Op weg in het Licht Bewustwording en groei
klik maar op de foto's
voor een vergroting
04-06-2006
Brieven uit Thailand...
Nou...ze zijn er weer! Wat was ik blij toen de kids in schiphol aankwamen Marco-Paulo was ook blij al dansjes makende liep hij naar ons toe Hardstikke moe van en dag en nachtje doortrekken en reizen Vandaag kwamen ze bij ons alle uren film en 500 foto's laten zien We hebben er met z'n allen flink van genoten Je voelde je er gewoon eventjes bij en besloten dat we over een paar jaar met z'n allen daarheen zullen gaan en dat zij het dan met ons eens dunnetjes over gaan doen Let wel, dan met de kerst, want deze periode is het daar gruwelijk heet en kun je eitjes op je bolletje bakken en dan te denken dat wij hier al die tijd zo koud en nat hebben gehad Zij zijn te veel binnen de maand aan het reizen en trekken geweest ik wil gewoon alleen maar in het zuiden aan het strand en die omgeving daar zien
Van de meeste mensen die hier op onze aarde leven kan men moeilijk zeggen dat ze écht Leven;waarbij we hier met écht leven bedoelen;
Zelf-bewust-het eigen-unieke-leven-beleven.
Veel mensen vertoeven hier op aarde,en spannen zich in om(al dan niet reële)verlangens te bevredigen,of om te beantwoorden aan de normen die gelden in de maatschappij waarin ze leven,zonder zich echter vragen te stellen over de zin en de bedoeling van hun leven.
Anderen leven hier en trachten te voldoen aan de voorwaarden die het één of ander religieus stelsel verbindt aan het verkrijgen van een beloning ná dit leven,of in een eventueel volgend leven,ofwel laten zij veel dingen na(die ze in feite liever wél zouden doen)om te ontsnappen aan de één of andre straf na hun dood;maar evenzeer als de eerste groep,zonder zich écht af te vragen over de werkelijke zin van hun leven hier;ze leven maar,en leven maar voort....tot ze sterven.
Doch er zijn ook mensen die zich op een bepaald moment in hun leven wél vragen beginnen te stellen over de werkelijke-diepere zin van het aardse leven.
Dit gebeurt vaak na een aangrijpende gebeurtenis,zoals b.v. het overlijden van iemand van wie men houdt,een zware ziekte of een ongeval met ernstige gevolgen,van zichzelf of iemand uit de naaste omgeving,of wat voor ergs dan ook.
Men heeft echter geen dramatische gebeurtenissen nodig,om over het leven na te denken;bij sommigen gebeurt het zomaar,vaak gebeurt het reeds met een kontact met een "reeds nadenkende",maar het kan evengoed door het lezen van een boek.
Voor mij is dus onderhand gebleken dat dit ook echt werkt
Voordat jij aan jouw leven begon wist jouw geest,die jouw échte Zelf is, al zijn spirituele doel. Deze had het vermogen om de algemene omstandigheden van je komend bestaan te bekijken; Het lijf waar je spirituele energie in zou trekken; de ouders die je zouden gaan helpen je te gaan ontwikkelen; de geografische streek waar je zou verkeren; je relaties met anderen; je karmische banden; en de evolutie van de aarde in de tijd dat je ze zou betreden. Jíj,of althans het spirituele deel van je, zag dat allemaal en maakte een weloverwogen keuze. De échte Jíj,de spirituele entiteit die bestond vóór je actuele bestaan op het aardse vlak. Wij noemen dit Je "Hogere Zelf" Deze term is wel enigszins misleidend,want je échte spirituele indentiteit is niet hoger dan jij. Je "Hogere Zelf"is een collectief energielichaam. Enorm en leeftijdloos; het is zoals je ooit bent geweest, zover teruggaand als de rand van de oneindigheid. Erin bevind zich alle kennis die je ooit nodig zult hebben , en door middel ervan kun je een onbegrensd inzicht ervaren in jezelf en het fysieke vlak, evenzo goed als in de onzichtbare dimensies die binnen handbereik liggen. Je "Hogere Zelf"wordt gedragen door een intrinsieke energie, die zelfs nog groter is. Deze dragende energie noemen we de "Kracht" of de "Levende geest" De "Kracht"is ,zoals je "Hogere Zelf" een energie die evolueert. Ze is groots,stimulerend,onzelfzuchtig, gaat elke beschrijving te boven. Ze staat niet stil, ze groeit, is dynamisch en bezit een innerlijke drang of verlangen om meer en meer zichzelf te worden. De "Kracht"is en deel van ieder en alles op het aardse vlak. onsterfelijk en oneindigen universeel omdat ze in het" innerlijk licht "en "levend" is in alle dingen.
Als alles grijs is, dan kom ik bij je en veeg het venster voor je schoon, want zonder uitzicht is er geen leven. Kom, we proberen het gewoon.
Als alles zwart is, geen hand voor ogen, steek ik een kaars aan in de nacht en pak je hand vast, dan gaan we samen en er gloort licht, heel onverwacht.
Als alles koud is, heb ik twee armen en sla die beide om je heen. God geeft ons warmte om die te delen, ook als de zon voor je verdween.
Als alles licht is, is er de blijdschap dat God toch steeds weer mensen geeft, in samen huilen en samen lachen heb je iets van zijn heil beleefd.
Hij kwam op de aarde, om te doen wat hij wilde doen. Maar toen hij op de aarde kwam, was hij vergeten wat hij kwam doen. Hij merkte al gauw dat hij allemaal moeilijke dingen tegenkwam. Hij werd daar boos en verdrietig van. Hij zei: ik wil dit niet. Ik kwam hier om mooie dingen te doen , al ben ik vergeten wat dat was. Deze moeilijke dingen Wil ik niet! Hij ging zo Op in de moeilijke dingen en zijn eigen verdriet, dat hij vergat te Kijken. Hij vergat te kijken naar de Bomen. Hij vergat te kijken naar het blauw van de Lucht. Hij vergat te kijken naar de vogels in de bomen. Hij vergat te kijken naar het Wit van de wolken. Hij zag alleen nog maar pijn en verdriet. En moeilijke dingen.
Toen verscheen er een Grote Engel. De Grote Engel zei: Dag lieve Kleine Engel. Hoe gaat het met jou? De Kleine Engel zat voorovergebogen, zij vleugels hingen op de grond. Hij keek niet eens op naar de Grote Engel. De Kleine Engel voelde zich moe. Moe van alle moeilijke dingen. Moe van alle pijn. Moe van alle verdriet.
Oh, goed, zei de Kleine Engel, zonder op te kijken. De Grote Engel ging naast de Kleine Engel zitten en zei: vertel mij jouw verdriet. De Kleine Engel vertelde; mijn ouders zijn gescheiden, zij maken ruzie. Ik zit op school, ik moet leren, maar ik Weet al zo veel. Ik wil spelen en genieten, maar ik weet niet meer hoe. Ik ben verdrietig. Ik ben boos. Ik wil dit niet. Ik heb het zo moeilijk. Het doet pijn. Ik wil dit niet meer. Ik wil terug naar de Hemel.
De Grote Engel sloeg zijn vleugels zacht om de schouders van de Kleine Engel, en de Kleine Engel huilde, dikke tranen van verdriet. Toen zei de Grote Engel: Maar lieve Kleine Engel kijk nou eens om je heen zie je de mooie bomen niet? Ja, zei de Kleine Engel, ik zie ze, maar hij keek helemaal niet, zo verdrietig was hij.
Kijk nou eens, zei de Grote Engel, kijk nou eens naar de bomen. Kijk eens naar het blauw van de lucht. Kijk eens naar het wit van de wolken. Kijk eens naar de vogels in de bomen. En de Kleine Engel keek. Hij zag bomen, met daarachter een mooie blauwe lucht. In de blauwe lucht waren witte wolken. In de bomen zaten vogels. Hij keek opzij. Naar de Grote Engel. Hij zag een Lief en Vriendelijk gezicht. Uit de prachtige blauw ogen straalde Liefde. Kleine Engel keek, en zag de schoonheid van Grote Engel.
De Grote Engel keek naar de Kleine Engel. Hij kuste de Kleine Engel en vroeg: wat kwam je nou eigenlijk doen hier op aarde? De Kleine Engel zei: ik ben het vergeten. Ik ben zo boos en verdrietig. Ik vind de dingen zo moeilijk. Ik kijk niet meer. De moeilijke dingen zijn lessen, zei de Grote Engel. Lessen die je wilde leren. Jij vindt ze zo moeilijk, dat je vergeet waarom je op aarde bent gekomen. Je bent zo opgegaan in je verdriet en in je pijn, dat je niet meer weet waarom je naar de aarde toegekomen bent.
Nu weet ik het weer, zei de Kleine Engel, ik kwam om mijn lessen te leren en om daarna mijn lessen te vertellen. Aan iedereen die het horen wil. Om te vertellen wat ik weet. Om te vertellen over God. Over de Engelen. Over Liefde.
De Grote Engel sloeg zijn vleugels zacht om de Kleine Engel heen en zei: ik ben Altijd bij jou. Ook als er moeilijke dingen zijn. Jij bent nooit alleen. Vraag mij maar als je het moeilijk hebt. Ik ben er direct. Vertel mij maar als je het fijn hebt. Ik zal er zijn. Ik ben altijd bij jou en zal er altijd zijn. Ik heb jou lief en zal dat altijd liefhebben.
Toen de Grote Engel klaar was met vertellen, legde hij de slapende Kleine Engel, terug in zijn bedje en zei: ik heb jou lief, altijd. En de Grote Engel gaf de Kleine Engel een kus en zei: slaap zacht, Kleine Engel. Ik heb jou lief. Voor altijd.