De nazomer
De warmte van de zonnestralen
Ik voel ze op mijn rug
Als ik loop te dwalen
Deze warmte is anders
Zachter , minder drukkend
Dan toen het volop zomers was
Het zijn nu goddelijke zomerdagen
Waarvan ik innig geniet
Verbranden doen ze mij nu niet
Alleen , in de ochtend is het al bitter koud
En de avond moet daarin niet onderdoen
Het is daarom dat ik geniet
Rillen van de kou doe ik alleen maar
Als s ochtends ik dan buiten ga
s Avonds gaat de zon te vroeg al onder
Dan blijf ik binnen in huis
Met even de verwarming aan
Zou ik
nog uren kunnen doorgaan
.
|