Zij woonde in de sloppen van het oude Amsterdam waar nooit een zonnestraaltje haar venster binnenkwam gedreven door de armoe werd zij prostituee en voor een handvol centjes ging zij met ieder mee.
REFREIN Haar naam was Keetje Tippel, omdat ze op de straat haar lichaam moest verkopen in 't donker 's avonds laat ze leefde van de zonde maar toch was zij niet slecht daarom kwam Keetje Tippel aan het eind nog goed terecht.
Maar toen kwam in haar leven, een jonge blonde held hij hield wel veel van Keetje, maar meer hield hij van geld zij gaf hem al haar liefde, maar hij bleef haar niet trouw want hij zei tegen Keetje " ik neem een rijke vrouw".
Toen moest zij weer de straat op, 't was dààr dat zij hem zag tijdens de revolutie, gewond als hij daar lag. Het was een man van adel, hij stierf al na een jaar zijn huis en al zijn rijkdom, vermaakte hij aan haar.
Schoon is de jeugd,die zelf zich eert, Sterk als gedegen staal, Vredig van aard, maar die zich weert Vecht voor heur ideaal
Were di, kameraad (bis) Eerst te woord dan ter daad. Were di, kameraad! Were di, waar ge zijt! Were di, sta bereid! Were di, waar het lot U ook leidt Were di!
Flink is de jeugd, die durft en wil, Wat heur behoort in recht. Nooit zich vergooit voor vreemde wil, Taai om heur waarden vecht!
Rijk is de jeugd die denkt en strijdt, Om wat nog komen moet. Kloek en beraden zich bereidt Harten en zielen hoedt.