Inhoud blog
  • Hoofdstuk X: Wiellie slaat weer toe
  • Hoofdstuk IX: Gevangen
  • Hoofdstuk VIII De heksen komen
  • Hoofdstuk VII Wiellie als heksenmeid
  • Hoofdstuk VI Wiellie heeft een plan
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Help Sjengske
    Uit de avonturen van Sjengske en Wiellie
    31-05-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoofdstuk VIII De heksen komen

    Het was een zonnige vrijdagmiddag. Jongens voetbalden op het grasveld naast de Grote Kampweg en wat verderop hadden kinderen tentjes gebouwd.
    Ze waren heerlijk aan het spelen. Daarom zagen ze de donkere wolken niet.
    De donkere wolken, die daar boven de Napoleonsweg kwamen aandrijven.
    Het zonnetje verborg zich snel achter een wit wolkje. De vogels kwetterden onrustig en een konijn rende vlug naar zijn hol.
    De vissen verstopten zich op een stil plekje tussen het donkere riet op de bodem van de beek.
    Alleen de kinderen hadden niets in de gaten. Ze hadden de donkere wolken niet gezien. De donkere wolken, die de heksen naar de vergadering brachten.
    Voorop dreef een dikke, zwarte wolk. Daarop zat Mozamboetre, een
    afschuwelijke heks.
    Zij was de baas van de heksen en daarom werd zij de “Moeder van de Heksen” genoemd.
    Daar achter kwamen nog elf kleinere wolken met de andere heksen.
    Ze waren op weg naar de Heksenkring. De grote vergadering van de heksen in het bos van Krikkra.
    “Wacht,” riep Mozamboetre, “ik zal die kinderen eens flink laten schrikken.”
    Ze knipte met haar vingers en opeens hoorde je een harde donderslag.
    De kleine kinderen werden bang en begonnen te huilen.
    “Hihihi, wacht, ik zal ze ook nog eens flink nat laten worden.”
    Zij knipte weer met haar vingers.
    Toen begon het verschrikkelijk hard te regenen en te waaien.
    Moeders kwamen naar buiten gerend. Bang keken ze naar de donkere wolken.
    Snel pakten ze hun huilende kinderen en renden naar binnen.
    De heksen schaterden het uit. Weer knipte Mozamboetre met haar vingers.
    Het bliksemde en donderde met geweldig harde slagen.
    Bomen waaiden om en dakpannen vlogen in het rond.
    De mensen zaten bang in hun huizen te wachten tot het noodweer voorbij was.
    Ja, zo gemeen zijn die heksen. Ze doen niets liever dan mensen en dieren plagen.
    Nu waren ze op weg naar de Heksenkring om nog meer lelijke streken te bedenken.

    Wiellie en Krikkra waren de hele morgen ijverig bezig geweest.
    Eerst hadden ze bessen ingemaakt. Daarna ook nog brandnetels geplukt.
    Daar maakte Krikkra altijd soep van.
    Toen Wiellie de donkere wolken zag aankomen, dacht hij dat er onweer in de lucht zat.
    Maar Krikkra lachte gemeen. Zij wist dat het de heksen waren.
    Ze begon een plannetje te bedenken, want Wielliemientje kon natuurlijk niet mee naar de heksenvergadering.
    En de heksenmeid alleen thuis laten, durfde ze ook niet.
    “Kom, gaan we naar huis, anders kom ik nog te laat,” mompelde Krikkra.
    “Te laat? Waarvoor?” vroeg Wiellie nieuwsgierig.
    “Voor het eten natuurlijk.” antwoordde de heks haastig.
    Oei, daar had ze zich bijna verraden.
    Over een smal bospad gingen ze terug naar het oude, vervallen huisje.
    Het was kort na de middag toen ze met hun zware korven aankwamen.
    Wiellie had de zwaarste korf moeten dragen.
    “Zo meisje,” zei Krikkra toen ze binnen waren, “je hebt vandaag goed gewerkt.
    Kijk maar eens in de kelder. Daar staat nog een lekker hapje voor jou.”
    Wiellie maakte de kelderdeur open. Maar hij kon niets zien.
    In de kelder was het pikkedonker.
    “Ik zie niets,” zei Wiellie.
    “Je kijkt niet goed. Verder door,” antwoordde Krikkra ongeduldig.
    Wiellie zette voorzichtig een stap in de akelige kelder.
    “Ik zie niets. Het is zo donker,” zei hij tegen Krikkra.
    “Een beetje verder,” antwoordde de heks.
    Wiellie ging een paar passen verder de kelder in.
    Daar had Krikkra op gewacht. Als een kat sprong ze naar Wielliemientje toe en duwde haar de kelder in. Snel deed ze de kelderdeur dicht en toen de deur op slot.
    “Ziezo, opgeruimd staat netjes,” krijste ze.
    “Kan ik tenminste rustig naar de vergadering gaan.
    Ze pakte haar bezem en –hoei-………..Krikkra was op weg naar de Heksenkring.

    Wiellie krabbelde in de kelder overeind. Hij had zich gelukkig niet bezeerd.
    Hij kon alleen geen poot voor zijn ogen zien, zo donker was het.
    Wiellie zocht tastend rond. Waar was hij ergens?
    Bah! Wat was dat? Een spinnenweb!
    -Rinkel-de-kinkel- Oh jee, daar had hij ook nog een glazen potje omgestoten.
    Net goed. Had die lelijke heks hem maar niet moeten opsluiten .
    Voetje voor voetje ging Wiellie verder. Een trap! Voorzichtig ging hij naar beneden. Bah, overal van die vieze spinnenwebben.
    Als hier maar geen ratten of muizen zaten.
    Daar! Wat was dat? Een knop! Misschien een deurtje.
    Wiellie trok eraan en “-tjoep-” een luikje ging open.
    Er kwam wat meer licht binnen.
    Zo kon Wiellie zien dat de kelder vol stond met potjes en flesjes.
    Zou hij door dat luikje naar buiten kunnen?
    Nee, daar was het luikje t e klein voor. Het was een luchtkoker.
    Als je naar boven keek, kon je de lucht zien. Verder niets dan stenen.
    Nou, niks aan te doen. Ontsnappen ging niet.
    Dan moest hij maar hier blijven.
    Wiellie ging op de onderste tree van de trap zitten.
    Wat zou er allemaal in die potjes en flesjes zitten?
    Misschien toverdrankjes? Of pillen waar je sterk als een olifant van werd?
    Of onzichtbaar! Dan kon hij steken uithalen.
    Wiellie keek wat op de potjes geschreven stond.
    Van dat kriebelhandschrift van Krikkra was bijna niets te lezen.
    Het leek wel of een klein kind dat geschreven had.Nee, daar had hij ook niets aan.
    Jammer, het had anders best leuk kunnen worden.
    Maar Wiellie! Daar dat flesje met die rode pilletjes. Dat moet je toch kunnen lezen!
    - Hop – Daar had hij het flesje te pakken.
    Werkelijk, dat was beter geschreven. Het was moeilijk te begrijpen wat er op stond.
    Maar Wiellie was gelukkig slim genoeg om het te begrijpen.
    Als Sjengske een pilletje slikte, was hij twaalf uur lang weer een echte haas en niet van speelgoed.
    Oh, kon hij Sjengske nu maar dat flesje geven.
    Maar hij zat jammer genoeg opgesloten.
    Vlug verstopte Wiellie het flesje onder zijn jurk.
    Krikkra zou toch niet merken dat er een flesje weg was?
    Wiellie ging weer op de trap zitten. Hij was erg moe.
    Krikkra had hem de zwaarste korf laten sjouwen.
    Langzaam vielen zijn oogjes dicht.
    Het duurde niet lang of Wiellie was in dromenland.

    Hoelang hij geslapen had, wist hij niet. Maar hij was ergens wakker van geworden.
    Een vreemd geluid. Wiellie spitste zijn oortjes.
    Daar….daar was het weer.
    -Krkrkr……krkrkrkr…….krkrkrkr……-
    Het geluid kwam uit de luchtkoker.
    Voorzichtig stak Wiellie zijn hoofd door het luikje in de muur.
    Boven op de rand van de luchtkoker zat een zwarte vogel.
    “Joehoe, zwartjas,” schreeuwde Wiellie naar boven.
    De vogel viel bijna van schrik naar beneden. Maar gelukkig kon hij zich nog vast houden.
    Twee zwarte ogen keken omlaag. Het was Jakko!!
    “Wiellie, kereltje, wat laat jij me schrikken. Wat doe je daar?” vroeg Jakko verbaasd.
    “Ik ben verstoppertje aan het spelen met Krikkra,” antwoordde Wiellie.
    “Zeg Jakko,” ging hij verder, “heb jij een touw of een stuk draad?
    Ik heb een potje met toverpillen. Als Sjengske een pil neemt, is hij twaalf uur lang weer een echte haas. Jij laat een touw naar beneden zakken. Dan maak ik daar dat potje aan vast.
    Je moet het naar Sjengske brengen. Ik heb er voor Sjengske ook nog een briefje bij gedaan,” ratelde Wiellie verder.
    “Rustig Wiellie,” onderbrak Jakko hem. “Jij bent ook een grapjas, zeg.
    Dacht jij dat ik met een touw om mijn nek rondvloog?” vroeg Jakko spottend.
    “Met zo’n galgenvogel als jij weet je maar nooit. Maar schiet op.
    Haal vlug een touw. Krikkra kan elk ogenblik terugkomen,” spoorde Wiellie hem aan.
    “Ik ben al weg,” kraste Jakko en –tjoep- daar ging hij de lucht in op zoek naar een touw.

    Na een paar minuten was Jakko al weer terug met een stuk waslijn.
    Hij liet de waslijn vlug naar beneden zakken.
    Wiellie maakte snel het potje vast.
    “Zeg Jakko, waar heb je zo snel die waslijn vandaan gehaald?” vroeg Wiellie verbaasd.
    “Oh, die heb ik bij meester Stokbroeckx gepikt,” grinnikte Jakko.
    “Hihhihi,” lachte Wiellie, “die wil ik morgen wel eens de was zien ophangen.”
    “Wiellie, wanneer kom je terug naar het bos?” vroeg Jakko bezorgd.
    “We dachten al dat Krikkra je betoverd had.”
    “Nee, dat niet. Maar klets niet zoveel. Maak dat je wegkomt.
    Krikkra is naar een vergadering. Ze kan elk ogenblik terugkomen.
    Doe Sjengske en de andere dieren maar de groeten. Ik kom later wel,” antwoordde Wiellie ongeduldig.
    “Zal ik zeggen. Nou Wiellie de PestHEKS, tot kijk,” groette Jakko hem.
    “Pas maar op zwartjas of ik verander je in een vleermuis,” riep Wiellie hem nog na.
    Wiellie hoorde Jakko nog lachen. Toen werd het weer stil.



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Archief per week
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!