Een van de opvallende - en hinderlijke - kenmerken van België is dat de didactische aspecten van het taalonderwijs spontaan vermengd geraken met de politieke complexiteit van het land. Dat is nergens goed voor. Wat telt, is de vraag: hoe leert men zo veel mogelijk kinderen de talen die ze nodig hebben om in de maatschappij te kunnen functioneren?

Meertalig onderwijs vanaf het prille begin? Fantastisch idee voor alle begaafde kinderen met ook een behoorlijke taalaanleg. Jammer genoeg zijn er naast deze ook kinderen die niet zo veel intellectuele bagage meegekregen hebben en vaak taalgestoord zijn. Dat zijn er heel wat: het gaat om de helft van de kinderen.

Daarnaast zijn er de allochtone kinderen, in Brussel en in sommige wijken van Antwerpen en Gent, die met bijkomende taal- en leermoeilijkheden kampen door hun meertalige omgeving. Hun ouders spreken vaak nauwelijks een woord Nederlands en kunnen hun kinderen niet met het huiswerk helpen.

Iedereen die in de praktijk staat, weet dat een kind eerst en vooral zijn moedertaal behoorlijk moet spreken en dan ook de schooltaal. Gaan wij nu alle beneden gemiddeld begaafde kinderen, met een zwakkere taalaanleg, misschien met taal- en spraakstoornissen, later mogelijk ook een dyslectische ontwikkeling, samen met alle meertalig opgroeiende allochtonen die het Nederlands onvoldoende machtig zijn, in één klas stoppen, enkel om de minderheid van begaafde kinderen de kans te geven hun schoolcarrière mooi meertalig te voltooien?

Als je iedereen een goede kans wil geven op een behoorlijke schoolse carrière, probeer dan het kleuteronderwijs en de eerste vier jaren van het basisonderwijs te benutten om alle kinderen een taal degelijk te leren gebruiken. Dat is de taal waarin zij leren denken en zich de schoolse materie (ook wiskunde, fysica, aardrijkskunde) kunnen toe-eigenen. En dat is in de Nederlandstalige scholen het Nederlands.

Wild experiment

Een begaafd kind met taalaanleg leert, als het van pas komt, nog wel de andere de talen die het nodig heeft. Dat kan zelfs al vrij vroeg: geef deze kinderen de kans om via vakantieverblijven, kampen en dergelijke in een vreemd land contact te maken met de verschillende talen. Maar laat hen niet die talen in de laagste klassen van de school leren op kosten van de andere, minder begaafde kinderen.

Ik snap niet waarom men opeens wild gaat experimenteren met immersie en ander technieken waarvan de resultaten voor kinderen met modale intelligentie onbekend zijn. Voor de meesten onder ons is het aanleren van een taal een moeilijke oefening. Het is niet nodig de zaken gemakkelijker voor te stellen dan ze zijn. Het openbaar onderwijs heeft de taak de hele bevolking een goede opleiding te bezorgen, niet alleen degenen die door de natuur bevoorrecht zijn.

**************************************************************************

Ik stuurde op 5 augustus volgende reactie:

Eindelijk een intellectueel die met beide voeten op de grond staat! Ik heb er al herhaalde keren op gewezen dat meertaligheid als norm een E.U.topie is. Een dergelijk beleid is onrealistisch en ondemocratisch want asociaal: het enige resultaat is dat een groter aantal leerlingen in staat zal zijn zich in meerdere talen uit de drukken, weliswaar op een zeer verscheiden niveau. Maar zelfs zij hebben geen enkele garantie dat ze zich overal in Europa, laat staan: wereldwijd, in alle omstandigheden verstaanbaar zullen kunnen uitdrukken. De helft, zo blijkt, wordt de kans niet gegund zijn culturele horizon te verruimen door contacten met anderstaligen. Dit kan enkel gerealiseerd worden via een eenvoudige TWEEDE taal, zoals het Esperanto. Zodra echter de wind uit deze hoek komt, draaien alle hoofden de andere kant op: té eenvoudig, té economisch, té efficiënt, té democratisch! Wat meer intellectuele nederigheid zou de taalkundige macho's sieren!