Lopend over een lange weg, over bergen en door dalen ben ik gegaan. Het laatste stukje hard gerend, dus tijd om even stil te staan.
Een weg met bergen, een weg met dalen. Een weg met sprookjes, en stomme verhalen.
Hoe hoger de berg werd, hoe dieper het dal leek. Maar ik kom terug in het verleden, als ik even omkeek.
Lopend over een lange weg, ben ik nu bijna waar ik zijn moet. Eindelijk bijna op mijn plaats, de rest van de weg tegemoet.
Even uitgerust, even stilgestaan. Maar na een korte pauze, is het tijd om verder te gaan.
Kies ik de weg met bergen en dalen? of een weg die constant gelijk gaat. Maar wat als de constante weg, de verkeerde richting op slaat?
Lopend over een lange weg, blijf ik de twee wegen zien. Stiekem blijf ik opletten, zie ik een derde weg misschien?
|