In dezen blauwen zomernacht Heb ik zoo lief aan je gedacht, De hemel droeg een sterre-schijn, Het leek, je kon niet ver meer zijn.
Er hing een wonderlijk gerucht Als fluistrend zingen in de lucht; Ik dacht dat je nu komen zou, Omdat ik het zoo smeekend wou.
Toen zijn de uren traag vergaan, De hemel werd weer dicht gedaan; Je hadt mijn roepen niet verstaan.
Annie Salomons (1885-1980) uit: Liederen van droom en derven (1926)
|