Vrij - zinnige gedachten,gedichten, verhalen en berichten
12-06-2008
Handen
Marinus van den Berg werd in 1947 in Wijhe(Overijssel) geboren. Hij is nu pastor in het verpleeghuis Antonius IJsselmonde te Rotterdam en een veelgevraagd spreker op lezingen en symposiums.
Handen
Gelukkig is de mens die tot het einde toe
handen mag voelen die goed doen.
De hand die met aandacht wast.
De hand die met zorg aankleedt.
De hand die met liefde kamt.
De hand die met tact aanraakt.
De hand die met het hart troost.
Geen mens kan leven zonder die hand,
die teder is,
die behoedt
die beschermt en die bemoediging uitstraalt.
Tot het einde toe
verlangt de mens naar die hand, totdat er die andere Hand is, die alle wonden geneest, die alle pijn heelt, die alle tranen wist.
Tot die tijd kunnen onze handen een voorproef zijn van die handen en handen en voeten geven aan de liefde die onmisbaar is.
Upanishad uit de Vedas, de heilige schriften van de Hindoes
Bewegende is het en onbeweeglijk. Ver is het en toch nabij. Het is binnen in alles en het is buiten dit alles. Maar wie alle wezens hier ziet als in het Zelf,en het Zelf weer in alle wezens, en voor wie alle wezens geworden zijn tot het eigen Zelf, welke waan, welk leed nog bevangt hem, die zo de eenheid aanschouwt? Het Zelf is overal, lichtend, zonder lichaam, heel smetteloos, zuiver, boven alles verheven, wijs, verstandig, alomvattend; alle dingen geeft het een plaats door de eeuwige tijdsruimten heen.
Wij kunnen ons niet verontschuldigen voor negatief gedrag door te zeggen: 'Ik ben slechts als doorn geboren en niet als roos', want anders dan bij de plant is ons de gave verleend van de vrije wil om ons eerder als roos te ontwikkelen dan als doorn te blijven bestaan. Iedere onenigheid en alle misverstanden vallen weg op het moment dat onze geest nobel is geworden. Welk nut hebben religie, filosogie en mystiek wanneer deze niet die goddelijke geest doen ontwaken?
Inayat Khan Zie ook:Vrije wil en noodlot, 14-12-'06
De stratenmaker floot een vrolijk wijsje, hij werkte met plezier, op zijn gemak, want arbeidersvreugde kan er zijn, al heb je misschien geen één diploma op zak.
De dominee bleef even met hem praten,
hij had die dag zijn zieken weer bezocht, het leek hem zwaar, dat werken op de straten, en vroeg hem of dat werk bevallen mocht.
De stratenmaker zei: je moet eens luisteren,
hij zei geen u, alleen gewoon maar jij,
toch lag er heel veel wijsheid in verborgen in wat hij tot die dominee daar zei.
We werken allebei precies hetzelfde, jij met je mensen, en ik op de straat, steeds op je knieën en zelf achteruit gaan, zo krijgen we het beste resultaat.
De dominee had veel om na te denken, eerst op mijn knieën, elke dag maar weer, zelf achteruitgaan, dan pas komt er ruimte voor Jezus, die mijn Koning is en Heer.
Nog mediterend ging hij weer naar huis toe, keek nog eens om, voor hij zijn deur ontsloot, de stratenmaker werkte rustig verder, terwijl hij weer opnieuw een wijsje floot.
'Wat is een zoeker? Hij (m/v) die niet over een arsenaal van geloofszekerheden beschikt, maar met vallen en opstaan tracht iets van het naar zijn veronderstelling achter leven, dood en kosmos verscholen mysterie gewaar te worden. Hij zoekt het niet in kerk en bijbel alleen of hoofdzakelijk, maar snuffelt hier en daar, vermoedende dat het mysterie zich altijd en overal openbaart, al is het dan als 'godsdienst' door de kerken ingekapseld. De zoeker zal gewaar worden, dat de waarheid of wat daarvoor moet doorgaan, niet toebehoort aan een of andere groep, al wil men dat wel eens zo doen voorkomen. Zo'n zoeker zal zich niet op zijn gemak voelen in min of meer dogmatische groeperingen, omdat hij een geloofsbelijdenis, mocht hij deze al willen of kunnen onderschrijven, toch weer zal relativeren, m.a.w. in relatie brengen tot zijn opvattingen. De zoeker is altijd een individualist, ook al kan hij zich in een bepaald collectief goed thuis voelen; daardoor zal hij ook binnen een kring van gelijkgezinden kritisch ingesteld zijn en wat hij daar te horen krijgt 'vertalen'naar wat hem acceptabel voorkomt.
A.de Leeuw (gedeelte uit:Het leven een zoektocht) (uit Mens en Tijd nr.17, Religieus Humanistische Verkenningen)
Deze hymne is geschreven door een schrijver uit de 11e eeuw. Vóór de lezing van de Thora wordt het in de synagoge gezongen op het Wekenfeest, Sjavoeot en Pinksteren
Al vulden we met inkt de zeeën en werden pennen de halmen gras, al was de wereld perkament alom en ieder schrijver van zijn vak: om Gods liefde op te schrijven had de oceaan geen inkt zoveel, en zou het perkament niet reiken al spande het de hemelen rond.
het meisje met don-arisch zwarte haren, met oogen, die verstrakken in een staren of vader gauw de tunnel door zal zijn.
Forensen schuiflen langs de binnendeur en schieten van de trap in daaglijksch jachten, het donkre kind kan enkel staan en wachten vlakbij het hokje van den conducteur.
Dan zwaait een mannenarm een verren groet, op t klein gezicht bloeit plotseling herkennen, ze moet op slag hard naar haar vader rennen, hij bukt zich laag en zoent haar smallen toet.
Nu gaan zij samen door den laten dag, de man gebogen en van zorg gebeten, het ratelstemmetje wil graag weten waarom ze nog niet naar het zwembad mag
O Heer, ik heb vandaag een bede maar: Elk Joodsch gezin wordt haast vaneengereten, Laat de Gestapo deze twee vergeten, Laat die in Jezus naam toch bij elkaar.
Eens was er een rabbijn die wonderen deed. Een kinderloze vrouw ging naar hem toe om hem te vragen dat zij vruchtbaar zou worden. Zij trof hem niet thuis, hij was elders. Maar toen zij daar aan kwam, was hij alweer in een volgende stad. De vrouw was arm en moest te voet gaan. En telkens als ze ergens aan kwam, was hij juist daar vertrokken. Maar eindelijk, na weken zwerven, vond zij hem. De rabbijn was getroffen door haar grote geloof. Hij zegende haar en een jaar later was zij moeder.
Dit hoorde een andere vrouw, die in dezelfde omstandigheden verkeerde. Haar moeilijkheden om de heilige man te vinden waren even groot, maar toen ze hem tenslotte vond, gaf hij haar de zegen niet en zij bleef onvruchtbaar.
Zijn leerlingen vroegen hem wat daarvan de reden was. De rabbijn antwoordde toen: De tweede kende het verhaal. De eerste niet.
Emmanuel Levinas, Joods-Frans filosoof, werd op 12 januari 1906 te Kovno in Litouwen geboren. Hij overleed op 25 december 1995 in Parijs. In de tweede wereldoorlog bracht hij 4 jaar in een krijgsgevangenkamp door. Zijn ouders en broers overleefden deze oorlog niet.
In de gedachtegang van Levinas word je een heilige door je te laten aanspreken door het appèl van de andere mens in al diens weerloosheid.
De Ander, zegt Levinas, kan en mag door mij niet gebruikt worden voor eigen doeleinden en is nooit ongewild te integreren voor mijn eigen doeleinden.
Zoekende
'Tegen mensen die God zoeken, zeg ik: ja, je zult hem vinden, maar bevrijdt eerst de slaven, kleedt de naakten, voedt de hongerigen. Laat de daklozen binnenkomen in je huis. Dat de mensen elkaar onderling niet helpen, dat is de doodzonde! De mens die vraagt: God, waar bent U? weet dat het antwoord van God er niet in bestaat mij te antwoorden, maar mij terug te sturen naar de Ander, ook al is hij een stoorzender en bij uitstek ongewenst, de dakloze, die je tapijt bevuilt.'
Jakob Lorber werd geboren op 22 juli 1800 in het dorp Kaniza in het tegenwoordige Sovenië. Hij was een mysticus die, naar eigen zeggen, door goddelijke inspiratie gedreven, een groot aantal boeken schreef over Jezus en zijn leer en over de kinderjaren van Jezus. Hij stierf op 24 augustus 1864 in Graz.
Het grote wereldoordeel van onze tijd (Profetieën van Jezus voor onze tijd)
Juist het niet begrijpen van profetische geschriften is voor de mens een stimulans voor zijn geest en toont hem wat hem aan ware levensvoltooiing nog ontbreekt. Wat zouden jullie nu zeggen wanneer ik jullie zou vertellen dat over ongeveer 2000 jaar van nu af gerekend, de mensen in die tijd grote kunstmatige ogen zullen uitvinden en fabriceren, waarmee ze in de grote diepten van de sterrenhemel zullen kijken en een totaal andere berekening zullen maken dan de oude Egyptenaren?! Ja, de mensen zullen ijzeren wegen aanleggen en met vuur en stoom in ijzeren wagens voort rijden, bijna zo snel als een afgeschoten pijl door de lucht vliegt. Zij zullen elkaar met ijzeren vuurwapens bestrijden en zullen hun brieven door de bliksem over de hele wereld zenden; en hun schepen zullen zich zonder zeilen en roeispanen, door de kracht van het vuur, voortbewegen en de grote wereldzee zo vlug en gemakkelijk bevaren als een adelaar door de lucht vliegt. En ze zullen duizend en nog eens duizend dingen bewerkstelligen, waar jullie je nu geen voorstelling van kunnen maken. En zie, dat alles kan door jullie nu nog niet worden begrepen
James A. Long werd geboren op 27 augustus 1898 in York, Pennsylvania. Hij stierf op 18 juli 1971. In 1935 werd hij lid van het Theosofisch Genootschap, waarvan hij in 1951 voorzitter werd. Als brug tussen de theosofie en het publiek, richtte hij het tijdschrift Sunrise op.
Of wij Christus, Boeddha of Allah, Brahma, Vishnu of Siva, Tao, Elohim of Jehova aanbidden, instinctief erkennen wij dat de godheid onze bron en oorsprong is en, naar wij hopen, onze uiteindelijke bestemming. ----------- Wanneer wij eenmaal inzien dat het godsbegrip bij ons allen verschilt, maar dat het wezen van de godheid hetzelfde is en dat de goddelijke essentie woont in het hart van al wat leeft, dan hebben wij de basis gelegd waarop een brug van broederschap kan worden gebouwd, die de mens uit de duisternis van vroegere eeuwen kan voeren naar het licht van de toekomst. James A. Long
Guus Kuijer, geboren op 1 augustus 1942 te Amsterdam, begon in 1973 boeken te schrijven voor volwassenen, maar werd vooral bekend door zijn kinderboeken, waarvoor hij vaak is bekroond. In veel van zijn boeken en ook in Het boek van alle dingen, waaruit dit fragment komt, gaat het over niet meer bang zijn en hoe doe je dat .
"Wacht zei mevrouw Van Amersfoort". Ze stond op. "Misschien heb ik iets voor je". Ze draaide zich om naar een van de boekenkasten. "Wat wil je later worden eigenlijk?", vroeg ze. "Gelukkig", zei Thomas. "Ik word later gelukkig". Mevrouw Van Amersfoort wilde al een boek uit de kast trekken, maar ze draaide zich verrast om. Ze keek Thomas lachend aan en zei: "dat is een verdomd goed idee. en weet je waar gelukkig mee begint? Met niet meer bang zijn". Guus Kuijer
De dichter Paul Verbruggen werd geboren op10 september 1891 in Boom en overleed op 17 juni 1966 in Deurne. Hij hield veel van de natuur, die hij zag als het symbool van Gods schepping.
Autodidact wat talen betrof, kende hij Frans, Duits, Engels, Spaans, enkele Scandinavische talen, Grieks en Latijn. Een van zijn vrienden was dichter Paul van Ostaijen.
Ik heb de hele winter niet geweten
dat er van U, diep in dit dode woud ergens wat goud bedolven lag. Met lege hand en hart en tot geen offerande klaar trad ik in t bos en vond Uw eerste krokus in de zon. Hij stond zo schitterend op het donkergroene mos, zo enig licht tussen het koude naakte hout, en iets wat ik de ganse winter was vergeten, ging weer aan t smeulen met een teedre gloed. Zo stond ik lang, gelukkig en verenigd met die kleine krokus in de zon, en wist opeens hoe diep de kleinste dingen leven en zei heel simpel: God, hoe mooi!
Verslagvan een lezing die dhr. Roelof Tichelaar uit Hoogeveen hield voor de Vrijzinnige Geloofsgemeenschap Aan de Regge op 24 januari j.l. Hij sprak over: Ik wil alleen maar aardig zijn.
Dhr. Tichelaar heeft een praktijk voor psychische, pastorale en spirituele hulpverlening en naast zijn lezingen schrijft hij boeken diedaarmee te maken hebben. Deze avond is zijn onderwerp Ik wil alleen maar aardig zijn, daar kwamen velen op af want, zegt dhr. Tichelaar, dit onderwerp raakt iedereen.
Het stellen van grenzen heeft alles te maken met het jezelf kunnen zijn en dat is een van de geestelijke opdrachten hier op aarde. We zeggen allemaal wel eens ja als we nee bedoelen, maar liefdevolle grenzen zijn altijd beter dan grenzenloze liefde. Bij een burnout worden we tot stilstand gebracht. We zijn onze grenzen voorbij gegaan en die moeten we opnieuw gaan stellen. Het is geen vrijblijvende zaak, maar een heilige opdracht. We hebben er vaak behoefte aan om bevestigd te worden, dit heeft alles te maken met hoe je tegen jezelf aankijkt. Dikwijls zit er een diepe pijn achter verborgen. Als je jezelf niet de moeite waard vindt, kun je ook geen respect verwachten.
De geest, ons eigenlijke ik, mag je niet ontkennen en met voeten laten treden. Dit mogen we met recht zonde noemen.
De naaste is niet belangrijker dan wij zelf. We moeten de weg van het evenwicht kiezen, de balans. Schuldgevoel en angst kunnen erg in de weg staan. Het geweten kan ons er toe bewegen een offer te brengen.
Dat geweten wordt gevormd door de goddelijke vonk die in ons is, maar ook door wat ons geleerd is. Er is een menselijk en een goddelijk geweten. Er is meer nodig dan het aangeleerde geweten. We moeten ons openstellen voor de weg van de Geest . In de geest vinden we de verbinding met God weer terug. Hij straalt liefde en wijsheid uit. Elke keer moeten we weer een beroep doen op eigen innerlijke weg.
We mogen onze eigen weg gaan, maar dat gaat gepaard met tegenkrachten die ons op een dwaalspoor kunnen brengen.
De normen en waarden van onze maatschappij hebben veel invloed op ons en kunnen ons in de weg staan. De tijdgeest creëert verwachtingspatronen. Het kan zijn dat je dan offers moet brengen, maar een zuiver offer is er een in een sfeer van vrijheid en liefde.
We moeten niet de schijn ophouden, maar open zijn en ons kwetsbaar durven opstellen. Diep één zijn; eenvoud is een deugd. We mogen leren echt te zijn, niet terughoudend. Als je verstopt zit achter een masker, loop je het risico niet de mensen te ontmoeten die je in dit leven nodig hebt. Aanvaard ook de donkere kant van jezelf en bestrijd jezelf niet. Er mogen emoties zijn, maar ook hier moeten we onze grenzen stellen. Wat staan we toe? We moeten leren ze te beheersen.
Er zijn verschillende valkuilen zoals het niet gekwetst willen worden. Dan bepaalt de angst je leven. Durf te voorschijn te komen. Agressie is per definitie verkeerd, maar we kunnen ook te snel met vergeving klaar staan. Zolang het mes van de vijand nog in je rug steekt, kun je niet vergeven. Agressie is een stuwende kracht, bedoeld om het heilige in ons te beschermen. Soms moeten we onze innerlijke tempel met deze vuurkracht reinigen, maar vooral spirituele mensen hebben moeite met deze kracht. Irritatie kunnen we ook zien als een waardevol signaal dat ons wat te vertellen heeft. We zullen ons moeten verzoenen met die krachten in ons zelf en grenzen stellen aan ons eigen ego.
Bij de opvoeding van kinderen hoort, naast liefde, ook discipline en het stellen van grenzen.Kinderen hebben grenzen nodig en hebben recht op correctie. Ze moeten leren omgaan met nee, maar het is wijs te laten zien waarom iets niet mag. Ouders moeten in hun autoriteit staan zonder autoritair te wezen. Ook moeten kinderen grenzen stellen naar de ouders toe. Volwassen kinderen proberen vaak, door het eren van hun ouders, een inhaalslag te maken voor de liefde die ze als kind hebben moeten missen. Soms is het beter vader en moeder te eren door maar weg te blijven en grenzen te stellen.
In de partnerrelatie moeten de mannelijke en vrouwelijke kracht in onszelf in evenwicht zijn. Communicatie is hier erg belangrijk. Spreek je uit, anders gaat iets woekeren. Politieke correctheid kan heel ondermijnend zijn met als gevolg een te ver doorgevoerde tolerantie.
Ook een cliënt bij de therapeut moet zijn grenzen stellen en nooit blindelings adviezen opvolgen. De therapeut moet genoeg beroep doen op de verantwoordelijkheid van de cliënt.
Heb oog en oor voor jezelf en blijf trouw aan jezelf. Wees echt.
De geest in ons heeft liefdevolle aandacht in ons nodig om te kunnen groeien.
Je kunt wel gaan...je hoeft niet meer te komen! Je praat altijd van zwijgende berusten. Dat kan geen mens...dat doen alleen de bomen, die naakt en weerloos in de stormwind staan.
Jij hebt een vrouw...jij kunt wel in je lot berusten. Mijn bed is leeg...ik ben ziek en alleen. Je zegt dat ik gehoorzaam heb te volgen, maar ging je zelf die kant gewillig heen?
Je moet niet zo over Gods daden praten. Denk wat het is, ze stil te ondergaan; en voel je eens je hart van God verlaten, kom dan nog even bij mij aan.
Misschien dat we elkaar dan beter kunnen vinden, dat je mijn schreien beter kunt verstaan. Misschien...gaan we dan samen zachtjes zingen: Wat God doet is toch welgedaan!
Jaap Kroonenburg
Er is weinig bekend over de dichter Jaap Kroonenburg (1901-1938) . Hij was een boerenknecht en autodidact uit Noord-Holland. Hij stierf aan een ernstige ziekte die hij al vanaf zijn jeugd had.
Vivekananda werd op 12 januari 1863 in Calcutta geboren en stierf op 4 juli 1902. Geboren als Narendranath Dutta, werd hij wereldberoemd onder de naam Swami Vivekananda. Hij was als kind al erg met het lot van armen en bedelaars begaan. Later leerde hij zijn volgelingen om zieken en armen te helpen en tolerant te zijn voor andere religies, waarin hij zelf het voorbeeld gaf.
Zijn grote leermeester was Sri Ramakrishna (zie ook: 6 aug. 2005).
Een generalisering die met een persoonlijke God eindigt, kan nooit universeel zijn, want om de opvatting van een persoonlijke God te hebben, moeten wij vóór alles zeggen dat hij (of zij) dan volkomen barmhartig, volkomen goed is. Maar deze wereld geeft een vermenging te zien van goed en kwaad. Zo zult u altijd zien dat het idee van een persoonlijke God gepaard moet gaan met een persoonlijke duivel. Goed en kwaad behoren tot de wereld der betrekkelijkheid; wat voor de een goed is, kan voor de ander kwaad zijn. En omdat God boven alle betrekkelijkheid moet staan, is het idee van een persoonlijke God geen juiste generalisering.
Václav Havel, werd geboren op 5 oktober 1935 in Praag
Hij is een Tsjechisch schrijver en politicus en erelid van de Club van Rome. Hij werd vooral bekend als een vooraanstaande figuur in de strijd tegen het communistische regime en als de laatste president van Tsjechoslowaije.
Hoop die in ons is
Diep in onszelf dragen we hoop: als dat niet het geval is, is er geen hoop. Hoop is een kwaliteit van de ziel en hangt niet af van wat er in de wereld gebeurt. Hoop is niet voorspellen of vooruitzien. Het is een gerichtheid van de geest, een gerichtheid van het hart, voorbij de horizon verankerd. Hoop In deze diepe en krachtige betekenis is niet hetzelfde als vreugde omdat alles goed gaat of bereidheid je in te zetten voor wat succes heeft. Hoop is ergens voor werken omdat het goed is, niet alleen omdat het kans van slagen heeft. Hoop is niet hetzelfde als optimisme evenmin de overtuiging dat iets goed zal aflopen, wel de zekerheid dat iets zinvol is ondanks de afloop, het resultaat. Václav Havel