke benadering werd voorzien door intensief vijandige beschietingen.

     

    Hoewel hij werd gewaarschuwd door zijn eigen manschappen omtrent de betrokken ontzettend gevaarlijke situatie, bracht hij zijn sectie op een veilige positie en kroop hij alleen doch voorzien van de nodige mijnen in de richting van het bewuste kruispunt.

     

    Bij de benadering van zijn doel werd hij zwaar gewond, niettegenstaande sleepte hij zichzelf vooruit en plaatste de mijnen op de geplande locatie.

     

    Toen hij probeerde terug te kruipen vanuit het objectief naar zijn in veiligheid ondergebrachte sectie, werd zijn lichaam doorzeefd met geweer- en machinegeweer vuur.

     

    De mijnen gelegd door zijn daad van ontembare moed, vertraagde de oprukkende vijandelijke pantser met ondersteunende infanterie en voorkwam zodoende dat de achterhoede tijdens de terugtrekkende beweging kon worden aangevallen door de vijand.

     

     

     

     

     

     

    Private First Class Francis X. McGraw (29 april 1918 – 19 november 1944) was een Amerikaanse soldaat die werd onderscheiden met het hoogste militaire ereteken in de Verenigde Staten –the Medal of Honor- en dit voor zijn daden in de Tweede Wereldoorlog.

     

     

     

    Medal of Honor citation   :   op 19 november 1944 bemande hij een zwaar machinegeweer opgesteld in een schuttersput in de buurt van Schevenhutte, Duitsland, toen de vijand een felle tegenaanval lanceerde.  Tijdens de één uur durende intensieve voorbereidende barrage trotseerde hij de oprukkende troepen en behield zijn positie waarbij hij met accuraat vuur de vijand deed vertwijfelen en tot stilstand bracht.

     

    In een poging hem te neutraliseren vuurden de vijandelijke troepen met machinegeweren hevig op zijn positie, hun verbazing was groot toen hij zich blootgaf en met zijn pistool opgeheven moedig opstond uit zijn schuttersput waarbij hij één Duits machinegeweer uitschakelde.

     

    Een mortier sloeg in op zijn positie, doch hij behield stand en bleef vuren.  Hij slaagde erin om een tweede machinegeweer uit te schakelen.  Meermaals doorkruiste hij het open terrein om zich van bijkomende munitie te voorzien.

     

    Tijdens deze hoogst gevaarlijke interventie raakte hij pijnlijk gewond doch negeerde zijn blessure en behield zijn post ; zijn wapen werd onder de modder bedolven toen een mortiergranaat rakelings bij hem insloeg.

     

    In het midden van deze strijd profiteerde de vijand van zijn hachelijke situatie en rukte naar hem op, beheerst maar snel reinigde hij ondertussen zijn wapen om het onmiddellijk terug in te zetten en de aanvallers terug te drijven.

     

    Hij bleef de vijand onder vuur nemen tot zijn munitie op geraakte.  Met een ongekende wilskracht de vijand te stuiten pakt hij ten leste zijn karabijn, doodde één vijandelijke soldaat, verwonde een ander en tijdens het wanhopig laatste vuurgevecht trof hij nog een derde waarna hijzelf dodelijk werd getroffen door een machinepistool.

     

    De buitengewoon onverschrokken heldenmoed betoont door Private First Class McGraw was een belangrijke factor om zijn kameraden te inspireren de tegenaanval aan te vatten.

     

     

    04-07-2010 om 00:00 geschreven door Mortui Viventes Obligant


    03-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een reis als eerbetoon aan het verleden, naar een gebied waar tijdens de Eerste Wereldoorlog een wrede strijd werd gestreden.

     

    Als secretaris van het Comité der Vaderlandse Bonden heeft Walter Cami niet alleen bij regelmaat educatieve daguitstappen voor grote groepen georganiseerd, hij heeft tevens verschillende interessante excursies uitgetekend op maat van een kleinere samenstelling aan geïnteresseerde deelnemers.  Deze dagreis met enkele geestesgenoten staat volledig in het teken van de Eerste Wereldoorlog en heeft onder meer als bestemming het slagveld van Pozières, het Thiepval Memorial en Beaumont-Hamel.  Tot op vandaag werd onder deze formule reeds meerdere malen kleine groepen door de secretaris begeleid naar dit en andere historische zeer waardevolle gebieden.

     





    Pozières is een dorpje in de Somme, Frankrijk, gelegen op een heuvelrug tussen Albert en Bapaume.  Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het dorp volledig verwoest tijdens wat later zou uitgroeien tot de Slag bij Pozières, in 1916, die deel uitmaakte van de Slag om de Somme.

    Het dorpje dat na de oorlog werd heropgebouwd, is nu de site van een aantal oorlogsmonumenten.  In erkenning van de vele offers die de ANZACS brachten op het Slagveld van Pozières wappert daar nog steeds de Australische vlag.  De Australiërs die er hevig strijd hebben geleverd, samen met Britse en andere Strijdkrachten van de Gemenebest, leden hier meer dan vijfduizend slachtoffers (doden, gewonden en gevangen genomen).

    De Slag bij Pozières was een twee weken durende strijd om het Franse dorp en de heuvelrug waarop dat gelegen is.  Terwijl de Britse divisies in actie waren tijdens de meeste fasen van de gevechten, zal Pozières steeds herinnerd worden als een Australische strijd.  De slag eindigde met Britse troepen die bezit hadden genomen van het plateau ten noorden en ten oosten van het dorp en in die positie een bedreiging vormden voor het Duitse bolwerk aan de achterzijde van Thiepval.  De kostprijs aan mensenlevens was enorm.  In zijn verklarende woorden liet de Australische officiële historicus niet de minste twijfel bestaan, hij omschreef deze hevige gevechten om de heuvelrug bij Pozières : “dat deze dichter bezaaid is met Australische offers dan enige andere plek op aarde”.

     



    De Thiepval Memorial is een groot oorlogsmonument dat is opgetrokken ter ere en ter nagedachtenis aan de 72.195 vermiste Britse en Zuid-Afrikaanse mannen die stierven in de Slag om de Somme tijdens de Eerste Wereldoorlog en die allen tot vandaag rusten in een onbekend veldgraf.  Op dit grote monument zijn zestien stenen lauwerkransen aangebracht met daarop gebeiteld de veldslagen die hier worden herdacht en deze zijn : Ancre Heights, Ancre, Albert, Hoge Hout, Delville Wood, Morval, Flers-Courcelette, Pozières Wood, Bazentin Ridge, Transloy Ridges, Ginchy, Guillemont.

     

    De Thiepval Memorial is tevens een Anglo-Frans oorlogsgedenkteken die de nadruk legt in de verbondenheid van hun troepen gedurende hun strijd tegen een gemeenschappelijke vijand tijdens het offensief van 1916.  Op deze militaire begraafplaats zijn driehonderd graven van de Britse Gemenebest en driehonderd graven van de Fransen ; zij liggen in twee ereperken aan de voet van het gedenkteken.  Veel van de soldaten die hier zijn begraven zijn onbekend.  De graven van de Britse Gemenebest zijn opgetrokken in witte grafzerken, terwijl de Franse graven grijze stenen kruisjes hebben.  Op de Britse grafstenen is het opschrift gebeiteld “A Soldier of the Great War / Known unto God”.  De Franse kruisjes zijn daarentegen voorzien van het opschrift “Inconnu”.  Het centraal geplaatste Cross of Sacrifice draagt een inscriptie die de gezamenlijke Britse en Franse bijdrage erkent.

     

    “ dat de wereld zich het gemeenschappelijk offer mag herinneren van twee en een half miljoen doden, die hier zijn gelegd naast elkaar, Soldaten van Frankrijk en van het Britse Rijk in eeuwige kameraadschap “

     





    De Ulster Tower is een gedenkteken voor de mannen van de 36ste (Ulster) Division.  Het is zeer nabij gelegen aan de beroemde Schwaben Redoubt (Feste Schwaben), waarvoor zijn werden aangevallen op 1 juli 1916.  De Schwaben Redoubt gelegen ten noord-oosten van waar nu de toren staat ; was een driehoek van loopgrachten met een sterk verstevigde frontlijn van driehonderd meter, een werkelijk angstaanjagende Duitse vesting die een strategisch uizicht gaf op het slagveld.

     

    De frontlijn lag aan de rand van Thiepval Wood, vandaag te situeren ten zuid-westen van de weg tussen het Thiepval Memoriaal en de Ulster Tower.  Troepen van de 109de Brigade doorkruisten ongeveer 400 meter in niemandsland, en bleven doorgaan…  Ze namen de Schwaben Redoubt in en vorderden verder richting Stuff Redoubt, zodoende zowat één mijl terreinwinst te hebben en dit ten koste van zware verliezen.  Aan de linker zijde, in de buurt van Thiepval, waren de vorderingen van de 108ste Brigade succesvol, alhoewel ze verder verwijderd waren van de rivier Ancre.

     

    De 107de Brigade steunde hen, maar toch hielden de mannen van de 36ste Divisie stand tegen door de Duitser georganiseerde tegenaanvallen, en toen die hun voorraden van bommen en andere munitie zagen slinken vielen deze terug ; hier en daar bleven kleine afgezonderde groepjes van Duitsers nog in hun frontlinies.  De slachtoffers op 1 juli geleden door de 36ste Divisie bedroegen meer dan vijfduizend manschappen in totaal, bijna de helft van hun effectief.

     

    De Ulster Tower is een kopie van de Tower Helen’s in County Down, waar de mannen van de 36ste Divisie werden opgeleid.  De toren alsook het kleine gezellige cafeetje in de onmiddellijke nabijheid, wordt bemand door leden van de Somme Association dat gevestigd is in Belfast, het is een aan te raden vriendelijke plek om even halt te houden tijdens de Battlefield Tour.



    Het Beaumont-Hamel Memoriaal is een gedenkplaats in Frankrijk gewijd aan de herdenking van de Dominion of Newfoundland gevallen soldaten die er werden gedood tijdens de Eerste Wereldoorlog.

     

    Het relatief goed bewaard gebleven slagveld (300.000 m²) is nu een park dat de gronden omvat waarover de Newfoundland Regiment hun mislukte aanval maakte op 1 juli 1916 tijdens de eerste dag van de Slag om de Somme.  De Slag om de Somme was voor het regiment als het ware de vuurdoop, tijdens een aanval die ongeveer een half uur duurde was het Regiment zo goed als uitgeroeid.

     

    De inwoners van Newfoundland kochten de terreinen in 1921 om het als ongerepte herdenkingsplaats te vrijwaren voor het nageslacht.  Beaumont-Hamel is vandaag het grootste Memoriaal van het Bataljon op het Westelijke Front, het is tevens het grootste gedeelte dat bewaard is gebleven van het Slagveld om de Somme.  Samen met de oorspronkelijk loopgraaflijnen zijn er een aantal gedenktekens aangebracht alsook zijn er binnen de site enkele begraafplaatsen van de C.W.G.C.

     

    De Britse Veldmaarschalk Earl Haig opende in 1925 officieel deze gedenkplaats, het is één van slechts twee Nationaal Historische Sites van Canada gelegen buiten haar grondgebied.  De monumentale site in Beaumont-Hamel is er gekomen door de deelname van de Newfoundland Regiment aan de Eerste Wereldoorlog.  Als direct gevolg hiervan is het inmiddels uitgegroeid tot een symbool van de gebrachte offers door Newfoundland en is het een bron identiteit.

     

    03-07-2010 om 00:00 geschreven door Mortui Viventes Obligant


    07-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Massale belangstelling voor de plechtige inhuldiging van een nieuw monument aan de kapel van het college Onze-Lieve-Vrouw Ten Doorn




    Initiatiefnemer, Walter Cami, is als secretaris van het Comité der Vaderlandse Bonden stad Eeklo het stadbestuur en het college Onze-Lieve-Vrouw Ten Doorn ontzettend dankbaar voor de oprichting van een nieuw monument in herinnering van ons gemeenschappelijk oorlogsverleden.  In de aanloop naar de plechtige inhuldiging van het monument welke opgericht aan de kapel van het Onze-Lieve-Vrouw Ten Doorn college in Eeklo, dit ter nagedachtenis aan de weleer tijdelijk begraven Canadese soldaten en in herdenking van het Militair Hospitaal die er was tijdens Wereldoorlog I en Wereldoorlog II, heeft de directie van de school samen met vijf leerkrachten beslist zo’n 207 studenten projectmatig te laten werken rond dit thema.

    Alle werken, alle projecten waren ter inzage tijdens de opendeurdag van de school op 25 april 2010. Een ruime selectie van die werken werd er tentoongesteld op panelen terwijl drie PowerPoint versies en de door studenten gemaakte interviews op DVD konden worden bekeken.

    Na afloop van de plechtige inhuldiging van het nieuwe monument werd op 7 mei 2010 een zelfde selectie van door leerlingen uitgewerkte projecten tentoongesteld voor alle genodigden.

    Wat hieraan vooraf ging . . .

    We schrijven juni 2005.

    Tijdens hun Battlefield Tour doorheen Noordwest Europa hebben acht Canadese Aalmoezeniers een volle dag uitgetrokken voor een bezoek aan onze stad.  Het lag in hun bedoeling om in de sporen van onze bevrijders, hun militaire voorgangers, enkele markante en belangrijke locaties te bezichtigen in Eeklo en omgeving.

    Niemand minder dan de heer George E. Spittael – MSM was hun gastheer en deskundige gids die zich bij deze speciale gelegenheid liet bijstaan door de heer Walter Cami, secretaris van het Comité der Vaderlandse Bonden stad Eeklo.

    Niet alleen zijn er die dag vriendschapsbanden gesmeed onder alle aanwezigen ; het staat vast dat tijdens deze schitterende lentedag de warme zonnestralen garant hebben gestaan voor twee wel heel belangrijke gebeurtenissen die later mooi zouden open bloeien. Twee feiten geheel apart en toch, elk op zijn beurt, heel bijzonder en vastgelegd voor het nageslacht.

    Zo was er ondermeer het bezoek aan “huize Spittael” waar de acht aalmoezeniers het levenswerk konden bewonderen van George.  Een gigantisch historisch correct werk over soldatengraven over de gehele wereld met een ontzettend groot luik als een waar eerbetoon aan onze Canadese bevrijders.

    Het baarde George heel wat zorgen naar het vinden van een geschikte en betrouwbare bestemming voor die leerzame en didactisch zeer uitgebreide collectie van hem. Meer dan waarschijnlijk hebben de acht ambassadeurs van onze Lieve Heer onder Zijn toeziende blik van innige menselijkheid toen voor het eerst besloten hun Belgische vriend te helpen in zijn zielsgeluk.

    Slechts enkele jaren later was het dan zo ver. Een volledige vleugel van een Militair Museum in Canada werd in beslag genomen voor het tentoonstellen van George zijn levenswerk. Tijdens de plechtige inhuldiging was George er ginds getuige van de juiste eindbestemming van zijn verzamelwerk. Zelfgenoegzaam en met een zekere vorm van innerlijke rust kon hij nadien terugkeren naar zijn geboortestad, na een reis van meer de zestig jaar was ook zijn levenswerk behouden thuis gekomen, maar dat in het overzeese Canada.

    Een tweede al dan niet toevallige zonnestraal verlichtte de ingetogen gedachten tijdens een bezoek aan de campus van het Onze-Lieve-Vrouw Ten Doorn college. Na een korte introductie van de elf vrienden aan een zuster, wiens naam mij spijtig genoeg ontsnapt, begaven wij ons allen naar een perceeltje bijna achteraan op het immens grote terrein van de school. Naast dat groene grasveld staat nu een klaslokaal…

    Op die locatie werden 30 jonge Canadezen tijdelijk begraven in de nasleep van de bevrijding van Eeklo (15 september 1944) en omgeving. Alle medische zorgen ten spijt lieten deze jongens het leven als gevolg van opgelopen verwondingen.  Dertig jonge mannen die hun dierbaarste bezit, hun leven hebben gegeven voor onze vrijheid.

    Op die plaats waar niets daaraan herinnerde, op die plaats aan de rand van dat groene grasveld, werd heel even een ogenblik van bezinning gehouden in nagedachtenis aan hen. Op dat eigenste ogenblik had Walter Cami een gevoel van gemis aan een welbepaalde vorm van tastbare herinnering.

    “Hoe kan het dat sinds onze bevrijding hier al duizenden leerlingen hebben gelopen en niets herinnert aan dat kleine perceeltje met witte houten kruisjes ?”

    Gelukkig is er de gift van George en Ria en staan de dertig namen voor eeuwig gebeiteld in witte marmer naast hun “Soldaat en het Meisje” ; een beeld als monument die zij hebben geschonken aan de tijdgenoten van toen, aan alle komende generaties op Belgische en Canadese bodem. Maar niets, onder welke vorm dan ook, herinnert ons aan de heel bijzondere menslievende rol van het Onze-Lieve-Vrouw Ten Doorn college tijdens die dagen van verwarring, gedurende die dagen van bevrijding.

    Tijdens een besloten slotviering in de kapel van het Onze-Lieve-Vrouw Ten Doorn stonden de acht Canadese aalmoezeniers in een cirkel opgesteld hand in hand, zeven mannen en één vrouw, hun begeleidende gids, samen met die vriendelijke gastvrije zuster en de twee Eeklose vrienden, George en Walter. Op dat specifieke moment, tijdens zijn aanblik op alle aanwezigen in een spontane gebedsdienst, tijdens dat ogenblik beloofde Walter werk te zullen maken in een poging naar het tot stand brengen van een gepast monument ter herdenking aan dat kostbare verleden.

    Wat later werd zijn initiatief positief onthaald tijdens een bestuursvergadering van het Comité der Vaderlandse Bonden, waarna de stad werd aangesproken en vervolgens de directie van het Onze-Lieve-Vrouw Ten Doorn college. Ontzettend dankbaar zijn wij dat beide overheden de krachten hebben gebundeld en ideeën lieten uitwerken in het tot stand brengen van dit herdenkingsmonument gelegen net voor de toegangspoort van de kapel van het Onze-Lieve-Vrouw Ten Doorn.

    In de maanden welke voorafgingen aan de inhuldiging van het monument hebben tweehonderd en zeven leerlingen, jongens en meisjes, in afzonderlijke groepjes met veel overgave gewerkt aan hun project ter ondersteuning van de ons zo dierbare nagedachtenis.

    Het resultaat is verbluffend, zoveel inzet waaruit blijkt dat dit het talrijke “jonge volk” niet onberoerd heeft gelaten.  Het is niet enkel de verdienste van de directie en de betrokken leerkrachten, maar het is zeer zeker ontroerend te mogen vaststellen hoe elke leerling zich werkelijk betrokken heeft gevoeld naar een nooit te vergeten verleden…

    De vereeuwiging van dit geheel aan nagedachtenis wordt van nu af aan gedragen door dit gepaste herdenkingsmonument wat is ontworpen en uitgewerkt door een lokaal kunstenaar, de heer Eric Overmeire.

    Naar mijn oprechte mening kan ik niet beter besluiten, als een waar eerbetoon, dan met het citeren van enkele opeenvolgende indrukken zoals recent neergeschreven door verschillende leerlingen :

    “ We gaan hier elke dag naar school, maar beseffen niet dat onze school een echt oorlogsverhaal of –verleden heeft. Het grasplein voor de boerderij, waar nu een boomgaard is, is een begraafplaats geweest.

    Waar nu appelbomen staan, stonden vroeger kruisjes.  Ik zal de school nu altijd met andere ogen bekijken en nog eens terug denken aan de gruwel van toen…

    Het is onmogelijk voor te stellen, maar zonder discussie fantastisch en bewonderenswaardig, hoe deze school een plaats van dood, verdriet en angst, maar vooral ook van hoop, liefde en vooral geloof heeft voorgesteld voor al die mensen… “


    07-05-2010 om 00:00 geschreven door Mortui Viventes Obligant


    25-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eeklose delegatie aanwezig op ANZAC-day 2010

     

    Naar jaarlijkse traditie heeft de secretaris, Walter Cami, een beperkte delegatie vanuit Eeklo meegenomen om deel te nemen aan ANZAC-day in Zonnebeke.  Tijdens deze plechtigheid worden de Australische en Nieuw-Zeelandse gesneuvelden herdacht die zijn gevallen langsheen de Belgische frontlijn tijdens de Eerste Wereldoorlog.  Om zes uur ’s morgens werd met de herdenkingsplechtigheid aangevat onder de vorm van een Dawn-Service op de Buttes New Cemetery.  Een indrukwekkende ceremonie bij het ochtendgloren…

     

    25-04-2010 om 00:00 geschreven door Mortui Viventes Obligant


    11-11-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De voorzitster van het Comité der Vaderlandse Bonden stad Eeklo, mevrouw Marie-Louise De Boever, ontvangt de Koninklijke felicitaties uit handen van Burgemeester Koen Loete, Schepen Ann Van den Driessche en de secretaris van het Comité, Walter Cami

     


    Het voorbije jaar was voor velen een jubileumjaar, een jaar van herdenking en huldebetoon naar aanleiding van de 65ste verjaardag van de bevrijding door de geallieerde troepen in hun opmars tegen Nazi-Duitsland. Het zou nog duren tot 8 mei 1945 vooraleer en sprake kon zijn over “Victory in Europe”.

    Tevens is dit jaar het Comité der Vaderlandse Bonden reeds 45 jaar actief in de stad Eeklo. Vijfenveertig jaar van onafgebroken samenwerking met talrijke Vaderlandslievende organisaties en diverse instanties, maar zeer zeker was er gedurende deze hele periode een vruchtbare samenwerking met het Eeklose stadsbestuur.

    Dit is inderdaad de verdienste van velen, ware het niet dat zo hier en daar een bijzonder iemand toch kan zorgen voor een meerwaarde en de noodzakelijke stimulans.

    Op 16 oktober 1998 werd het Comité der Vaderlandse Bonden pijnlijk geconfronteerd met het overlijden van zijn voorzitter en moesten wij afscheid nemen van de alom gekende en zeer aimabele Paul De Dycker…

    Met inbegrip van een respectvolle rouwperiode heeft het Comité der Vaderlandse Bonden op 17 april 1999 met veel vertrouwen een nieuwe voorzitter mogen aanduiden ; een voorzitter die de ontzettend moeilijke taak zou krijgen zo mogelijk steeds weer met haar voorbeeldig werkende voorganger vergeleken te worden.

    De nieuwe voorzitster werd iemand die uit het juiste hout was gesneden. Door familiaal leed getroffen nam zij in 1987, wegens het overlijden van haar moeder die voorzitster was van de “Nationale Unie der Vrouwen en Moeders van overleden Politieke Gevangenen” ; de fakkel van haar over en dit tot op het ogenblik dat deze Vaderlandslievende organisatie in zijn totaliteit werd opgenomen door “de Nationale Confederatie van Politieke Gevangenen en Rechthebbenden”.

    Als prille tiener werd mevrouw Marie-Louise De Boever geconfronteerd met de gruwelijkheden van de Duitse bezetter en de gevolgen van laffe daden van collaboratie. Amper dertien geworden verloor zij haar vader in het Nazi-Concentratiekamp van Dachau. De heer Nestor De Boever werd in Dachau vermoord en verloor er het leven op 7 februari 1945.

    Die pijnlijke herinnering sinds haar jeugd, het gemis van haar dierbare vader, heeft zij weten om te buigen in een begeesterende bezieling inzake de actieve instandhouding van de nagedachtenis in het bijzonder.

    Samen met enkele van haar lotgenoten, samen met een aantal gewezen Politieke Gevangenen en Oud-Strijders, heeft zij in alle sereniteit sinds de stichting in 1964 meegewerkt aan de vormgeving van het Comité der Vaderlandse Bonden stad Eeklo.

    Het is uitsluitend mevrouw Marie-Louise De Boever haar bijzondere verdienste dat het Comité der Vaderlandse Bonden op voorbeeldige wijze werd geleid gedurende het voorbije decennium.

    Ter gelegenheid van het herdenkingsbanket op 11 november 2009 wordt namens alle aanwezigen uiting gegeven van de oprechte erkentelijkheid voor haar verdienstelijke aanpak het Comité der Vaderlandse Bonden met vruchtbaar zicht op de toekomst en niet in het minst, als een meer dan waardig opvolger van wijlen de heer Paul De Dycker, ons als voorzitster met een steeds gepast “gevoel van eer” te hebben gebracht waar wij nu als organisatie staan.



    Die opmerkelijk verdienste is ook niet ontgaan aan onze Vorst, Zijne Majesteit Koning Albert II, die bij deze gelegenheid Zijn schriftelijke felicitaties laat overbrengen, en ik citeer :

    “…voor het voortreffelijk uitvoeren van uw mandaat als voorzitster van het Comité der Vaderlandse Bonden…”

     

    11-11-2009 om 00:00 geschreven door Mortui Viventes Obligant


    18-09-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De George E. Spittael's collectie werd officieel onthuld in het National Air Force Museum in Trenton – Canada

     



    Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog had George E. Spittael zelf en van heel nabij gezien welke de tragedies waren die meerdere levens tekenden.

     

    Die diepe en intense herinneringen aan de zinloosheid van oorlog en de hoogste offers die door vriend en vijand werden gebracht, leidde Spittael op een levenslange reis die zou uitmonden in een verzameling van materiaal dat duizenden gezinnen heeft geholpen om de soldatengraven van familieleden op de slagvelden te vinden verspreid over de gehele wereld.

     

    Op vrijdag 18 september 2009 werd tijdens de voormiddag een verzameld collectiewerk officieel onthuld in het National Air Force Museum in CFB Trenton, in Canada.  Het overzeese levenswerk stond gedurende de onthullingceremonie in het middenpunt van de belangstelling.

     


     

    Spittael, nu 85, reisde de hele wereld rond om foto’s te nemen van militaire begraafplaatsen en verzamelde informatie om mee te helpen de soldatengraven ingeschreven als “onbekend” te identificeren.  Hij heeft ook opdracht gegeven een kunstwerk op te richten, dat nu erkend is als vredesmonument onder de naam “de Soldaat en het Meisje”, zodoende hen te herdenken die het leven verloren in de strijd om de vrijheid.  Hij schreef over de meedogenloze strijd langs het Schipdonkkanaal in 1940 en de wijze waarop zijn landsgedeelte werd bevrijd door het Canadese leger in 1944.



    Als eerbetoon aan de Canadezen verzamelde George Spittael talrijke items uit verschillende militaire eenheden.  Het was zijn uitdrukkelijke betrachting om dit gedeelte van zijn levenswerk voor altijd onder te brengen in Canada.

     

    “Ik wens dat de mensen in Canada weten dat ze een ware vriend hebben die in België woont” zei Spittael kort na het doorknippen van het officiële lint.  “Ik ben ontzettend gelukkig dat mijn verzameling een nieuwe en definitieve thuis heeft gevonden in Canada”.

     

    De hoogwaardige vertegenwoordigers van het museum konden met geen woorden beschrijven hoe waardevol deze zeer nauwgezet collectie is voor tentoongestelde archieven van het National Air Force Museum.  “Dit is een prachtige dag voor het museum”, zei museumdirecteur Chris Colton.  “Het werkelijke belang van deze collectie kan niet adequaat beschreven worden, het is niet te geloven”.

     

    Gezien de grote omvang van het door George E. Spittael gearchiveerde materiaal kon slechts twintig procent van de meer dan tweeduizend zwart-wit beelden tentoongesteld worden van militaire begraafplaatsen over de hele wereld en bijhorende kunstwerken.

     

    De massale handgeschreven gegevens hebben geresulteerd in een databank waarvoor Spittael talrijke onderscheidingen mocht ontvangen van verscheidene overheden voor zijn humanitaire werk.  Spittael begon met zijn werk in 1946 en voltooide dit in 1990.

     

    Door zijn onverminderde inspanningen heeft hij honderden Canadese families geholpen in het vinden van het oorlogsgraf van hun dierbaren.  “Ik herinner mij een vrouw uit Font Hill, nabij St. Catharines, die mij om informatie verzocht over haar gesneuvelde broer” zei Spittael.  “Ik vond het militaire graf met aan de linker zijde dat van een onbekende soldaat”.

     

    Spittael ontving gedurende al die jaren tienduizenden verzoeken om hulp in deze materie van mensen over de hele wereld.  Bijna allen kregen van hem een antwoord.

     

    Toen België werd bezet door het Derde Rijk in 1940, werd hij met zijn familie geëvacueerd uit Eeklo.  George, toen amper vijftien jaar oud, was er getuige van enkele begrafenissen van zowel Duitse als Belgische soldaten in haastig gegraven veldgraven.  Een ervaring die hij nooit heeft vergeten, namelijk de aangrijpende gevolgen van de wreedheid van oorlog.

     

    Eén jaar later trad hij toe tot een tak van de Belgische Weerstand om in 1944, na de bevrijding van Eeklo, als vrijwilliger toe te treden tot het Belgische Leger.

     

    In 1945 bezocht hij een ereveld vlakbij het dorpje van Henri-Chapelle in de Belgische Ardennen waar duizenden soldatengraven waren van gesneuvelde Amerikanen.  Het aanblik van die zee van witte kruisjes ontroerde Spittael heel diep, hij beloofde er om iets terug te doen ter ere van de nagedachtenis van allen die voor onze vrijheid zijn gevallen tijdens de Tweede Wereldoorlog.

     

    Als onderdeel van een officieel bezoek van de voormalige Air Transport Group, dit in 1994 ter gelegenheid van de herdenkingsplechtigheden naar aanleiding van de 50ste verjaardag van de bevrijding, ontmoette Chris Colton en Bgen. (or) Jeff Brace in Eeklo George E. Spittael.  “Eén naam bleef steeds weer opduiken en ik realiseerde me dat George een heel bijzonder iemand was”, zei Colton. 

     

    Een aantal jaren later, in 2005 namelijk, ontmoette Brace en Colton voor een tweede keer George ; Spittael had laten weten dat hij een thuis wou vinden in Canada voor zijn overzeese collectie.  “We wisten wel af van het bestaan van zijn collectie en dit geheel was niet voorzien in de museumenveloppe, maar op hetzelfde ogenblik realiseerden we ons hoe belangrijk die wel was”, zei Colton.  Na een verblijf van vijf dagen in België keerden Brace en Colton terug naar Canada en brachten verslag uit aan de Raad van Bestuur van het National Air Force Museum.  In 2007 werden plannen gemaakt om de collectie over te brengen naar Canada.

     

    Om het verhuizen van de collectie enigszins vlot te laten verlopen werd tijdens de voorbereidende fase George intensief bijgestaan door een vriend en geestesgenoot Walter Cami.  De Canadese ploeg onder leiding van Colton hadden niet minder dan zes en een halve dag nodig om alles te inventariseren voor de collectie kon worden verzonden.

     

    In 1993 werd George E. Spitael als eerste niet-Canadees onderscheiden met the Meritorious Service Medal, de burgerlijke afdeling voor uitzonderlijke humanitaire diensten in het belang van Canadese families en dit voor zijn onderzoek, het documenteren en lokaliseren van oorlogsgraven.

     

    George E. Spittael werd in Trenton, Canada, op vrijdag 18 september 2009 tot Ere-Luitenant-Kolonel benoemd in de voormalige Air Transport Group door Brace en Colton.

     

     

    18-09-2009 om 00:00 geschreven door Mortui Viventes Obligant


    26-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herdenkingstreffen van voormalige Politieke Gevangenen in het Kz Flossenbürg



    Tijdens de gelegenheidstoespraak beklemtoont Walter Cami, secretaris van het Comité der Vaderlandse Bonden, dat over de generaties heen de instandhouding van de nagedachtenis onverminderd dient verder gezet te worden. Tijdens het herdenkingstreffen, van 24 juli tot en met 26 juli 2009, waren niet minder dan 18 verschillende nationaliteiten vertegenwoordigd. Ruim 70 gewezen Politieke Gevangenen waren present in hun voormalig Kz Flossenbürg. Een negentig jaar oude dame bezocht dit toenmalige concentratiekamp voor het eerst sinds haar bevrijding in 1945.

    België had er de grootste delegatie van alle aanwezige landen. Met 61 deelnemers, oud Politiek Gevangenen – hun kinderen en kleinkinderen – en talrijke vrienden, was ons kleine land groot in zijn aanwezigheid tijdens de ingetogen en actieve deelname aan de herdenkingsplechtigheid. Zowel Frans- als Nederlandstalige landgenoten stonden er broederlijk zij aan zij, met op de borst een lintje met de Belgische driekleur opgespeld en in het midden daarvan… de “Rode Driehoek”.

    “Onze Getuigen” en overlevenden van het voormalige concentratiekamp, “vrienden” die we met een groot gevoel van waardering mochten vergezellen tijdens hun herdenkingstreffen, stellen de deelname en interesse van de jongere generaties bijzonder op prijs. In het bijzonder zijn we dankbaar dat volgende voormalig Politieke Gevangenen ons op de site en in de regio hebben rondgeleid ; zij overleefden er de niet te beschrijven onmenselijkheden : de heren Charles Dekeyser, Marcel Durnez, Julien Papa en Julien Vanden Driessche.

    26-07-2009 om 00:00 geschreven door Mortui Viventes Obligant





    E-mail mij

    Heeft u specifieke vragen of suggesties dit telkens binnen het kader omtrent de instandhouding van de nagedachtenis aan de Eerste en de Tweede Wereldoorlog en de slachtoffers ervan, aarzel niet om contact op te nemen. Hoe groter het platform van uitwisseling van gegevens en samenwerking hiermee in verband, des te beter wij in het algemeen kunnen voorzien in een grondige informatiestroom voor elke geïnteresseerde die het algemeen belang wensen te dienen als eerbetoon aan onze kostbare vrijheid. Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Zoeken in blog


    Blog als favoriet !

    Zoeken met Google



    Archief per dag
  • 18-08-2013
  • 21-07-2011
  • 01-06-2011
  • 08-05-2011
  • 07-05-2011
  • 04-07-2010
  • 03-07-2010
  • 07-05-2010
  • 25-04-2010
  • 11-11-2009
  • 18-09-2009
  • 26-07-2009


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!