De Hondeneilanden.
***
In de eerste eeuw van onze jaartelling zou koning Juba van Mauretanië uit handelsoverwegingen een poging gedaan hebben de Canarische eilanden te veroveren. De expeditie was echter geen succes geworden, dankzij het kordate optreden van de honden der Guanchen.
De Romeinse schrijver en natuurvorser Plinius de Oudere, die in 79 de dood vond tijdens de uitbarsting van de Vesuvius, beschreef deze honden in zijn "Naturalis Historia" als groot, waaks en sterk. Het volksgeloof heeft er later vervaarlijke bloedhonden van gemaakt, wild als tijgers en groot als jonge olifanten.
Juba II had waarschijnlijk een sprookje verzonnen om daarmee de Romeinen af te schrikken als ze de eilanden ooit zouden willen veroveren. Toen zijn vloot de kusten van de eilanden naderde, hadden zijn soldaten, volgens het verhaal, het woedend geblaf gehoord van duizenden bloed- honden. Dat blaffen was niet bedoeld als welkomstgroet, maar als een waarschuwing niet aan land te gaan.
Zijn verhaal had succes. En Plinius, die de eilanden nooit heeft bezocht (hij had het verhaal uit de tweede hand) vond er aanleiding in om aan de bestaande naam van Gelukzalige Eilanden een nieuwe toe te voegen, namelijk die van Canaria of Insulae Canum, hetgeen betekent Honden Eilanden ( Het Latijnse woord canis betekent hond). Deze naam werd later door de Spanjaarden verbasterd tot Islas Canarias, Canarische Eilanden zoals ze nu nog heten.
We kunnen veilig aannemen dat de honden van Plinius nooit hebben bestaan. Wel zijn er op de eilanden, op La Palma vooral, heel wat goedmoedig lijkende honden (althans 25 jaar geleden); ze hebben veel weg van Deense doggen en kunnen 's nachts geweldig tekeer gaan, misschien wel om de naamgeving van hun archipel in herinnering te houden. Bron: Dominicus Reeks.
Vandaag 4 october 2012 Dierendag.
|