Abraham Eliazer van Collem werd op 13 oktober 1858 geboren in Rotterdam en overleed op 3 november 1933 in Heemstede. Zijn gedichten waren vaak joods religieus, filosofisch en socialistisch. Hij was een aardige, rustige man, vol humor, die niet streefde naar roem of bekendheid maar als doel had het bewustwordingsproces van bestaand onrecht en de komst van een betere toekomst bij het proletariaat op gang te brengen.
God is een vrolijkheid in ons, een lach, een rust, een nimmer uit te doven zekerheid dat Hij omheen ons is. God is het zijn, het voelen dat wij zijn, een zijn van bomen, bergen en het licht, van wolken, sterren, eeuwge nachtzee.
God is het woord waarin wij zeggen, zee en aarde, diepte, hoogte en afgronden. God is de atmosfeer waarin het Al, waarvan wij woorden maken, staat geschreven.
A.van Collem
|