De meeste ellende doen de mensen elkaar aan
Gerrit van Schuppen (88) uit Wierden, een dorp de buurt van Rijssen, maakte de oorlog mee, de hongerwinter (44-45) en de watersnoodramp in 1953 in Zeeland. Hij is door de jaren heen overtuigd geraakt van de grote speling die God de mensen geeft voor eigen handelen. Naar aanleiding van zijn zestig jaar predikantenjubileum verscheen in De Twentsche Courant Tubantia een interview met hem van Hans Brok. Hieronder volgen een paar uitspraken van Van Schuppen.
Wat me de laatste jaren echter heel duidelijk is geworden, is dat de mens vrij is om te kiezen. Binnen bepaalde kaders uiteraard. Onze lieve heer is het waagstuk aangegaan om te zeggen, jongens, ga je gang maar. Dus we kunnen onze gang gaan. Hij doet er niks tegen. De opvatting was dat God alles regeert. Maar dat klopt natuurlijk van geen kant. Ik heb door de jaren wel zes of zeven godsbeelden gehad. Overal neem je wat van mee. Een van de laatste is dat God een enorme speling geeft en hooguit hier en daar een duwtje geeft. De mens heeft grote vrijheid en verantwoordelijkheid. Daar doet hij ontzettend veel goede dingen mee; denkers, schrijvers, noem de hele bups maar op. Maar telkens komt toch weer die andere kwade kant boven dat is een tragiek. Waar het op neer komt is, dat je een beetje geloof moet houden dat het op zijn pootjes terecht zal komen. Maar vraag niet hoe. Want bij tijden twijfel ik aan alles. Aan alles. Zoals Gerard Reve zei: wordt het nog wat, het koninkrijk van u.(zie op mijn blog: Dagsluiting). Dat soort twijfel. Geloof is een zekere weggedrongen twijfel. In zijn preken (hij preekt nog steeds af en toe) is een van zijn stokpaardjes de griezelige nadruk die er vaak ligt op God die alles doet en bestuurt.
Van Schuppen: Het gaat om onze verantwoordelijkheid en hoe wij met elkaar omgaan. Ik zie altijd een stuk ethiek in het verlengde liggen. De laatste jaren heb ik me veel bezig gehouden met de filosoof Levinas. Die zegt: de Oneindige openbaart zich uitsluitend in het gelaat van de ander. God zelf komt daar niet bij aan te pas, hij laat zich door het menselijke bewustzijn niet in kaart brengen.
|