't front 1940
Foto

Foto



Inhoud blog
  • Cabour 1940
  • korporaal Emile Cady
  • Monument 1940 -Bastogne-Cpl Cady
  • Bronvermelding, links
  • De Duitse Pantserdivisies te Vroenhoven
  • De Duitse Aanval in het Westen
  • Chronologische lijst van de gebeurtenissen tussen 10 mei en 30 juni 1940
  • Adjudant Depotter in actie
  • 18e linie enkele ooggetuigenverslagen
  • 18e linie de reorganisatie in het departement MORBIHAN
  • 18de linie De reorganisatie in het departement MORBIHAN
  • 18e linie naar Frankrijk
  • 18e linie deel 27
  • 18e linie deel 26
  • 18e linie deel 25
  • 18e Linie deel24
  • Poelkapelle Dutsers bekijken de Britse Tank uit WOI
  • Het Duitse leger in 1940 tegenover België
  • Capitaine Aviateur / Kapitein Vlieger André Glorie
  • Een man van het 18de Linieregiment OLt Roland ANSQUER
  • Enkele foto's van de gesneuvelden van het 18de Linie Regiment
  • 18e Linieregiment Wachten repatriëring
  • 18e Linie de terugtocht van Bretagne tot in het Gers-departement
  • 18e Linie Regiment 23
  • Welk Duits regiment op 25 mei 1940 te Merendree?
  • Leiebrug van Ooigem en Desselgem door Bernard Delange
  • Bijlage deel 4
  • Vroenhoven Geo kaart
  • Leieslag deel 16
  • Leieslag deel 15
  • Leieslag deel14
  • Leieslag deel13
  • 18e Linie Regiment 22
  • 18e Linie Regiment 21
  • 18e Linie Regiment 20
  • 18e Linie Regiment 19
  • 18e Linie Regiment 18
  • 18e Linie Regiment 17
  • 18e Linie Regiment 16
  • 18e Linie Regiment 15
  • 18e Linie Regiment 14
  • Bijlage 18de linie
  • 18e Linie Regiment 13
  • 18e Linie Regiment 12
  • 18e Linie Regiment 11
  • 18de Linie Regiment 10
  • 18e Linie Regiment 9
  • 18e Linie Regiment 8
  • 18e Linie Regiment 7
  • 18e Linie Regiment 6
  • 18e Linie Regiment 5
  • 18e Linie Regiment 4
  • 18e Linie Regiment 3
  • 18e Linie Regiment 2
  • 18e Linie Regiment 1
  • Luitenant Buron
  • Leieslag deel 12
  • Leieslag deel 11
  • Leieslag deel 10
  • 27 mei vervolg
  • Leieslag deel 9
  • Bericht aan de bevolking , Kortrijk mei 1940
  • Marke mei 1940
  • Waffenstreckung
  • 27 mei
  • foto van Kortrijk en Lauwe
  • 26 mei
  • Leieslag deel 8
  • Graaf d'Oultremont
  • 25mei
  • Leieslag deel7
  • GASMASKERS OP!
  • Leieslag deel 6
  • Leieslag deel 5
  • Getuigenis van Paul Vanoverbeke Kuurne
  • Het 12de Linie tijdens de Duitse aanval van 24 mei
  • Ardooienaar Jozef Lievens bij het 3de Linie te Bissegem
  • Leieslag (deel4)
  • Foto van Belgische DBT granaatwerper
  • Jef Schaumans
  • Belgische krijgsgevangenen te Schilde mei 1940
  • Gesneuveld te Bissegem mei '40
  • 19.Infanterie-Division
  • 30e INFANTERIE DIVISION RH 26-30/36
  • XXXeINFANTERIE DIVISION
  • J.R.73 Inf. Div.
  • 74e Inf. Reg.
  • Foto's Alphonse DECOCK van de klas 39
  • Een getuigenis,,Alphonse DECOCK
  • III/73 = 19°Infanterie Divisie
  • De Leieslag (deel3)
  • Info
  • De Leieslag (deel 2)
  • De Leieslag (deel1)
  • Twee van de velen
  • Foto's Eben-Emael
  • 10 mei 40 De aanval in de regio van Eben-Emael besluit
  • 10 mei 40 de aanval in de regio van Eben-Emael
  • 2 van de opgepakten
  • Donderdag 9 mei

    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • 't Front
  • 't Front regio Verdun
  • 't Front Marke gesneuvelden
  • Bruggenhoofd Gent
  • abbl 1940
  • Verslag 18 daagse veldtocht Albert D'Hondt 2e Regiment Gidsen
  • Vinkt 1940

  • Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Hoofdpunten blog tfrontverdun
  • Tekeningen en foto ivm Verdun
  • Op bezoek in het spookhuis van de Eerste Wereldoorlog
  • Cahier de guerre 1914-1918 de Constant Vincent
  • 700.000 doden
  • Bronvermelding: Literatuur over de Slag bij Verdun

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Blog als favoriet !

    Foto


    26-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.18e linie deel 26

    Aanhangsel 1xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />

     

    Aanmerkingen van de bevelhebber van het 18° Linieregiment

    In zijn hoedanigheid van Stafbrevethouder.

     

                   De beoordelingen van dit geschiedkundig overzicht zijn gematigd, want de volgende punten werden niet, of ternauwernood aangeraakt :

     

    1. Te acht uur ’s morgens beschikten de mitrailleuses, die de brug onder vuur hielden, niet meer over munitie, en er was geen opslagplaats op de stelling.

     

    1. Het afnemen van elementen van de 2° echelon, heeft dit zeer verzwakt.

    ·        Het peloton Mi tegen vliegtuigen werd vernield aan de brug

    ·        Mi en FM waren in een kantonnement gebracht achter het front voor een cursus die door de divisie was ingericht. Het was de divisie die de bevelen had moeten geven om dit instructiecentrum te ontbinden, opdat de wapens terug op de gevechtsposten zouden kunnen komen op het alarm.

     

    1. Het ganse provoostschap was de 11 mei ’s morgens verzameld onder beschuttingen, oostwaarts van de commandopost van de divisie ; dus onbenut.

     

    1. De accumulatoren van het regiment waren de 9° mei teruggenomen. Dus geen radioverbinding tussen het regiment, de divisie en de aanpalende infanterieregimenten.

     

    1. De aanwezigheid van vijandelijke agenten die de telefonische draden doorknippen en de afzonderlijke verbindingsmannen aanvallen. Ze doden ’s nachts de paarden van de Rav.

     

    1. Onze motorestafetten zijn weerhouden op de divisie ; de verbinding moet ’ s nachts en te voet gedaan worden door officieren van de regimentsstaf (Verheust en Pladel).

     

    1. Geen afgevaardigde van de divisie op de regimentsstaf.

     

    1. De commandant van de steungroep was niet in de buurt van de Staf van de Ondersector, zoals reglementair voorzien ; verbinding te voet, dus uiterst traag.

     

    1. ’s nachts onvoldoende tussenkomst van de artillerie, alhoewel legerkorps en divisie weten dat de vijand de bruggen benut. Daar ze overdag door het vliegwezen verhinderd werd in actie te treden, moest de artillerie dit ’s nachts inhalen. Het is slechts nu en dan dat men een schot hoorde (te lang en ten Zuiden van de brug; geen observatie).

     

     

    Aanhangsel 2

     

    Antwoord aan

    Histor. Legersectie

        45/271                                                                                                                                     Brussel, 11 februari 1945

    van 11-2-45

     

     

    Kolonel S.B.H. DUEZ, Cdt van het 18°

    Aan Kolonel S.B.H. Baron VERHAEGEN

    Hoofd van de Historische Legersectie

     

    Betreft : Militaire inlichtingen betreffende de veldtocht 1940.

     

                   Gelieve hieronder de antwoorden te vinden op de vragen, in uw in rand vermeld nummer.

     

    1. Namen van de officieren van het steunpunt te Vroenhoven :

    Kommandant VAN BENEDEN                    gesneuveld

    Luitenant STEVENS

    Luitenant VAN MALE DE STRAIN            terug uit krijgsgevangenschap

    O/luitenant DE POORTERE                         krijgsgevangen

    1. Had de kommandant van het steunpunt het gezag om tussen te komen bij het opblazen van de brug ?

    -        NEEN

    1. Had men u machtsoverdracht of recht op controle gegeven daaromtrent ?

    -        NEEN

    De ontstekingsorder moest komen hetzij van het Algemeen Hoofdkwartier (door tussenkomst van de CRA en de bevelhebber van de Grens-wielrijders-kommandant te Lanaken) hetzij door de bevelhebber van het 1° Legerkorps.

    De gegradueerde van de Grenswielrijders, hoofd van de schuilplaats M, mocht het initiatief nemen de brug op te blazen , in geval pantsers probeerden over de brug te komen.

    De post van de Grenswielrijders kwam eerst onder bevelen van de commandant van de Ondersector, na het vernielen van de brug. Deze schikking was het voorwerp van een onderzoek ter plaatse, door de bevelhebber van de 7° I.D., de Infanteriecommandant 7° I.D. en mijzelf, de dag na ons aankomen in de sector.

    Onmiddellijk werd, door een rapport van de 7° I.D. aan de commandant van het Eerste Legerkorps, advies uitgebracht dat aantoonde dat de voorgeschreven schikkingen van het Algemeen Hoofdkwartier niet van aard waren de vernieling van de brug te verzekeren.

    De gebeurtenissen hebben dit bewezen :

    -        De aanval van het vijandelijke vliegwezen op de kazerne te Lanaken heeft het transmissiesysteem, dat het bevel van het Hoofdkwartier moest overbrengen vernield.

    -        Het bevel tot vernieling gegeven door de 7 I.D. werd ontvangen te 7u15, terwijl het bevel tot wezenlijk alarm ontvangen werd te 0u16.

    -        Voor mijn vertrek met verlof, de 9° mei had ik bevel gegeven aan Luit. Kol. DE MAN een ronde te doen naar de schuilplaats M, te 0u30, en deze officier was daar, als het alarmbevel toekwam. De laatste elementen Cointet werden geplaatst.

    1. Ik heb het verdedigingsplan niet meer in mijn bezit, maar ik meen te mogen bevestigen dat alle voorgeschreven schikkingen voor de verdediging waren genomen te 3u45, ogenblik waarop volgend telefonisch bericht werd gezonden naar de Staf van de 7°I.D. :

    « Eerste en Tweede echelons ter plaatse

    Verbindingen met de artillerie verzekerd ».

    Bijgevoegde schets geeft de verdeling van de krachten op het terrein.

    Een gevechtsgroep, geplaatst op korte afstand aan de overzijde van de brug en voorzien van purperen vuurpijlen, moest het signaal geven in het geval dat de vijand naderbij kwam ; om dan, ten Zuiden van de brug, met een vlot het kanaal over te steken, onder bescherming van schuilplaats A, en zo de stelling te vervoegen.

    Daarenboven was een peloton Mi tegen vliegtuigen geplaatst ten Zuiden van schuilplaats M. Na vernieling van de brug, moest dit peloton, dat afgenomen werd van het bataljon in tweede echelon, deze echelon vervoegen.

    Normaal vuur van de artillerie was voorzien vóór de eerste echelon en in het bijzonder in de omgeving van de brug. Dit vuur werd afgegeven door I/20 A, de artillerie van het Legerkorps, een flankerende sectie te Montenaken en de kazematten Ma I en Ma II van het fort van Eben-Emaal.

     

    Een speciaal vuur van I/20 A was voorzien in geval van een aanval zonder vernieling van de brug.

     

    1. Sergeant Crauwels heeft gepoogd de brug op te blazen. Eén van zijn korporaals deed opmerken dat er geen pantsers op de brug waren ; doch de sergeant die drie officieren op de brug gezien had, maar die te dicht bij de schuilplaats waren om er tijdig met het 47-kanon te kunnen op schieten, legde vuur aan de twee Bickfort-wieken en, volgens de voorschriften, ging het personeel naar de benedenverdieping.

     

    Maar zweefvliegtuigen waren neergekomen in het steunpunt : hun bemanning vernielde de twee gevechtsgroepen ten Noorden van de weg met behulp van automatische wapens en granaten, gleed door de dekkingen langs de weg en viel de schuilplaats M in de rug aan. De fuseliermitrailleur, gelast met de verdediging van de achterzijde van de schuilplaats komt buiten, maar wordt neergeschoten.

           Een hevige ontploffing doet de schuilplaats daveren, en deze wordt overweldigd door de vlammen.

           Een diepe kuil op de plaats van het ontstekingsdispositief en de snelle wijze waarop de gebeurtenissen zich hebben afgespeeld, laten toe te zeggen dat de aanvaller een springlading heeft geworpen die dit dispositief heeft vernietigd ; daardoor werd, op het laatste ogenblik, het opblazen van de brug verijdeld.

     

           Schuilplaats A (ten Zuiden van de brug) en schuilplaats B (te Noorden) werden op dezelfde wijze achteraan met springladingen aangevallen.

           Het grootste deel van de bemanning van deze schuilplaatsen is aan de vernietiging ontkomen omdat ze zich in de benedenverdieping bevond, en de vijand, overhaastig, na een lading te hebben geworpen, snel naar een ander objectief ijlde.

           Indien men een elektrische ontsteking had voorzien, dan zou, ondanks het gebruik van zweeftoestellen, de brug opgeblazen zijn geworden.

    Had men het vernielingsbevel gegeven aan de post M, vóór 4 u. 15, dan ware de brug gesprongen (eerste zweeftoestellen overvlogen de stelling rond 4 u. 20).

     

    1. Wat betreft de reactie bij het vernemen dat de brug niet werd opgeblazen, zult ge al de nodige inlichtingen vinden in het velddagboek, in 1941 aan de Organisatie voor het Demobiliseren van het Leger overhandigd. Het buiten gebruikstellen van het ontstekingsstelsel van de schuilplaats, legde de verplichting op toevlucht te nemen tot een reservedispositief in de brugpijler van de naar ons gerichte oever; maar de vijand was in het bezit van beide oevers van het kanaal en hield deze onder hevig vuur, daarin gesteund door verpletterend en ononderbroken meesterschap van het luchtruim. Onze manschappen, uitgestrekt op een front van 4 Km en gedund door de landbouwverloven waren op één lijn opgesteld, m.a.w. zonder mogelijkheden tot doelmatige weerstand, door gemis aan reserves. Ze waren ternauwernood in voldoende aantal om het terrein te houden. De pogingen tot reageren werden verpletterd door het hevige vuur van de vijand, die verstoken was in de huizen, terwijl onze troepen ongedekt waren opgesteld, onderworpen aan de slagen van een waakzaam vliegwezen.

     

    Kolonel S.B.H.  DUEZ.

     

     

    De “speciale springladingen” waarover de Kolonel SBH DUEZ het heeft, waren speciaal voorbereide «Holle ladingen», zowel gebruikt op het Fort van Eben-Emaal als op de bunkers en schuilplaatsen op de diverse bruggen. De Duitse vijand was dus zeer goed ingelicht en had de aanval zorgvuldig voorbereid. De eerste aanvalsgolf van de troepen geland met de zweefvliegtuigen en de parachutisten waren bijna uitsluitend genie specialisten wat er op wijst hoe zorgvuldig de aanval en het te gebruiken materiaal werd voorbereid.

    Ik kom hier later nog op terug bij de bespreking  van de vijandelijke toestand en zijn organisatie.

     

     

     

     

    Aanhangsel 3.

    Ik denk dat het ook van groot belang is een toespraak, gehouden door de kolonel SBH DUEZ, integraal op te nemen in dit geschiedkundig overzicht van het 18° Linieregiment, in het bijzonder op de gebeurtenissen op 10 en 11 mei 1940 op stelling aan het Albertkanaal. Na de oorlog heeft men getracht de schuld in de schoenen te schuiven van de 7° I.D. met in het bijzonder het 18° Linie, hoewel, bewezen, de schuld veeleer te vinden was bij het Oppercommando van het Leger en bij de Belgische politiek.

     

    Toespraak gehouden door de Korpsoverste van het 18°,

     bij de inhuldiging van het gedenkteken te Vroenhoven

    De 15° mei 1949.

     

    Het herinvoeren van de verloftoelating, door de radio, de 9° mei 1940 ’s avonds, aangekondigd, had een atmosfeer van neutraliteit en optimisme geschapen, toen plots in de eerste minuten van de 10° mei, het algemeen alarm werd gegeven. (1)

    Alle voorgeschreven schikkingen waren genomen al vóór het begin van de aanval. Maar het Opperbevel beschouwde de Kanaalgracht als een zo belangrijke hinderpaal dat het, op dit front, een besnoeiing van middelen had doorgevoerd die naderhand overdreven is gebleken. (2)

    De divisie had de ontoereikendheid van de maatregelen voor het vernielen van de bruggen gesignaleerd (3)

                   De weerstandsorganisaties waren rudimentair. Ondanks drie aanvragen werd het regiment niet bevoorraad ; daardoor beschikten onze bedienaars van geweren en mitrailleurgeweren, slechts over de helft van de munitie voorzien bij het gevecht. Dit was des te erger, daar op de stelling, noch opslagplaats van levensmiddelen noch van munitie, bestond. (2)

                   Ik had de verdedigers er op attent gemaakt dat, om te lukken, een aanval alhier, bij verrassing zou moeten gebeuren en dat die misschien wel van de achterkant van de brug zou kunnen komen. (4)

                   Maar hoe dit zou gebeuren, kon men niet voorzien, zo niet ware het geen nieuw procédé geweest.

                   De aanval begint met een vlucht van zweeftoestellen die neerdalen op de gevechtsplaatsen zelf.

    De verdedigers menen met laagtrekkende vliegtuigen te doen te hebben, schieten en melden weldra enige toestellen te hebben neergehaald en zelfs krijgsgevangenen te hebben genomen; wat een logenstraffing is van sommige insinuaties volgens dewelke de verdedigers zouden getwijfeld en geaarzeld hebben het vuur te openen.

                   Het is eveneens ongegrond te beweren – ter ontlasting van de Legerstaf die het geheel van de vernielingen centraliseerde – dat de orders voor het ontsteken van de brugvernielingen in ruime mate werden gedecentraliseerd. Wel integendeel !

                   Noch de bevelhebber van de divisie, noch de korpsoverste, noch de bataljons-, compagnie-, of pelotonscommandanten, die nochtans ter plaatse waren, hadden het recht bevelen te geven aan de Grenswielrijders die de schuilplaats aan de brug bezetten. Deze Grenswielrijders, steunend op de hun opgelegde voorschriften, weigerden elk bevel dat niet uitging van de Legerstaf of van het Legerkorps, door bemiddeling van de bevelhebber van de Grenswielrijderscompagnie te Lanaken.

                   De postoverste, een sergeant, (Sgt Crauwels), mocht echter de brug opblazen in geval pantsers de doorgang poogden te forceren.

                   Geen van deze gevallen doet zich voor. Nochtans, daar de sergeant, afkomstig uit Vroenhoven, Duitsers op de brug ziet, besluit hij deze op te blazen. (5)

                   Daartoe moet hij twee meter lange, traagbrandende Bickfordwieken aansteken. Maar, vooraleer de vlam het gewenste punt bereikt, werpen de Duitsers een springlading in de schuilplaats en vernielen alzo de ontstekingsinrichting. (6)

     

                   De brug springt niet !

     

                   Het was een grove fout van de verantwoordelijke overheid geen elektrische ontsteking te hebben voorzien, als men weet dat voor de secondaire hindernissen in het binnenland, wel met een dergelijk systeem werd uitgerust. (7)

                   Het initiatief van de sergeant zou de Duitsers belet hebben het voordeel uit te baten dat ze verhoopten door het gebruik van hun zweefvliegtuigen. Ze zouden een tegenslag geboekt hebben, die aan de eerste oorlogsdagen een gans andere wending zou hebben gegeven.

                   De aanval met zweeftoestellen wordt aangevuld door de luchtmacht die de dorpen en elke gevechtstelling, die niet in ’s vijands handen is, in duikvlucht met bommen aanvalt.

                   Om deze Stuka’s te bevechten beschikt de verdediging slechts over de Maxim-mitrailleuses, daterend uit de oorlog 1914-18, over lichte machinegeweren, waarvan de kenmerken dezelfde zijn als deze van 1914-1918, en over het geweer, repetitiewapen zoals het model 89.

                   De vijandelijke luchtmacht, meester in het luchtruim, is zo groot in getal, dat ze straffeloos de geïsoleerde durft aan te vallen, die om zich te verplaatsen, van dekking tot dekking moeten lopen. (8), (9)

                   De verdediging is dus genoopt te strijden in een niet te beschrijven minderwaardigheids-omstandigheden. Ze wordt onophoudelijk bestookt met bommen en is aan de grond genageld.

                   Niettemin volbracht ze haar zending. Alhoewel de brug niet werd opgeblazen en spijts de ontoereikendheid van de defensieve organisaties en van de munitievoorraad, zal de vijand, die nochtans het voordeel van een materiele overmacht heeft en over sterke pantsers beschikt, nog vermeerderd door het feit dat zijn troepen in de strijd gehard zijn, slechts 800 m vorderen in 12 uren. Hij zal in het totaal 24 uren nodig hebben om 2 km vooruit te komen.

                   Maar op dit ogenblik, de 11° mei te 5 uur, levert hij een samengebundelde inspanning van de luchtmacht met een pantserdivisie. Wat overblijft van het regiment wordt overweldigd. (10)

                   Het is ook met recht dat op de 15° mei 1940 de 7° Infanteriedivisie aan het dagorden van het Leger vermeld wordt. Maar het is te betreuren dat deze citatie, in tegenstrijd met de traditie van 14-18, er niet aan toevoegt dat het woord «Albertkanaal» op het regimentsvaandel mag prijken.

     

    WIJ waren er nochtans !

     

                   Het gedenkteken dat we vandaag onthullen geeft er getuigenis van. Het brengt hulde aan de oud-strijders van het 18°, aan hen die op de 10° mei 1940, ’s morgens vroeg, de eerste grote schok ontvingen en hun leven offerden voor de verdediging van hun haard, van onze nationale instellingen, van de vrijheid.

                   Het gedenkteken is eveneens een hartverscheurende getuigenis van de echtheid van wat hier gebeurde.

                  

                   Het is tenslotte een waarschuwing ; we hebben, in geweten, de plicht te vragen dat ons leger, geroepen om ons te verdedigen, in bezit zij van en bewapening, gelijkwaardig aan deze van de gebeurlijke aanvaller.

                  

                   Zonder protest iets anders aannemen, zou fout zijn : zij die we vandaag eren en die ons hun zonen nalieten, zouden ons het verwijt doen aan onze plicht tegenover de komende generaties, te kort te schieten.

     

     

     

    Hieronder mijn persoonlijke opmerkingen :

    (1)   Onvoorstelbaar hoe de politiek (regering) die dit beslissen kon en de Hogere legerleiding die het toeliet, zich zo kon vergissen in het dreigende gevaar van een inval in België en meer dan 1/3 van zijn troepen in de eerste lijnen met landbouwverlof stuurde.

    (2)   Absolute verkeerde interpretatie van de Hoogste legerleiding, met recht door de Kolonel ergens met de naam voorzien van bureel ........

    (3)   Zoals naar gewoonte, het Hoger commando legt de adviezen van de divisie naast zich neer. Het is nochtans een deugd zijn ongelijk toe te geven en zorgt zelfs voor het nodige respect bij zijn ondergeschikten.

    (4)   Ook hier valt het woord van de kolonel in dovemansoren, hij zou, spijtig genoeg voor de vele slachtoffers gelijk krijgen.

    (5)   Onbegrijpelijk voor mij is, dat de Staf van het Legerkorps geen Verkenningstroepen had uitgezet op de “vijandelijke” of oostelijke oever van het Albertkanaal. Het is de sergeant in zijn schuilplaats M die als eerste bemerkt dat er zich vijanden OP de brug bevinden.

    (6)   Als we dat omrekenen op de huidige “trage lont”, die misschien wel iets sneller brandt : 1 cm / seconde, dan komen we aan de ongelooflijke tijd van 200 seconden of 3 minuten en 33 seconden of meer, alvorens de tussenlading bereikt wordt ! De kracht van de ontploffing van de vijandelijke granaat heeft de pyrotechnische aanzetting weggeblazen en daardoor de uitwerking gestopt. Dat was een staaltje van precisie en kwam werkelijk op het juiste ogenblik. Eens de tussenlading bereikt was deze gesprongen en was de brug waarschijnlijk ook de lucht ingegaan.

    (7)   Inderdaad, een elektrische ontsteking had meteen de brug doen springen, ze wordt immers samen met de pyrotechtnische ontsteking in werking gesteld. Zoals we elders anders lazen, was er een reserve ontsteking voorzien, in de eerste pijler, plaats die ontoegankelijk was, dus ook verkeerd gekozen.

    (8)   Dergelijke belangrijke objectieven als bruggen, moeten steeds beschermd worden door afdoend luchtafweergeschut. Het ZWAKKE punt bij het Belgisch Leger, niet enkel in 1940, maar nu nog steeds, buiten de Mi .50, beschikken de eenheden over geen luchtafweergeschut. Het huidige 14 A alleen kan niet veel uitvoeren ter bescherming van gans het Leger.

    (9)   Bezat het Belgisch leger dan geen eigen Luchtmacht om tussen te komen en de grondtroepen te steunen? Er waren nochtans vliegvelden in de omgeving genoeg! Twee vliegtuigen zouden uit Ursel (Aalter) vertrekken om te proberen de bruggen te bombarderen. Zoals al eerder vermeld, had de vijandelijke spionage de vrije hand gehad en hadden zijn agenten grondig werk verricht : het Duits aanvallend leger en luchtmacht wisten verduiveld goed waar de opstellingsplaatsen waren en hoe de verdediging in mekaar zat.

    (10)Pantsers ? Daar had de regering of het Oppercommando van het leger nog nooit horen van spreken, er waren geen antitankwapens of althans niet in voldoende aantal in het Belgisch Leger. Objectieven als bruggen moeten speciale bescherming genieten met degelijke antitankwapens. Men heeft na 1940 echter niet veel geleerd, tientallen jaren dacht men dat een fuselier een pantserdivisie ging tegenhouden met zijn energagranaat. Wie onder u er ooit mee gevuurd heeft weet dat dit niet zo eenvoudig zou geweest zijn, in volle gevecht rechtstaande of geknield vuren op een tank die al tot op minder dan 75 m genaderd moest zijn wou men enig doel treffen. En wat met de schiettraining ? Te duur om met echte granaten te oefenen, dus ..... geen training.

     

     

     

    Op 12 september 1964 komt de kolonel heftig tussen bij de hoofdredactie van een krant, naar aanleiding van commentaar in de politieke kroniek van deze krant, rond het verschijnen van een boek in 1964, waarin de 7° Infanteriedivisie in een slecht daglicht wordt gesteld en de schuld van de desolate toestand aan het Albertkanaal in de schoenen wordt geschoven.

    Hier geef ik slechts enkele uittreksels, de kolonel DUEZ heeft een volledig historisch overzicht van 48 Blz. aan de krant overgemaakt. Hij vernoemt echter nergens de naam van de hoofdredacteur noch de naam van de krant (is weggelaten op het getypte exemplaar, vermoedelijk op het origineel met de hand geschreven, zoals gebruikelijk voor de aanhef en de beleefdheidsformule).

     

    Hieronder enkele uittreksels van zijn brief :

     

    .../...

                   Het doel van dit historisch overzicht was, een op documenten gesteund relaas op te maken, over de gebeurtenissen van mei, juni, juli en augustus 1940. De beoordelingen er van zijn gematigd en bleven zoveel mogelijk in het kader van het regiment.

    .../...

    Bij de inhuldiging van het gedenkteken ter gedachtenis van hun gesneuvelden, heb ik in een toespraak de feiten terechtgezet, en dit in aanwezigheid van officiële personaliteiten en van vertegenwoordigers van de pers.

    .../...       

    Het is niet aan mij de verdediging op te nemen van het Legercommando ; ik meen nochtans de aandacht te mogen trekken op het feit dat het niet het leger was dat de verantwoordelijkheid droeg van de neutraliteitsverklaring en van de mythe van en verdediging aan de grens.

     

    Deze twee politieke beslissingen hadden voor gevolg een overdreven verspreiding over verschillende honderden kilometer langs onze grenzen, zodat men, verplicht overal te zijn, tenslotte nergens was. De openbare mening, op het dwaalspoor gebracht door de mythe van de verdediging op de grens zelf, werd natuurlijk sterk teleurgesteld door de gebeurtenissen van de 10° mei. Maar we mogen niet vergeten dat in 1918, troepen die nochtans in de strijd gehard waren en beschikten over sterke stellingen, niettemin overrompeld werden.

                   Anderzijds wordt de militaire overheid vaak sterk gehinderd door de zorg geen schade toe te brengen aan de burgerbevolking (zie : bruggenkwestie) als ze bepaalde schikkingen zou willen nemen.

    .../...

     

    Uittreksel uit de toespraak van de Cdt PLATEL ter gelegenheid van de 20° verjaardag van de inhuldiging van het monument der gesneuvelden van het 18°  te Vroenhoven :

     

    Uw korpsoverste, die tot zijn grote spijt verhinderd is hier persoonlijk aanwezig te zijn, heeft me gelast u hier zijn groet te brengen. Met de diepste waardering buigt hij neer voor hen, die hun leven hebben geofferd in gevechten waarin we, als gevolg van politieke dwalingen, in een jammerlijke minderwaardigheid verkeerden.

     

    Weet allen dat uw korpsoverste, zoals hij het in het verleden zonder ophouden heeft gedaan, tot zijn laatste levensadem de verdediging zal opnemen van allen die op 10 en 11 mei 1940 hun zending van opoffering zo moedig hebben volbracht.

     

    De Verbroedering van het 18° Linieregiment was en is nog steeds, één hechte groep van oud-strijders, heeft een grote bloei gekend en heeft of had veel onderafdelingen in de provincies Oost- en West-Vlaanderen. Gezien de ouderdom van deze oud-strijders, is het ledenaantal sterk afgenomen de laatste jaren, maar wie nog enigszins kan, neemt nog elk jaar deel aan de herdenkingsplechtigheden in de maand mei te Vroenhoven en omgeving.

     



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)

    Archief
  • Alle berichten

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Foto

    Blog als favoriet !

    Zoeken in blog



    Foto

    Over mijzelf
    Ik ben Delameilleure Philippe, en gebruik soms ook wel de schuilnaam 'tfront.
    Ik ben een man en woon in Marke (België) en mijn beroep is opvoeder.
    Ik ben geboren op 27/09/1960 en ben nu dus 63 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: militaire geschiedenis en wandelen.

    Foto

    Foto

    Mijn favorieten
  • seniorennet.be

  • Willekeurig SeniorenNet Blogs
    sonnepon2007
    blog.seniorennet.be/sonnepo

    Een interessant adres?

    Foto

    Hoofdpunten blog tfront
  • BOEK: Duitse begraafplaats Menen Wald
  • Vreemdelingen in de Westhoek tijdens de grote oorlog
  • SLAG AAN DE EDEMOLEN te NAZARETH
  • Dodengang, de laatste overlevenden van de Grote oorlog
  • Verhalen van Daniel R. Shine

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Categorieën

    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.


    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    hotlips
    blog.seniorennet.be/hotlips

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Blog als favoriet !

    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.


    Een interessant adres?


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!