Reisverslag Santiago

Van Lier naar Santiago de Compostella
15-05-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 12 : 23 maart 2013

van  Hastiére-par-dela naar Givet

Het heeft bijna de hele nacht geregend. Ik sta op rond 8 uur en pak alles in

Aan de deur van de pastorij hangt een papier dat er de vorige avond niet hing, met de vermelding – in het Frans en het Nederlands – dat dit geen pastorij meer is en dat ze geen onderdak verlenen aan pelgrims. Zo, dat weten we dan voor de volgende keer.

Weer loop ik langs de Maas, maar nu aan de kant van Hastiére-par-dela. De weg is onverhard en het is moeilijk stappen, vooral omdat er overal plassen zijn. Aan de eerstvolgende barrage steek ik over en volg de Maas aan de andere kant. Het pad  loopt hier gemakkelijker. Het regent bijna de ganse weg.

In Hastiére, net voor de grens, vind ik een café dat open is. Ik stap binnen en drink een  koffie om op te warmen.

Dan steek ik de grens over: nu ben ik in Frankrijk, niet meer thuis. Aan beide kanten van de weg is de Franse vlag op de grond geschilderd.

Nu loop in niet meer langs de Maas. Er is zo goed als niemand te zien: wie niet naar buiten moet, blijft binnen.

Ik heb deze morgen niet gegeten en begin honger te krijgen. Ik stop in de straat, zet mijn stoeltje (een driepikkel) recht, ga er op zitten en eet langs de weg rustig een banaan en twee appels (die uit Anhée). Een jongen fietst voorbij en kijkt wat vreemd.

Ik stap verder naar Givet. In het centrum op een plein staat er gelukkig een stadsplan; daarop zoek ik de straat waar ik moet zijn. Ik heb niet verwittigd. Op het betreffende adres staat een gebouw met een hoge muur en daarin een ijzeren deur met een bel. Ik bel, en nog eens, en nog eens… maar niemand doet open. Dan zie ik een blad met een pijl die verwijst naar de andere hoek van het gebouw. Ik loop erheen en plots hoor ik roepen “pèlerin”. Ik draai me om en een man komt me achterna gelopen. “Pèlerinvraagt hij. Ik zeg ja, en hij brengt mij naar het verblijf voor de pelgrims. De bel werkt niet meer. Ik zag je lopen en ben je maar gevolgd, zegt hij.

In de kamer staan twee bedden, een klein keukentje met kookplaat, microgolfoven. Er staat soep (pakjes). Er is een douche, toilet, verwarming. Alles erop en eraan. Ik mag zelfs blijven tot maandag – een dagje rust na zes dagen stappen!

Even later komt er een tweede pelgrim binnen. Het is Jos, iemand uit Laakdal. Hij blijft maar tot morgen, zondag.




15-05-2013, 23:00 geschreven door hendrik


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 11 : 22 maart 2013

van  Tenneville naar Anseremme en verder naar Hastiére-par-dela

Om 7h gaat mijn wekker.

Kris is al aangekomen en staat in de keuken met Karl te praten. Karl bakt eieren met spek. De tafel is gedekt voor het ontbijt.

Rond 9h nemen we afscheid van Karl, en Kris brengt me terug naar Dinant, of beter gezegd naar Anseremme, iets onder Dinant, omdat het van daaruit beter stappen is. Kris zet mij af aan de barrage, die ik oversteek. Zij rijdt naar de eerstvolgende brug, steekt die over, parkeert haar auto aan het kasteel van Freÿr en komt mij te voet tegemoet. We lopen een eindje samen tot we terug aan het kasteel zijn. Daar eten we nog iets en ik drink de warme soep op die Kris me in mijn thermosfles heeft meegegeven. En nu is het tijd om afscheid te nemen.

Weer verder langs de Maas, koud en killig. Normaal wordt de afstand Dinant-Givet in één keer afgelegd, maar ik voel mij nog niet helemaal in orde. In Hastière-par-dela is er een café-boulangerie open en ik stap binnen om een koffie te drinken. In het boekje ‘Via Monastica’ vind ik een adres met telefoonnummer in Hastière waar ze onderdak verlenen aan pelgrims. Ik bel, maar het nummer is niet meer in gebruik. In de boulangerie vraag ik waar dat adres zich bevindt – 3 km terug. Uiteindelijk verwijst de vrouw mij naar de pastorij, de  presbytère, 50 m verderop, vlak achter de kerk. Ik loop erheen, maar alles is dicht. Ik hoor wel een hond blaffen. Het is al na 17 uur en het wordt koud. Voor alle zekerheid zet ik mijn tent op.

Ik hoor een paar huizen verder een auto aankomen, en ik ga daar eens informeren hoe het zit met de opvang in de presbytère Ik word heel vriendelijk ontvangen, maar ze vragen wel naar mijn geloofsbrief. Zodra ze die zien, is alles in orde. In de  ‘presbytère’ zit het blijkbaar een beetje vreemd in elkaar: er woont iemand, Narcis, en dan is daar een zekere meneer Petit bij komen wonen. Meer weten ze niet. Meneer Petit blijkt de man te zijn van het adres in ‘Via Monastica’ en dat geeft me hoop. Ik keer terug naar mijn tent en wacht tot meneer Petit er is. Even later stopt de wagen van Narcis, een refugié van Afrikaanse origine. Ik leg uit wie ik ben en wat ik kom doen en vraag naar meneer Petit, maar het enige antwoord dat ik krijg is: “Je ne sais pas.” Ik zeg dat ik zal wachten tot hij er is en ga terug in mijn tent zitten.

Plots roept de vrouw van daarnet mij. Ze nodigt mij uit om te komen eten. Veel honger heb ik niet, maar toch liever ergens binnen zitten dan in mijn tentje.

Ik doe mijn verhaal over Narcis en zij en haar man zijn heel verontwaardigd. Mevrouw is heel beslist en verzekert mij dat ze vader abt van de abdij van Leffe daarover zal aanspreken. Zelf heeft ze altijd voor de abdij gewerkt.

Meneer zoekt op het internet een overnachtingsplaats in Givet. Het enige wat ik heb, is een telefoonnummer en een adres.

Ik ga terug naar mijn tent, maar bel eerst nog even aan aan de pastorij. Niemand doet open en ik ga gewoon slapen.

Plots hoor ik buiten stemmen die nogal hoog oplopen. Ik blijf stil. Geen reactie.




15-05-2013, 22:54 geschreven door hendrik


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 10 : 21 maart 2013 van Anhée naar Dinant en verder naar Tenneville

Dag 10 : 21 maart 2013

van  Anhée naar Dinant en verder naar Tenneville

Ik sta op om 7h,  en breng mijn spullen naar beneden. Ik pak eerst mijn kar in en ga dan aan tafel, waar het ontbijt klaar staat.

Mevrouw vraagt: “Bien dormi?” en ik doe mijn verhaal, maar ze hebben er niets van gemerkt, want ze slapen beneden. Ondertussen komen een paar ouders met hun kinderen binnen. Mevrouw doet aan kinderopvang. De kinderen kijken verwonderd en mevrouw legt uit aan de ouders dat ze onderdak verleent aan pelgrims, en dat er dus 's morgens iemand kan aanwezig zijn. Tegen een van de kinderen die heel verrast kijkt, zegt ze: “Tu vois, monsieur mange!”

Mijn systeem ligt nog overhoop en ik eet zo weinig mogelijk. Ik heb trouwens geen zin in eten. Ik krijg een lunchpakket mee, maar dat houd ik ook heel beperkt. Wel een paar appels.

Bij mijn vertrek wordt er aan de deur een foto genomen van mij samen met Jacques en de coquille, voor het fotoboek. En dan loopt Jacques nog een eindje mee, ongeveer 100 m, tot aan de Maas. Vanaf nu ben ik weer alleen.

Ik loop verder naar Dinant. Jacques heeft vader abt van de abdij van Leffe laten weten dat er een pelgrim zou komen. Om 11h00 is er mis van de monniken en ik wil die zien. Het valt niet mee: de diarree is nog niet over, en ik voel mij nogal leeg, maar ik stap verder om op tijd in Leffe te zijn. Het is tenslotte maar 6 km.

Een beetje vóór de sluis voor Dinant – in de buurt van de abdij – zie ik iemand op een bank zitten. Het is een pelgrim, Johan, die op terugweg is. Nog drie dagen te gaan en hij is thuis. Hij is in september vertrokken en helemaal te voet naar Santiago getrokken en te voet teruggekeerd.

Wij praten een kwartiertje, maar moet dan verder, wil ik op tijd in Leffe zijn.

Even later bereik ik de sluis. Ik steek over en loop dan de verkeerde richting uit. Een kilometer verder vraag ik de weg en sturen ze me terug. Ik ben net op tijd terug aan de abdij. Een paar minuten later begint de mis met een 10-tal monniken.

Na de mis ga ik terug richting Maas en bel ik Kris op. Ik wacht op haar in een taverne die aan het water ligt, net buiten het centrum van Dinant. Ik val bijna in slaap. Plots kijk ik op en ik kijk recht in het gezicht van de kelner, die was komen kijken wat er aan de hand was.

Uiteindelijk komt Kris aan en we rijden tot bij haar thuis in Tenneville.

Eerst kijken we of Karl thuis is, want bij hem mag ik overnachten. Hij is er niet en we rijden door naar haar appartement. Het is ijzig koud geworden en we gaan vlug naar binnen. Kris doet mijn was. Veel is het niet, maar alles moet op tijd gewassen worden, want ik heb niet veel bij.

Kris maakt eten klaar, maar mijn eetlust is nog niet groot en de rest geeft ze mee voor de volgende dag.

Rond 8 uur laat ze Karl weten dat we eraan komen. Karl wijst mij mijn kamer. En nu terug naar het gastenverblijf, want Thuis mag niet gemist worden. Ik neem plaats naast de brandende houtvuurkachel.

Daarna praten we nog wat over Santiago, want Karl is er ook geweest.

Om kwart vóór 22U ga ik naar mijn kamer. Het wordt een betere nacht dan de vorige.



15-05-2013, 22:18 geschreven door hendrik


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 9 : 20 maart 2013 van Namen naar Anhée

Dag 9 : 20 maart 2013

van  Namen naar Anhée

Ik heb mijn wekker gezet op 7h. Ontbijt om 8h.

Ik pak alles in en laad mijn kar voordat ik de eetkamer binnenga. Mevrouw is druk in de weer en meneer Jean zit rustig aan tafel.

Ik vertrek richting Dinant. Het is koud en regenachtig. Ik blijf de Maas volgen. Dat is de route die aangeduid is als de Santiagoroute, met de nodige markeringen.

Ik heb het zwaar na gisteren en moet regelmatig stoppen, maar het is te koud om langer dan 10 min stil te staan. In Profondeville is er een taverne open. Binnen drink ik een kop koffie om mij op te warmen, maar mijn kar moet buiten blijven.

Ik loop verder langs de Maas via Godinne. In Anhée aangekomen zoek ik een overnachtingsadres. Het dichtstbijzijnde is in Anhée, ca. 1 km van waar ik mij nu bevind. Ik bel en kan er gelukkig naartoe. Het is onverwacht, maar meneer is thuis. Een half uur later kom ik aan. Het is dicht bij de Maas en ik hoef er niet voor om te lopen.

Op tafel staan veel flessen bier: Meneer Jacques is voorzitter van de plaatselijke wandelclub en zondag houden ze een tombola. Ze moeten nog alles voorbereiden. Vandaar al die flessen bier op tafel.

Ze ontvangen veel pelgrims, vorig jaar 70, en ze houden een fotoboek bij van alle pelgrims die er zijn geweest. Meneer Jacques toont mij zijn boek en geeft uitleg bij alle ‘specialekes’, zoals een man uit Helsinki die te voet naar Santiago ging en hier halfweg was, twee ingenieurs met een zelfgemaakte steekkar met alles erop en eraan: keukentje, tafeltje, stoeltjes en een gps op zonnepanelen… in totaal 90 kg. Vóór ze in Vézelay waren, hadden ze al de helft teruggestuurd.

Daarna wijst hij mij mijn kamer en de badkamer. Ik kan gerust eerst douchen en dan naar beneden komen. Ik neem een douche en tegen dat ik beneden ben is mevrouw thuis. Ze maakt vlug eten klaar: spek met eieren. Normaal is er vlees, maar omdat ik onverwacht ben gekomen is er geen vlees. Ondertussen komen er nog een paar vrouwen om de tombola voor te bereiden: pakjes maken, nummer opplakken, enz.

De telefoon rinkelt en ik hoor Jacques zeggen: «Non, mais il y a ici quelqu’un qui parle néerlandais», en ik krijg de telefoon toegestoken. Een Nederlander is op zoek naar een overnachtingsplaats. Die heeft even geluk gehad, anders was hij nu aan het zweten.

Door de drukte van de voorbereidingen voor de tombola loop ik er wat verloren bij. Ik kan op de laptop mijn e-mails bekijken via internet, en daarna kijk ik boven op een kamer naast mijn slaapkamer naar een mini-Tv’tje. Ik hou het niet lang vol en kort daarna ga ik slapen.

Het wordt een nacht om niet te vergeten: diarree! Ik ben wel 10 keer opgestaan. Het vreselijkste is nog het doorspoelen: zoveel lawaai! Ik ben bang dat ik het hele huis wakker maak! Gelukkig is het toilet vlak naast mijn kamer.




15-05-2013, 22:14 geschreven door hendrik


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 8 : 19 maart 2013 van Huppaye naar Namen

Dag 8 : 19 maart 2013

van  Huppaye naar Namen

Om 7h30 sta ik op en begin ik in te pakken. Mijn tent is nat en buiten regent het nog een beetje. Ik pak alles in terwijl ik het buitenzeil laat opstaan. Als laatste pak ik het buitenzeil in en steek het natte zeil in een aparte zak, die ik boven op mijn kar bind. Net op tijd: Sebastien komt mij roepen voor het ontbijt.

De kinderen moeten naar school en we nemen afscheid.

Ik volg weer de Ravel, deze keer tot in Namen. Het is kil en regenachtig, twee keer vallen er zelfs hagelstenen. Terwijl ik rust neem aan een bank, komen er plots twee pelgrims aan.  Het zijn Paul uit Lille (provincie Antwerpen) en Tilda uit Peer. We praten even en dan trekken ze verder.

Ondertussen begint het te regenen en trek ik mijn poncho aan.

In Eghezee stop ik even aan het stationsgebouw te lunchen,  want er is nergens een café open – die zijn blijkbaar alleen open in het toeristisch seizoen. Het gebouw dateert van toen de Ravel nog een spoorlijn was. 

Ik heb nog geen overnachtingsplaats voor vanavond en bel naar een adres uit het boekje 'Via Monastica'. Geen probleem, maar niet vóór17 uur. Dat is dan ook weer in orde.

Ik probeer goed door te stappen, want als je stopt, krijg je het heel snel koud. Het is nog 15 km tot in Namen – verder dan ik gedacht had. En de overnachtingsplaats is dan nog eens 4 km onder Namen. Ik probeer er niet aan te denken en stap door.

In Namen aangekomen ben ik doodop.  Het is koud. Dan volg ik de Maas. Vanaf nu ‘tjsool’ ik verder. Het is niet meer plezant: kilometer na kilometer tot ik er ben.

Aan de deur hangt een briefje: bel kapot, kom maar binnen. Ik sleur mij kar binnen. Mevrouw komt onmiddellijk: de kar is geen probleem, maar ze moet een beetje aan de kant staan.

Ik neem het hoogst nodige mee naar boven en ze wijst me de kamer, de badkamer en het toilet. Het is een oud huis met hoge kamers.

Ik neem een douche en ga naar beneden. De tafel is gedekt. Haar man, Jean, is er ook. Even later komen haar zoon en zijn vrouw er ook bij.

Er is ook soep van de drie laatste preien uit de tuin. Na het eten gaat de zoon en schoondochter weg. Ik blijf nog even beneden, maar ben zo moe dat ik heel vroeg naar bed ga.

Het is ongeveer 8 uur.



15-05-2013, 22:10 geschreven door hendrik


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 7: 18 maart 2013 van Kumtich naar Huppaye

Dag 7: 18 maart 2013

van  Kumtich naar Huppaye

Vandaag vertrek ik van bij Barbara. Opnieuw herschik ik al mijn spullen om nog eens zoveel mogelijk achter te laten.

Ik trek langs wandel/fietspaden en weer is het even ploeteren door de sneeuw tot in Hoegaarden. Daar zie ik twee wegenwerkers: de ene staat in een put en zegt tegen zijn collega: “Die gaat naar Santiago.” Zijn collega kijkt ongelovig. “Als ik 65 ben ga ik dat met ex-renners ook doen”, zegt hij.

In Hoegaarden begint de Ravel  het is een fietspad, aangelegd op een oude spoorweglijn.

Aan het begin van de Ravel stop ik even om iets te eten. De Ravel loopt rechtdoor tot in Namen. In Jogoigne stap ik een Carrefour binnen. De kassierster vraagt wat mijn plannen zijn en roept meteen haar collega: “Monsieur est motiver.”

Ergens op de Ravel zit een man op een houten afsluiting. Hij vraagt waar ik naartoe ga. Saint Jacques. “Dat zou ik ook willen doen, het is een droom van mij”, zegt hij, “maar ik moet voor mijn moeder zorgen.” Dat is al de tweede vandaag die het ook zou willen doen.

Als ik in Huppaye ben, wordt het heel koud. Ik zie geen mogelijkheid om een overnachtingsplaats te vinden. Net voorbij de Ravel staat er een huis met een grote beschutte tuin. Ik bel aan en vraag aan de vrouw die de deur opent of ik mijn tent mag opzetten in de tuin. Geen probleem, en ze wijst me de weg naar de tuin. Als ik iets nodig heb, moet ik het maar zeggen.

Ik zet mijn tent op en bel even later nog eens aan en vraag of ik het toilet mag gebruiken.  Ze wijst me het toilet en vraagt of ik een bad wil nemen. Ze roept haar 14-jarige dochter, die boven zit, en zegt dat ze de badkamer moet vrij maken, want de monsieur moet zich wassen. Als ik terug beneden kom is alles geregeld voor de ‘repas’. Ze zullen me roepen als haar man thuis is.

Ik ga terug naar mijn tent en kruip in mijn slaapzak, want het is buiten koud en killig. Gelukkig heb ik een goede slaapzak, die tot 15°C onder nul nog comfortabel is.

Een half uur later komt haar man, Sebastien, mij roepen voor avondeten – in het Nederlands: hij is geboren en getogen in Edegem. Ze hebben 4 kinderen: twee  zonen – van 12 en 10 – en twee dochters – van 14 en 5 jaar.

Na het eten praten we nog wat.

De kinderen gaan naar bed en ik krijg een kus van Constance, de kleinste.

Het regent zowat de hele nacht.



15-05-2013, 22:05 geschreven door hendrik


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 3, 4, 5 en 6: 14, 15, 16 en 17 maart 2013 van Nieuwrode naar Kumtich

Dag 3, 4, 5 en 6: 14, 15, 16 en 17 maart 2013

van  Nieuwrode naar Kumtich

’s Morgens ontbijt. Ik krijg ook nog een lunchpakket, water en koffie in mijn thermoskan mee. Herman brengt mij tot aan het kruispunt.

Bij gebrek aan een goede kaart kies ik voor de kortste weg: gewoon langs de hoofdweg tot Binkom, vandaar naar Kerkom en dan naar Kumtich. Ik ben heel blij als ik er ben. Een dagje rust zal me goed doen.

Alexander is een beetje ziekjes, en oma Griet is er om voor hem te zorgen. Na haar werk komt Barbara thuis.

 

Het was de bedoeling om één dag te blijven om wat uit te rusten, maar omdat ik de eerste dag op de kinderen heb gepast en nog eerst eens naar SA Adventure wil gaan zijn het er twee geworden, en tenslotte drie omdat ze de derde dag nog een kinderoppas nodig hebben


15-05-2013, 22:00 geschreven door hendrik


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 2: 13 maart 2013 van Heist-op-den-Berg naar Nieuwrode

Dag 2: 13 maart 2013

van Heist-op-den-Berg naar Nieuwrode

’s Morgens, na het ontbijt, herschik ik mijn spullen. Ik wil nu al een deel terug meegeven met Jonas, die me straks terug naar het station zal brengen. 

In de apotheek aan het station koop ik complete pleisters tegen de blaren. Omdat ik geen goede kaart heb, probeer ik zoveel mogelijk de spoorlijn te volgen, die tot in Aarschot loopt. Daar voorbij, in Nieuwrode, heb ik mijn tweede overnachtingsplaats.

Onderweg ben ik mijn Tilley-hoed kwijt geraakt: die moet van mijn hoofd zijn gewaaid, en doordat ik daaronder nog een muts droeg tegen de kou, heb ik niets gevoeld. Jammer.

Op de grote markt drink ik nog een koffie op een terras, waar ik aangesproken word door een man en een vrouw: de man is een enthousiaste wandelaar. Ze wijzen me de weg naar Nieuwrode.

In Aarschot bel ik het gastgezin op, waar ik zal overnachten. Ze wonen afgelegen en zullen mij  komen ophalen aan het kruispunt van Nieuwrode; ik hoef enkel op te bellen als ik daar ben.

Enkele minuten later komt een vrouw aan met de wagen, en vraagt mij heel vriendelijk om mijn kar in haar auto te laden. Ze was toevallig in het dorp!

Onmiddellijk krijg ik iets te drinken aangeboden en hun zoon Bert, die aan het koken is, wijst mij de badkamer, waar ik een douche kan nemen. Als ik terug beneden kom, is de gastheer thuis.

Na het avondeten zoekt Herman, de gastheer, op het internet adressen van overnachtingsplaatsen in Wallonië bij het Waalse Santiagogenootschap.

Rond 10 uur ga ik slapen in een heel zacht bed…



15-05-2013, 22:00 geschreven door hendrik


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 1: 12 maart 2013 van Lier naar Heist-op-de-Berg

Dag 1: 12 maart 2013

van Lier naar Heist-op-de-Berg

Het vertrek begint nogal chaotisch. Ik heb gisterenavond mijn geloofsbrief en stempelboekje zorgvuldig klaargelegd, maar kan het nu nergens vinden. Het stempelboekje heb ik nodig om mijn eerste stempel op te halen in het toeristische informatiebureau in Lier.

Alles uitgeladen en opnieuw ingepakt, maar nog steeds nergens te vinden. Uiteindelijk besluit ik om zonder te vertrekken.

Het is een witte start! Het heeft tijdens de voorbije nacht gesneeuwd, en een sneeuwstorm heeft de stuifsneeuw doen opwaaien. Samen met Mia, die de eerste dag mee stapt, vertrek ik thuis om 8h45.

Aan het bureau van de toeristische informatie staan Petri, Paul en Dianne ons op te wachten. Bij gebrek aan een stempelboekje krijg ik een stempel op een kaart van de stad Lier.

De lange tocht kan beginnen. Het is een mooi begin in de witte sneeuw.

Het was de bedoeling de Nete zoveel mogelijk te volgen omdat het daar rustig stappen is, maar omwille van de sneeuw, nemen we de weg die naast de spoorlijn loopt. Dat ziet er beter uit. Althans in het begin – want een halve kilometer verder stopt de weg. Dan moeten we een wandelpad door het bos volgen, dat helemaal ondergesneeuwd is. Eenmaal erdoor proberen we opnieuw de spoorlijn te volgen, omdat die een rechte verbinding vormt met Heist-op-den-Berg, en ik in Houtvenne, een vijftal kilometers voorbij Heist, een eerste overnachtingsadres heb. Voor Mia komt dat ook goed uit, omdat ze dan de trein terug naar Lier kan nemen.

We stoppen in Berlaar, dat tussen Lier en Heist-op-den-Berg ligt. In het oud stationsgebouw drinken we nog een koffie en als het tijd is voor de trein nemen we afscheid. Terwijl Mia naar huis spoort, zet ik mijn weg te voet verder richting Heist-op-den-Berg.

Van hieraf probeer ik zoveel mogelijk de spoorlijn te volgen, maar op een landelijke weg moet ik door een strook waar de opgewaaide sneeuw dertig centimeter dik ligt.

Rond 4 uur kom ik aan in Heist-op-den-Berg, maar wel aan de verkeerde kant van de spoorweg. Met mijn kar moet ik eerst een trap op en dan een trap af, om aan de juiste kant van het spoor te geraken.

Het is nog te ver naar Houtvenne – de sneeuw heeft voor heel wat vertraging gezorgd – en zoals afgesproken bel ik Mia, die mij dan zal komen oppikken en naar Houtvenne brengen.

Ik wacht in café ’Het Hoekske’, waar ik in het boekje ’Via Monastica’ mijn geloofsbrief en stempelboekje vind: ik had ze daarin gestoken om ze zeker niet te vergeten!

Een half uurtje later komen Mia en Jonas aan. Zij brengen mij met de auto naar Houtvenne bij Ria. Ria is thuis met de kinderen, Olivia en Luka.

Als Stijn, haar echtgenoot, ’s avonds thuis komt, eten we. Het is heel gezellig en we worden niet afgeleid door een teevee, want die is er niet.

Stijn speelt gitaar en heeft die avond repetitie met enkele muziekvrienden. Als de kinderen in bed liggen, praat ik nog wat met Ria, terwijl Stijn muziek maakt.

Rond 11 uur ga ik slapen op een matras in het bureau.



15-05-2013, 21:55 geschreven door hendrik


E-mail mij

Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


Blog als favoriet !


Blog tegen de regels? Meld het ons!
Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!