Nu het rupsenseizoen voor de deur staat, maakt provincie Antwerpen de verspreidingscijfers van 2019 bekend. Het werd een piekjaar voor de rupsen: 67 van de 77 gemeenten, steden en districten ondervonden grote hinder door de rupsen. Om een nieuwe piek het hoofd te bieden, breidt de provincie de ondersteuning voor gemeenten uit en zet ze sterk in op alternatieve, biologische manieren voor de bestrijding. Volgende week is het zover: dan sluipen de eikenprocessierupsen uit hun eitjes en breekt het rupsenseizoen opnieuw aan. Veel overlast moeten we nog niet verwachten, de rupsen dragen nog geen irriterende brandharen. Jan De Haes, gedeputeerde bevoegd voor Milieu en Natuur kadert de rol van de provincie: “Vorig jaar werd de overlast zo groot dat aannemers niet konden volgen en we ons genoodzaakt zagen om de civiele bescherming in te roepen. We houden de verspreiding waakzaam in het oog en coördineren de bestrijding voor gemeenten. Ondertussen bestuderen we alternatieve, biologische manieren van bestrijding waarbij we de natuurlijke vijanden van de rupsen inzetten.”
Verspreiding en hinder 2019 Aan de start van het rupsenseizoen maakt provincie Antwerpen de verspreidingscijfers van vorig jaar bekend. Kathleen Verstraete, provinciaal expert, licht de cijfers toe: “De gegevens uit de interactieve eikenprocessierupsenkaart zijn verwerkt en geven ons een nauwkeurig overzicht van de aanwezigheid van de rupsen en de uitgevoerde bestrijdingen in 2019. Er waren vorig jaar opvallend veel rupsen: 62 van de 77 gemeenten, steden en districten kreeg te maken met een hoge concentratie rupsen (> 15 locaties met nesten). Stad Geel en gemeenten Schilde, Schoten, Zoersel en Laakdal hadden zelfs te kampen met meer dan 100 aangetaste locaties (kaart 1). De rupsen hebben vele nieuwe plaatsen geïnfecteerd en op bestaande plaatsen werden ze nog steeds talrijk waargenomen. Dat is duidelijk te merken in de cijfers: 67 van de 77 gemeenten, steden en districten ondervonden grote hinder door de rupsen (kaart 2). In het zuidwesten van de provincie bevinden zich nog enkele gemeenten die weinig hinder ondervinden.”
Bekijk en download de kaarten op de site van de provincie Antwerpen.
Ondersteuning voor gemeenten
Nog voor de start van het seizoen besloot de provincie om de ondersteuning voor gemeenten uit te breiden. Kathleen Verstraete: “We krijgen elk jaar meer vragen van gemeenten over de bestrijding. Het is dan ook complex: er bestaan verschillende technieken (afhankelijk van de fase waarin de rups zich bevindt), je mag niet overal bestrijden en het aantal toegelaten producten voor de bestrijding is beperkt. Om hier duidelijkheid in te brengen, organiseerden we een vorming en publiceren we een leidraad met een eenvoudige beslissingsboom. Ook deelden we dit voorjaar infoborden en –linten uit zodat gemeenten burgers kunnen waarschuwen voor de locaties van de rupsen.”
Kevers en mezen spelen hoofdrol in biologische bestrijding De provincie streeft naar de meest ecologische manier van bestrijding, waarbij de impact tot een minimum beperkt wordt en de biodiversiteit behouden blijft. “De eikenprocessierups is een inheemse soort, het is dus zeker niet de bedoeling om de rups uit te roeien. We willen ze vooral beheersen op plaatsen waar ze overlast veroorzaakt voor burgers”, legt Kathleen Verstraete uit. “Daarom zetten we in op natuurlijke bestrijdingstechnieken en starten we een proefproject om de natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups in te schakelen. Zo bestaat er een kever die de poppen van de rupsen eet, en ook mezen vinden de jonge rupsen een lekkernij. Sommige sluipwespen en sluipvliegen hebben de rupsennesten nodig om zich voor te planten. Hun eitjes komen tot ontwikkeling in de eikenprocessierups. Op verschillende testlocaties in Vlaanderen zal de omgeving aantrekkelijk gemaakt worden voor deze vijanden.”
|