In 1952 kwam de Skoda 1200 op de markt. De Skoda 1200 die de 1100 opvolgde, viel op door zijn 'ronde' carrosserie. Hoeken had de wagen niet, alles was even rond, en men vond het prachtig. De motor was afgeleid van die uit de 1102 maar had nu een cylinderinhoud van 1221cc. De carrosserie was nu geheel van staal (in de 1101/1102 serie werd ook hout gebruikt), wat een grotere serieproductie mogelijk maakte. De Skoda 1200 werd daarna al snel ook in andere carrosserievarianten aangeboden, zoals bestel, station, en ambulance. Het model bleef in productie tot 1956, de stationcar werd zelfs nog tot in 1970 gemaakt. Ondanks het in de praktijk erg ruime, betrouwbare en economische wagens waren, bleef hun succes vrijwel tot Tsjechoslovakije beperkt.
De speciaal voor belangrijke bezoeken van president Antonin Zápotcky ontwikkelde, Tatra een gepantserde VOS limousine. Het was een vreemde eend in de bijt. Deze Tatra constructie met een motor van vrachtwagenfabrikant Praga en een koets van busbouwer Karosa Vysoké Myto kreeg uit prestigeoverwegingen het Skoda merklogo op de radiator.
Skoda Hispano Suiza 1925 Al vanaf de jaren twintig tot veertig van de vorige eeuw bouwde Skoda een reputatie op als fabrikant van grote, luxueuze wagens in de top van de markt. Het begon allemaal met de licentiebouw van de Skoda Hispano Suiza uit 1926, waarin de eerste president van Tsjecho-Slowakije, T.G. Masaryk, zich liet rondrijden. Ook de Keizer van Japan was in het bezit van deze luxueuze Skoda.
in Plzen ( Pilsen) werd de Skoda - Hispano Suiza gemaakt. Een luxueuze auto in de duurste klasse, onder Franse licentie gebouwd. Overigens de enige auto die Skoda ooit in licentie zou bouwen. De reputatie van de auto's was bijzonder goed, de door Skoda gebouwde versie was volgens overlevering een betere auto dan het Franse origineel! In 1928 kwam men met een complete nieuwe lijn auto's, onder andere in de vorm van de typen 4R (een 1944cc viercylinder van 32 pk, en vier