Inhoud blog
  • van 25 juli 2006 tot 5 augustus 2006
  • van 13 juli 2006 tot 24 juli 2006
  • van 1 juli 2006 tot 12 juli 2006
  • 30 juni 2006
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Santiago 2006
    een voettocht naar Santiago de Compostela vanuit St.-Jean-Pied-de-Port, France
    01-07-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.van 1 juli 2006 tot 12 juli 2006

    dag 1 - 1 juli - Orisson naar Roncesvalles - 18 km

     

    De dag begint met een stabiel weer: snikheet en zelfs op de hoogten van de Pyreneeën. Wel fijn want we kunnen zo een piste van 18 km volgen die bij slecht weer stellig gedéconseilleerd wordt met vele waarschuwings-aanduidingen in St.-Jean en onderweg. Ik stap samen met de twee Limburgse vrouwen, met Henriette en met Tim. De natuur is adembenemend. schapen en paarden lopen gewoon los in het rond en haviken volgen ons nauwkeurig.
    We volgen de zogenaamde route des crêtes. We stijgen van 800 meter tot 1430 meter. Om 14 uur zijn we reeds in het klooster van Roncevaux (op 900 meter). De refugio van het klooster gaat pas om 16 uur open doch in de queuing wordt rekening gehouden met de positie van de backpack: deze vormen mooi een rij en de bezitters ervan liggen luilekker in het gras te wachten: Om 16 uur stipt begint de administratie: vragenlijst invullen, betalen, stempel in de credential laten zetten, enz....
    Die vragenlijst is wel bijzonder: ze vragen je namelijk aan te duiden met welke motieven je de camino doet. Zo kan je kiezen uit: religieuze, spirituele, culturele, sportieve of andere redenen. Ik heb ingevuld: katholiek religieus en spiritueel. Weet ge: ik heb graag een bed in hun refugio, gerund dan nog door het Nederlands Genootschap van Santiago. Nu ga ik nog een katholieke mis bijwonen, kwestie van mijn vragenlijst-zonde in het niet te laten opgaan.

     

     

     

    dag 2 - 2 juli - Roncesvalles naar Larrasoaia - 27 km

     

    We zijn nu goed en wel in Spanje en wel in Navarra. In Roncesvalles gaat het licht in de refugio om 10 uur uit (de deur ook dicht) en om 6 uur terug aan. Om 8 uur moet iedereen vertrokken zijn. Welnu, om 5 uur begint het gestommel al in de zaal (120 bedden et completo) en bij mijn vertrek om 6.45 uur was ik al bij de laatsten. Ontbijt kunt ge er niet nemen. In het eerste dorp hadden we al bingo: een panderia was open. Ge kunt niet geloven hoe heerlijk dan een café´con lecce is met zoete broodjes.
    Het is een etappe met veel groen, weiden en heldere beekjes. De rit is door de warmte vrij middelzwaar. Voortdurend wordt er geklommen en gedaald: veel leistenen en andere stenen moeten we trotseren op de bergweggetjes. Nog nooit heb ik een zonnebril nodig gehad maar nu ga ik me er eentje aanschaffen: het licht is hier zeer fel en voortdurend op een vrij grijs-witte grond kijken met de zon er boven op, maakt u bijna blind. Op bepaalde momenten had ik zelfs geen zuiver zicht meer. De groep van gisteren is al uit mekaar gevallen. Ieder gaat zijn eigen tempo in zo´n streek en zo komt het dat ik alleen Larrasoaia heb bereikt na 27 km. Mijn training met de copains in de Vogezen begint te lonen. Mijn dank aan dezen voor hun geduld. Mijn refugio is hier gelegen in het oude gemeentehuis en wordt gerund door de burgemeester. Ik lig op een kamer met twee Fransen en twee Italianen. Eindelijk kan ik over voetbal praten met mensen die er wat van afweten. Vooral de Fransen uit Biarritz en Tarbes zijn in de wolken met hun winst tegen Brésil. Nu moet ik de Italianen nog wat naar de mond praten en ga er verder maar van uit dat de finale tussen Italië en Frankrijk zal gaan: zo houd ik hier vanavond iedereen te vriend

     

     

     

     

    dag 3 - 3 juli - Larrasoaina naar Cizur Menor - 22 km

     

    We verlaten stilaan de Pyreneeën. Het zijn vandaag goede paden en weggetjes, weinig hoogteverschillen. M.a.w., het is een jour de vacances. Maar goed want mijn spieren doen aardig pijn na deze traversée van de Pyreneeën en ik kan wat spierrust gebruiken. Ik stap alleen want de twee Fransen kan ik niet volgen. Dezen stoppen ook reeds binnen een week in Najéra en moeten minder op hun reserves letten. Ze worden dan opgehaald door hun echtgenotes.
    Ik vertrek om 6.47 uur vanuit de refugio: nog te laat naar mijn zin, maar dat zal beteren. Gelukkiglijk was het enig caféke van het dorp dan al open voor het ontbijt: café con lecce en broodje. Zo 's morgens door de natuur kunnen lopen is heerlijk. Het is nog redelijk fris, overal is het stil. Kortom, een zeer aangenaam gedeelte van de dag. Vandaag is het voormiddag bewolkt geweest (bedankt) en namiddag als steeds volop brandende zon.
    Vandaag heb ik mijn eerste grote stad doorkruist: Pamplona. Binnen 3 dagen laten ze er weer de stieren los in de stad: een grootse gebeurtenis blijkbaar in deze stad want alles is volzet: hotels, hostals, herbergen. Jullie zullen het wellicht op TV kunnen zien bij het nieuws. Ik kon de zin niet opbrengen om aandacht te besteden aan het culturele en historische aspect van deze stad. Met een rugzak van vele kilo's loop je niet zo van het ene gebouw naar het andere. Overigens ben ik in een voorstadje van Pamplona naar de Correos (de Post) gestapt en heb ik 3,370 kg van mijn rugzakinhoud in een doos gestopt en naar huis gestuurd. De bezorgde blikken van enkele goed menende Amerikanen zullen nu wel achterwege blijven. Nu draai ik rond de 15 kg, met 3 liter water. Weet dat ik gisteren bijvoorbeeld 7 liter vocht heb gedronken, overwegend water.
    Vandaag heb ik verder voor de eerste maal gewassen (ook in mijn leven): het viel best mee en de was is nu lekker aan het drogen in de zon van Navarra. Er zijn zelfs Spaanse vrouwen die me goede raad geven. Ik versta er wel niks van doch ik blaak wel van dankbaarheid bij het mogen beleven van zoveel inlevingsvermogen.

     

     

     

     

    dag 4 - 4 juli - Cizur Menor naar Puente de la Reina - 22 km

     

    Vandaag begint het al te beteren met opstaan. Ik ben om 5 u opgestaan (als de meesten hoor) en om 6.05 u vertrokken met een glas water en een broodje uit de automaat. In het dorp was alles nog dicht. Ontbeten met café con lecce en bocadillo heb ik pas na 10 km kunnen doen in Uterga. Dan zat de beklimmimg van de Sierra del Perdon er al op: een lange, inspannende stijging over met keien bezaaide weggetjes en paden: mijn voeten hebben het geweten en ik was al blij dat ik niet met flanellen benen kwam te zitten door gebrek aan een behoorlijk ontbijt.
    Dze sierra is echt een fenomeen in de streek. Je kan deze ruige bergkam -eenzaam in de natuur, denk wat aan de Ventoux of de Penn-y-Ghent in Noord-Engeland-op 800 meter al zien vanuit Pamplona. Op deze bergrug staan toch wel enkele honderden windmolens geïnstalleerd. Zij dienen voor de elctriciteitsvoorziening van Navarra en zijn zeer indrukwekkend. Vanuit het vliegtuig moet je deze zeker kunnen bewonderen. Deze sierra scheidt ook het groene Navarra van het meer dorre gedeelte. Je ziet het ook in deze weidse natuur. Na overschrijding van deze berg (van 480 naar 800 meter) verandert de natuur: minder groen, meer dorre plekken en ongewonnen gebied. Overal is men het koren aan 't afdoen. Tot Puente de la Reina ben ik geraakt en dat was genoeg: de hitte werd zwaar om dragen en ik moet nog reserves inbouwen voor de volgende dagen. Ik zit nu al twee dagen in de vallei van de Arga en dat zal morgen niets anders zijn. Mijn copains zijn nog steeds André en Philppe: les deux Français. Morgen woensdag gaan ze zeker in Estella een TV zoeken om de match te volgen tegen Portugal en ik ook. Zij supporteren voor 'les bleus', moi pour 'les vieux' en zo blijven we vrienden......

     

     

     

    dag 5 - 5 juli - Puente la Reina naar Estella - 24 km

     

    Ik ben kunnen vertrekken om 6.25 uur met een goed ontbijt er bovenop in de refugio van Puente la Reina. Het weer is goed gemutst: 26 graden met schapenwolken. De natuur blijft hier zeer mooi in Navarra. Wel begin je al te merken dat de Rioja-streek eraan komt. In de te ontginnen gebieden zie je nu minder koren en daarentegen meer en meer wijngaarden, en zelfs ook olijfbomen.
    Het parcours ging redelijk op en neer, alhoewel de Pyreneeën nu toch achter ons liggen: twee hellingen zijn het vermelden waard. Eentje bij het verlaten van het Arga-dal: doordat er een 'détour temporaire' was, werd de beklimming extra-zwaar en kwam er maar geen einde aan (je hebt vlug 300 meer in niveauverschil en dat is veel voor een oude krijger). Als je zo 's morgens vertrekt, dan lopen er kladden pelgrims met je mee doch na twee uren zie je niemand meer rond je in deze weidse natuur: een vorm van natuurlijke selectie. Toch zijn er bij die je eerst gezwind in de wind zetten en je het nakijken geven, doch enkele uren later kom je dezen weer tegen, zich voortslepend over de Camino. Johan Willems en ik hebben daar een begrip bij ontwikkeld: het Salzburger-syndroom. Vraag hem maar om meer uitleg.
    Onderweg een prachtig gelegen dorpje op een heuvel tegen gekomen: Cirauqui. Van ver kan je het zien liggen. Ik vermoed dat ze het in éénmaal hebben gebouwd: zo pefect is het gïntegreerd. Er ligt zelfs nog een oude Romeinse brug en een Romeinse weg: uiteraard enkel door ons te gebruiken. De Camino loopt er letterlijk onder het gemeentehuis door.
    Ik rust nu uit vanavond in Estella: een stad met voornamelijk een verleden, met name is zij ooit in een ver verleden de hoofdstad geweest van het machtige Navarra. Nu kent ze een sluimerend bestaan aan de rivier Ega.
    De Fransen gaan me wellicht mjn nachtrust ontnemen: ik moet naar 'hun' match gaan kijken. Gisteren hebben de Azurri's gewonnen van de Mannschaft: de enkele Italianen in de refugio bevonden zich vrij vlug in een stadium van collectief delirium, wellicht nog een afkooksel van wat de goegemeente in Genk heeft moeten en mogen verduren gisteravond.

     

     

     

     

    dag 6 - 6 juli - Estella naar Los Arcos - 22 km

     

    Gisteravond ben ik gaan eten met drie Deense meisjes waaronder Henriette (terug opgedoken uit de achtergrond), met een Noorse en een Duitse. Deze laatste is van Mönchengladbach en had toch wel zeker haar man bij.
    Jawel, de Camino wordt door meer dan 50 procent vrouwen gefrekwenteerd. Om u een idee te geven: gisteren sliep ik in de refugio (114 bedden) van Estella op een kamer met 20 bedden: 17 bedden werden toegewezen aan vrouwen, één aan een echtpaar en één aan mij. Het zwakke geslacht is hier duidelijk niet  vrouwelijk.
    Vandaag ga ik naar Los Arcos: een must voor alle Vlamingen want de herberg aldaar wordt bemand door twee Vlamimgen, die om de 14 dagen worden afgewisseld. Het Vlaams Genootschap van Santiago verzorgt hier de dienstverlening. Het gebouw is eigendom van de gemeente en wordt beheerd door een junta (mooie naam niet ?). Momenteel zijn hier: Johan en Regina Goovaerts uit Antwerpen en het zijn heel vriendelijke mensen.
    De rit van vandaag is zeer 'faisable'. In het begin moet er twee uren worden geklommen zonder dat het overdreven is. Nadien wordt de natuur vriendelijker en laveren we tussen de korenveleden en wijngaarden richting Los Arcos op brede landbouwwegen die slingerend door het landschap glijden.
    Na 4 km kwam ik toch wel iets heel speciaals tegen: het klooster van Irache nl. Toch niets bijzonders zult u zeggen, ware het niet dat aan de overkant de bodega de Irache stond met aan de buitenmuur twee kranen gemonteerd. Ook niets speciaals zult u zeggen, ware het niet dat uit de ene kraan koel water vloeide ten behoeve van de passerende pelgrims en uit de andere kraan warempel lekkere rode wijn vloeide à volonté. Il faut le faire, die Spanjaarden toch.
    Zowel gisteren in Estella als vandaag in Los Arcos was het al vrij vlug full house. Om 5 uur 's morgens opstaan is dus geen luxe om tijdig de queue te doen in het volgende oord om te overnachten.
    Nu ga ik seffens naar de kinesist - achtste in de rij- om mijn voeten te laten masseren. Ze zijn nog in vrij goede staat doch een preventieve behandeling kan geen kwaad. Beroepshalve weet ik ondertussen wel hoe voornaam preventie is.

     

     

     

     

    dag 7 - 7 juli - Los Arcos naar Viana - 19 km

     

    Vandaag ben ik om 5.45 uur weggeraakt. Een Canadese van Toronto boven mij was bijna uit haar stapelbed naar beneden getuimeld en gilde nogal. Ben dan maar -nog- vroeger opgestaan.
    Het eerste gedeelte van de trip slingert zich tussen het koren en de wijn van Navarra heen: goed aangelegde landbouwwegen maken het gaan aangenaam. Tot aan km 10 in Sansol en Rorres del Rio weliswaar. Aldaar wel nog in prime time om 8 uur 's morgens -in een café dat toch wel open was zeker- de stierenbedoening van Pamplona op TV kunnen volgen. Ge weet wel: stieren die in de straten worden losgelaten en gekoejonneerd worden door honderden Navarrianen die allen in wit-rood zijn uitgedost en om ter gekst doen om toch maar een klap van een stier te krijgen. Ge moet echt vier generaties diep Navarriees zijn om deze gekheden te begrijpen. Het loopt zelfs al eens dodelijk af.
    Nadien heb ik het wel geweten. De natuur kreeg een ander uitzicht met een grillig en geaccidenteerd karakter. Voortdurend moest worden geklommen en gedaald op muilezelweggetjes en andere. Eindelijk toch helemaal bovengeraakt zien we in de diepte Logrono liggen, blakend in het felle zonlicht. Weet dat ge dan nog vier uren looptijd nodig hebt om deze stad te betreden. Mijn herberg heb ik twee uren verder opgezocht in een gezellig stadje: Viana. Ik ga nu vanavond afscheid nemen van André en Philippe: twee sympathieke Fransen. Hun épouss komen hen in Logrono ophalen om terug naar Tarbes en Biarritz te trekken. Philippe is afkomstig van de Quercy: uit Agen (les prunes d'Agen) met name. Een Frans gezegde heb ik onthouden: travailler pour les prunes. D.w.z.: werk verrichten dat tot niets dient.  Zou hij daar ook de Camino mee bedoelen ?

     

     

     

     

     

    dag 8 - 8 juli - Viana naar Navarrete - 23 km

     

    Vandaag weg om 6.08 uur. In de meeste refugio's kan je zelden een behoorlijk ontbijt krijgen. Er staan meestal enkel wat automaten. Wat doe ik ? De dag voordien voorzie ik in real food en cola light (goedgekeurde doping). Verder hoop ik dan onderweg vlug een café open te vinden om een café con lecce en een bocadillo te nuttigen. Dat is niet zo evident. In die kleine dorpkes kan het plaatselijke café om 10 uur nog dicht zijn. Weet overigens dat Spanjaarden veelal ontbijten in deze oorden. Vele pelgrims doen als ik, heb ik al gemerkt. Na 10 km vandaag in Logrono had ik beet, maar dat is dan ook een stad. Mijn zoon Michaël onderhoudt hier professionele contacten met een Opel-assemblage bedrijf en dat geeft me hier wel een eigen gevoelen.
    Het wordt vandaag een gemakkelijk parcours doch de hitte is loodzwaar: de lucht is eentonig blauw, geen wolkske. Ik daal verder af in het Ebro-dal. Deze stroomt door Logrono, de tweede grote stad die ik -na Pamplona- in Spanje ontmoet. Ik zal nu 130 km moeten wachten om Burgos in mijn armen te sluiten. U moet weten dat ik nu Navarra heb verlaten en in de Communidad di Rioja ben aangekomen. En onmiddellijk langs de voordeur: Logrono is de hoofdstad van de rijke Riojastreek. Korenvelden verliezen nu het pleit tvv de wijngaarden. In Navarra was een goudgele kleur de hoofdtoon, in Rioja is het overwegend groen.
    Ik ben goed in form vandaag en wil wel verder dan Navarrete gaan. Praktisch is het evenwel niet te doen: het volgende dorp ligt 5 uren verder en 16 km. C'est pour la jeunesse, vous savez.
    Als je bij Luc Goyens Rioja-wijn wilt kopen, vraag dan de zuivere wijn op basis van de tempranillo-druif. Té veel Riojawijnen vermengen met cabernet en sauvignon. Ze dreigen hun karakter zo te verliezen.
    Een sympathieke Française uit Limoges heeft mijn enig fysisch probleem vandaag in behandeling genomem: ze heeft een draadje met een naald doorheen mijn 'ampoeleke' (lees blaar) aangebracht en ik heb het zaakje met Béthadine afgewerkt. Weet u, ik ben geen Compeed-fan: ik heb er hier al té veel miserie mee gezien. De Amerikaanse uit New York bijv had toch wel haar Compeed afgetrokken. Een afschuwelijk zicht: haar voetzool leek meer op een kippenfiletke. Ze is nu in behandeling en volgt haar dochter Amy met het openbaar vervoer. Volgens mij zal zij definitief moeten opgeven, maar het is een harde.

     

     

     

     

    dag 9 - 9 juli - Nazarrete naar Azofra - 22 km

     

    Vandaag om 5.47 uur vertrokken. Na een kwartier reeds begon ik al te zweten -anders na een tweetal uren- en wist wat weer het zou worden: richting 35 graden en de Spanjaarden zeggen al: ké calor. Vandaag beleef ik mijn tweede dag in de Rioja, temidden van de wijngaarden: je loopt gewoon er midden door. De boeren zijn overal de grond aan 't optrekken om de wortels der ranken meer lucht en vocht te geven. Ik richt de einder op Najéra, gelegen in het Najerilladal met bijhorende rivier. Het is een stadje zonder betekenis tenzij de aanwezigheid van een klooster van Santa Maria la Real een revelatie is. Ik moest er langs om naar het volgende dal te klimmen van de rio Tuerto. Aan deze rivier ligt het dorpje Azofra. De gemeente heeft vorig jaar een nieuwe albergo gebouwd. Zeer opmerkelijk is dat er geen stapelbedden zijn maar alleen kamertjes met twee bedden. Ik slaap met een Fransman: André genaamd. Ik wed erop dat hij uit de stam Mitterrand voortkomt, maar ik durf het hem niet vragen. 
    Vandaag heb ik de grote was gedaan (Annie zal kontent zijn) na al mijn whipp-waskes. De hospitalera: een gezette, gedrongen Spaanse madame zoals er hier zeer velen zijn, bezwoer me vooral niet aan de knopkes te komen van lavadora en secadora. Zij zou alles wel doen en ik moest gaan slapen. Gelet op het aantal aangewende klanken en gebaren heb ik onmiddellijk dat bevel opgevolgd. Nadien bleek ze zelfs alles netjes te hebben opgeplooid. Wat kan een man alleen toch veel medelijden opwekken.
    Vandaag heb ik ook een vrouw uit Antwerpen ontmoet die al vanaf april 2006 bezig met naar Santiago te gaan: Chris De Coninck. Ook heb ik een Antwerpse man ontmoet die al voor de 13de keer de Camino doet.
    Nu zit ik nog te zweten op 560 meter doch de volgende dagen stijgt de hoogtemeter weer boven de 1000 meter om dan wat te zakken om in Burgos te arriveren. Morgen evenwel passeer ik in Santo Domingo de la Calzada: een niet onbelangrijk oord. Immers, in een ver verleden hebben beroemde mannen uit West-Europa er Spaans geleerd. Eén onder hen is mijn goede vriend Freddie Vancraeynest die mij Spaans zou leren doch tegenwoordig meer In Spanje vertoeft dan in België. Mocht je  hem kennen: vraag dan eens naar het verhaal over de aanwezigheid van een haan en een kip in de kerk van dat stadje. Het is een treffend verhaal en alle Spanjaarden geloven het wel, zeker als ze een douche hebben genomen.

     

     

     

    dag 10 - 10 juli - Azofra naar Grañon - 22 km

     

    Vandaag eruit geknepen om 5.37 uur. Het weer is minder warm doch draait toch nog rond de 32 graden. Het is een lichte rit met een meer en meer uitdeinende vallei. We stijgen ook gestaag. Logroño ligt op 385 m terwijl Sto Domingo de la Calzada reeds 638 m telt. De wijnteelt neemt hier in het midden van de vlakte af en wordt weer vervangen door koren, bieten en aardappelen. Er wordt hier enorm gearroseerd op de velden. In the middle of nowhere zie ik een vrachtwagen aankomen met ijzeren profielen. Mijn eerste idee: ze gaan hier een tent plaatsen. Jawel: het dient om tijdelijk waterleidingen te leggen over honderden meters verspreid en om te spuiten. Het water moet hier wel goedkoop zijn zoniet zijn deze landbouwproducten onbetaalbaar. Vul in België uw vijverke van 10000 liter eens met leidingwater en de factuur zal u nadien geen goed gevoelen geven. Ik vermoed dat ze hier van de Moren veel hebben geleerd in een een ver verleden.
    Aangekomen in Stro Domingo ga ik onmiddellijk naar de kathedraal. Daar zit namelijk een haan en kip opgehokt. Het verhaal wil dat als je deur opent en de haan kraait, dan zal je camino geslaagd zijn. Bij mij: positief. Evenwel ook: de kerk ging om 9.30 u open en ik was de eerste.
    Mijn albergue heb ik hogerop gevonden in een dorp verder: Grañon. Daar heb ik in de kerk geslapen. Vrijwilligers zorgen ervoor dat je goed wordt opgevangen. De douches en toiletten  zijn goed, de matrassen liggen op de grond en zo kunnen er 60 mensen terecht. 's Avonds is er een mis en een gemeenschappelijke maaltijd, bereid door de twee vrijwilligers, en nadien nog een gebed. 's Morgens volgt nog een ontbijt om 5.30 uur. En weet ge wat dient betaald ? Wat ge wilt: een donativo. Dat zal nog zo zijn op mijn verdere tocht doorheen Spanje.

     

     

     

     

    dag 11 - 11 juli - Grañon naar Tosantos - 21 km

     

    Weg om 5.38 uur. Ik heb de Franse vrijwilligers cordialement bedankt. Het weer is betrokken en naarmate ik stijg, geraak ik in de wolken verzeild en word drijfnat. Dat is hier een zegen voor de natuur, minder voor degenen die hier hun weg naar Santiago banen. Rond 11 uur droogt het op doch blijft nog bewolkt. Omdat ik problemen met mijn voeten heb, kan ik er geen lange rit van maken. Chris De Coninck: een verpleegster uit Wilrijk maar haar roots in het Pajottenland, weet het juiste materiaal aan te brengen en het gaat al veel beter nu. Geen blaren, wel pijnlijke drukpunten aan de zijkanten van de voetzolen. Het gaat wel over en anders hoop ik in het spoor van Chris te kunnen blijven. Met haar heb ik haar 2000ste km gevierd op de tocht naar Santiago. Zij is 16 april 2006 vanuit Wilrijk vertrokken.
    Zo heb ik ook Hans uit Tilburg ontmoet: een Scheutist die na 20 jaren in 2004 vanuit de Kasai in Congo is weergekeerd en medio april 2006 vertrokken is vanuit Tilburg naat S.. Gisteren heb ik met hem een paar pinten gedronken en zoals dat met de meeste paters gaat, vliegen ze er vlot in.
    Ik zit nu reeds op 800 meter en morgen gaan we even over de 1000 meter. De dag nadien bereik ik Burgos op 860 m: de derde grote -en grootste- stad op mijn tocht na Pamplona en Logroño.
    Wat me hier opvalt is dat er geen druiven meer zijn, wel koren. Gelet op de hoogte staat het er maar triestig bij en is ook nog niet geoogst itt de korenvelden in de Navarra.
    Vandaag heb ik de Rioja achter mij gelaten en ben in de Communidad de Castilla y Leon aangekomen en in haar eerste Provincia Burgos. Volgen nadien voor mij nog: Palencia en Leon. Daarbuiten heeft deze communidad nog: Zamora, Segovia, Avila en Soria.
    Tot slot: onderweg in Belorado heb ik een café con lecce gedronken, heb ik met enkele Basken over het weer gezeurd en heb vervolgens mijn sticks vergeten. Pas nadat ik het dorp uit was en ze wilde gebruiken, merkte ik dat ze blijven staan waren, gevolg: anderhalve km terug. Drie km aan mijn broek en de blik van sommige pelgrims: komt die nu al terug van Santiago ?

     

     

     

    dag 12 - 12 juli - Tosantos naar Atapuerca - 26 km

     

     Weg om 6.15 uur. Niet indrukwekkend zal je zeggen en gelijk beb je. Ik moest in mijn bed blijven liggen tot 6 uur. In deze albergue ging het er zeer georganiseerd christelijk aan toe. 's Avonds hadden ze het geluk een Slovaakse priester als pelgrim te hebben. Deze deed de mis (de avond voordien was het een Argentijnse prietser-pelgrim).
    Dan was er een gemeenschappelijke lunch. Deze hield niet zoveel in: salade en vervolgens gekleurde rijstpap..... Mijn Franse buurvrouw maakte zich sterk dat de hospitalero tijdens zijn rede gemeld had dat we valenciaanse paëlla zouden eten. Verder stel ik vast dat in Spanje naarmate we in hoogte stijgen de ensalada mixta steeds minder ingrediënten telt. In Logroño bijvoorbeeld betekende zulks tomaten, eike, olijven, ajuintjes, kappertjes en salade. Nu is enkel op een hoogte van 800 meter nog salade te herkennen. Ik heb mijn gram gehaald bij het gebed nadien. Elkeen moet dan voor iedereen in zijn taal luidop een gebed uitspreken. De inhoud van deze bespiegelingen kennen meestal een hoog spiritueel Santiagogehalte. Ik heb toen loud and clear  -als enige nederlandskundige- gezegd dat ik zou wensen dat STVV in de linkerkolom mag eindigen en dat KRC het iets beter mocht doen maar niet té veel. De Slovaakse priester dankte voor mijn bijdrage en zegende mijn weloverwogen woorden. Zo, dat is dan ook geregeld.
    De rit naar Atapuerca was een mooie rit. Wel eerst een lange beklimming van 12 km over de Montes de Oca maar nadien was het aangenaam stappen tot Atapuerca. Aldaar weer in contact gekomen met het gezin uit het Brabantse Bergen-op-Zoom: Paul en Inge met vier kinderen van 18 tot 13 jaar. Een oerdegelijk Nedereands gezin met de nestwarmte in het vaandel.
    's Avonds heb ik aangenaam geluncht met een Beierse vrouw uit Landshut. Zij is gynaecologe en wist heel veel over voetbal. Pfaff was zelfs haar jeugdidool: zij weet zulks aan haar drie broers. Zelf heb ik mijn mening over deze Waaslandse ramp maar niet gegeven.

    01-07-2006 om 00:00 geschreven door André Lenaerts

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-06-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.30 juni 2006

    Vooraf

    (een ruime tijd heb ik deze blog op non actief gezet. Tot heden, 25 nov 2008, hebben toch al een 3000 mensen deze site bezocht. De teksten werden steeds dezelfde dag nog opgemaakt, en zijn zo gebleven. Mijn naam is André Lenaerts en ik woon in Limburg - België))
     

    Op vrijdag 30 juni 2006 vertrek ik met de trein vanuit Genk (5.15 uur) naar Brussel. Daar neem ik de rechtstreekse verbinding naar Bordeaux. Vervolgens stap ik over op een trein richting Bayonne.
    Tot slot neem ik de trein richting Saint-Jean Pied de Port, een zestigtal km verder en gelegen aan de voet van de Pyreneeën.
    Wellicht zal ik diezelfde dag nog de weg naar Roncesvalles (Roncevaux) inslaan. Saint-Jean ligt op 180 meter hoogte, het klooster van Roncesvalles (reeds in Spanje) op 952 meter. Tussen beide plaatsen ligt de Pyreneeën-rug: ik trek er over via de Pas van Cisa (col  Lepoeder) op 1430 meter.  

    Wijze mensen van het Vlaams Genootschap raden me aan reeds de dag van aankomst de eerste acht km tot de auberge Orisson op ongeveer 750 meter hoogte aan te vatten, kwestie van de inspanningen over twee dagen te spreiden en de officiële eerste stapdag doenbaar in Roncesvalles af te ronden. Weet dat ik het gezelschap heb van een 17 kg wegende rugzak. Er bestaat wel een sherpadienst om bagage over de Pyreneeën heen via de wagen te laten bestellen in het klooster, doch dat comfort is aan mij niet besteed: de inspanning moet 'zuiver' blijven.

     

     

     

    Een verslag van een pelgrimstocht naar Santiago begint natuurlijk altijd met de vraag naar het waarom. Waarom ga je vijf weken lang door weer en wind met een flink gewicht op je rug bijna 800 kilometer lopen? Meestal is het antwoord niet zonder meer te geven.

    Jarenlang heb ik met vrienden regelmatig de Ardennen ‘bewandeld’ en jaarlijks achtdaagse tochten ondernomen over de Pennine Way in Engeland, de Stevenson route in de Cévennen, de West Weg in het Schwarzwald, de Alpen in Berchtesgaden, het prachtige natuurgebied hoog in de Vercors, enz….

    Tweemaal hebben we op de Santiagoroute (GR65) van Le Puy-en-Velay tot Saint-Jean een tiental dagen gelopen en er zeer interessante mensen ontmoet, allen op weg naar……jawel Compostella.

    Voor mij als jarenlang een regelmatig wandelaar in de Ardennen, betekent de Camino het hoogtepunt van een ‘wandelcarrière’.

    Ik denk dat het belangrijkste motief voor mij is iets proberen te ervaren wat ook de middeleeuwse pelgrims ervoeren toen zij op weg waren naar Santiago. Weliswaar zijn de omstandigheden voor onze generatie een stuk comfortabeler, maar toch hoop ik op deze manier daar iets van mee te krijgen. Het religieuze/spirituele motief speelt voor mij wel minder mee, wel meer het neerzetten van een sportieve prestatie. 

    Een tocht vanuit mijn huis in Opglabbeek naar Santiago zat er voor mij niet in, omdat ik onmogelijk zo lang van mijn werk weg kan blijven en ik ook mijn gezin niet zo lang alleen wilde laten, maar een periode van ruim vijf weken bleek haalbaar.

    Zoals waarschijnlijk de meeste Vlaamse pelgrims zal ik de Camino in Saint Jean Pied de Port aanvangen, omdat ik de klim over de Pyreneeën toch wel graag wil doen, ook al betekent dat meteen de zwaarste etappe om mee te beginnen: namelijk 28 kilometer en de meeste fiks bergop. Ik heb er wel voor getraind in de Vogezen met een drietal goede vrienden.

     

     

     

     

    In Galicië, het Keltenland ten noorden van Portugal, ligt niet ver van de Atlantische kust de oude pelgrimsstad Santiago de Compostela. Van oudsher wordt hier de leerling van Christus, Jacobus de Meerdere, vereerd. Uit de vondst van Friese munten is komen vast te staan, dat in de negende en de tiende eeuw pelgrims uit onze landen zijn getrokken naar het vermeende graf van Sint Jacob (in het Spaans: Sant Iago). Sindsdien is de stroom pelgrims nooit meer opgehouden, ondanks reformatie en revolutie, opstand en oorlog. Op het hoogte punt van de faam van Santiago, in de twaalfde eeuw van onze jaartelling, trokken jaarlijks een half miljoen pelgrims naar de stad. Op een West-Europese bevolking van zo'n vijftig miljoen betekende dat één procent! In de loop der eeuwen raakte het pelgrimeren naar Santiago de Compostela heel geleidelijk in onbruik...Het dieptepunt lag in de eerste helft van de 20e eeuw, toen nog maar een enkeling van buiten Spanje de tocht ondernam. Na de tweede wereldoorlog is het tij langzaam gekeerd. In 1993 kwamen bijna 100.000 mensen in Santiago aan, na minimaal 100 km te voet of 300 km per fiets te hebben afgelegd. Dat jaar was een zogenoemd "Heilig Jaar", omdat het naamfeest van Sint Jacob (25 juli), op een zondag viel. In 1999, het volgende Heilig Jaar, waren dat ruim 150.000 mensen. 2004 is ook een Heilig Jaar. Er zijn in 2004 in totaal 179,944 pelgrims in Santiago de Compostela aangekomen!!

     

     

     

    Het is nu echt wel aftellen geblazen.
    Vooreerst afscheid nemen op het werk met een progrèske van bakker Lehaen uit Bree !
    Nog even een barbeque meepikken bij rotary in het prachtige Openluchtmuseum van Bokrijk. Wat kan het daar 's avonds toch heerlijk rustig zijn aan het kerkske van Erpekom.
    Vervolgens mijn goede buren: Frits en Marieke, nog even bezoeken: ze vieren zaterdag 1 juli 2006 hun gouden bruiloft. Spijtig dat ik er niet kan bij zijn. Als meest onhandige hoef ik nu niet mee te doen aan de timmer- en versieringswerken doch moest ik daarentegen wel tijdens het avondfeest de speech geven. Mijn vrouw zal deze nu  in mijn plaats geven......... en dat zal zeker beter zijn: zij kan als echte Opglabbekenaar immers in 't dialect vele zinnen meer gevoel en inhoud geven.
    Verder heb ik het onverwachte bezoek van mijn Ardeense stapvrienden mogen ondergaan: echt tof van deze gozers; ze hadden zelfs hun vrouwen, tevens mijn vriendinnen, mee opgetrommeld. Ze hadden een 'coquille saint-jacques' mee met een passende tekst: 'voyager à pied par simple amour du vent et de la terre'. Ik zal de schelp koesteren en meenemen. Ook een scapulierke met een lievevrouwke en een lintmeter dien ik mee te torsen !
    Tot slot heb ik mijn rugzak volgens de regels volgeladen: ik eindig op 19 kg, drie liter water en 500 gr koekskes en reepkes en madeleinekes inbegrepen. Het zwaartepunt zit heerlijk hoog tussen de schouderplaten !
    Morgen vrijdag 30 juni 2006 vertrek ik om 5.16 uur in het station van Genk, richting Brussel Zuid.

     

     

     

     

    Voorspoedige reis gehad. Tussen Brussel Zuid en Bordeaux heeft de TGV slechts een vertraging van 10 min gekend. Merkwaardig toch na meer dan 1000 km.
    Vrij spoedig ontmoet ik  twee pelgrims van Limburgse bloede: Hilde uit Kuringen en Marleen uit Zutendaal. In St.-Jean arriveren we om 16 uur. We beslissen van niet te blijven rondhangen in St.-Jean maar reeds een efforke te doen door bergwaarts te togen. Vanaf St.-Jean hebben we samen de steile klim naar de Auberge Orisson gedaan: van 180 meter naar 800 meter hoogte op 8 km. De auberge is zeer zindelijk en we hebben er goed gegeten en wijn gedronken. Het gezelschap is internationaal: een moeder met dochter van 20 jaar uit de States - New York-Albany; vijf Fransen uit Bretagne-Rennes et Avranches; een vegetarische vrouw uit Danmark; een Antwerpenaar die reeds negen jaar fulltime pelgris is. ene zekere Tim, ook genaamd the Forrest Gump, en een vriendelijk Deens meisje van 34 jaar: Henriette.
    Wel goed op te merken is dat de Association de Santiago de Compostelle -blijkbaar- een camionette heeft die alle pelgrims -op weg naar Orisson- ontdoet van hun backpack. Je kunt het gewoon niet weigeren: die man is zo overrompelend dat tegensputteren niet helpt en iedereen onderging zo hetzelfde lot.
    Het uitzicht is adembenemend, het is er muisstil en´s nachts is het er echt pikdonker: dat kennen wij niet meer in België.

     

     

     

    20-06-2006 om 00:00 geschreven door André Lenaerts

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (2)


    T -->

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!