Aangekomen op de volgende locatie, lijkt wel het Scherpenheuvel van India. Verkennende wandeling met de typische foto's en morgen bezoeken we de basiliek, euh, de tempel hier.
Het was " Boeddha - dag" vandaag. Verstopt in de natuur vonden we op twee heuvels beelden, chaithya's en stoepa's van de vierde tot de negende eeuw (denken ze). En zoals het bij Boeddha hoort was de rust op deze locatie welkom. En de wandeling en klimtocht er naar toe een zegen, rustig tussen de rijstvelden.
We reizen hier met de snelheid en de bewegingen van een vlinder van stad naar stad. Eigenlijk is deze plek een voorstad van Visakpathnam, de miljoenenstad aan zee waar we nu reeds voor de derde keer dwars door sukkelden. Vanaf nu " en route" naar het zuiden van Indië. Deze stad brengt zich letterlijk en figuurlijk in stelling voor een festival. Hoe klein dan ook, naast de honden in India kan je niet naast kijken, ontelbaar. Er verschijnen ook meer fietstaxi's in beeld, zelfs in rustpose, hoe zalig moet dat zijn. En verder de klassieke beelden die je in elke Indische stad ziet.
We dachten vandaag een bustocht van 53 kilometer te doen om drie bezienswaardige Siva tempels te zien. WAT BLEEK! Daar aangekomen waren wezelf nog een grotere bezienswaardigheid voor de lokale bevolking. Wij keken naar de Madhukes-, Somes en Bhimeswara, zij bestudeerden ons. Aan U nu om uit te maken wie de grootste bezienswaardigheid was. In elk geval, bij de terugrit van drie uur liet onze chauffeur een bus in de tegenstelde richting stoppen om te zeggen : zie nu eens wie er in mijn bus zit!!!
Deze stad hebben we vandaag met een bezoek vereerd. De tempel van de schildpad was de opener. In de tweede tempel was zelf fotografie met GSM verboden. We eindigden met een stadswandeling met de traditionele plaatjes die je hier kan schieten. Walter, je vroeg naar het rode gebouw enkele dagen geleden. Het was gewoon een gebouw in een museumtuin waar de folklore werd voorgesteld.
Op het programma stond een rit van 200 km. De terugrit naar Visakhapatnam en verder met een bus naar Srikakulam. Twee tuktucs, een autorit, één busrit en 8 uur later waren we in het stadje, 14 km verder dan gepland. Verder zie je alle bankbiljetten in omloop en de bult geld waar we hier mee rondlopen. 10 ( €11 cent) waarde is het kleinste briefje, 500 ( € 5,50) waarde het grootste briefje. Er zij ook nog centen van 20, 5, 2 en 1 Rupee.
Omdat het Nieuwjaar was, mochten we eens een klein wandelingetje doen en het gemotoriseerde verkeer aan de zijkant laten. Dan begeef je U in de wereld van India zoals die echt is. Een beetje gejuich en vuurwerk deze nacht, maar dan lag de vermoeide bende al lang te slapen. En op 1 januari wordt er hier soms gewerkt zoals de andere 366 dagen.
Aangekomen in de heuvels, 1300 meter boven zeespiegel. Blijkbaar is deze plek the place to be in het weekend of op feestdagen, voor de mensen van hier, hoop ik. 111 km van Visakhapatnam, 4 uur bus plezier, vergezeld met 14 400 claxon-stoten van het voertuig waar wij mochten instappen. Soms om brommer of Tuktuk weg te rammen, af en toe om haarspeldbochten te nemen. Pokkkendruk, hier, onderweg en op bestemming. En, ja, wij zijn voor één keertje eerst aan het feest : dus, van harte, een gezond 2024 aan alle blog bezoekers en ver daarbuiten. 😉
Onze laatste dag in deze grootstad aan zee. Bij gebrek aan restaurants eet je zelfs op straat. Tut tut, vroem vroem, één dosa met CO 2, hopelijk is de EPC-WAARDE van deze plaats OK. Aan zee vonden we een gestrand schip, een kandidate miss India, ¶ twee buffels op het strand ¶ en een doop in zee van een tiener meisje. Met de kabelbaan kom je dan weer op een heuvel en toeristische plek voor de inwoners van deze stad, tevens voor schoolreisjes met picknick. We eindigden onze dag met een strandwandeling langs de aller armste kant van de stad, een plek waar de zee eigenlijk een openbaar toilet is of gewoon een stortplaats.
Visakhapatnam is de grootste stad in Andhra Pradesh. Men geeft de stad de bijnaam het juweel van de oostkust. De stad en metropool telt 3 miljoen inwoners. Je kan vanuit deze plek met de bus uitstappen maken naar Bheemili en Totlakonda om tempels te bezoeken. Onze trouwe bezoekers hun vragen willen we graag beantwoorden. Blootvoets lopen is hier normaal, schoenen zijn hier uitzonderlijk. 80% van de mensen draagt hier sleffers of teensletsen. De grote schalen bij de dames in de vissershaven waren om een visje mee te krijgen.
De lange naam Visakhapatnam mag je afkorten naar VISAK ( klinkt als vies zak), we zijn dus aan zee, meer bepaald de Golf van Bengalen. Een strandwandeling, kuieren over de promenade, dat hoort toch bij de zee, nee. Veel beelden en enkele voorwerpen en musea versieren de promenade. Indiërs gaan volledig gekleed in zee en komen er dus geweekt uit, zelfs in het weekend. De promenade eindigt in de vissershaven, met geuren en kleuren, maar voornamelijk de geuren blijven me bij.
Eerst ziet U nog even het gewone leven van India. We hadden een trein geboekt in de vooravond, dus kon een gewone wandeling door de stad. Of wat bankieren, of naar de kapper ( kostprijs €2). We wisten wel dat we een snelle verbinding hadden, maar het werd met "den TGV" naar zee. Wat een verrassing, wat een luxe, tegen 130 km scheuren door India. Ongezien, en redelijk recent, te zien op de videobeelden op de schermen in de trein. We namen vroeger nog wel eens een trein in India : wat een revolutie is dit. Opgelet, de gewone treinen zijn er nog, deze rit was eerder uitzonderlijk, een prestigeproject, lijkt het ons. Dus straks onze voeten in de Golf van Bengalen.
Een nieuwe dag een nieuwe tempel, de Kakatiya Rudreshwara, erkend als werelderfgoed. Met de taxi er naar toe, nadat we onze koffie in de ochtend al met de priesters deelden. Nadien was er nog tijd voor het leven op het platteland, het fort van Warangal en weer een tempel. De man met trommel ging een begrafenisstoet voor, de overledene werd door de familie gedragen. En een tempel bezoek je ook op tweede kerstdag op je paasbest.
Het werd letterlijk een daguitstap van 7 uur in de ochtend tot 22 uur 's avonds. Op de boot zaten 4 keer zoveel mensen als er zitplaatsen waren, wat hallucinante beelden gaf bij het op en afstappen. De chauffeur van de bus reed dan weer in Verstappen-stijl en slalomde 280 km al toeterend iedereen van de baan. En de foto' s spreken voor zich, de eerste keer Boeddha, hoera, en prettig kerstfeest gewenst.
Vermits Bidar de enige locatie links van Hyderabad was die we bezochten, mochten we de vrolijke 150 km terugrijden. Alles leek goed te verlopen tot we 1 uur voor de grote stad plots uit de bus werden gekieperd. Met bagage en al op de stadsbus en tjokvol naar het centrum. Aangekomen werd er een treinverbinding geregeld voor 27 december. En de dag sloot met de Hindoeïstische Mirla tempel, met uitzicht op alle topics die we in het begin van de reis zagen. En ja, wandelen in deze stad "is very dangerous, sir"!!!
Een immens fort uit de vijftiende eeuw kon je hier gratis bezoeken. De obligate foto's met de klasjes hoorden er natuurlijk weer bij. En 10 minuten verder weer de verzameling van graven, bijvoorbeeld het mausoleum van Ahmad Shah-Al-Wali Bahmani ( omdat deze naam goed bekt, toch😜).
Één mausoleum lag nog iets verder. In Bidar wordt er ook Bidri geknutseld : men beitelt er zink- of zilverdraden in een kunstig voorwerp. En toen was het tijd voor de Sikh-tempel Guru Nanak Jhira Sahib. De tempel mag je enkel blootvoets, goed gemutst en met lange pijpen bezoeken. Vandaar onze verkleedpartij.
Na een schokkend ritje ( letterlijk en figuurlijk) van 150 km gedurende vijf uur in een tuig dat ooit een bus genaamd is, aangekomen in Bidar. Twee antwoorden moeten we hier de hele dag door geven. "Belgium" en " Two months". Aan jullie om te raden wat de vragen waren. En ja, wij lijken hier soms wel de attractie van de dag voor de gewone Indiër.
Het gerecht met de vele potjes is een tali. Je eet het met garlic Naan, een zoute pannenkoek. Sommige potjes zijn pikant, en die met het balletje is je dessert, deeg in honing, mierenzoet. Ik ben fan, zelfs meer, ik ben een tali's-man.