Ook de magiërs konden het water van de Nijl in bloed veranderen : 7,22 Door hun toverkunsten lieten ook de magiërs kikkers over Egypte komen ; 8,3 De magiërs slaagden er niet in de muggen over Egypte af te roepen. Zij zegden zelfs dat een god hierin de hand moest hebben : 8, 13-14 Door de zweren konden zelfs de magiërs het niet uithouden. Ook zij zaten vol builen, net als de andere Egyptenaren : 9,11
De farao
De farao vraagt om de plaag van de steekvliegen te laten ophouden en zegt tot Mozes : 'Bid voor mij' : 8,24 De hovelingen van de farao zegden:' Die man stort ons in de ellende. Laat het volk toch gaan.' : 10,7 De farao ontbood Mozes en Aaron: ' Ik heb gezondigd tegen de Heer, uw God en tegen u. Vergeef mij mijn zonden en verlos mij van deze plaag.' :10,16-17
De Israëlieten blijven van de plagen gespaard
Voor het land van Gosen, waar mijn volk woont, maak Ik een uitzondering. Daar zullen geen steekvliegen zijn : 8,18 Bij de plaag van de veepest zal Israël geen enkel dier verliezen : 9,4 Laat al het vee, dat buiten is, in veiligheid brengen tegen de hagel. Alleen in Gosen hagelde het niet :9,26 Duisternis viel over Egypte maar waar de Israëlieten woonden bleef het licht : 10,23
Dit schema duidt goed de ontwikkeling aan in het verhaal van de plagen en maakt de bedoeling nog duidelijker : Ex.9,14-16 : Mozes zei in naam van God tot de farao:' Ik zal de zwaarste plaag over u loslaten. Dan zult ge weten dat er op de hele wereld niemand mijn gelijke is. Ik heb u in leven gelaten om u mijn kracht te laten zien en om mijn naam bekend te maken over heel de aarde.' Ex.10,2 : Ge kunt aan uw kinderen en kleinkinderen vertellen hoe hard ik ben opgetreden tegen Egypte. Zo zult gij weten dat Ik de Heer ben.