Droomcruise langs Egyptische pareltjes
Het hoogtepunt van de cruise is het bezoek aan Abu Simbel.
Een cruise op de Nijl is onvergetelijk, maar je moet er de talloze boten en de wachtrijen aan de tempels bij nemen. Met een cruise op het Nassermeer vaar je rustig van Aswan naar Abu Simbel. Wij gingen aan boord van de gloednieuwe MS Eugénie.
Onderweg kom je geen andere schepen tegen. Heel wat anders dan op de druk bevaren Nijl.
Het schip heeft een zwembad en luxueuze kajuiten in victoriaanse stijl.
De Sfinx in de Vallei der Leeuwen.
Het is een lange tocht naar de tempel van Dakka en Meharakka. Gelukkig kan je er op een dromedaris naartoe.
Het Nassermeer is een stuwmeer in het zuiden van Egypte. Het ontstond na de bouw van de Aswandam over de Nijl tussen 1958 en 1970. Het meer is 550 km lang en tot 35 km breed. Door de bouw moesten dorpen verdwijnen, terwijl archeologische vindplaatsen werden ontmanteld en elders opgebouwd, met Abu Simbel als bekendste voorbeeld.
Achter de Aswandam ligt het schip MS Eugénie op ons te wachten. Aan boord worden we onthaald door vriendelijke stewards die klaarstaan met vochtige doekjes en er wordt heerlijke icetea geserveerd. Het lijkt een inwijdingsritueel voor iedereen die voet zet op het schip. Ook als we de komende dagen terugkomen van een excursie, staan de stewards ons op te wachten met doekjes en thee.
Zoals in een boek Terwijl onze koffers naar onze kajuit worden gebracht, genieten we van de eerste indruk van de Eugénie. We wanen ons in een boek van Agatha Christie: alle vertrekken zijn in victoriaanse stijl, maar met kleurrijke accenten en eigentijds comfort. Zo heeft elke overdekte ruimte airconditioning.
Op weg naar onze kajuit piepen we binnen in de andere kajuiten. Nooit overdreven groot, maar des te charmanter. Het mahoniehout straalt klasse en luxe uit. Elke kajuit heeft zijn badkamer en een balkon met twee stoelen.
Onder de grote tent van het achterdek is een bar en buffet, boven is er nog een zonnedek met zwembad. Op het voordek staan romantische rietzetels. Het uitzicht vanop het dek is beter dan elke literatuur: woeste bergen, eeuwenoude tempels, een lichtblauwe lucht.
Met slechts zeven cruiseschepen op het meer, hebben we het gevoel hier alleen te zijn. De navigatiesystemen van de schepen zijn zo afgestemd dat we elkaar nooit kruisen. Elke boot heeft ook zijn eigen aanmeersteiger of ankerplek bij kleinere eilandjes. Hier geen tien cruiseboten die zij aan zij liggen, zoals op de Nijl. Als we aan land gaan voor een bezoek aan een tempel, worden we met bootjes gebracht. Het expeditiegevoel is compleet. Iedere keer voelen we ons als een schattenjager die het moederschip verlaat.
Een cruise is blijkbaar meer dan op het dek liggen te niksen met een cocktail. De eerste dag hebben we al een stevig programma. We gaan naar de tempels van Kalabsha en van Beit el Wali, én we houden onderweg nog even halt bij de kiosk van Kertassi. Onze gids kent de historische plekken en de drukste momenten. Als we bij de tempels komen, vertrekt er net een groep. Nadien hebben we het rijk voor ons alleen. 's Avonds worden onze inspanningen beloond met een lang diner, ongestoorde nachtrust en een ontbijt waar zelfs onze Engelse dekgenoten van onder de indruk zijn. Blijkbaar is ons schip 's nachts aan zijn afvaart begonnen. Wij hebben het niet gemerkt. Als we na het ontbijt onze handdoek willen nemen om ons neer te vlijen op het zonnedek, komt een scheepsjongen ons halen voor de expeditie van de dag: de Vallei van de Leeuwen.
De tocht gaat naar de tempel van Dakka en Meharakka. De temperaturen zijn flink gestegen en we zien op tegen de wandeling. Geen probleem, een woestijntaxi ligt klaar. De dromedaris laat zich met gemak berijden. Zorg dat de gids een prijsje onderhandelt. Die avond wordt het diner aan tafel geserveerd, een uitgebreid vijfgangenmenu met internationale gerechten. Voor de rest is het eten luchtig en aangepast aan de temperaturen. Nagenieten doen we onder de sterren op het bovendek, met een cocktail.
De machtige tempel De volgende dag stijgt de spanning. Na een lunch op het dek met zicht op de rots van Ibrim, naderen we de tempel van Abu Simbel. Het bouwwerk ter ere van Ramses II is een van de grootste van Egypte. En bijna dreigde het kopje onder te gaan? Toen de stuwdam van Aswan gebouwd werd, zou de tempel worden opgeslokt door het water. Gelukkig heeft Unesco deze tempel en nog 13 andere bouwwerken laten verplaatsen. Daarvoor werden de tempels in blokken van 20 tot 30 ton gezaagd en alle 1.036 stukjes 65 meter hoger weer in elkaar gepuzzeld. Prijskaartje: 1 miljard euro. Duizenden jaren na de Egyptenaren, hebben internationale werklui hun krachttoer dus over gedaan.
Het is een indrukwekkend zicht vanaf het dek als Abu Simbel opdoemt in de avondzon. Het bezoek aan de tempel is onvergetelijk, evenals het klank- en lichtspel elke avond. Twee keer per jaar vindt er een zonnewonder plaats over Abu Simbel. Op 22 oktober en 22 februari verlichten de eerste zonnestralen het 65 meter diepe heiligdom. Dit is de enige keer dat de zonnestralen de stenen in de tempel beschijnen. De andere 363 dagen is het wonder al net zo groot.
|