Joodse vertellingxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De waarheid liep volledig naakt, zoals ze geboren was, over straat. Niemand wilde haar binnen laten. Iedereen die haar tegenkwam sloeg uit angst voor haar op de vlucht. Op een dag liep de waarheid weer in gedachten verzonken over de weg. Zij was erg bedroefd en verbitterd. Toen ontmoette ze het sprookje. En het sprookje droeg schitterende, veelkleurige kleren, die iedereen prachtig vond.
Het sprookje vroeg aan de waarheid: Vertel me, geëerde vriendin, waarom ben je zo neerslachtig en loop je zo bedroefd op straat rond?
De waarheid antwoordde: Het gaat slecht met me. Ik ben oud en bejaard, en niemand wil me kennen.
Daarop antwoordde het sprookje: Het is niet omdat je oud bent, dat de mensen niet van je houden. Ik ben ook erg oud en hoe ouder ik word, hoe meer mensen van me houden. Luister, ik zal je het geheim van de mensen onthullen: ze willen graag dat iedereen mooi is en zich een beetje verkleedt. Ik zal je net zulke kleren lenen als ik zelf draag, en je zult zien dat de mensen dan ook van jou gaan houden.
De waarheid volgde deze raad op en maakte zich mooi met de kleren van het sprookje. Sindsdien trekken de waarheid en het sprookje samen op en de mensen houden van allebei.
Als je aan een wijze een vraag stelt, antwoordt hij om iets duidelijk te maken met een verhaal, niet met een theorie, een systeem of een beschouwing.
|