De beste portretschilder van zijn generatie is niet meer. Louis Van Gorp (76) reed gisteren met zijn fiets door Arendonk toen hij plots onwel werd en in elkaar zakte. Louis was getrouwd en had zeven kinderen.
Behalve een volkse en erg aangename man was Louis ook een uitzonderlijk groot kunstenaar. Wie de ambitie heeft om ooit een volledige overzichtstentoonstelling van hem te organiseren, zal tien sporthallen moeten afhuren. Louis schilderde zes dagen op de zeven en maakte al honderden meesterwerken. Drie thema's komen telkens terug: landschappen, menselijke portretten en naaktfiguren.
Zijn bekendste werk is ongetwijfeld het officiële portret van koning Albert II, dat vandaag in de Galerij der Koningen in Brussel hangt. In verscheidene interviews met Het Nieuwsblad praatte hij vrijuit, maar altijd met veel respect, over zijn relatie met het koningshuis. Hieronder enkele beklijvende passages.
Hoe de koning destijds terechtkwam in een dorp als Arendonk? 'Heel toevallig', antwoordde Louis. 'In 1993 werden er twee kunstboeken uitgegeven over mijn werk. Via-via kwamen die boeken terecht bij koningin Paola, die zelf grote belangstelling heeft voor kunst. Niet veel later stonden de koning en de koningin bij mij voor de deur. Ze brachten een privébezoek aan mijn atelier, waarna de koning vroeg of ik een portret van hem wilde schilderen. Zeg nu zelf, zoiets kun je toch niet weigeren?'
Hoe lang hij gewerkt heeft aan het statieportret van koning Albert, een doek van anderhalve meter op een meter? 'Heel lang. Neem nog maar alleen het uniform. De sterren op de schouder, de speciale glans van het lint om zijn borst, de witte handschoenen, de pet onder zijn arm, je moet dat allemaal nauwkeurig bestuderen. Dat neemt tijd in beslag. Hoeveel uren ik er echt aan gewerkt heb, weet ik niet. Maar ik ben er wel een maand voor van huis geweest, samen met mijn vrouw in het buitenverblijf van de koning in Zuid-Frankrijk.'
Of de vorst een makkelijk model was? 'Je begrijpt dat ik daar niet op kan antwoorden. Maar algemeen kan ik je wel zeggen dat het welslagen van een portret voor drievierde afhankelijk is van het model. Daarom praat ik zelf heel veel met mijn modellen. Want iemand die je goed kent en die extravert is, daar kun je een veel beter schilderij van maken. Stokstijf blijven zitten, is helemaal niet nodig. Het enige wat ik vraag is dat ie ongeveer op z'n plaats blijft. (lacht) Want achternahollen op je ezel, dat gaat natuurlijk niet.'