Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
PORTUGAL 2008 Dagboek
Fietsen van Porto naar Faro 2008
De bende van BOB
08-12-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.09 Dag 6 19-05-08 Portugal 2008 Guarda - Covilha

9  Guarda - Covilhã

 

Om 8h00, ontbijtbuffet. We doen ons tegoed aan alles wat er wordt voorgezet. Ondertussen hebben we de weersvoorspellingen op TV kunnen volgen………Het belooft niet veel goeds. Hierop beslissen we om de rit voor vandaag zo kort mogelijk te houden. Het voorziene traject door de “Serra de Estrela” via de Torre naar onze volgende bestemming Covilhã is zo’n 80km. De Torre is de hoogste berg van Portugal met de top op 2000m een beklimming vergelijkbaar met de Mont Ventoux.

 

Na onze memorabele rit van gisteren en de weersvooruitzichten besluiten we dat niet doen. We beslissen de rit door de “Serra da Estrela” te volgen tot Valhelhas om daarna via Belmonte en de N18 onmiddellijk naar Covilhã af te dalen. We schatten dat de rit hierdoor ongeveer 30km korter zal zijn. Onze hotelbaas vindt dit een wijs besluit, hij denkt dat de Torre vandaag door mist en laaghangende wolken toch ontoegankelijk zal zijn.

 

9h15 fietsen laden en nog een ritje door de stad.

Het is heel fris 8C en zwaar bewolkt. Al onze fietsklederen zijn gelukkig volledig droog. We verlaten goed ingepakt, de koudste stad van Portugal.

Een razend snelle afdaling en heel vlug rijden we het natuurpark van de “Serra Estrela” binnen. Als bij wonder komen er zowaar blauwe gaten in het grijze wolkendek. Moed jongens het wordt misschien nog heel anders dan dat we hebben gedacht. Het blijft fris maar we krijgen zon.

 

De groene natuur en de vergezichten zijn fenomenaal. Er is helemaal geen storend verkeer. De zon doet zijn werk. Wanneer we Vale de Esterel naderen krijgen we een korte klim, Hugo kan zijn warme kleding zelfs niet meer verdragen. We moeten warempel ons zweet drogen………

 

We fietsen nu heel rustig en nemen een pauze in Famalicão, in een eenzame bar, tevens café, winkel en werkplaats. We hebben geluk er is juist bevoorrading van brood.  We kunnen niet alleen rusten en onze dorst lessen maar ook onze inkopen doen voor deze middag.

 

 De baas spreekt een aardig woordje Frans en neemt ons mee naar zijn werkplaats……….Hij was jaren lang werkzaam in Parijs als bouwvakker, nu is hij hier de plaatselijke timmerman. Hij doet allerhande herstellingen bij de schaarse bevolking van de omliggende dorpen. Toerisme en nieuwbouw zijn hier niet aan de orde. Volgens de man zullen de dorpen binnen enkele jaren kompleet zijn uitgestorven. Alle jongeren zijn vertrokken naar de kuststeden waar er industrie is. Enkel bij feestdagen en tijdens de vakantie komen ze voor een korte periode terug naar hun dorp.

 

We rijden door Valhelhas, en beslissen hier ons middagmaal te nemen.

Onze middagpauze is veel langer dan gewoonlijk. Wat telefoontjes naar het thuisfront doen deugd. Ze missen ons……wij hen ook natuurlijk.

Valhelhas is een klein maar wat drukker dorp. Het ligt op een kruispunt van verschillende wegen. We  moeten naar Belmonte om zo langs de N18 in onze bestemming Covilhã  te geraken.

Het blijft klimmen en dalen, de natuur is wondermooi. Het natuurpark waar we doorfietsen is geen echt natuurreservaat. Op veel plaatsen is land in cultuur gebracht en wordt er vee gehouden. Het is juist deze combinatie van natuur en cultuurlandschap dat het, voor ons, zo mooi maakt.

 

Wilde zwijnen, vossen, wilde katten, dassen en otters bevolken dit gebied. De wolf blijkt echter totaal verdwenen tot voldoening van de vele schaaphouders. Ook vogels zijn er hier genoeg. Hugo, onze kenner, is in zijn nopjes. Hij maakt ons opmerkzaam dat er kwartels onder de struiken lopen. We zien leeuweriken klimmen en duiken. Er hangen zelfs biddende kiekendieven, deze jagen vermoedelijk op slangen en adders.

Na Orjais een klein dorpje langs de wel iets gejaagde N18 zien we in de verte de stad Covilhã hoog op een heuvel voor ons opdagen. Ja, het is opnieuw flink klimmen op slechte straatkeien. Tussen geelgroene stinkende stadsbussen moeten we ons naar boven sleuren. We stoppen zwetend bij het hotel “Solneve” en 10minuten later betrekken we twee prachtige kamers.

Tot nu toe is dit het chicste verblijf op onze tocht. Kraaknette, ruime kamers met een adembenemend uitzicht over de Estrela bergkam. Onze fietsen mogen we zijdelinks bij de receptie stapelen. Het is nog maar 16h00, we nemen rustig de tijd alvorens de stad te verkennen. De zon doet ons vlugger naar buiten komen om aan onze stadswandeling te beginnen. De hoogteverschillen tussen de verschillende straten zijn enorm nergens is het vlak. Bij het bronwatermonument vinden we een rustig terrasje. De rust duurt niet lang, we worden door een paar nieuwsgierige Portugese klanten overstelpt met allerlei soorten Portowijn. Iedereen wil ons van alles laten proeven………We moeten ons uit de voeten maken anders hebben we niets gezien van het toch wel mooie stadje.

   

We bewonderen de fraaie gevel van de “Igreja de Santa Maria”. Het is af en toe opletten, de plaatselijke bevolking raast met hun kleinere auto’s door de steegjes en wringen zich op onmogelijke parkeerplaatsjes. Ook hier is de auto baas en blijven wij, zoals overal, de zwakke weggebruiker. Straks souperen we in het restaurant van het hotel.

Na een lekkere en snel bediende maaltijd, willen we nog een slaapmutsje nemen. Het is kouder dan we dachten. Op het stadsplein geraken we aan een “Super bock” biertje. Volgens de spraakzame uitbater is het weer veel te koud, normaal is het hier om deze tijd van het jaar 25C. De hoogste berg “Torre” is al dagen niet meer gezien, een wolkenmassa blijft er maar rondhangen. Wij die maar naar hier waren gekomen in de maand mei, zogezegd de beste maand om door Portugal te fietsen.

Na al dat geklaag gaan we maar slapen zeker…..Morgen beter!

Start :                   Guarda      9h30

Aankomst:           Covilhã   16h00

Afstand:                49km

Totale km:            394km

Weer:                    ’s morgens 8C bewolking met zonnige perioden

                              ’s middags 21C  met zon, ’s avonds opnieuw koud 8C                                 

                         

08-12-2008 om 10:53 geschreven door Via de la Plata


09-12-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.10. Portugal 2008 Dag 7 20-05-08 Covilhã - Castelo Branco

10.   Covilhã – Castelo Branco

 

We melden ons na een goede nacht opgewekt aan het ontbijt om 8h00, we zijn de enigen in de grote ontbijtzaal. Het buffet biedt ons alles wat we maar wensen, we kunnen met een goed gevuld buikje vertrekken.

Hotel Solneve in Covilhã is een aanrader voor wie de stad wil bezoeken.

 

   

 

9h00 we staan klaar om een nieuwe fietsdag te beginnen. Met een flauw zonnetje en een fris briesje donderen we op slechte straatkeien naar beneden. We suizen door de wat smalle straten richting Tortosendo, heel vlug zijn we uit het stadsverkeer. Langs fraaie binnenbaantjes blijven we lichtjes afdalen. Volgens ons roadboek zou het vandaag een wat gemakkelijkere rit moeten worden. Hoewel, wat is hier in Portugal gemakkelijk voor fietsers? Het is steeds op en af, je moet steeds de berg- en heuvelkammen over geraken. De onvermijdelijke rivieren laten je afdalen, maar je moet ook weer uit de vallei.

De opeenvolgingen van beklimmingen brengen al snel verzuring in de kuiten. Bovendien begint de vermoeidheid zich te laten voelen, na een eerste zware week. We klagen niet en rijden zoals in onze jeugdjaren, fluitend en zingend door de weidse natuur. We wanen ons opnieuw in onze padvinder periode!

 

Bij het dorpje Pesinho moeten we over de rivier Zêzere naar Pesso. Volgens ons roadboek moeten we via een doorwaadbare plaats naar de andere oever. Algemene opluchting als we buiten het mini dorpje komen. We zien een splinternieuwe weg die ons naar een pas afgewerkte brug leidt. Iets verderop zien we nog de zandweg die naar de doorwaadbare plaats loopt………wat een geluk!

   

 

 

De Zêzere is een rivier, die de Taag voedt. Deze ontstaat in de Serra da Estrela vlak bij de Torre, het hoogste punt van Portugal. De Zêzere mondt uit in de Taag in Constância. Hij is de op twee na langste Portugese rivier. Vanwege het verval kunnen de centrales van Bouçã, Cabril en Castelo de Bode elektriciteit opwekken 

We blijven de mooie binnenweggetjes volgen. Op en neer, soms met weidse vergezichten maar ook meermaals tussen de rotsen…….De variatie is groot.

De weelderig bloeiende bloemen maken de omgeving fabelachtig mooi. We kunnen het niet laten en blijven maar foto’s maken van deze schitterende omgeving.

 

In Fundâo nemen we onze traditionele aperitief….Het duurt wat langer dan gewoonlijk…..worden we , nu het iets warmer is, luier??? Na onze inkopen voor deze middag, kunnen we het niet laten verse kersen mee te nemen.  Hier in Fundâo heerst er meer bedrijvigheid dan in de andere dorpen. Er is veel nieuwbouwactiviteit en we menen ook diverse fabrieken te ontwaren.

Als we door het centrum rijden weten we waar de drukte vandaan komt. Het stadje ligt op een kruispunt van vier wegen, een autosnelweg en een spoorweg. We moeten zelfs de weg vragen. Ondertussen geraakt Robert bij de plaatselijke brandweer aan vers drinkbaar water.

Iets buiten het centrum belanden we, ’t is maar best, weer in de vrije natuur. Het is wel even schrikken als we via een viertal steile haarspeldbochten omhoog moeten. We komen in het dorpje Sauto da Casa, waar we op het dorpsplein heerlijk in de zon middagmalen. En………verse kersen snoepen!Vanuit het rustige dorpje Sauto da Casa moeten we een 7km lange zware beklimming ondergaan. Nochtans met ons pas gevuld buikje wordt het zware kost om de Serra da Gardunha te bestijgen. Op een lint blijven we broederlijk bij elkaar tot op de top. De afdaling lijkt langer, zo’n 15km, we vliegen aan grote snelheid door het dorpje Tinalhas. 

 

  

Grote dorst doet ons stoppen in het volgende dorp, met de toepasselijke naam “Caféde”. Een café vinden echter in Caféde is niet zo simpel. Een vriendelijke man gaat met ons mee, via enkele kleine steegjes komen we op het dorpspleintje waar we een volkse bar vinden. Het terras is bezet door ouderen met uitzonderlijk veel gepraat. We worden van alle kanten bestookt met vragen en tot onze grote verwondering kennen deze ouderlingen ofwel Duits ofwel Frans. Ze hebben allen in het buitenland gewerkt maar zijn nu na ongeveer 40jaar teruggekeerd naar hun geboortedorp. Ook de bazin komt zich in het gesprek mengen, samen met haar man werkte en woonde ze in Düsseldorf…….Ze spreekt perfect Duits. De verbroedering met de plaatselijke bevolking duurt langer dan dat we hadden gedacht …Na 12km zullen jullie in Castelo Branco zijn, beweren ze lachend.

Nog vóór we deze stad binnen rijden moeten we afstappen. Wegeniswerken belemmeren de doorgang. Toch belanden we zonder verdere moeilijkheden in het centrum.

We nemen onze tijd en doen een terrasje op het grote plein. Ondertussen legt de patroon uit waar we aan slapen kunnen geraken. Als dank beloven we straks terug te komen en hier te souperen.

Castel Branco is de voormalige hoofdstad, van de provincie Beira Baixa, dankt zijn naam aan de Witte Burcht, een kasteel dat nu verdwenen is. Het is een markante en gemoedelijke plaats, met schilderachtige steegjes en burgerhuizen uit de 16e t/m de 18e eeuw, omringd door een zee van olijfbomen in de omgeving. De stad is bekend voor geitenkaas, honing, olijfolie en het gebak “pão-de-ló”. Ook nog voor “colchas”, op linnen geborduurde spreien in felle kleuren.

   

Probleemloos vinden we het “Residencial A Telhadense”. Tot onze grote verwondering krijgen we elk afzonderlijk een kamer. Het is een wat verouderd hotel, de kamers zijn eenvoudig maar in orde met bij iedereen een deftige badkamer met douche. 15€ per persoon waar kan het goedkoper! Op het platte dak, op de hoogste verdieping is er een was- en droogplaats. Natuurlijk maken we hier gebruik van, een half uur later hangen al onze fietsklederen mooi gewassen te drogen in zon en wind.  Daarna gaan we op stap, uitgenodigd door de zon, om een flinke wandeling te maken. De stad heeft mooie parken met veel beelden en een variatie aan zuiderse bomen en bloemen. Het geheel is goed verzorgd, ook de winkelstraten hebben blijkbaar een nieuw kleedje gekregen. Hugo wil ons absoluut uitnodigen in een gezellige brasserie aan de rand van het park……Als absolute kenner is hij heel tevreden over wat we hier aan ijscoupes krijgen.

 

Belofte maakt schuld………we belanden bij het restaurant, waar we eerder de weg vroegen. De patroon kent ons nog, hij maakt voor ons een prachtig souper.

Voldaan wandelen we na een slaapmutsje naar onze Residencial.

Snurken kan geen kwaad, geniet ervan jongens……slaapwel!

 

Start :                       Covilhã 9h00

Aankomst:               Castelo Branco   16h30

Afstand:                  77km

Totale km:            471km

Weer:                    Wolken met zon 20°C                                

 

                         

09-12-2008 om 09:12 geschreven door Via de la Plata


10-12-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.11 11. Portugal 2008 dag 8 Castelo Branco - Nisa 21-05-08

 1. Castelo Branco - Nisa

  


 

We hebben zoiets nog nooit meegemaakt! Bij het leeghalen van de wasdraad, stellen Robert en ikzelf vast dat onze petten zijn verdwenen. Pol meent dat er heel vroeg een groep, hij vermoed wegeniswerkers, vertrokken is uit het hotel. Mogelijk hebben zij onze fietspetten meegenomen. Niet getreurd, Robert zal straks een nieuwe pet kopen en ik heb er nog eentje in reserve. Raar maar waar, je geraakt niet graag iets kwijt…..ook al is het maar….een fietspetje. Bij het vertrek uit de residencial vinden we niemand om te betalen. Ik beslis dan maar de afgesproken som op de keukentafel van de eigenares achter te laten…….op hoop van zegen. We ontbijten in de brasserie van gisteren. We krijgen nog wat wegaanwijzingen en om 9h00 vertrekken we uit Castelo Branco. De weg is licht golvend en kronkelig, we dalen af naar Taberna Seca. De zon is van de partij en we vliegen de autosnelweg onderdoor naar de vallei met een kleine rivier de “ Ocreza”.

 

We vorderen goed en fietsen door een troosteloos afgebrand gebied. Zo te zien hebben de bossen hier zeel veel afgezien van de ophefmakende Portugese bosbranden. De natuur herstelt zich echter buitengewoon snel. Tussen de zwarte boomstammen is er al veel struikgroen te merken. Toch blijft het akelig om hier door te fietsen. We peddelen voorbij de gehuchten Sto André das Tojeiras en Bugios waar geen teken van leven te bespeuren is……….In Alvaiade moeten we opnieuw over de kronkelende Ribeira Ocreza naar Vila Velha de Rodão.

 

   

 

 

Het is 13h00 en we hebben nog geen inkopen kunnen doen………niet getreurd, na het achter ons laten van een stinkende papierfabriek, komen we aan een heel druk bezet restaurant. Zonder na te denken beslissen we hier een “Proto do dia” (dagschotel) te nemen. We weten uit onze Camino-ervaringen, dat je in een druk bezochte zaak, smakelijke royale porties krijgt voor een prijsje. Ja hoor …..we hebben hier lekker en voldoende gegeten: “Sopa, lulas, arroz, gelado y vinho verde”. (Soep, inktvis, rijst een ijsje en friszure witte wijn). Spijtig, groenten en fruit kennen ze hier blijkbaar niet.

 

 

Plots staan we in Vila Velha de Rodão aan de brug over de Taag. De Taag in het Portugees Tejo, is met een lengte van 1000km de langste rivier van Portugal. De Taag ontspringt in de Sierra de Albarracin in het oosten van Spanje. Over een lengte van 60km vormt deze stroom de grens tussen Spanje en Portugal bij Alcantara. De Taag mondt voorbij Lisabon uit in de Oceaan. De beroemde hangbrug daar, spreekt nog altijd tot ieders verbeelding.

 

Na Vila Velha de Rodão, waar we de rivier kruisen, komen we in de Alentejo (letterlijk het gebied aan de overzijde van de Taag). De route verandert langzaam van kleur en van bodemsoort. Van rood zand tot granietachtig. Het is weer een flinke lange klim om uit de nauwe rivierkloof te geraken.

We mogen blij zijn dat de temperatuur wat koeler is dan wat het hier normaal kan zijn.

 

   

 

 

 

Zwetend geraken we de heuveltop over. Een heerlijke afdaling volgt, met prachtige bochten, bovendien hebben we de weg voor ons alleen. We razen over de rivier “Ribeira de Nisa” en enkele kilometers verder stuiven we Nisa binnen. Het is nog vroeg in de namiddag, grote dorst verplicht ons naar een terrasje aan het “Jardin Publico”.

 

 

Het wordt zowaar een hartelijke ontvangst in onze eigen taal. Twee Nederlandse koppels begroeten ons met Hollandse uitbundigheid. Aan de Gazelle-fiets (Pol & Bob) wordt je uiteraard onmiddellijk door onze Noorderburen herkend. Dina en Werner wonen hier al enkele jaren en baten een camping uit. Spijtig genoeg is deze gedeeltelijk verwoest door de hevige bosbranden. Xandra en Toon verblijven bij hen op hun domein. Na heel wat over en weer getrakteer, krijgen we vele nuttige raadgevingen over de streek.

We weten zo maar al te goed wat we morgen absoluut moeten bezoeken. 

Even later komen we bij het dichtbij gelegen “Residencial Sao Luis” aan. We worden door de gastheer hartelijk ontvangen. Van thuis uit had ik met de patroon via mail gecorrespondeerd…..overnachten kan geen enkel probleem vormen. We krijgen onmiddellijk 2 ruime kamers, met een uitzicht op de binnenpatio. Onze fietsen parkeren we veilig in een garagebox.

 

   

 

Nisa is een centrumgemeente in het land van de “Tempeliers” met fraaie kerken en kleurrijke gebouwen. Het is zalig wandelen door de knusse straatjes. Op de pleintjes spelen groepjes mannen een soort schijf of kegelspel. Als we honger krijgen dringt het tot ons door dat we hier nog geen enkel restaurant hebben gezien. Ook dit probleempje wordt vlug opgelost. Na enkele vraagjes aan de plaatselijke bevolking belanden we via een café-bar in een achteraangelegen eetzaal. We hebben het getroffen in “Restaurante as Três Marias”. Aan het tafeltje naast ons, de wereld is toch klein, zit een bejaard paar Nederlanders. Zij wonen hier en geven ons wat aanbevelingen. Het wordt genieten van een uitzonderlijk smakelijk souper. In het café zit men aan de televisie gekluisterd, kijkend naar een Europabeker voetbalmatch. 

We blijven nog wat hangen in ’t café en geraken uiteindelijk rond 22h30 onder de dekens. Na deze heerlijke dag vallen we onmiddellijk in slaap.

 

 

 

Start :                      Castelo Branco 9h00

Aankomst:              Nisa   16h00

Afstand:                  64km

Totale km:            535km

Weer:                    Zon en rustig 20°C                                

 

 

           

10-12-2008 om 10:08 geschreven door Via de la Plata


11-12-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.12. Portugal 2008 Dag 9 22-05-08 2008 Nisa - Alegrete (Portalegre)

 12. Nisa – Alegrete (Portalegre)

 

  

Tijdens het ontbijt in de bovenzaal van het hotel, volgen we op de alom tegenwoordige TV de weersvooruitzichten. Ze beloven ons een koude grijze dag met in de namiddag mogelijk veel regen. Stukken minder dan de mooie dag van gisteren. Ach, we zien wel, we zijn niet van suiker…..Naast ons zit er een Duitse stapper, een grootsprakerige betweter, waar we geen aandacht aan schenken. Terwijl wij onze dagrit voor vandaag bespreken, blijft hij ons maar bestoken met zijn gekakel. Wat een vervelende vent! Hopelijk zijn niet alle Duitsers zoals hij.

 

 

 

De eerder voorziene rit naar Portalegre bedraagt slechts 41km…..we kunnen gerust enkele bekende dorpen meegraaien. We schatten dat onze rit zo’n 60km zal bedragen………..

 

Om 9h15 vertrekken we uit dit verrassend mooie plattelandsdorp Nisa. We volgen de weg naar de “Barragem Pavoa”(richting stuwdam). Het is een eenzame weg helemaal voor ons alleen, met een mooi bloemenlandschap. De hoogteverschillen zijn verwaarloosbaar, we vliegen vooruit bij dit nochtans koude (11C) en grijze klimaat.

 

 

 

In de Norte Alentejano, dicht bij de Spaans-Portugese grens, ligt op bijna iedere heuveltop, een verstekt stadje. Het is alsof de tijd sinds de Middeleeuwen heeft stilgestaan. We naderen het charmante Castelo de Vide, het stadje ligt

 

op een hoogte van 575 m tegen een helling van de Serra de São Mamede. Praça Dom Pedro is het middelpunt, een groot plein met oude gebouwen. Er is hier ook een Juderia, een wijk met vroeger de grootste joodse gemeenschap van Portugal. We rijden door smalle kronkelende en hellende steegjes.

 

 

 

Boven het stadje ligt het gereconstrueerde Castelo de São Roque. Het is te fris om daar naar toe te rijden, we duiken liever onder in een warme bar en nemen een koffie. Deze opwarming doet deugd …….Van Castelo de Vide rijden we via een rustige vlakke weg omzoomd door prachtige essen naar Portagem.

 

 

We nemen de afslag naar Marvão. We zien hoog boven ons het versterkte arendsnest liggen. We moeten over een afstand van 5km 260m klimmen langs een voortdurend kronkelende weg.

Hugo zet zich op kop en is vast van plan als eerste boven te komen…..Pol en Bob kunnen volgen, maar in de voorlaatste bocht sprint hij na enkele hardere trappen toch weg en komt licht afgescheiden boven. We moeten hem bewonderen onze ouderdom deken. Wat een verschil met verleden jaar, zijn intensieve trainingen hebben hem weer de bolletjes trui opgeleverd.

Gedurende de beklimming worden we plots luidruchtig aangemoedigd. Onze Nederlandse vrienden van gisteren rijden met hun auto roepend en toeterend naar beneden. Dat doet deugd vrienden……….

Rond het versterkte dorp Marvão ligt een enorme versterkte muur die aansluit op de rotsen. Via de poort rijden we naar een doolhof van gladde hellende steegjes. We laten onze fietsen achter bij een restaurant, vanaf hier is rijden onmogelijk. Hoger op komen we bij een mooi verzorgd park, nog ietsjes verder zijn we bij de torens van het kasteel. Het uitzicht is fabelachtig……….We vrezen echter dat het niet lang meer zal duren, donkere regenwolken komen op ons af. Het begint te motregenen en we trachten in het restaurant aan een middagmaal te geraken. We zijn niet de enigen die er zo over denken……….en moeten geduld hebben.

 

           

 

 

 

 

 

 

Om 15h00 donderen we met grote snelheid naar beneden. In het gehucht Portagem, waar ik op mijn maatjes wacht, doe ik een telefoontje naar het thuisfront. Algemene blijdschap bij de vrouwtjes, die elkaar regelmatig ontmoeten. Na een korte rustpauze nemen we een klein weggetje naar Porto da Esopada en rijden op korte afstand voorbij de Pico de São de Mamede. De korte nijdige hellingen maken dat we heel traag vorderen. We zijn maar enkele kilometer meer vóór Portalegre in de Serra de São de Mamede, als we kompleet onze weg kwijt zijn. “Portalegre” wordt op een kruispunt naar verschillende richtingen aangegeven. Wanneer we de weg vragen krijgen wij, ongelofelijk maar waar, de uitleg opnieuw in het Nederlands. Wat een toeval dat we juist hier, een Hollands kunstenaarsechtpaar bij hun kleurig huis, zomaar tegen het lijf lopen. De man en de vrouw zijn een ware spraakwaterval, ze leggen alles heel gedetailleerd uit….zodat we uiteindelijk niet meer weten of we nu links, rechts of rechtdoor moeten. Het is rechtsaf, een bijna onmogelijk te fietsen helling op. Het echtpaar blijft ons nog een hele tijd aanmoedigen. Bij de eerste huizen van de stad Portalegre komen we op een hoofdweg. Plots begint het hard te regenen……Onder onze capes sukkelen we de stad binnen.

 

       

 

We moeten op zoek naar een hotel. Een gedienstige man wil ons vergezellen door een wirwar van straatjes naar het “Pensoa Nova”. We moeten aanbellen, na enkele minuten komt de hotelbaas uit een verderop gelegen woning. Alle kamers zijn bezet en gezien het vandaag een Portugese en plaatselijke feestdag is, zijn alle beschikbare hotelkamers in de stad bezet. Wat nu? Robert meent zich te herinneren dat wij een “ Poste de Turismo” voorbij gestapt zijn. Inderdaad 2minuten later staan we druipnat in het lokaaltje. De juffrouw bevestigt ons wat we al wisten, noch in de stad, noch erbuiten is er ook maar één kamer vrij. En toch misschien kan ze om 18h00 nog plaatsen versieren in de jeugdherberg. We blijven nog 1/4h geduldig wachten. Het regent pijpenstelen. Na wat telefoontjes, moet de señorita ons teleurstellen, ook de “Pousada de Juventude” (jeugdherberg) is volzet. Na wat aandringen, kan ik het meisje toch overtuigen om ook buiten de stad, eventueel bij particulieren onderdak te zoeken. Ze doet wat zoekwerk op haar PC, telefoneert enkele keren en ja wat uitbundig schrijft ze een adres op een kaartje. ’t Is dat of niks beweert ze, ze heeft voor ons 15km verder in Alegrete op een Quinta slaapplaats gevonden…wel aan 75€ per kamer. We hebben geen andere keuze en staan te trappelen om te vertrekken. Het wordt nog een moeilijke explicatie om ons de weg uit te leggen…We moeten een grote baan op, richting Arronches en dan ergens(?) ze weet niet precies waar, links afslaan. Als we willen vertrekken is het onmogelijk, de regen valt met bakken uit de hemel en ’t water stroomt door de straatjes. We blijven geduldig wachten in het portaal. Na een poosje wagen we het erop. We zijn goed ingepakt, maar dat is ten koste van de zichtbaarheid en heel gevaarlijk. Even buiten het centrum wil ik zekerheid over de juistheid van de weg welke we volgen. Ik houd een auto tegen, en krijg bevestiging dat we rechtdoor moeten. We zetten een waaier op en stuiven vooruit op de pechstrook van de expresweg. Tot we plots een rondpunt voorbij suizen……..wil ik mijn kaart raadplegen. Pol en Robert hebben niets opgemerkt en blijven doordrammen. Ja, hoor we moeten linksaf richting Caia. Net voordat onze vrienden over een helling uit het oog verdwijnen, beseft Robert dat er geen aflossing komt en kijkt achterom. Wat teleurgesteld komen Pol en Robert, die al meer dan 1km verder zijn, terug. Gelukkig kunnen we de capes opbergen, het heeft eindelijk opgehouden met regenen. In Caia vragen we de weg in een bar………met veel zwier worden we de helling op gestuurd. En…………..’t is niet van de poes, moet dit nu nog, na al die ellende? Enkele minuten later vliegen we door het centrum van Alegrete. 

 

 

We worden enkele haarspeldbochten hogerop gestuurd. Uiteindelijk hebben we onze overnachtingplaats gevonden. 20h00, we hebben 85km op ons tellertje staan. We worden hartelijk ontvangen door de señor en de señora in “Quinta Castanheiro da Penha” een prachtig domein. Het lijken aristocraten te zijn. Ze spreken wat Frans en Engels en zijn om ons heel bezorgd. We krijgen onmiddellijk onze kamers en kunnen gelukkig een warme douche nemen en onze klederen wassen. De verwarming zal alles wel weer droog maken. Ondertussen heeft de heer des huizes een restaurant opgebeld in het dorp, waar wij nog een stevig souper kunnen nemen.

     

  

     

Nadat we ons wat opgekrikt hebben, willen we zo vlug mogelijk aan eten geraken. Als we, na de steile afdaling het dorpje binnenvliegen worden we opgewacht door de chef Antonio van “Restaurante O Joäo”. We worden op en top verwend en beleven nog een mooie avond. Moe, maar voldaan geraken we om 23h00 onder de dekens…….en vallen onmiddellijk in slaap. Wat een belevenis!!!!

 

Start:               Nisa        9h15

Aankomst       Alegrete20h00

Afstand                  85km

Totale km:            620km

Weer:          Veel regen en koud

11-12-2008 om 13:39 geschreven door Via de la Plata


12-12-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.13. Portugal 2008 dag 10 vrijdag 23-05-08 Alegrete - Elvas

 

13. Alegrete - Elvas

 

De Quinta is een waar paradijs van rust. Na onze natte belevenissen van gisteren hebben we gelukkig prima geslapen. Onze kledij is mooi droog. De zon piept door de raamluiken, heerlijk. Oh la la, als ik op het kamerterras stap is het nog heel fris en alles is door en door nat………Wat krijgen we vandaag?

 

     

 

8h30, de broers Watelle zitten al in het salon aan de rijkelijk gevulde ontbijttafel. De gastvrouw doet haar uiterste best om het ons zo aangenaam mogelijk te maken. We krijgen een feestelijk maal, met werkelijk alles erop en eraan. We zullen de eerste uren geen honger hebben.

 

Nadat we onze fietsen hebben geladen en afgerekend, wil madam ons toch nog haar prachtige “Quinta Castanheiro da Penha” tonen. Ze heeft 7 ruime kamers, en in de tuin nog een Casa de Pendra (zelfstandig huisje), een openlucht zwembad, een paardenfokkerij en manege. Zo ver je maar kan kijken behoort alles tot de Quinta, op het terrein staan hoofdzakelijk kastanje bomen.

 

 

De gastvrouw neemt ons nog maar eens mee naar haar privé museum, op de dakverdieping van de woning. We krijgen uitleg over alle stukken die te kijk staan. We maken haar duidelijk dat we nog in Nisa willen geraken. We krijgen nog enkele hoteladressen, maken wat foto’s en starten onze 10°dag. Op deze Quinta je vakantie doorbrengen is een echt festijn.

 

 

De eerste kilometers blijven we op een plateau in de bossen rijden de “Vale de Cavalos”. Onze route flirt een hele tijd met de Rio Cala, we volgen deze rivier tot Arronches. Dit stadje is een oude Romeinse nederzetting, we zijn niet ver van de Spaanse grens zowat ter hoogte van Mérida. De mooie Spaanse stad waar Pol en ikzelf goede herinneringen aan hebben, van in de tijd dat we de Zilverroute reden. Al vlug fietsen we opnieuw in de weidse natuur.

 

 

De weg is lichtgolvend en overal zien we ooievaars, maar ook heel wat koereigers. Het wordt van langsom grijzer, straks weer regen zeker? Juist als we het dorpje San Eulalia bereiken zijn ze er daar mee, met de nattigheid. We kunnen gelukkig schuilen in een uitnodigend Café-restaurant.

We kunnen aperitieven, het blijft maar regenen dus besluiten we hier ook te middagmalen. De Señora maakt een smakelijke “bocadillo con tortilla”. Met een rood wijntje, heerlijk zeg! Als dessert nemen we koffie met een gebakje………

 

Om 13h30, heeft het nog steeds niet opgehouden met regenen. Allé, capes aandoen en in het gelid pletsen we door de grote waterplassen het troosteloos natte dorp uit. Om 15h00 staan we aan de Aqueducto de Amoreira. We zijn doornat en hopen hier aan de stadsrand heel vlug een slaapplaats te vinden. Terwijl ik naar de adressen zoek, stapt Pol het gebouw waar we wat schuilen binnen…….het is toevallig een Hotel! Iets later komt hij beteuterd buiten………de hotelbaas is niet gesteld op natte fietsers en wil hem geen kamers verhuren.

 

 

Iets verder bemerken we nog een Hotel. We haasten ons daar naartoe en een paar minuten later hebben we 2 kamers. Er is wel een klein probleempje…..morgenvroeg kunnen we hier niet ontbijten en er zal niemand aanwezig zijn. We vinden dit helemaal niet erg….De hotelbaas geeft ons ook de sleutel van de fietsenberging en de naastliggende toegangspoort. Uit dank beloven we hem vanavond in zijn restaurant te souperen. Na ons gebruikelijke was- en plasbeurtje willen we de stad verkennen. De weergoden zijn ons gunstig gezind…Het heeft zowaar opgehouden met regenen!

 

 

 

Elvas wordt omringd door dubbele stadswallen, compleet met grachten en stervormige bastions. We moeten door de Portas de Esquira wandelen en over een ophaalbrug. De automobilisten doen hier wat ongeduldig omdat ze door een smalle tunnel moeten rijden, terwijl wij wat foto’s willen maken. Er is een tweede poort tussen de muurtorens en de omwalling, een gevaarlijke situatie voor ons als zwakke weggebruikers

Vanaf dit punt hebben we een prachtig uitzicht op het enorme aquaduct dat hier na zeven kilometer zigzaggend de stad bereikt. Aan het 33 meter hoge gevaarte met meer dan 800 bogen is langer dan een eeuw gewerkt. Het is echter nog steeds in gebruik!

 

  

Het centrale plein met de kathedraal heet ook in Elvas de Praça da Republica. Iets achter de kathedraal ligt het schitterende Largo de Santa Clara, omringd door herenhuizen en een kerk. Op dit miniplein staat een “pelourinho”. Een gebeeldhouwde stadspilaar of schandpaal met ijzeren haken. Daarachter een Moorse poort uit de 10e eeuw die wordt geflankeerd door versterkte torens die deel uitmaakten van de oude stadswallen. Via die poort komen we in een doolhof van steile middeleeuwse klinkerstraatjes, waarvan de oude Moorse wijk deel uitmaakt. Overal staan potten met planten en hangt wasgoed te drogen.

 

Soms verandert de weg in een trap of moeten we door een poort. Aan de buitenrand van de wijk ligt het Castelo. Vanaf hier is het uitzicht op Elvas en de omgeving adembenemend. In de verte ligt op een even hoge heuvel het Graça-fort. Ook weer een versterkt kasteel tegen de Spanjaarden…. vermoeden we.Elvas is voor ons een complete verrassing, wat hier in dit stadje allemaal behouden is, op zo’n kleine oppervlakte is schitterend. Op de stemmige Praça da Republica bezoeken we het Toeristisch bureau, we krijgen in het Frans een goede uitleg. Nadien zetten we ons neer op een terras, het wordt snel te fris en we kruipen binnen.

 

Bij de rustpauze met een biertje krijgen we een schaaltje tremoços, een soort gepekelde bonen. De plaatselijke bevolking lijkt hier wat uitbundiger, misschien speelt de nabijheid van Spanje mee? Stilaan krijgen we honger en dalen af over een wandelpad door het park. Via een kleine poort en over een houten bruggetje geraken we aan ons hotel Tiftaf.Het souper mag er zijn de hotel-restaurantbaas laat ons genieten van een typische streekmaaltijd met uitstekende wijnen. Na wat gebabbel reserveert hij voor morgen in Monsaraz een overnachting! Na het eten doen we nog een avondwandeling, drinken een slaapmutsje en kruipen voldaan onder de lakens.

  

Start:                   Alegrete      9h30

Aankomst            Elvas 15h00

Afstand                  50km

Totale km:            670km

Weer:      ’s morgens goed daarna veel regen en koud

’s avonds aangenaam wandelweer

                    

12-12-2008 om 09:25 geschreven door Via de la Plata


13-12-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.14. Portugal 2008 dad 11 zaterdag 24-05-08 Elvas - Monsaraz

14.  Elvas - Monsaraz

Wij trekken om 8h00 stipt de voordeur van Hotel TifTaf achter ons dicht. We gooien de sleutels in de brievenbus en vertrekken. Wat verder zou er een winkelcentrum zijn. We denken dat gisteren opgemerkt te hebben bij onze avondwandeling. We vinden inderdaad iets later een bakkerij met ontbijt- mogelijkheden. Een uurtje nadien vertrekken we uit deze verrassend mooie grensstad Elvas. Zal de zon vandaag onze bondgenoot worden?

We blijven een tijdje de N373 naar Juromenha zoeken. Het is een wat saaie weg, gelukkig niet al te druk, mooi omzoomd door olijfbomen. Plots komen we aan de Rio Guadiana. Op de oever van de rivier staat een versterkte burcht. In Juromenha rijden we echt langs de grens, de andere oever van de Guadiana is Spanje.

   

We pedellen in een weidse groene natuur, maar het blijft vals plat oplopen. Links en rechts op de heuvels bloeien witte en gele bloemen. Het traject is wondermooi. Langs zeer kleine weggetjes rijden we door uitgestorven gehuchten. We moeten een korte klim nemen tot bij enkele huizen die rond een witblauw kerkje staan. Zouden we hier iets kunnen drinken, het is bijna aperitieftijd. Inderdaad, er is een bar met een norse waard. Zonder veel woorden krijgen we een biertje….Blijkbaar komen hier nooit vreemdelingen.

Eindelijk belanden we, na een 30-tal km nog eens in de bewoonde wereld, bij het dorpje Monte de Outeiro. We zien hier ouderlingen in typische Portugese klederdracht. Het lukt ons na veel aandringen hen te fotograferen.

In Rosario, opnieuw een dorp van enkele huizen, krijgen we honger. We hebben nog geen inkopen kunnen doen. Zou er gelegenheid zijn om te middagmalen? Het dorp is zo dood als een luis…… Wanneer we de laatste huizen voorbij rijden, snuiven we een barbecuegeurtje op. Rechts van ons, langs een kleine landweg staat er een laag huisje met een reclamebord. Zou daar iets te regelen vallen? De patroon roostert kippen. We trachten hem duidelijk te maken dat we hier willen middagmalen. Na wat aandringen is de wat schuwe man bereid voor ons eten klaar te maken. Hij maakt ons echter duidelijk dat we geduld moeten hebben. Wanneer we het cafeetje binnenstappen is het echt zoals in de jaren zestig!  We zetten ons aan een primitief tafeltje en zijn heel benieuwd wat we hier zullen voorgeschoteld krijgen. Even later komt de vrouw des huize uit haar keuken samen met haar twee jonge kinderen.

Schuw blijft ze achter de toog zonder ook maar een woord uit te brengen. Pas wanneer haar man binnenkomt, geraken we aan een biertje. We trachten hem duidelijk te maken dat we brood, kaas en sla wensen als voorgerecht met wijn en nadien de kip met tomaten. Tot onze verwondering worden we prima bediend. Het geheel is zeer vers en van uitzonderlijke kwaliteit. We kraken enkele flesjes wijn en nemen nadien nog een flan als dessert. Als we de rekening vragen krijgen we een briefje met 36€ opgekriebeld. Zonder na te denken geven we hen 40€ ’t is voor niks. Nu hebben wij de melancholie, eigen aan het Portugese volk, duidelijk kunnen ervaren.

Iets voorbij Rosario stroomt de rivier “Ribeira de Lucefi” er is ons een doorwaadbare plaats beloofd. Algemene opluchting als we ook hier over een brug de andere oever kunnen bereiken. Eindelijk……….de zon, we moeten zowaar ons zweet drogen. We fietsen langs smalle asfaltpaadjes met hoge bloemenbermen. Onder de honderden jaren oude olijfbomen ontwaren we hier en daar kudden “Touros”

   

Na het minidorp Monte Juntos, waar geen teken van leven te bespeuren is, geraken we in Cabeça de Carneiro. Dorst drijft ons in een drukke bar. Met grote nieuwsgierigheid worden we voortdurend aangestaard. De schuwe bevolking lijkt toch wat op zijn hoede voor vreemdelingen.Na de laatste huizen fietsen we opnieuw door de weidse natuur met overvloedig bebloemde weiden en slechte asfalt, het is opletten geblazen. We fietsen rustig met vier naast elkaar……….zonder enig storend verkeer. Bij het brugje over de Azevel moeten we een boerenkar met muilezel voorbij……In de verte ontwaren we een heuvel met witte huizen, dit moet Monsaraz zijn!

Langs waar geraken we het dorp binnen?……We blijven maar rond de heuvel rijden zonder de toegangsweg te vinden. Als we een paar auto’s zien, vermoeden we dat we daar naar toe moeten. Eindelijk……in het dorp Telheiro, herkennen we het witblauwe moskeetje, vanaf hier moeten we op de trappers. Het blijft een heel steile beklimming tot aan de toegangspoort van Monsaraz……….

Monsaraz is een middeleeuws verstekt stadje, bestaande uit twee straatjes met hobbelige keien. We kunnen niet meer fietsen en slenteren verder op zoek naar onze overnachtingplaats. Vreemd, wij hadden hier veel toeristen verwacht, maar de straatjes zijn echter leeg. Plots komt er een in het zwart geklede bejaarde vrouw op ons af. Zij is Dona Modesta waar wij naar op zoek naar zijn. Langs een zijsteegje bereiken we de Casa Modesta. Onmiddellijk krijgen we twee van de drie charmante kamers. Binnen is het huis veel ruimer dan dat wij dachten. Hugo en Robert hebben zelfs een privé terras met een panoramisch uitzicht over de weidse omgeving. Straks zullen we op dit terras ons wasje kunnen drogen.

     

‘t Is nog maar 16h30 en we nemen onze tijd om onze fietskledij een flinke wasbeurt te geven. Na een lekkere douche zijn we om 17h30 klaar om het stadje te bezoeken. Grote dorst……….Eerst willen we in Dona Modesta’s haar cafetaria een biertje nemen. Haar dochter zwaait hier de scepter………Na een tijdje kan ik haar overhalen een hotel te reserveren voor morgen in Serpa.  Het stadje doet echt middeleeuws aan. Er zijn een handvol restaurantjes, souvenirwinkels en Casa’s. Vermoedelijk de enige bron van inkomen. Opvallend, we zien hier helemaal geen storende reclameborden noch geparkeerde auto’s. Men lijkt er zich van bewust dat de schoonheid niet mag worden geschonden.

We slenteren door de steegjes, vergezeld van een paar straathonden. Midden in de hoofdstraat is een kerkpleintje met een pelourinho, een oude schandpaal. Aan het eind van de straat ligt een kasteel, waarvan de binnenplaats tegenwoordig dienst doet als arena. Hier wil Robert ook eens toreador spelen.

Na het bezoek aan de versterkte burcht, krijgen we honger. We vinden een restaurant “Lumumba” op de Rua Direita…..heel dicht bij onze Casa. De patroon doet zijn uitleg………waar we echter niets van begrijpen. Als we hem duidelijk maken dat wij vis lusten is hij bereid “Choco” een soort inktvis klaar te maken. Met een slaatje als voorgerecht en een ijsje als dessert, was het weer eens heel lekker. Rond 22h00 geraken we onder de dekens. Slaap wel! 

Start:                   Elvas    9h

Aankomst           Monsaraz 16h30

Afstand                  74km

Totale km:            744km

Weer:  Goed aangenaam fietsweer met zonnige perioden

                    

 

 

 

 

13-12-2008 om 09:44 geschreven door Via de la Plata


14-12-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.15. Monsaraz - Serpa dag 12 zondag 25-05-08 Portugal 2008

15.  Monsaraz – Serpa   dag 12  zondag 25-05-08

 Om 8h00 dalen we de gevaarlijke trap af. We worden opgewacht door onze gastvrouw. Wij moeten haar volgen en komen zo via een smalle, lage tunnel in de brasserie. De ontbijttafel staat gedekt, alles echter in beperkte hoeveelheid. Het is duidelijk dat de Portugese ontbijtcultuur ongeschikt is voor fietsers. Geen nood, na wat aandringen, krijgen we een tweede portie. Terwijl wij onze fietsen aan de voordeur beladen, moeten we aandringen om onze Doña Modesta mee op de foto te krijgen……We nemen afscheid van deze kranige vrouw en wandelen naar de stadspoort. We verlaten een van de mooiste vestigingsstadjes van Portugal. Het is piepklein maar oh zo oogverblindend.

De afdaling is duizelingwekkend steil. Zonder één trap, komen we aan een lange brug. We moeten over een brede waterpartij, de omgeving is overstroomd door de Barragem de Alqueva op de Rio Guadiana. Het is fris, bewolkt met zonnige periodes. 15km verder zijn we in Mourâo, een dorp met een machtige grijze burcht. We blijven tussen de uitgestrekte waterpartijen goed vorderen. Het is vlak en rustig……….Zonder storend verkeer stuiven we aan grote snelheid door dit uitgestrekt natuurgebied. Hugo heeft aandacht voor de vele vogels, hij geeft ons deskundige uitleg over wat hier allemaal te zien is.

   

We rijden op een nieuwe asfaltweg de M517 naar Povoa de Sao Miguel tussen olijfbomen en kurkeiken. We kruisen een riviertje en ja hoor er komt opnieuw meer klimwerk. Het is bijna 13h00 als we recht voor ons een stad zien liggen, dit moet Maura zijn! Als we hier willen middagmalen, zullen we een restaurant moeten zoeken. Enkele minuten later fietsen we over de “Ponte Romano” (Romeinse brug) de stad binnen na nog wat klimwerk langs de stadswallen. De bestrating bestaat hier, zoals bijna overal in de bebouwde kommen, uit ruwe straatkeien. Telkens is het een marteling om de dorpen en steden binnen te klimmen. We komen aan een okergeel kerkje met marmeren zuilen en een park met resten van een burcht. Het geheel is mooi geflankeerd door palmbomen tussen waterpartijen.

Mochten we hier nu eens typisch plaatselijk tafelen! We vragen het aan een toevallige wandelaar………De man wil ons iets aanwijzen en neemt ons mee via pittoreske straatjes tot bij een Café-restaurant. Na wat over en weer gepraat, heeft de eigenaar ons duidelijk gemaakt dat de kok zijn werk erop zit en we iets anders moeten zoeken. Op een hoek hebben we meer geluk……… hier moeten we echter nemen wat er ons wordt voorgeschoteld. Na een uurtje hebben we gemiddagmaald. Nog een koffie en het is vertrekken geblazen.

   

Zo denken we althans….iets verder bij een terras worden we aangezogen door een bende fietsers in kleurrijke plunjes. Het zijn zes jonge Fransen uit Toulouse. Onder begeleiding van een volgwagen toeren ze als wielertoeristen door Spanje en Portugal naar de Algarve. Wanneer ze ons verhaal horen en onze zwaar beladen fietsen keuren, zijn ze vol bewondering. We overlopen met hen de nog af te leggen weg tot Faro. Hun traject is hetzelfde als het onze. Met veel Franse uitbundigheid laten ze ons uiteindelijk vertrekken.

Nog 30km eer we in Serpa geraken. We fietsen op de N255 en toch is er bijna geen storend autoverkeer. Olijfbomen afgewisseld met kurkeiken staan in het kale landschap. Plots komen we in het dorpje Pias. Het is een wat langgerekt boerendorp, alles is in ’t wit, de huisjes en de kerk. De ooievaars op de kerktoren begroeten ons klepperend als we voorbij dokkeren op de kinderkopjes.

Bewolking en zon wisselen elkaar af, maar het is echter aangenaam fietsweer 22C. Om 16h30 komen we aan een buitenwijk van Serpa. Nu zien we op de heuvel een spierwitte stad liggen ommuurd door een machtige kasteelmuur. We weten ondertussen, als de straatkeien beginnen, de beklimming naar de binnenstad start.

 

Via een toegangspoort belanden we al vlug aan de kerk op Largo do Salvador. Verwondering, want we staan toch ook wel aan het hotel “Residencial Beatriz” zeker! We krijgen twee ruime kamers. We mogen onze fietsen in een iets verder gelegen stapelplaats opbergen. Na het wassen van onze bezwete fietskleding en het nemen van een zalige douche, staan we te popelen om de stad te verkennen.

Met een stadsplannetje wandelen we rechtstreeks naar de poorten van de oude stad. Boven de hoge muren en de door twee zware torens geflankeerde poort loopt het aquaduct, met aan het eind een houten schoepenrad.

   

We genieten van onze wandeling tussen de witte huizen. De meeste huisjes hebben gietijzeren balkons en enorme Moorse schoorstenen. Rond de ramen en deuren grijs, okergeel of blauw geverfd. Op de kasteeltoren hebben we een prachtig uitzicht over de straatjes en pleinen van Serpa. De rode pannendaken vormen een schril contrast met de witte gevels. Op de pleintjes staan Jacaranda-bomen in bloei, de blauwe kleur is wel heel ongewoon.

Op het mooie plein “Praça da Republica” aan de “Camara Municipal” wordt het hoog tijd voor een biertje op een uitnodigend terras. Eindelijk willen we nu toch absoluut eens typische streekgerechten eten. Na wat vragen stuurt men ons naar restaurant “Molho Bico” een wijnzaak met een eetzaal. De kwieke ober zal zorgen dat we heel tevreden zijn. We krijgen romige kaas als voorgerecht, Porco à Alentejana (varkensvlees in stoofpotje) als hoofdgerecht, het geheel overgieten we met gepaste rode wijn. Als afsluiter snoepen we, tot voldoening van onze ijscrèmespecialist, een grote coupe.

Onmogelijk om met een volle maag te gaan slapen. We ondernemen nog een frisse avondwandeling en kunnen nu alles in een mooie verlichting bewonderen. Het centrum is zo klein dat we zonder het te beseffen terug aan ons hotel staan. Nu slapen zonder snurken, zou dat lukken?

 

Start:            Monsaraz  9h00

Aankomst    Serpa16h30

Afstand        82km

Totale km:  826km

Weer:         Goed aangenaam fietsweer

met zonnige perioden 22°C

                    

14-12-2008 om 10:56 geschreven door Via de la Plata




Archief per week
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 03/11-09/11 2008

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!