het was een ochtend in Godelieve ter Hoeve dat ik werd geraakt door de glans van jonge witte snaren
het schitterde zeldzaam helder licht op die dag waar een wijle de zon meende te heersen en ik haar gratie in volheid mocht aanschouwen
die mij optilde in hemels riekende geuren waar heur grote ogen diep baadden in jeugdig lentevocht
maar haar glimlach reeds leek te rijpen in zomerse bloesem
op glooiende velden van haar sterrenhuid
|