Inhoud blog
  • van 25 juli 2006 tot 5 augustus 2006
  • van 13 juli 2006 tot 24 juli 2006
  • van 1 juli 2006 tot 12 juli 2006
  • 30 juni 2006
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Santiago 2006
    een voettocht naar Santiago de Compostela vanuit St.-Jean-Pied-de-Port, France
    13-07-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.van 13 juli 2006 tot 24 juli 2006

    dag 13 - 13 juli - Atapuerca naar Tardajos via Burgos - 32 km xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />

     

    Weg om 5.45 uur. Het is een warme dag tot 33 graden. Eerst moet ik de sierra de Atapuerca overstijgen. Dat kost me een uur in het donker (doch heerlijk fris). Bovengekomen zie nog in het licht gehuld: Burgo,de fiere stad. Eenmaal in de voorsteden aangeland is het niet mooi meer om door te trekken. Om 10 uur bezoek ik dan maar de kathedraal vcan Burgos: een prachtig meesterwerk met een ongekende rijkdom aan ornamenten en kunstwerken. Ik maak hier een uitzondering voor omdat ik cultuur en trekken niet kan kombineren, en geloof me: ik passeer hier juwelen van kerken in de meest onooglijke dorpen.
    Ik ben geen stadsmens en daarom wilde ik er vlug uit vertrekken, richting Tardajos 10 km verder. Overkwam mij toch niet het volgende: twee vrouwen van Spaanse origine en ongeveer 50 jaar zijnde, komen naar me toe. Op zich niet erg maar wat gebeurde ? Eén van hen greep me bij de keel, begon mij viermaal te kussen en overlaadde me met veel Spaanse woorden waarbij peregrino en Santiago opviel. Ik was al 200 meter verder vooraleer ik me de draagwijdte van het gebeurde realiseerde. Ik stond perpleks en heb nadien kenners geraadpleegd.: dezen bezwoeren me dat ik nu hun verzuchtingen tav de helige Jacobus moet overbrengen en een goed woordje moet doen. Ik zal me weer wat moeten bedenken.

    Statistiek:
    Ik heb officieel 289 km afgelegd en 295 km effectief.
    Ik heb al 13 dagen gestapt aan een gemiddelde van 22 (ook over de Pyreneeën).
    Ik moet nog 486 km afleggen of 62%.
    Normaal zijn dat nog een 22 dagen.

     

     

     

     

    dag 14 - 14 juli - Tardajos naar Castrojeriz - 30 km

     

    Weg om 5.45 uur. Het wordt de eerste dag op de meseta en het is bloedheet. Enkel een briesje kan de levenslust wat gaande houden. Meseta is een brede en weidse hoogvlakte die je telkens na klimwerk kunt bereiken en die waar nog mogelijk door boeren wordt bebouwd met koren en gerst. Vele stukken tegen de hellingen aan bijv zijn woestenij. Schaapherders en hun kudden draaien hier ook hun rondjes. Het is vrij vlak en de landbouwweggetjes zijn goed onderhouden.
    Mijn eerste echt ontbijt heb in Hontanas na 20 km kunnnen verorberen. In Hornillos was alles dicht. De ligging van Hontanas is uniek. Je dokkert op de hoogvlakte: je weet dat de tijd is aangebroken om dat dorp tegen te komen doch je ziet maar niets. Erg hoor voor een trekker. En plots: op 200 meter zie je pas het dorp, weggedoken in een kloof van de meseta. Ik heb het nooit meegemaakt. De drie dorpjes die ik ben tegengekomen zijn arm, vervallen en gekend door veel leegstand. Wie kan hier nog een leven uitbouwen ?
    Het valt me op dat veel nieuwe pelgrims de route bevolken. Je begint ze stilaan allemaal te kennen. Dat komt doordat velen in Burgos afhaken en volgend jaar verder stappen, en dat vele nieuwe peregrino's in Burgos het pad betreden. Het is weer even wennen.
    Castrojeriz is mooi gelegen in de schaduw van een alleenstaande berg (als Waterloo maar dan echt en immems groter). Bovenop deze hoogte staan de ruines van een ooit machtige burcht. Je ziet deze ruine uiteraard van ver en is zodoende motiverend om toch door de hitte te klieven en het einddoel van de dag te bereiken.

     

     

     

     

    dag 15 - 15 juli - Castrojeriz naar Fromista - 25 km

     

    Weg om 5.41 uur. Het wordt een gewone warme dag met tot 13 uur hier en daar wat witte slierwolken om af en toe de zon te bedwingen.Gisteren en eergisteren heb ik de gashandle serieus opengedraaid. Ik wilde evenwel kost wat kost gisteravond in Castrojeriz aankomen. Reden: zo xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />kan ik de vier volgende dagen beter de vertrek- en aankomstlocaties op mekaar doen aansluiten en de moeilijke opdrachten voor het ochtendgloren reserveren. Zo kende ik vandaag onmiddellijk een serieuze prik van 45 min naar boven en steil geloof me, ze hadden vergeten er enige krulbochten in te voorzien. Dus dan maar de eerste vitesse en wat choke op, via de Mostelares om de 'geliefde' meseta op te klauteren. Bovengekomen geniet ik intens van het onmetelijk mooie zicht op de streek van Castrojeriz en haar groter origineel van het butteke du lion à Waterloo Aan de overzijde van het dal zie je honderden windmolens die op deze hoogten veel wind vangen. Wij in België slagen er nog niet in ver in de zee deze geplaatst te krijgen, gelet op onze uit de handen gelopen basisdemocratie. Ik heb er tot nu toe al zeker enkele duizenden gezien van Roncevaux tot Castrojeriz.
    De meseta is hier evenwel zeer smal en we vliegen er weer sofort van af via een steile helling, nu afdaling genaamd. Dat eindigt uiteindelijk in de vruchtbare vallei van de rio Pisuerga: de natuurlijke grens hier tussen de provincia Burgos (exit) en de provincia Palencia (welkom). Deze mag nu een aantal dagen op mij en mijn buidel rekenen. De hoofdstad is Palencia. In het eerste dorpje van mijn nieuwe gastheer tank ik bij na 10 km met een café con leche in het agrarische Itero de la Vega. Vervolgens dokker ik 14 km verder tot Fromista. Daarvoor organiseer ik na 20 km in Boadilla del Camino nog een rustpauze om mijn voeten wat lucht te geven en gun mezelf wat ander vocht dan wat uit mijn Camelbak vloeit. De laatste 6 km lopen langs het belangrijkste irrigatiekanaal uit deze streek van Castilla. Zo'n kanaal betekent voor de boeren hier leven of dood. Als je denkt eindelijk in de woestijn te zijn terecht gekomen, reken erop dat dan in Spanje nog een irrigatiegeul uw leven zal redden. Deze kerels zijn toch wel geniaal geweest in het verleden. Bij ons drie weken wat canicule en gezeur over de hitte betekent droogstand: geen auto's meer wassen, de petatten niet meer begieten, het gras de kleur van Van Gogh's schilderijen verlenen, enz... Na vier dagen labeur heb ik nog eens één van de Deense meisjes terug gezien: Bodil genaamd. Zij zat uit te hijgen in Itero de la Vega. De door mij aangestelde leerkracht in Spaanse geografie: Oratz, een Baskische vrouw uit San Sebastian, ben ik ook kwijtgespeeld omdat ze met de trein weer huiswaarts is getogen. Haar kinderen kwamen terug uit 'campement' en zij moest er toch zijn dan. Zij is zo vijf dagen lang in mijn 'loondienst' geweest en zo heb ik toch veel kennis over Spanje en het Baskenland kunnen opsteken. Morgen is nu een overgangsrit naar de historische 17 km doorheen de meseta. Ik heb me voorgenomen mij morgen ongemerkt in het peleton terug te trekken en enkel wat te klagen over aankomende blaren en andere ongemakken.

     

     

     

     

    dag 16 - 16 juli - Frómista naar Carrión de los Condes - 20 km

     

    Weg om 6.05 uur. Deze albergue biedt als enige haast een volwaardig ontbijt aan en ordelijk ook nog. Hier mogen de andere eens een voorbeeld aan nemen. Gisteren heb ik na de repas nog een openlucht-theater mogen meemaken van Madrileense studenten aan de kerk van Frómista: een uniek kader. Ik begreep er uiteraard geen knijt van, doch it doesn't matter. Om 10 uur evenwel zette een hitte-onweertje aan van 15 minuten en weg waren alle Frómistaenezers, en ik in hun zog.
    De rit loopt door de Campos: je ziet niets anders dan akkers en akkers. Naar Spaanse normen is deze streek plat. De bergen zijn helemaal weg. Ik volg 20 km lang een voetpad naast de P-980. Wagens rijden er haast niet, af en toe eens een landbouwvoertuig. In de kleine dorpjes die ik passeer: ik ben hun naam reeds vergeten bij het buitengaan, staan prachtige kerken die in Vlaanderen enkel in steden zouden staan. De streek doet me voortdurend denken aan het zuidelijk gedeelte van Haspengouw: droog Haspengouw en het Waalse gedeelte la Hesbaye. Ik denk vooral aan de streek tussen Sint-Truiden-Gingelom-Hannut-Namur.
    In het dorp Carrión de los Condes 'resideer' ik in het klooster van de Clarissen: Santa Clara. Het is hier zeer verzorgd. Zelfs lakens behoren tot de uitzet en dat is haast nergens het geval. Verder heerst hier orde en (gewijde) stilte.
    Als ge hier in een café voor het nodige evenwicht gaat zorgen, zie je hier al eens een boer zitten met een petje op: New Holland. Waarom deze uiting van verbondenheid tonen met een volk dat toch zeker niet beter is dan Vlaanderen ? Wij hebben met Alva toch al genoeg afgezien, en nu weer ? Het baart me zorgen want met de biervoorziening dreigt het ook al mis te lopen doordat een aantal cafés geen bier meer schenken maar wel Heineken. En nu nog deze petten op mijn netvlies toelaten. Goddank zag ik gisteren grote landbouwtuigen van het merk Newholland over de velden razen. Mijn vrees bleek ongegrond te zijn....

     

     

     

     

    dag 17 - 17 juli - Carrión de los Condes naar Terradillos de los Templarios - 27 km

     

    Weg om 5.52 uur. De Klarissen zorgen voor geen ontbijt, dus moi je m' en occupe. De zon doet het tussen de 35 en 40 graden. Het wordt een boetetocht van 17 km door de Páramo (koud, leeg gebied). Enkel akkergewassen en hier en daar wat zonnebloemen sieren de desolate streek.Het is een bijzonder eenzame streek zonder één dorp of bron tot Calzadilla de la Cueza. In de zomer is het er ongemeen heet. De weg is kaarsrecht en vrijwel plat. De onderlaag is met grind bedekt en met losliggende keien van een vuistgrootte. Ongemeen moeilijk om hier 17 km over te dokkeren. Het doet me denken aan de corpsroad's van dorpen in Noord-Engeland. Dezen dienden om hun overledenen veilig weg te bergen en van af te geraken (denk aan de pest) enkele 10 km verder. Na 17 km daagt eindelijk Calzadilla de la Cueza op. Dankzij de enige middenstander in dat dorp: de caféuitbater, heb ik me en vele andere peregrinos zich weer met het leven verzoend. Je zou het het je vijanden niet gunnen. Van dan af wordt het caminopad weer menselijk. Ik doe er nog 10 km bij om te landen in Terradillos de los Templarios: een kleine agrarische gemeente dat minder families telt dan het aantal letters van hun dorp. Weeral één middenstander: de uitbater van een prima albergue. Hij verzorgt tevens de comidas (repas).
    Tijdens mijn kruisvaart tussen Carrión en Calzadilla ben ik een zeer interessant fenomeen tegengekomen. Namelijk de veedrijversroute (een groene strook van een vijftigtal meters breed) die Andalusië met de bergen van Leon verbindt. Het is zo dat vroeger zeer vele -en nu nog enkele- schapenkuddes van het uitgedroogde zuiden tijdens de zomer naar het noorden trekken om er te grazen. Men noemt dat hier de Cañada Leonesa. In Frankrijk heb ik dat ook gekend: de kudden uit het zuiden, denk aan de streek van de Hérault, de Gard en andere departementen waar de schapen in de zomer ook omwille van de droogte aldaar naar het noorden trokken en terecht komen in de Aubrac en de Marguéride (in de Aveyron en Lozère). Deze overbrenging noemt in Frankrijk 'la transhumance' en gaat gepaard met grote feesten.
    Ik ga me nu mengen onder de peregrinos en met hen op vochtige wijze de beproevingen van de dag verwerken en doorspoelen.....

     

     

     

     

    dag 18 - Terradillos de los Templarios naar Bercianos del Real Camino - 25 km


    Weg om 5.36 uur.Het is een relatief vlakke rit in landbouwgebied. We overschrijden vandaag de provinciegrens van Palencia en gaan ons nu koesteren in de provincia Leon van de communidad Castilla y Leon. In Sahagun heb ik ontbeten na 14 km en verder ben ik een dorp verder verloren gelopen. Nu ja, ze hebben twee jaren geleden de caminoroute gewijzigd doch de oude tekens niet weggedaan. Gevolg: ik zat op de via Trajana ipv op de via camino francés. Drie km aan mijn broek aldus doch op eigen kracht en met wat oriëntatiezin weer op het 'goede' pad terechtgekomen.
    In Bercianos del Real Camino heb ik de albergue parroquial aangedaan, bemand door vrijwilligers. Dezen zijn drie zusterkes Augustinessen in traditionele klederdracht. Ze ontvangen me entousiast met een glas lekkere koude tee, schrijven me in en zeulen met mijn rugzak (16 kg) zelf naar het eerste verdiep om mijn slaapstee aan te duiden. Zij brengen me ook op de hoogte van het programma van de dag:
    om 17 uur is het Encuentro musical - dit is zingen tot God
    om 18 uur is het preparación de la cena - dit is voorbereiden van de collectieve maaltijd (voor ongeveer 30 gasten)
    om 19.30 uur is het oración del camino - dit is een katholieke viering
    om 20.15 is het cena compartida - dit is gemeenschappelijk eten (geen wijn, enkel water)
    om 21.15 uur is het benedición del peregrino - dit is zegening van de pelgrims
    nadien is het puesta del sol descanso - samen gaan kijken naar de zonsondergang
    De lezer zal begrijpen dat me een intense avond te wachten staat, die het voordeel heeft dat mijn kansen om in de hemel te geraken zienderogen aan het stijgen zijn.
    En voor dat alles vragen de nonnekes (ontbijt morgen inbegrepen) een donativo - dit is een gift. Wij westerlingen kunnen niet begrijpen dat zoiets nog bestaat.
    Onderweg heb ik voor de derde keer een grafsteen van een overleden pelgrim gezien. In de sierra del Perdon nabij Pamplona was het een Vlamimg: Frans Koks (in de jaren 90); In Torres del Rio betrof het een Canadese vrouw en nu nabij Sahagun zag ik de grafsteen van een Duitser. Blijkbaar was pelgrim zijn in de jaren 90 toch niet van alle gevaren ontbloot.
    Verder zie je in deze streek nog vele lemen huizen. Men noemt dit hier adobe-huizen. Vijftig jaren geleden trof ik deze huizen nog veel aan in Haspengouw: mijn geboortestreek. De aanmaak van deze blokken gebeurt hier gewoon door ze in de zon te leggen zodat ze steenhard worden. Elk jaar moet er worden bijgesmeerd en dat zie je dan ook: veel vervallen en in puin vergane huizen.
    Zo, dit is het voor vandaag. Ik ga me nu overgeven aan de nonnekes en ga mijn best doen.

     

     

     

     

    dag 19 - 19 juli - Bercianos del Real Camino naar Mansilla de las Mulas - 26 km

     

    Weg om 5.45 uur. Het programma ven de nonnekes uit het klooster van Palencia heb ik goed doorlopen. De wijze waarop deze zusters hun geloof uitdragen is zeer oprecht en ook ontroerend. Eentje kan zelfs ongelooflijk mooi zingen en guitar spelen.
    Voor vandaag wordt 24 graden voorspeld. De wind komt voor de eerste maal uit het westen en tegen 12 uur hebben we een half uurke zachte regen. De poncho wordt in stelling gebracht. Daarna draait de wind en is het weer als altijd. De weg is sinds Sahagun steeds hetzelfde: een voetpad volgen naast een asfaltweg, 36 km lang tot Mansilla de las Mulas. In deze quasi platte streek zie je enkel akkerbouw, en verder geen spat schaduw, zo ver je kan zien. Wat hebben de locale besturen gedaan ? Ze hebben voor de peregrinos om de tien meter platanen geplant, 36 km lang. Dezen geven helaas enkel hun wortels wat schaduw, doch binnen enkele jaren zullen mijn opvolgers hier van genieten. Dit is de saaiste dag tot heden: hier gebeurt nu eens niets. Om het uur komen hier drie auto's voorbij: een particulier die zijn grootmoeder gaat bezoeken een dorp verder, een landbouwvoertuig en de guardia civil. Ik was al opgelucht dat om het half uur een intercitytrein aan de einder voortgleed die  Burgos met Leon verbindt. En ja, morgen wordt Leon ingenomen: de stad van de kathedralen.
    Verder heb ik vandaag gewoon niet ontbeten en me moeten behelpen met de madeleinekes. In El Burgo Ranero miste ik het plaatselijke café en in Reliegos was het weer prijs. Je weet gewoon nooit met die Spanjaarden waar ze hun cafë-bar wegbergen in hun onooglijke dorpjes.
    Verder is mijn verpleegster Chris weer opgedoken in de plaatselijke herberg. Ik word nu weer deskundig onderzocht (mijn voeten) en als tegenprestatie beloof ik vannacht niet te snurken. Ik kan steeds nog gaan biechten in Santiago.........

     

     

     

     

    dag 20 - 20 juli - Mansilla de las Mulas naar León - 20 km

     

    Weg om 5.45 uur. Het wordt een zomerse dag tot 35 graden. Het doel vandaag wordt de inname van de vierde stad reeds in Spanje: León, na Pamplona, Logroño en Burgos. Het is een mooie stad met een Romeins verleden. Er zijn prachtige kerken in deze stad. Ik onthoud vooral de gotische kathedraal met drie tympanen en de basiliek San Isidoro in vroegromaanse stijl: indrukwekkend. Nu is deze stad wat van de wereldkaart verdwenen. In vroegere tijden toen men bezig was met de herovering van Spanje door de christenen op de vermaledijde Moren, wilde men steeds dat de hoofdstad van het bevrijde gebied niet te ver van het front lag. Dus iedere keer als de Moren kletsen kregen en meer naar het zuiden des lands werden verjaagd, werden achtereenvolgens Oviedo in Asturias (een mijngebied overigens), León en Toledo de hoofdstad. Nadien zijn ze bij Madrid gestopt.
    Ik heb vandaag mijn 20 km met Crhis, mijn verpleegster, al pratend afgelegd. Het is vlak en dus heb ik adem op overschot. Zij is werkzaam op de afdeling chirurgie als verpleegster in een Antwerps ziekenhuis en spendeert al haar verlof aan het maken van grote reizen en citytri. Deze mensen hebben meestal een verfrissende kijk op het reilen en zeilen op onze planeet. Wij ontbijten samen in Puente de Villarente en zoeken later samen in León naar het klooster van de Benedictinessen, die me onderdak zullen verschaffen en me zullen toedekken. Weet verder dat deze locatie de enige is waar de geslachten zorgvuldig worden gescheiden, niet alleen van kamer maar ook van verdieping. Het gaat dus een zeer vredige nacht worden. Het is hier zoals verwacht ordelijk en......stil. Niet zoals gisteren in Mansilla de las Mulas waar een handvol Spanjaarden tot 24 uur meenden de eerste plaats van een Spanjool in de Tour de Francia te moeten vieren.
    Zoals in Burgos een aantal ieden afhaakten om moe of vakantieloos huiswaarts te keren, zo zijn er nu weer een aantal lieden die afhaken en wel in León om volgend jaar de laatste tronçon naar Santiago af te leggen. Zo zullen er morgen ook weer nieuwe peregrinos op de route verschijnen die als Leonensi tot Santiago zullen meedraaien. En ik, de oude krijger, doe maar verder en verder en dat dan nog vanuit St. Jean Pied de Port - Francia.

    Statistieken:
    Tot heden heb ik officieel 467 km afgelegd en officieus (en echt dus) 477 km.
    20 Dagen heb ik hierover gedaan.
    Te doen staat me nog 308 km of 38% van de route. Wellicht klaar ik dat in 15 dagen.
    Ik heb hier geleerd dat haast en spoed betonen een boemerang kan betekenen die het vervroegde einde inluidt. Al enkelen heb ik zien afhaken met tendinitis, inflammaties, enz..... op bevel van de dokter. Ik ga dus zeker nooit naar een Spaanse dokter en laat me deskundig begeleiden door Chris, die mij geen ziekteverlof kan voorschrijven.........

     

     

     

     

    dag 21 - 21 juli - León naar San Martin del Camino - 24 km

     

    Weg om 5.50 uur. De Benedictinessen van gisteren hielden het religieuze gedeelte eerder sober en ondergeschikt aan het culturele accent dat elkeen kon leggen door een bezoek aan de stad. Een avondgebed om 21.30 u in hun kerk viel ons te beurt en een tiental zusters vezorgden de beden. Tot slot sprak een zuster ons nog even toe in het Spaans en ik durfde eruit afleiden dat zij ons aanmoedigde voort te doen met onze pelgrimstocht.
    Ruim een uur heb ik nodig om León en haar banlieu uit te geraken en op de hoogte te komen boven de stad. Ik bedank me er met een ontbijt. Vandaag loop ik met Hans, Nederlander en scheutist. Het is een humoristische kerel die alles nogal weet te relativeren.
    De 24 km tot San Martin del Camino lopen parallel met de N-120: niet echt denderend als parcours. Hier is geen landbouwcultuur meer te bespeuren in het begin, wel brem, verspreide struikvorming, lavendel en donseiken, tussenin wat akkers met maïs bijvoorbeeld. In de verte doemen reeds de Montes de León op. Binnen drie dagen zal mijn zweet naar deze knapen gaan (tot 1550 meter). Nu draaien we steevast rond de 850 meter. Ik stop in San Martin in een pivé-albergue. De madame kookt voor ons en dat bespaart ons de verplaatsing naar het dorp. In de douches bleek Hans klem te zitten en gilde luidkeels om hulp. Dankzij een doortastend optreden van mij -de deurdouche even uit de hengsels drukken- bevrijdde ik hem. Normaal zou ik een Hollander niet zo vlug tot het normale leven weer toelaten, ware het niet dat hij een Noord-Brabander is waarbij ik het vermoeden heb dat de ooievaar eertijds hem aan de verkeerde kant van de landsgens heeft gedropt. Vandaar mijn sociale bewogenheid in deze streek..............

     

     

     

     

    dag 22 - 22 juli - San Martin del Camino naar Astorga - 24 km

     

    Weg om 5.47 uur. Gisteren had ik de gelegenheid om bij de hospitalera te eten, samen met twintig anderen. Nu moet ge eens horen wat ons werd aangeboden voor 8 euro: soep; een hoofdgerecht: een gecombineerde plat van eieren, porc, salade en frieten; ananas en abrikoos; café solo; water en wijn à volonté; daarna kwamen nog twee flessen op tafel: eigengemaakte likeur en een fles marc van druiven: à volonté. U begrijpt: hoe kunnen deze mensen hier wat aan overhouden, doch hoe dan ook: ik heb geslapen als een roos.
    De natuur gaat wijzigen. We verlaten stilaan het vlakke gedeelte van de provincia León, op het oervervelend volgen van de N-120 en richten ons op de montes de León, die meer en meer op mijn netvlies worden ingeprent door hun imposant karakter, bij mij ontzag inboezemen en me nu reeds aanzetten mijn réservetank wat aan te vullen. Als entrée moet ik vandaag nog over de Páramo om Astorga te bereiken. Hiertoe horen enkele klimmetjes die telkens een 100 meter hoogteverschil inhouden. Het is hier echt mooi en het landschap wordt echt heuvelend. In zo'n onooglijk dorpje ontmoet ik een bus Jappen die in Frankrijk wonen en die de kerken in die dorpen van Castilla y León aandoen. Gelijk hebben ze: het zijn meestal parels. De chauffeur van de bus -provenant de Pau-kan maar niet geloven dat wij dat allemaal te voet doen. Ondertussen is zijn bus omsingeld door een kudde koeien die doodleuk door het dorp kuieren op weg naar een andere bestemming. In Hospital de Orbigo staat de langste brug van de Camino (uit de 13de eeuw): enkel voor voetgangers en voor de peregrinos is zij gemaakt en zij kronkelt zich over de rio Orbigo. We bereiken zo Astorga: een ingedommeld provinciestadje aan de voet van de Leonese bergen. Het kan gerust een oud-Romeinse stad worden genoemd gelet op de talloze overblijfselen: stadsmuren, thermen, tempels, poorten en kanalen. Deze stad heeft ook twee opmerkelijke gebouwen. De kathedraal heeft gothische en renaissancekenmerken en troont boven de stad uit op een heuvel. Het bisschoppelijk paleis in neogothiek met Arabische invloeden is gebouwd door Antonio Gaudi: een architect die zich vooral heeft uitgeleefd in Barcelona. Wat hij hier heeft neergezet lijkt me eerder een afkooksel van de pracht die in de Catalaanse hoofdstad is te bewonderen.
    De herberg waar wij nederdalen is gerund door een Duitssprekende vrouw. De inrichting is impeccable et parfait. De pelgrims mogen hier -zo ze wensen- voor 10 euro gaan eten in het sjiekste hotel-restaurant van de stad: hotel Gaudi. Mijn lotgenoten uit de hele wereld denken erover als ik: I'll go for it anyway........

     

     

     

     

    xml:namespace prefix = v ns = "urn:schemas-microsoft-com:vml" />dag 23 - 23 juli - Astorga naar Foncebadón - 27 km

     

    Weg om 6.01 uur. Het wordt vandaag 30 gr op 1400 meter hoogte.
    Gisteren van een heerlijke maaltijd genoten als pelgrim in het hotel Gaudi. Toch wel een mooie geste van deze hotelier. De aanloopstrook naar de montes de León, knapen van tussen de 1500 à 2000 meter, heet hier het land van de Maragatos. Het is een prachtig gebied als voorgebergte. In de glooiende en immer stijgende natuur overheersen brem en eikenbossen, de aarde is rood en de zichten zijn weergaloos. Hier vergeet ik de drukte van León, het eindeloos volgen van platanen en van de drukke verkeersader N-120. Van Astorga, de ex-Romeinse nederzetting op 900 meter, stevenen we via kleine dorpjes 20 km verder naar Rabanal del Camino op 1162 meter. Dit betekent dat we gestaag en constant stijgen. Velen vluchten in Rabanal één van de drie herbergen in om te overnachten en hun geteisterde ledematen rust te gunnen. Hans en ik beslissen evenwel, ondanks de hitte, nog een tapke bij te steken en 250 meter hoger in de bergen Foncebadón op te zoeken, 6 km verder. Om de raid in dit klimaat en op dat uur tot een goed einde te brengen, eten we eerst in een albergue huevos y jamon: spek en ei. Eénmaal aangekomen in dit haast van de kaart geveegde dorp krijg ik toch wel kriebels: drie vierde van het dorp is tot puin herleid. Enkel de lokale bar, een parochiale albergue (god help me), enkele huizen en een kersverse privé-herberg houden nog de wacht (ik neem hier mijn intrek). Het zicht op dit dorp is desolaat en hallucinant. Mij doet het denken aan het dorp Oradour-sur-Glane in de buurt van Limoges, departement Haute-Vienne. Dit is nu een in stand gehouden en te bezoeken spookdorp dat in de oorlog door de Duitsers in een chaos is herschapen, na alle inwoners in de kerk te hebben gedreven en te hebben vermoord. Zou hier misschien in Foncebadón het hoofdkwartier van Franco hebben gestaan ?

     

     

     

     

    dag 24 - 24 juli - Foncebadón naar Molinaseca - 19 km

     

    Weg om 6.30 uur. De nieuwe herberg wordt gerund door twee jonge mensen die blijkbaar de moed hebben in deze steenmassa een zaak te beginnen. Ze doen hun best en offreren zelfs een bio-maaltijd. Omdat ik hun ondernemingszin ten zeerste apprecieer, blijf ik bij hen eten in plaats van naar de plaatselijke bar te trekken en er het menu del dia te nuttigen. Ik laat hen liever iets verdienen. Zodoende heb ik tien mensen weten te overtuigen hetzelfde te doen. 's Anderendaags evenwel was er geen drup water meer te bespeuren op deze hoogte. De Junta van Castilla y León mag wel meer aandacht besteden aan deze tot voor kort verloren gebieden.
    Laat vertrokken zal je zeggen. Inderdaad, vandaag overschrijden we een half uurtje van Foncebadón op 1504 meter hoogte het hoogste punt van de Camino. Op zich is dit geen wereldschokkend feit maar de aanwezigheid op de top aldaar van het Cruz de Ferro (Hierro) verklaart dat ik het bij daglicht wens te zien. Hier staat een boomstam van vijf meter hoog en erbovenop een ijzeren kruis. Conform de traditie nemen vele pelgrims een steen van thuis mee en gooien hem op de hoop die het kruis omringt. Het is ondertussen een metershoge steenhoop geworden. Velen doen zulks om bepaalde verwachtingen vervuld te zien of omdat anderen het ook doen. Ikzelf heb me onthouden van dit gebruik doch ervaar wel bij omstaanders welk belang zij aan deze symbolische daad stellen. Het is ondertussen een traditie van vele eeuwen. Mij wacht nu een afdaling van 900 meter naar de vallei van de Bierzo en wel tot Molinaseca op 603 meter. Tot het zover is komen er nog tussenliggende beklimmimgen en dalingen en komen er onderweg twee dorpjes aan: El Acebo en Riego de Ambrós, waar we telkens voor de nodige evenwichten zorgen. De afdaling zelf is zwaar, de vrije val naar beneden via met leistenen bedekte weggetjes en nauwe beekdalletjes, belast vooral de knieën en voeten uiteraard. Dit leed wordt echter volledig gekompenseerd door de weidsheid van de natuur en de bries die er overheen waait. In de gemeentelijke herberg strijken we neer om het dagelijkse ritueel van eten, douchen, wassen en rusten aan te vatten. Hans blijkt stilaan mijn vaste trekmaat te worden, samen met Guy, un Parisien des Yvelines à l'ouest de Paris. Hans had gelezen dat deze muilezelweggetjes door de ANWB als sterk geërodeerde weggetjes werden omschreven. Zulke mooie en haast lyrische omschrijvingen maken het plots voor ons minder belastend om te ondergaan........

     

     



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    T -->

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!