Foto
Foto
Foto
Inhoud blog
  • BOEK: Duitse begraafplaats Menen Wald
  • Vreemdelingen in de Westhoek tijdens de grote oorlog
  • SLAG AAN DE EDEMOLEN te NAZARETH
  • Dodengang, de laatste overlevenden van de Grote oorlog
  • Verhalen van Daniel R. Shine
  • Verhalen van Daniel R. Shine 2
  • Verhalen van Daniel R. Shine 3
  • Privé monument voor Gunner Albert Edwin Wheeler
  • Paarden en muildieren uit de Groote Oorlog, Militaire Kapel Brugge
  • Paarden en muildieren uit de Groote Oorlog, Militaire Kapel Brugge 2
  • UITSTAP: 'België bezet 1940-1944' sfeerbeelden
  • ANZAC Day 25 april 2012 ZONNEBEKE
  • Uitstap 'De Slag bij Loos' sfeerbeelden
  • Gedenkplaat voor LT Lee Scott MC Polygon Wood
  • LT Lee Scott
  • The Lady of Loos
  • De Slag bij Loos
  • De Slag bij Loos (25 september - 19 oktober 1915)
  • GOTT MIT UNS Tijdelijke tentoonstelling in het IJzertorenmuseum
  • Restauratiewerken in Bayernwald
  • Wandelen langs the Menin Road
  • Wandelen langs the Menin Road 2
  • Restauratie Calvarieberg Diksmuide
  • Wandeling: 'Polygone Wood'
  • Lichamen van Duitse militairen gevonden, 94 jaar na dat ze werden gedood !
  • Lichamen van Duitse militairen gevonden, 94 jaar na dat ze werden gedood!2
  • Historiek van het Geheim leger GL- AS 40-45
  • Memorial voor de verdwenen US begraafplaats te Foy
  • Het bloedbad van Oradour-sur-Glane
  • Het bloedbad van Oradour-sur-Glane 2
  • TARIEF BORDEEL 1915- Tarif de bordel en 1915‏
  • Bastogne Barracks Hoofdkwartier Gen. McAuliffe
  • Bastogne Barracks -Gulf War- Golf oorlog
  • 34th BASTOGNE DECEMBER HISTORIC WALK 1
  • 34th BASTOGNE DECEMBER HISTORIC WALK 2
  • 34th BASTOGNE DECEMBER HISTORIC WALK 3
  • Allerlei beknopte Info WOI &WOII
  • Sfeerbeelden van de Last Post van 10-11-2011 in Ieper
  • Patrouilleurs aan het IJzerfront. De helden van het niemandsland
  • Informatiebord Private FG Dancox VC te Poelkapelle
  • 't Hooghe 14-18
  • MENIN ROAD MUSEUM ZILLEBEKE
  • DE SOLDATEN VAN DE AMERIKAANSE MILITAIRE BEGRAAFPLAATS FLANDERS FIELD
  • Remember Private Jarvis Fuller (7th Bn Australian Inf) Info van dhr Johan Durnez
  • THE HOME OF THE UNDERGROUND WAR , de rust post voor de fronttoerist, Polygonebos
  • Een late krans voor Guynemer (studie 120 blz)
  • De Britse Mark IV tank, de D29 Damon II , van Poelkapelle
  • Tentoonstelling: Congo aan den Yser , in het Memorial Museum Passchendaele 1917
  • Fietsen van Diksmuide naar Ieper
  • Joe MANN monument aan de Boslaan-zuid in Best (NL)
  • Gevallen voor het Vaderland- Pro Patria
  • Museum Bevrijdende Vleugels
  • Foto's museum Bevrijdende Vleugels
  • Erekoepel Nationaal Bevrijdingsmuseum Groesbeek NL
  • Nationaal Bevrijdingsmuseum 1944-1945
  • Monument Generaal Gavin Groesbeek
  • De gevechten in de regio van Saint Mihiel 14-18
  • Kaarten regio St Michiel
  • Beierse troepen bij de gevechten in en bij de sector van Saint Mihiel
  • Foto's regio St Michiel
  • Foto's van het fort van Troyon
  • Fort de Troyon als sperfort in september 1914
  • FORT TROYON HEDEN
  • De strijd om de saillant van Saint-Mihiel (1915-1918)
  • Snipers WWI
  • Australiërs aan het Westelijk Front 1916–1918 AIF
  • De slagvelden waar Australiërs vochten AIF
  • AIF foto 2
  • AIF foto's
  • TRIBUTE TO Major Richard 'Dick' Winters
  • Blitzkrieg, Mei 1940
  • VERDUN
  • Feldgrau in de Argonne1914-1918 Heel interessant boek!
  • De eerste uren van de bevrijding van Vichte in oktober 1918; door Jef Bogaert
  • Britse oorlogsbegraafplaats Harlebeke New British Cemetry.
  • Remembring Private Rufus Rigney 48BN Australian Infantry
  • Aboriginalvlaggen
  • De replica van het vliegtuig waarmee Guynemer zijn eerste overwinning behaalde
  • The Western Front Association - België
  • Het dragen van de poppy (klaproos).
  • A Tribute to "Piper" Bill Millin
  • Duitsland betaalt laatste oorlogsschuld
  • Filmpjes WO I
  • Britse militaire begraafplaatsen
  • Headstones
  • Kenmerken van een Britse begraafplaats:
  • Kenmerken van een Britse begraafplaats foto
  • Poelcappelle British Cemetery
  • Jongste frontsoldaat (14) JOHN CONDON
  • Poelcappelle British Cemetery foto1
  • Poelcappelle British Cemetery foto2
  • Poelcappelle 1914 -1919
  • In Flanders Fields
  • Opening tentoonstelling NOUS IRONS EN FLANDRE
  • DE IJZERTOREN Diksmuide
  • Foto's IJzertoren Diksmuide 1
  • Foto's IJzertoren Diksmuide 2
  • Foto Tankmonument te Poelkapelle
  • Rantsoenering Tweede Wereldoorlog
  • Rantsoenering WO2 (verolg)
  • Rantsoenering WO2 (verolg)
  • Rantsoenering WO2 (verolg)
  • Rantsoenering WO2 (verolg)
  • Rantsoenering WO2 (verolg)
  • Rantsoenering WO2 (verolg)
  • Duidt je stad of gemeente aan .....
  • Belgisch front 14-18
  • Sfeerbeelden 14-18
  • Standbeeld van de Belgische koning Albert I te Vichy
  • FOR FREEDOM MUSEUM Knokke
  • AIRBORNE MUSEUM OOSTERBEEK(NL)
  • DE AIRBORNE WANDELTOCHT TE OOSTERBEEK
  • INHULDIGING TANK MEMORIAL
  • Belangrijke Duitse stellingen uit 1915 - 1917 ontdekt in Zonnebeke.
  • Herdenkingen voor de Brigade Piron in Frankrijk
  • De modder van de Westhoek
  • Dakota C-47A Merville
  • DE BRIGADE PIRON KREEG HUN VERDIENDE PLAATS !
  • foto's Zillebeke 14-18
  • foto's Dadizele 14-18
  • foto's Woumen 14-18
  • Bastogne Historic Walk
  • Bastogne Historic Walk 2
  • Graf van Prins Murat achterneef van Napoleon I
  • Monument gesneuvelden en oorlogsslachtoffers van Marke
  • Ehrenfriedhof N°179 Marcke-lez-Courtrai Marke
  • De Wellington steengroeve te Arras (Frankrijk)
  • De bevrijding van de regio Beverlo - Leopoldsburg
  • Britse -Canadese en Australische postkaarten en posters WOI
  • Enkele Britse sfeerbeelden uit de Eerste Wereldoorlog
  • BIBLIOGRAFIE HALEN 1914
  • DUITSE VERLIEZEN IN HALEN 1914
  • BELGISCHE VERLIEZEN IN HALEN 1914
  • KAART VAN HET GEVECHT BIJ HALEN 1914
  • CHRONOLOGISCH OVERZICHT VAN HET GEVECHT TE HALEN 1914
  • SLAG VAN HALEN 12 AUGUSTUS 1914
  • Musketier PETER KOLLWITZ
  • Graf van Dr Chastang en enkele Esense burgers 1914
  • Herinneringsmonument voor de franse Marine Fuseliers
  • De laatste Franse Poilu en de laatste Duitse soldaat uit 14 - 18 zijn overleden
  • Niet Polen maar Belgen bevrijdden het Nederlandse Oost-Groningen
  • THE LAST ANZAC
  • Pro Gloria Duitse postkaarten 14-18
  • Doodsbericht van België
  • Oorlogsdagboek S.O.E agent Marcel Becquaert (deel1)
  • Oorlogsdagboek S.O.E agent Marcel Becquaert (deel2)
  • Oorlogsdagboek S.O.E agent Marcel Becquaert (deel3)
  • Oorlogsdagboek S.O.E agent Marcel Becquaert Foto's
  • Oorlogsdagboek S.O.E agent Marcel Becquaert (deel4)
  • Oorlogsdagboek S.O.E agent Marcel Becquaert (deel5)
  • Oorlogsdagboek S.O.E agent Marcel Becquaert (deel6)
  • Oorlogsdagboek S.O.E agent Marcel Becquaert Foto's 2
  • Een vergeten monument 2
  • Een vergeten monument!
  • De Franse begraafplaats St.Charles-de-Potyze
  • Foto's van Franse begraafplaats St.Charles-de-Potyze 2
  • Foto's van de Franse begraafplaats te Zonnebeke
  • Foto uit 1914
  • Enkele Duitse foto's en postkaarten uit de Eerst e Wereldoorlog
  • Ook zij vielen voor hun vaderland (1)
  • Gecamoufleerd Duits Kanon 1914
  • Foto's van de Franse begraafplaats te Koksijde
  • Franse begraafplaats Koksijde
  • Monument 4de Lansiers-Halen
  • Het ontstaan van de Zwarte Duivels
  • Zwarte Duivels
  • Monument Zwarte Duivels - Halen
  • Foto's Halen
  • DE SLAG DER ZILVEREN HELMEN
  • Wandeling over het vroegere slagveld van Halen
  • De FallschirmjÃger
  • Franse almoezenier aan het front
  • Een getuigenis mei 1940
    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • 't front Verdun
  • 't Front gesneuvelden van Marke
  • 't Front 1940
  • Belgische Militaire Begraafplaats Oeren
  • Duitse bezetting 14-18 flanderland
  • Welkom bij Poelcapelle Area 1914-1918
  • De Groote Oorlog
  • WORLD WAR ONE MUSIC & SONGS
  • Max Deauville
    Foto
    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Foto
    Foto
    Zoeken in blog

    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.

    Archief
  • Alle berichten
    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • WFA België
  • Belgian Fronts
  • BELGIAN COMMANDO MUSEUM FLAWINNE
  • WO1 in de Westhoek
  • De Duitse Enigma Codeermachine
  • First World War
  • Somme
    Mijn favorieten
  • 't Front Pro Patria
  • FILMS
  • Wesp333
  • Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Blog als favoriet !
    Foto
    PRO PATRIA
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    http://www.pegasusarchive.org/
    Foto
    AUSCHWITZ
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Archief
  • Alle berichten
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Zoeken in blog

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Hoofdpunten blog tfrontverdun
  • Tekeningen en foto ivm Verdun
  • Op bezoek in het spookhuis van de Eerste Wereldoorlog
  • Cahier de guerre 1914-1918 de Constant Vincent
  • 700.000 doden
  • Bronvermelding: Literatuur over de Slag bij Verdun
    Foto
    Hoofdpunten blog tfront1940
  • Cabour 1940
  • korporaal Emile Cady
  • Monument 1940 -Bastogne-Cpl Cady
  • Bronvermelding, links
  • De Duitse Pantserdivisies te Vroenhoven
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • Sint Juliaan
  • Blindganger
  • Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Blog als favoriet !
    Foto
    Foto

    Verzamelen van
    militaire insignes

    http://blog.seniorennet.be/military/
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Blog als favoriet !
    Zoeken in blog

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Blog als favoriet !
    Een interessant adres?
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Blog als favoriet !
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    forum

    Druk op onderstaande knop om te reageren in mijn forum

    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    annielice
    blog.seniorennet.be/annieli
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    wilmaldegem1931
    blog.seniorennet.be/wilmald
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    galliano1995
    blog.seniorennet.be/gallian
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    klaartjesblog
    blog.seniorennet.be/klaartj
    Blog als favoriet !
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Een interessant adres?
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    fredvanfons
    blog.seniorennet.be/fredvan
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    zwart_en_wit
    blog.seniorennet.be/zwart_e
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    guzzi
    blog.seniorennet.be/guzzi
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    klaartjesblog
    blog.seniorennet.be/klaartj
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    ikke1
    blog.seniorennet.be/ikke1
    Hoofdpunten blog Tfront1940
  • Cabour 1940
  • korporaal Emile Cady
  • Monument 1940 -Bastogne-Cpl Cady
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Blog als favoriet !
    Zoeken in blog

    Blog als favoriet !
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Blog als favoriet !
    Een interessant adres?
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Hoofdpunten blog tfrontgeheimleger
  • Secteur IV : Ours (setor IV)
  • Bauduin Julien VANASSCHE uit Menen . 1ste Compagnie Zone III – Groep Macareux (Lauwe)
  • MENEN ZONE III Historiek
  • Maquis Frankrijk
  • La resistance - het verzet in Frankrijk
    Foto
    Blog als favoriet !
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Categorieën
    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Blog als favoriet !
    Zoeken in blog

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    't FRONT
    1914-1918 & 1939-1945
    EERSTE & TWEEDE WERELDOORLOG
    15-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dodengang, de laatste overlevenden van de Grote oorlog

    Dodengang, de laatste overlevenden van de Grote oorlog

    65 minuten  Over vijf overlevenden van de Eerste Wereldoorlog, die nog hebben gevochten in de Dodengang bij Diksmuide. John Appel sprak met Anton Visser (101), Henri Dasseville (100), Jules Vandamme (101), Victor Pelgrims (104) en Paul Ooghe (99) over hun herinneringen aan de oorlog

    http://www.hollanddoc.nl/kijk-luister/documentairemakers/john-appel.html?playurn=urn:vpro:media:program:3182705

    Dodengang,

    IJzerdijk 65
    Diksmuide(Diksmuide)
    West-Vlaanderen

    Op de linkeroever van de IJzer, bij kilometerpaal 15, staat de naamsteen 'Petroleumtanks'.
    Daar had een Duitse eenheid een observatiepost die een bedreiging vormde voor de Belgische stellingen op dezelfde oever. Na verschillende verovering pogingen werd in de IJzerdijk een naderingsgang gegraven en versterkt, die uiteindelijk uitgroeide tot een gevechtsloopgraaf: de beruchte 'Boyau de la Mort', de Dodengang, met daarop de dwarse ruiterschans.De Dodengang is wellicht de plaats waar men het best de Eerste Wereldoorlog kan aanvoelen. Gedurende vier jaar was de Dodengang een vooruitgeschoven loopgravenstelling van de Belgische verdediging aan de IJzer en werd er om iedere meter grond bitter gestreden. De Dodengang of Boyau de la mort heeft zijn naam zeker niet gestolen. Van dit loopgravencomplex, dat werd uitgegraven in de IJzerdijk, kwam er tijdens de Eerste Wereldoorlog alleen maar onheilsnieuws. De Belgische militairen  zaten daar in een gevaarlijke positie. Ze werden er van drie kanten onder vuur genomen. De huidige Dodengang is een reconstructie. De zandzakjes of "vaderlandertjes" zijn gevuld met versteende cement, de grond is er nu verhard, maar in werkelijkheid ploeterden soldaten in de modder tussen muren van aardezakjes. Op amper enkele tientallen meters van de vijand liepen ze er een zenuwslopende wacht, schuilend voor neerstuikende artillerie- of handgranaten en knetterend geweervuur. De dood lag er steeds weer op de loer. De Het bezoekerscentrum van de Dodengang uit 2004 geeft u een duidelijk beeld van de beklemmende sfeer en de erbarmelijke omstandigheden die er heersten aan het front tijdens de Eerste Wereldoorlog.

    De Dodengang  bestaat uit twee evenwijdige loopgraven gegraven in de dijk van de IJzer over een lengte van 400 meter. Dicht bij het water ligt de gevechtsloopgraaf, daarachter de steunloopgraaf. Verder vindt u hier waarnemers- en schietposities, bunkers en op het einde van de gang, de Duitse bunker, de muizenval bestaande uit twee observatieposten (sector van de petroleumtanks en rechteroever van de IJzer) en enkele meters erachter een bunker met schietposities.

    De Ruiterschans Een echt fort van zandzakken op twee niveaus met zijn mitrailleur posten, zijn scherpschutters- en waarnemersposities, zijn signalisatiepost, de ondergrondse doorgang naar de eigenlijke Dodengang.

    De huidige site is een reconstructie uit 1927-1928 van dit verdedigingscomplex. Buiten de omheining staat een afgetakelde maar authentieke Duitse bunker.

     

    Historische Achtergrond

    Na de Slag aan de IJzer (oktober-november 1914) bezetten de Duitsers nog enkele stellingen op de linkeroever van de IJzer. Een beduchte stelling waren de Petroleumtanks: van hieruit konden ze de Belgische stellingen in de bocht van de IJzer ter hoogte van kilometerpaal 16 onder vuur nemen. Ook vanuit het ZO, vanaf de Minoterie, werden de Belgische stellingen bij “Poste de la borne 16” beschoten. De Belgische 3de  Legerdivisie ondernam in mei 1915 enkele bloedige aanvallen op de Petroleumtanks, maar tevergeefs. Bij deze aanvallen kon evenwel wat terrein op de vijand veroverd worden, dat niet verloren mocht gaan. Generaal-Majoor Jacquet van de 3de  Legerdivisie besloot dat een sappe (= naderingsgang of “boyau”) moest uitgegraven worden langs de Ijzerdijk, ten O van het verharde jaagpad vanaf kilometerpaal 16 zo'n 700m noordwaarts. Vanaf 18 mei 1915 werden de bestaande schutterskuilen en stukjes dwarsliggende gevechtsloopgraven (die om de 40 à 50m waren uitgegraven) met elkaar verbonden door het graven van de sappe. Een gevaarlijke klus, want de omgeving van kilometerpaal 16 lag voortdurend onder vijandelijk geschut. Op 27 mei ontdekte men bovendien dat de Duitsers eveneens vanaf de Petroleumtanks begonnen waren te graven, richting kilometerpaal 16, zodat beide partijen elkaar naderden tot op enkele luttele meters. Tijdens een nachtelijke aanval drongen ze zelfs door tot in het Belgische sappenhoofd. Het uitgraven van zowel de Belgische als de Duitse naderingsgang werd gestopt. Vanaf juni 1915 werd de smalle en ondiepe greppel van ongeveer 350m lang ingericht tot een verbindingsgang: “Boyau de Communication de la Borne 16 de l'Yser”. Dit werd vanaf eind '15 omgedoopt tot “Boyau de la mort”, wegens het heel gevaarlijke werk en de vele slachtoffers die er vielen. De gang werd verder uitgegraven en opgebouwd, tot ze een diepte van ca 180cm had en zo'n 120cm breed was. De wanden werden verstevigd met 'vaderlandekes' (aardezakjes). Hier en daar werd een “abri” in de wanden ingebouwd, een schuilplaats onder zware houten balken. De boyau liep in de IJzerdijk niet echt zigzag, zoals een gewone sappe, maar tamelijk rechtlijnig. Er werden dwarswallen opgericht om zich in te dekken tegen het enfiladevuur (in de lengte). De boyau werd steeds meer als gevechtsloopgraaf (“tranchee”) gebruikt en ingericht: wanden werden verstevigd, er kwamen schietposten en schuilplaatsen, prikkeldraadversperringen… In juli 1915 werd een terugkeergang in de westkant van de IJzerdijk aangelegd, een bijna rechtlijnige gang, met daarin een houten smalspoor. Beide gangen werden steeds verder uitgebouwd: ze hadden een breedte van 150cm, met borstweringen van gemiddeld 170 à 180cm hoog. Het uiteinde van de Dodengang, slechts op enkele meters verwijderd van de Duitse stellingen, was geregeld het toneel van hevige Duitse aanvallen. Om vijandelijke invallen in de Belgische stellingen te vermijden, liet de genie van de 3de Legerdivisie op 11 oktober 1915 een dijkbres van zo'n 6m diep en 15 à 20m breed ontstaan, door de explosie van een mijn op het voorste deel van de Belgische stelling. De Belgische stelling werd dan ook onder vuur genomen vanuit drie kanten: de Bloemmolens in Diksmuide, de vijandelijke loopgraven tegenover de Dodengang en Duitse scherpschutters, die zich in de bocht van de IJzer hadden opgesteld. In september 1915 werd gestart met de uitbouw van de “Ruiterschans” (kortweg “Ruiter” of “Cavalier” genoemd), een gevechtsstelling bestaande uit 2 evenwijdige loopgraven, waarbij de bovenste als een ruiter te paard boven de andere is aangelegd. De bovenste loopgraaf fungeerde als gevechtsloopgraaf, van waaruit men de beide IJzer oevers onder schut kon nemen. De parallelle loopgraven werden met elkaar verbonden via ladders en trappen. De uitbouw van de Ruiter verliep niet steeds makkelijk, door het vijandelijk geschut dat vooral in mei 1916 hevig was, maar het bolwerk werd in de loop van 1916 steeds meer “geperfectioneerd” tot een onneembare vesting. In juli 1916 werd een observatiepost geplaatst, bestaande uit sterke staalplaat, met een op de vijand gerichte kijkspleet en een periscoop, en verbonden met de bevelhebbers via telefoonlijnen. In 1917 waren er 4 stelplaatsen voor Maxim-mitrailleurs, een observatiepost en een seinpost aanwezig in de bovenste loopgraaf. Onderaan beschikte men over een stelplaats voor mitrailleurs, 2 plaatsen voor mortieren Van Deuren en drie plaatsen voor machinegeweren. Er zijn momenteel op de Ruiter 13 schuilplaatsen aanwezig, zowel in beton als in hout opgetrokken, voor het logement van de manschappen of voor het opslaan van munitie. Het uiteinde van de Dodengang, dat met wolfijzers en prikkeldraadversperringen werd beschermd tegen de zeer nabije vijand, werd in 1917 uitgebouwd tot een onneembare vesting, waar een vijandelijke indringer als een muis in de val zou zitten. De “Muizenval”, met haar grote betonnen bunker, voorzien van stalen deuren, granaat- en schietgaten, werd met de Ruiterschans verbonden door een vibrator, een toestel die door middel van trillingen alarm kon slaan. Ze was het sluitstuk van de ontdubbelde boyau. De ruimte tussen de betonnen bunker en de 2 wachtposten werd ingericht met valkuilen en prikkeldraad en omgeven van 3m hoge muren van aardezakjes. De Dodengang was oorspronkelijk ingegraven in de IJzerberm. Om het jaagpad langs de IJzer opnieuw operationeel te maken, werd de IJzerberm in 1924 verbreed en werd het huidige jaagpad aangelegd. De site werd voor een eerste keer hersteld in 1924 en was nog herhaaldelijke keren onderhevig aan herstellingswerken, o.m. in 1962, 1973, 1981, 1995 en 1998. De originele aardezakjes werden vervangen door cementzakjes. Sommige stukken van de Dodengang en terugkeergang waren versterkt met gevlochten takken en blinderingen van balken en planken, terwijl de bodem bestond uit lange stukken hout, met dwarslatten, die als loopplanken dienden. De bodem nu bestaat grotendeels uit een betonnen vloer, net zoals de originele trappen vervangen zijn door betonnen trappen. Ook de bres, die in de IJzerdijk geslagen werd tussen de Muizenval en de Duitse bunker, werd opgevuld. De prikkeldraadversperringen zijn verdwenen.

    Beschrijving Dodengang

    Het loopgravenstelsel bestaat uit een eerste verdedigingsstelling, de “Cavalier” of “Ruiter” geheten, iets ten ZW van kilometerpaal 16 en naar het NW uitgebouwd. Vervolgens de “Dodengang”, bestaande uit een loopgraaf met “traversen” of “dwarswallen”, met een parallelle, rechtlijnige terugkeergang ten W. De Dodengang mondt in het NW uit in een verdedigingsstelling, de “Muizenval” geheten. De loopgraven worden vandaag de dag gevormd met cementzakjes (ca. H.15xL.50xD.25cm), een betonnen vloer en betonnen constructies, met diverse uitzichten en functies. Het loopgravenstelsel wordt betreden via de “Ruiter”. Rechts 2 betonnen staanplaatsen, die uitkijken naar de IJzer. Ze zijn opgetrokken uit betonblokken (ca. H.20xL.40xD.20cm) en gegoten beton. De eerste, meest westelijke constructie bevat een smalle kijkspleet, in de tweede constructie steken horizontaal ijzeren balken waarvan 1 balk 2 smalle kijkgleuven en 2 kleine schietgaatjes bevat, respectievelijk voor een rechtse en een linkse schutter. Er zijn nog inscripties te bespeuren. Via een bedekte doorgang, waarvan de zijkanten bestaan uit beton, gegoten tegen een houten bekisting en waarbij nog restanten hout te zien zijn aan het plafond, wordt de eigenlijke “Dodengang” bereikt. Deze betonnen 'overdekte loopgraaf', met twee gangen, is evenzeer als schuilplaats voor manschappen uitgebouwd. De eigenlijke “Boyau de la mort” of “Dodengang” was initieel als verbindingsgang bedoeld, maar groeide uit tot een ontdubbelde gevechtsloopgraaf en terugkeergang. De oostelijke loopgraaf bevat verschillende “dwarswallen” of “traversen”. Na enkele tientallen meters worden de dwarswallen regelmatiger en breder. Een bedekte doorgang verbindt de gevechtsloopgraaf met de terugkeergang. Meer noordwaarts staat links van de gevechtsloopgraaf een betonnen bunker, van ca. 2 op 2m, met schietgat naar het N gericht en een deurgat naar het Z gericht (dat met balken gebarricadeerd kon worden), opgetrokken uit betonblokken (volgens kop en strek patroon). Het is de eerste van 5 gelijkaardige bunkers, de volgende 4 staan rechts in de loopgraaf en maken deel uit van de opeenvolgende “dwarswallen”. Ze kunnen zowel als schuilplaats als schietpost fungeren. Het dak van de bunkers wordt dikker naarmate meer noordelijk gelegen. Links van de vijfde bunker/schuilplaats, in de terugkeergang, staat een grotere betonnen constructie, van ca. 4 op 4m, met stalen balken, de vorm van I-profiel boven deurgat en in plafond. Iets ten N van de 5de bunker/schuilplaats staat een nagenoeg even grote betonnen constructie, die evenwel volledig gegoten is. In de rechtlijnige terugkeergang zijn her en der nog betonnen schuilplaatsen onder de borstweringen aanwezig. De bredere ruimte in de terugkeergang - net vóór het punt waar de gevechtsloopgraaf versterkt wordt met betonnen constructies – is de plaats waar het Décauvillespoor (die in 1915 in de terugkeergang werd aangelegd) eindigde. De Dodengang mondt via een grote betonnen constructie uit in “de Muizenval”. De Muizenval bestaat in haar meest noordelijke punt uit 2 betonnen observatieposten, waarvan de rechtse uitkijkt op de IJzer en de linkse uitgeeft op de Duitse bunker, die slechts enkele tientallen meters verwijderd is. Deze constructies zijn opgetrokken uit betonblokken, het dak is gegoten tegen golfplaten. Achter de 2 observatieposten ligt een open ruimte van ca. 6 op 6m, die in het Z afgesloten wordt door een grote betonnen constructie, die een halve meter ingegraven is en aan de zijde van de open ruimte 1 deuropening bevat. De muren van deze constructie bevatten aan de kant van de open ruimte, maar ook aan de W en O-kant verschillende kijk-, schiet- en granaatgaten. De dakbedekking is zo'n 70cm dik. Binnenin is de ruimte ca. 160cm hoog. Hier zijn de namen van 11 soldaten gegrift, behorende tot het 2de regiment Genie. Het plafond bestaat uit een laag stalen staven en een laag beton. Aan de Z-kant heeft de bunker 2 deuropeningen, respectievelijk de toegangen tot de gevechtsloopgraaf en de rechtlijnige terugkeergang. De “Ruiter” of “Cavalier” is een bovengrondse stelling uit 2 verdiepingen, bedoeld om vijandelijke aanvallen vanaf de overkant van de IJzer en vanaf de Petroleumtanks af te slaan. Ze bestaat uit 2 evenwijdige loopgraven, met kantelend patroon met dwarswallen. De loopgraaf dichtst bij de Dodengang, ligt het hoogst gelegen en is uitgebouwd als gevechtsloopgraaf. Er zijn nog delen van de oorspronkelijke treden bewaard, waarmee de bovenste loopgraaf met de onderste werd verbonden. Het geheel is uitgerust met (restanten van) mitrailleur posten, observatieposten en een seinpost, naast gebetonneerde, vaak heel ruime schuilplaatsen.

     

    http://www.eentoffewandeling.be/Een_toffe_wandeling/Mom_Dodengang_1915.html

    Voor wie meer info wil is er het boek “Het drama van de Dodengang” van
    Siegfried Debaeke
    Paperback
    Reeds zesde druk!
    160 blz., 24 op 16 cm
    80 illustraties
    16,95 EUR
    ISBN 90-5508-064-0

    e-mail adres: info@klaproos.be          http://www.klaproos.be/

     

    RESERVATIES groepen enkel via :
    toerisme@stad.diksmuide.be
    051/51 91 46
    FAX: 051/51 91 48
    Grote Markt 28
    DIKSMUIDE 8600
    www.diksmuide.be

    Openingsuren Dodengang:
    zomer van 01 Apr tot 15 Nov dagelijks van 10u tot 1630u
    winter van 15 Nov tot 31 Mar enkel op di en vrij van 0930 tot 1530

    Toegangsprijs: gratis
    Reservatie gids voor groepen via stad Diksmuide
    Duur rondleiding 1 uur

    Bron;  De Inventaris van het Wereldoorlogerfgoed

















    15-07-2012 om 11:31 geschreven door DP


    11-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Verhalen van Daniel R. Shine

     Verhalen van Daniel R. Shine.

    Vertaling Naert Roger November 2011-11-08

     

     "Vrijheid”

    We koesteren en misbruiken het“.

    Als Amerikanen, genieten we allemaal van onze vrijheid , maar relatief weinig van ons zijn verzocht om het te verdedigen met ons lichaam en ons leven.

    Zelden zijn we gestopt om na te denken over de de bijdragen van deze infanteristen onder hen. Mannen als mijn vader. "(Dan-Shine)

    ·        A Different Kind of Christmas (Grandmenil, België, 25 december 1944)

    ·        Frozen Hell (de buurt van Salmchateau, België, 14 januari 1945)

    ·        Bloody Ridge (Salmchateau, België, 16 januari, 1945)

    ·        Bronze Star (Appenwihr, Frankrijk, 1 februari 1945)

     

     A Different Kind of Christmas

    De buurt van Grandmenil,

    België 25 december 1944

    Net na middernacht ...

    De twintig jaar oude soldaat-Daniel R. "Bob" Shine gehurkt in een greppel langs de weg in het kniediepe ijskoude water, klemde zijn M-1 geweer vast , er was nergens waar hij naartoe kon gaan. Momenten voordien, was hij al naar het oosten opgerukt met zijn Compagnie in een totale duisternis. Vanachter een bocht in een vuile slijkerige zandweg waren drie tanks gekomen. Aangezien de tanks dichterbij kwamen, realiseerden de GI ‟s zich dat het Duitse tijgertanks waren De soldaten aan de rechterkant beklommen een dijk en zochten dekking achter rotsen en bomen, voor degenen die aan de linkerkant waren was de enige beschikbare cover een sloot bedekt met ijs. Toen ze in de sloot sprongen brak het ijs en werden ze doorweekt van het ijswater. Dichter en dichter kwamen de Tijgers. Net als de leidende tank Shine bijna bereikt had begon een van de G.I‟s te panikeren en met zijn geweer te vuren naar de tanks.

    De voorste tank kwam tot een plotselinge stilstand op een armlengte van Shine. De geschutstoren begon in de richting van de helling te draaien, het kanon begon te vuren en met mitrailleurvuur gepaard troffen ze de Amerikaanse posities. Shine keek rond, er was nergens mogelijkheid om te ontsnappen. Hij kon alleen maar blijven zitten in het modderige ijskoude water en hopen op verlossing - of een snel einde.

    Het gecombineerde geluid van de tankmotor, kanon en machinegeweren was bijna oorverdovend… in de verte begon hij het geschreeuw te horen van gewonde infanteristen. Op een moment begon de colonne tanks vooruit te rijden. Wat nu? Zou er Duitse infanterie volgend? Shine dacht aan het vorige kerstfeest dat hij thuis met zijn familie had doorgebracht daar in Connecticut, en hij voelde zich eenzaam en verlaten, zou dit een slachting worden? In zijn jonge ogen leek de situatie hopeloos. Hun landing in Europa was niet dramatisch afgelopen. Het 289e  Infanterie Regiment was op een troepenschip naar Frankrijk gekomen, en aangemeerd in Le Havre. Hun divisie, de 75e , was een van de vele die haastig gevormd was, voor de laatste grote slag die de bondgenoten zou leveren in Duitsland. De weken die hadden gevolgd op hun landing waren gevuld met lange, monotone herfstdagen, ze bivakkeerden in een modderig Frans weiland.

    Dan, op kerstavond, zonder waarschuwing werden ze in half-tracks geladen zonder dak. Wel bepakt en zo dicht bijeen, men kon niets anders doen  dan staan, de infanteristen waren met verbazing geslagen als hun trucks naar het oosten brulden, een vier uur durende tocht door de koude nacht, een tocht langs smalle onverharde wegen van Frankrijk naar België. Niemand had verteld wat ze konden verwachten, ze hadden geen idee van de massale Duitse penetratie die in de Geallieerde lijnen aan gang was. Duitse tanks en infanterie hadden in een verrassingsaanval, een enorme bult gecreëerd in de Amerikaanse linies, in de Belgische bossen bekend als de Ardennen.

    De Slag van de Ardennen had nog niet eens zijn naam. Maar dat het een bloedig conflict zou zijn leed geen twijfel, zoals Nazi-Duitsland fanatiek probeerde een laatste doorbraak te forceren en de geallieerden wanhopig vochten en zich vast te houden aan hun posities.

    Shine schatte dat ze ongeveer aan 60 km per uur reden op de onverharde wegen. Andere voertuigen op de weg probeerden om plaats te maken voor het konvooi van vrachtwagens die hun reis in het donker zonder de hulp van koplampen voortzetten. Als een ander voertuig er niet in geslaagd had een breed genoeg pad te maken werd het van de weg gereden, door de half tracks werd het tempo niet vertraagd. Shine begon zich te realiseren dat er iets heel ernstigs aan de hand was naar waartoe ze werden geleid, en dat er van hun zou worden verwacht dat ze het moesten helpen rechtzetten. De geallieerde generaals hadden het 75e  bevolen om vooruit te trekken en zo de 3rd Armored Division af te lossen. Buiten Grandmenil, stapten de mannen van de Compagnie uit hun vrachtwagens en begaven zich te voet in de richting van het dorp. Toen ze na een tijdje gevorderd waren, werden ze begroet door elementen van de 3de , die zich terugtrokken uit het slagveld. 'Wat is er aan deze weg? " "Niets. All clear!" De Compagnie trok voorwaarts,… gerustgesteld. Ze rukten uit in twee colonnes een langs elke kant van de weg. In het midden van de weg kwam de 3de , die zich aan terugtrekken was om zich te hergroeperen. Shine” s Compagnie passeerden troepen die zich naar achter verplaatsten , ze waren te voet, samen met een aantal Sherman tanks, jeeps en half tracks. Enige tijd nadat de laatste van de 3de  voorbij was, zagen zij nog drie tanks naderen, en hadden die niet herkend als de vijand totdat het te laat was. Het was bijna 0100 uur, en Shine bleef kruipen in de sloot. De Tijger was gestopt met schieten, en begon te bewegen in de richting van hun achterhoede. Toen de Tijger ongeveer 100 meter verder was vuurde een “Amerikaans bazooka team” een gat in zijn radiator, de tank was uitgeschakeld . De andere twee tanks, bij het zien van de flitser en uitgeschakelde tank die de weg blokkeerde, draaiden zich om en zochten voor hun veiligheid de eigen stellingen op. Nu deze dreiging geëlimineerd was, werd de Compagnie opnieuw gevormd en op de onverharde wegen werd hun mars naar Grandmenil voortgezet , Shine‘s laarzen en wollen broek waren nu doorweekt, en zouden zo blijven voor vele dagen.

    Gedurende de vroege ochtend uren, marcheerden de infanteristen op de besneeuwde zandweg, door de bossen van de Ardennen, en verder in de richting van Grandmenil. Shine en zijn ploeg leidden de voorhoede, marcheerden behoedzaam vooruit met hun geweren in aanslag en klaar voor onmiddellijke actie. Met het maan en sterrenlicht verduisterd door de zware bewolking, zou het bijna onmogelijk om een plek met een ingegraven vijand te spotten tot je bijna op de top van hem was. Dit waren hun angsten als ze uit de beschermende bossen waren gekomen en ze de velden betraden rondom Grandmenil. De M-1 "Garand" geweren die de infanteristen droegen werden een vertrouwde last op deze marsen. Ze wogen bijna tien pond, en ondermijnden snel de kracht in de armen. Maar de G.I.s hielden van hun M-1s, voor hun ontzagwekkende vuurkracht en dodelijke precisie. De M-1's 30-'06 cartridges konden met een koperen-mantel kogel door het midden van een boom schieten en de vijand daar achter verborgen doden, als het noodzakelijk zou zijn. Om in de strijd een geweer af te vuren gelijk de M-1s was echt een oorverdovende ervaring..

    In de vroege ochtend op eerste kerstdag, wachtte de Compagnie aan de rand van Grandmenil, een dorp zo klein dat het kan te voet kon worden doorkruist in minder dan vijf minuten - tenzij natuurlijk het dorp gevuld was met wachtende Duitse soldaten - en dat was zo. De taak om het  dorp te bevrijden was gevallen op de jonge Amerikaanse schouders. Wanneer de soldaten wachtten op het bevel om aan te vallen, begonnen de Duitsers een spervuur te openen vanuit hun positie. De Compagnie was het dorp aan het aanvallen met de steun van Sherman tanks. Twee van Shine's vrienden zaten ineengedoken achter een van de tanks, op zoek naar beschutting tegen het vuur van de Duitse kleine wapens dat juist was begonnen. Shine zag, hoe een granaat landde en ontplofte vlak bij de twee,  hun lichamen werden tegen de tank geworpen. Ze waren op slag dood, er waren bijna geen zichtbare verwondingen, maar door de kracht van de explosie liet het de twee dode Amerikanen lijken “ als klompen brooddeeg gegooid en geplat tegen de muur

    De Amerikanen begonnen hun aanval. De Sherman tanks avanceerden eerst door de straten, vuurden hun kanonnen point-blank ( extreem close range ) in de bezette huizen van Grandmenil. Gevolgd door de infanterie. Eerst gooiden ze handgranaten in de huizen, onmiddellijk na de explosies, zij beschoten de binnenkant van de huizen met geweervuur, en vervolgens stapten ze binnen. Shine en een andere jonge soldaat betraden een huis. In het huis, was een verdwaasde Duitser naar zijn geweer aan het reiken. Er was geen tijd om hem te vragen zich over te geven, de soldaat bij Shine  hief snel hij zijn automatisch pistool en vuurde. De .45 kaliber kogel trof de Duitse soldaat recht in het voorhoofd, en de bovenkant van zijn hoofd werd volledig weggeblazen. De Duitsers vochten wanhopig, de Amerikanen werden gedwongen om Grandmenil huis voor huis in te nemen. Terwijl Kerstmis dag vorderde, gaven veel jonge Amerikanen en Duitsers het grootste offer voor hun land.

    Aan het eind van dag, had de Compagnie de Duitsers uit Grandmenil verdreven, en hadden ze hun schuttersputjes gegraven in een verdedigingslinie langs de rand van de gemeente. Vierentwintig uur eerder, had geen van hen ooit een veldslag, meegemaakt ….. nu waren ze veteranen. Kerstnacht zou weer een koude bewolkte nacht worden met temperaturen onder de twintig graden.

    De winter van 1944-1945 zou herinnerd worden als de koudste winter in veertig jaar, en de mannen van de 75e  die grootste deel van de tijd buiten waren zaten met bevroren voeten. Terwijl hij zich voor zijn eerste slaap in twee dagen gereed maakte, werd Shine weer bewust van zijn voeten, die pijnlijk koud aanvoelden. Grappig, maar hij had ze de ganse tijd niet gevoeld. Achter hem, smeulden en branden Grandmenil's ruïnes. Shine dacht aan zijn grootmoeders geboorteplaats van Zell, in het Moezeldal in Duitsland vijftig mijl naar hun oosten. Hij kon het niet helpen, maar vroeg zich af of hij had gevochten tegen een van zijn Duitse neven die dag, of als hij tegen hen zou komen te staan in de volgende dagen. Ze konden geen gebruik maken van hun slaapzakken die nacht - "Purple Heart Bags" werden ze genoemd. Als de Duitsers een tegenaanval tijdens de nacht zouden uitvoeren, konden de Amerikanen gebajoneteerd worden in hun slaapzakken voordat ze zichzelf konden bevrijden en hun wapens grijpen. Dus Shine en de rest van de Cie lagen in de bevroren aarde, met hun bevroren voeten en rilden zich in een onrustige slaap. Een slaap vol met gedachten van degenen, die zij hadden gedood, en die vrienden die nooit meer naar huis zouden gaan, vrienden die nu bevroren lagen op de besneeuwde grond van Grandmenil. En ondertussen, waren thuis koren aan het zingen van vrede op aarde, Good Will to Men. Amerika! Christmas! Terwijl hij in slaap viel in , vroeg Shine zich af of hij ooit zijn huis zou weerzien, ja hij zich afvroeg of hij nog zou leven en een andere kerst zou zien.

     

    bijdragen en offers van die Amerikanen die hebben gevochten in voorbije oorlogen.

     

    Dit is dan ook bedoeld om ons te herinneren aan diegenen unwarlike ( geen gepaste vertaling gevonden ) strijders die hebben gevochten onder onze natievlag in de naam van de vrijheid. Verder is het de vraag om ons te herinneren aan

     









    11-05-2012 om 14:54 geschreven door DP


    10-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Verhalen van Daniel R. Shine 2

    Frozen Hell

    De buurt van Salmchateau,

    België 1500 uur 14 januari 1945

     

    Vertaling Naert Roger November 2011-11-08

     

    Als ‟s middags de hemel begon te verduisteren benaderde een jonge soldaat voorzichtig de Compagnielijn van besneeuwde foxholes. Voor de nabij gelegen mannen zag hij eruit als een rookie, hij was duidelijk beschaamd over zijn intrede op deze plaats van dood en vernietiging. Zijn uniform was nog bijna vlekkeloos.

    Zonder twijfel had hij warme "C" rantsoenen gegeten en tot nu toe onder dekking geslapen. Ze namen hem terloops waar. Een veteraan kon in de regel vertellen of een nieuwe zou panikeren onder vuur, alleen maar door te kijken naar hem.  Je wilt niet dat hij kraakt terwijl je met hem je schuttersputje deelt. Deze bijzondere man had een baby gezicht, en had zich waarschijnlijk nog nooit geschoren. Hij kon niet meer dan achttien zijn. Een Duitse mortiergranaat ,die af en toe in de buurt viel, zorgde ervoor dat hij sprong.

    Vanuit zijn schuttersputje, sprak sergeant Gilbert met de nieuwe en wees hem op een open plek in de lijn van schuttersputjes. De vervanging draaide zich om en maakte zijn weg naar de aangewezen plek. Hij leunde met zijn M-1 tegen een boom, en haalde zijn verankering tool. In momenten gleed hij over het bevroren oppervlak van de Belgische bodem. Gedurende de volgende twintig minuten, vulde het geluid van hakken en graven de lucht. Twee keer terwijl de vervanger aan het delven was gleed de hij uit en viel in zijn onvoltooid schuttersputje.  De mannen waren stil als hij rond keek, hij  probeerde zijn waardigheid terug te winnen. Tot slot, was zij gat ( put ) voltooid, de vervanger greep zijn geweer, stapte erin en nam zijn positie op de lijn. Geen twijfel bestond erover dat hij probeerde te achterhalen wat er zou gebeuren. Hij had waarschijnlijk nog nooit gehoord van het wapperende geluid van de naderende mortiergranaat, maar de mannen om hem heen wel, en ze doken dieper in hun schuttersputjes. Een abrupte explosie schudde de grond en gooide stukjes van iets door de lucht, er waren de plotselinge geur van verbrand cordiet en geschroeid vlees. De soldaten keken in afschuw over de schuttersputje van de nieuwe vervanger. Rook kolkte eruit, en stukken van bloederige vlees waren overal. Gescheurde stukjes van zijn uniform en een stuk van een darm opgehangen aan afgebroken takken boven het verbrande schuttersputje, en naast de boom lag een laars met een deel van een been er nog in. Dat was het, dacht Private Daniel R. "Bob" Shine en hij zat in zijn schuttersputje te kijken naar de dag die zich omdraaide in de nacht. Het ene moment ben je levend en in een stuk, de volgende minuut ben je weg en ben je niets meer, niemand heeft zelfs de tijd gehad om uit te vinden wie je was. Hoewel hij en de andere mannen deze dingen al hadden gezien was niemand er ooit echt aan gewend geraakt. De nacht viel en het ving aan te sneeuwen, de witte vlokken begonnen met het maskeren van de bevroren delen van wat was ooit een man was.  

    In de vroege ochtend uren verzamelde de Compagnie bijeen voor hun aanval van Salmchateau. Vandaag zouden worden geconfronteerd met elementen van de 326e  Volksgrenadiers en de restanten van de 62e  Volksgrenadiers. Shine was de bodyguard van luitenant Rocco Durante. Hij en de luitenant leidden hun peloton door de besneeuwde duisternis en de vroege dageraad. Zodra het volledig licht werd, verlieten ze het bos en volgden een onverharde weg in het dorp. Dit was meestal het moment waarop dingen begonnen te gebeuren, en als de tweede man in de oprukkende kolom, werd Shine bang. Zoals vaak gezegd, "Iedere man die niet bang was op deze momenten zou krankzinnig moeten zijn.” Ze waren bijna bij een brug die naar de stad leidde, toen was er een scherpe krak aan het rechtse front, en de luitenant zeeg neer. Shine, drie passen na hem , rolde Durante over en zag een kogelgat in de riem van zijn gordel. Juist tegen de gesp. Toen hij de luitenants broek naar beneden trok, zag hij dat de punt van de kogel juist het scheuren van de huid in de buurt van de luitenants lies had veroorzaakt. Blijkbaar was de kogel afgeketst op een bot. Om in een plek als deze stil te blijven staan, was een ramp uitnodigen.

    Shine en de anderen verplaatsten zich naar voren, en lieten de luitenant  over aan de zorgen van de medics, die zouden volgen. Voor de infanterist van de Tweede Wereldoorlog, was er niets meer geruststellender dan het gevoel van een M-1 geweer in zijn handen. Het beloofde kracht en nauwkeurigheid bij het trekken van de haan. Het beloofde ook om een zware last te zijn op een lange mars. Het M-1 geweer woog bijna tien kilo - ongeveer twee keer het gewicht van een M-1 karabijn. In de infanterie, droegen de mannen geweren en officieren droegen karabijnen. Achter Shine keek Private Krizan naar het M-1 karabijn dat de Luit. had laten vallen. Net als de meeste schutters, deden zijn armen pijn van het dragen van de zware geweer, hier was iets aantrekkelijkers. Hij pakte de karabijn en hervatte zijn weg. Dat was de laatste fout die hij ooit gemaakt had. Er was nog een scherp kraken vanop de hoge grond op hun rechter kant, Krizan viel neer en rolde op zijn rug. Shine keek weer naar Krizan, hij lag daar met een keurig kogelgat recht tussen zijn glazige ogen. Onder zijn hoofd begon zich een karmijn rode vlek te verspreiden in de witte sneeuw. De sluipschutter had bij het zien van een karabijn in de handen van Krizan hem verward met een officier, en doodde hem.

    Rond deze tijd dacht Shine dat zijn nummer was komen. Hij rende en haalde de ploeg in, net als ze gereed waren om het eerste huis aan hun kant van de straat te zuiveren!!!!. Private(soldaat) "Snuffy" Toth ging naar binnen langs de voordeur, in de hand een fragmentatie granaat met uitgetrokken pin, hij gooide de granaat en draaide zich om buiten te komen. Toen hij zich omdraaide, gleed hij uit over de keramische tegelvloer en viel. Voordat hij kon opstaan ontplofte de granaat. Snuffy wankelde de deur uit en viel opnieuw. Hij was zwaar geschokt en de ploeg liet hem achter voor de medici. Ze trokken verder door de stad , van het huis tot huis  en zuiverden het zo, een na een . Het merendeel van de Duitsers was gevlucht. Er was geen snipervuur meer (sniper = scherpschutter) , maar  wel nog enkele inkomende artillerie inslagen en in enkele van de huizen werd er nog  weerstand geboden. Laat in de avond, vonden ze aan andere kant van stad drie of vier Duitsers in een keldergat. Een van hen maakte een dreigende beweging en de drie Amerikanen tegenover hen vuurden in een keer. Het resultaat was verwoestend. De Compagnie richtte de aanval op Salmchateau en won de stad, dus ze voldeed aan de doelstelling. De gelederen waren die dag uitgedund door de dood, door verwondingen en bevriezing.

    Snuffy Toth lot eindigde als een front soldaat, de explosie van zijn granaat had hem een shell-schok bezorgd. Hij werd uiteindelijk geëvacueerd. Luitenant Durante was ook geëvacueerd, en zij zagen hem niet meer terug. Shine en de ploeg brachten de nacht door ingekwartierd in de stucco en stenen huizen van Salmchateau, en dat terwijl daar buiten, de doden van beide legers bevroren in groteske posities.

     

    En als de doden en de levenden sliepen ,

    wederom het begon te sneeuwen ...

     









    10-05-2012 om 00:00 geschreven door DP


    09-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verhalen van Daniel R. Shine 3

    Bloody Ridge

     

    Salmchateau,

    België 16 januari 1945

    Vertaling Naert Roger November 2011-11-08

     

    Private Daniel R. "Bob" Shine keek in ongeloof omhoog naar de met sneeuw bedekte bergkam. Dit zou zeker het einde voor hem worden. De luitenants woorden klonken in zijn oren: "Als we de richel bestormen lopen jullie drie recht naar dat grote fox-hole en knock it out. " Beschut door het hoge schuttersputje waren drie Duitse soldaten aan het schieten met Schmeisser machinepistolen op de Amerikanen. Als de eerste golf die heuvelrug zou bestormen, zou het van deze drie jonge G.I ‟s afhangen om die specifieke dreiging te elimineren. De drie Duitsers leken elk voordeel te hebben, ze zaten in de hoogte, ze hadden voldoendebesutting, en ze hadden allemaal snelle vuurwapens. Shine hoorde de Schmeissers nu duidelijk.  Ze schoten zo snel dat het klonk als doek scheuren. Direct in de richting van dat schuttersputje chargeren leek bijna suïcidaal. Shine dacht aan zijn ouders thuis en aan zijn meisje Muriel. Hij wilde dat hij hun allemaal nog een keer kon zien. Nou ja, alles zou thuis moeten gaan zonder hem, dacht hij. Shine nam een moment om een gebed te zeggen hopend om zijn overleving in deze aanval. Als hij zou worden geraakt, hoopte hij dat de wond diep genoeg zou zijn om hem naar huis te sturen. Als het zijn lot was om te sterven op deze dag, hoopte hij dat het einde snel zou zijn en schoon, en niet een langzame dood zoals van zovelen dat hij had zien lijden. Hij kon het niet helpen, maar hij vroeg zich af of God aan het luisteren was naar de Amerikaanse of Duitse gebeden deze dag. Voordat ze het dorp Salmchateau hadden aangevallen, hadden de soldaten in Shine's ploeg hun M-1 geweren voor de M-3 "vetspuit" submachineguns verwisseld, die waren nuttig voor huis-aan-huis gevechten. De Grease gun was in staat om heel veel lood af te vuren, dit was ook goed in tijden als deze. Shine haatte de vetspuit want ze hadden een dodelijke ontwerpfout.

    Grease gun is de bijnaam voor het Amerikaans machinepistool M3. De Verenigde Staten startten de productie in 1942, maar beëindigden deze in 1944 vanwege de hoge productiekosten. In totaal zijn er 680.000 exemplaren van de Grease gun gemaakt, wat minder was dan van tevoren gepland.

    Deze pistoolmitrailleur was bedoeld als een goedkoper te maken en minder wegende (1,2 kg minder) vervanger van de M1 Thompson. De M3 Grease gun heeft het kaliber .45 ACP en een magazijn voor 30 patronen. Het is een volautomatisch vuurwapen dat zeer geschikt is voor close combat gevechtssituaties. De vuursnelheid is (theoretisch) ongeveer 350/450 schoten per minuut en het is nauwkeurig tot op 50/55 meter. Doordat het wapen zo klein was, werd het vaak gebruikt door parachutisten en de bemanning van tanks.

    Het magazijn ontgrendelmechanisme stak op een slechte plaats : waar de soldaat vaak tegen stootte met zijn lichaam, daardoor viel het magazijn met munitie op de grond aan zijn voeten. Dit liet de G.I. met een leeg geweer, meestal op het slechtst mogelijke moment. Net als nu.

    Op het signaal, renden de drie schutters op hoogste snelheid, samen met de rest van de eerste golf, springend van links naar rechts om het vijandelijk vuur te ontwijken, naar boven. Slechts zes voet afstand van elkaar, waren ze een uitstekend doel voor de Duitsers boven hen. Op de nok van de steile hellingen liepen de drie ze werden opgeslorpt door het lawaai en woede van de oorlog en het afvuren van hun wapens in korte uitbarstingen. Dat allemaal terwijl ze liepen. Naar links en rechts liepen soldaten die plotseling vielen, de sneeuw kleurde helder rood onder hen. Op elk moment, dacht Shine dat een kogel hem zou raken . Tegen de tijd dat de Amerikanen het schuttersputje hadden bereikt, waren de drie Duitsers geraakt. Ze lagen in de sneeuw, kronkelend en bloedend uit lelijke wonden, “en ze maakten van die vreemde geluiden die stervende mannen te maken”.

    Een gewonde Duitser, kon echter nog steeds in je rug schieten als je voorbij hem kwam. Dus de drie Amerikanen, op wonderbaarlijke wijze niet gekwetst, maakten de Duitsers af en zetten hun stormloop verder. Aan weerszijden van hen, liepen andere overlevenden van de eerste golf , sommige vallend of vurend …… het objectief werd ingesloten. De Duitsers waren die dag verdreven uit de richel boven Salmchateau. Maar de kosten waren duur. Veel van Shine vrienden in de compagnie werden gedood en nog veel meer gewond.     

    Ze waren allemaal hulpeloos als ze hun sergeant zagen. Roberts was doodgebloed na de inslag van een granaatscherf, een wond in de rug. De medische CLS-ers en de schutters in de ploeg Roberts hadden geprobeerd hem te bereiken, maar werden vastgepind onder zwaar vuur. Dus Roberts was overleden, alleen in de bloedige sneeuw.

     

    Ze groeven zich in op de richel : nog een bevroren nacht in het veld.

     

     

    “ Salmchateau en "Bloody Ridge"

    zoals het bekend zou worden, was nu in Amerikaanse handen.

     

     

    Shine kroop in zijn schuttersputje en keek door de duisternis in de richting van waar de vijand moest zijn. Op een of andere manier was zijn nummer vandaag niet gekomen. De drie Duitsers in het schuttersputje waren erg jong en onervaren "Volkssturm" Troopers, en niet strijdbare geharde veteranen.

    Deze gelukslag had de drie Amerikanen gered, en had het leven gekost aan de drie jonge Duitsers. Maar wat morgen, en de volgende dag? Vandaag had hij zijn sergeant verloren . Gisteren werd zijn luitenant, Durante, geëvacueerd naar een naar achtergelegen ziekenhuis nadat hij werd neergeschoten door een sluipschutter, hij was geraakt in de heup. Hoe lang zou Shine zijn eigen geluk blijven houden? Er waren - en er zouden geen medailles zijn voor de drie Amerikanen die dat schuttersputje bestormden, vandaag was het simpelweg een gewone job geweest. Ook was er geen opgetogenheid, noch wroeging, maar het vermoeide besef dat ze nog een dag overleefd hadden, en ze waren een dag dichter bij het einde van de oorlog. Terwijl de duisternis van de slaap de duisternis van de Belgische winterse nachten elkaar ontmoeten  bad Shine, smerig, hongerig, uitgeput en bevroren, voor zijn geluk om het net een beetje langer vasthouden - en om de oorlog te beëindigen voordat het geluk verliep.

     

     ... Decennia verstreken sinds die verschrikkelijke maanden toen we de modder van Lotharingen doorstonden, de bittere kou van de Ardennen, de vochtige kelders van Saarlutern. . . We waren ellendig hadden het koud en waren de meeste tijd uitgeput, we waren allemaal doodsbang. . . Maar we waren jong en sterk en in het bezit van de prachtige veerkracht van de jeugd, en voor alle ellende en angst en de haat van elk moment ervan, was de oorlog groot altijd een … angstaanjagend avontuur. Niet een man onder ons zou willen om er weer te gaan, maar we zijn er allemaal trots op , zo zwaar getest te zijn en geschikt bevonden. De enige spijt is voor onze vrienden die we nooit meer terug zullen zien.

     

     

     

     

    Bronze Star

    Appenwihr, Frankrijk

    1 februari 1945

     

    Terwijl de schreeuwende artilleriegranaten vielen en ontploften om hen heen, sprintten een tiental GI's naar de veiligheid van de verre bossen en hun eigen lijnen. De diepe sneeuw zoog op hun voeten en zorgde er voor dat ze gleden als de ontploffende granaten een douche bezorgden met kluiten bevroren vuil. De Duitse artillerie leek zeker om hen te kunnen vernietigen op elk gewenst moment. Private Daniel R. "Bob" Shine voelde alsof zijn longen zou barsten. Als radioman voor de verkenning selectie, droeg hij al zijn normale gevechtsuitrusting , plus hun SCR-300 korte golf radio, dat was gepakt in een grote rugzak. In totaal was hij actief met meer dan zeventig pond van apparatuur vastgebonden aan zijn lichaam. Shine voelde zich alsof hij niet een stap kon rennen, maar lopen deed hij. Lopen of aan stukken worden gereten op dit open veld buiten het dorp Appenwihr. BOOM! Een shell viel veel dichterbij dan de rest, de landing op minder dan veertig voet (voet ong 30.5 cm ) afstand. Een lopende GI struikelde en viel. Toen hij weer op zijn voeten stond, was het duidelijk dat de kracht van de explosie met zijn hoofd had gerammeld. De bossen kwamen dichter, maar zo kwamen ook de explosies. Zouden ze het op tijd maken? De geallieerden hadden gevochten en wonnen de Slag om de Ardennen.

    Het had ze over een maand gekost om de grond te hernemen van de Duitsers; verloren in die paar dagen voor Kerstmis, 1944.

    Voor de frontlinie infanteristen, was het een maand van de grimmige terreur. Elke soldaat heeft levendige herinneringen van kameraden die waren omgekomen in de inspanning.

    Herinneringen aan hen die stoïcijns waren overleden, en degenen die hadden hun leven opgegeven , terwijl ze riepen om hun moeders en hun God om hen te redden. Het maakte niet uit wat hun rang of hoe ze gestorven waren, de dood bracht hen samen alles is nu gelijk aan, stil  en gevoelloos onder de velden van België liggen.

     Aan het einde van “ de Bulge “, werden de overlevenden van de 75e  divisie op goederenwagons geladen.

    Dit waren zogenaamde "40 en 8s" - Franse Boxcars ( treinwagons ) overschotten van WWI. Aan de zijkanten van de wagens waren borden in het Frans, "40 mannen, acht paarden." De 40 en de 8-en waren niet geventileerd, onverwarmd en zij hadden geen sanitaire accommodaties. Maar dat kon de GI's niet schelen, want er was een gerucht dat ze van het strijdperk moesten worden genomen en naar achteren gebracht worden voor een broodnodige rust.  Dit mocht niet zijn. De stoomlocomotieven hadden de lange troep wagons gedurende twee ellendige lange dagen naar het zuiden getrokken, en de infanteristen waren toen uitgestapt in het oosten van Frankrijk, waar de uitlopers van de Alpen samenkomen met de Vogezen.

    Daar hadden de Duitsers ervoor gekozen om stil te staan en te vechten in een hoek van Frankrijk dat bekend staat als de “Colmar Pocket.” In de laatste maanden van de oorlog, had Hitler zijn krimpende legers versterkt door het gebruik van 15 jaar oude jongens en 45 jaar oude mannen als zijn Volkssturm troopers. Ze waren over het algemeen niet zo effectief als doorgewinterde soldaten en vaak gaven ze zich over of werden ze onnodig gedood. Maar de Duitsers in de Colmar Pocket waren het gewone leger, de mannen van de 305e  Volksgrenadiers en de Wermacht de 198e  Division. Ze waren geharde veteranen en goed uitgerust.

    En ze waren nog steeds in staat om de Amerikanen duur te laten betalen voor elke stad die ze inpalmden. Op het moment dat de Amerikanen waren ontscheept uit de treinen , begon het besef te komen dat ze het ene in een met sneeuw bedekt slagveld voor een ander verwisseld hadden.  De eerder hoopvolle stemming van de troepen werd al snel somber en angstig. Toch hadden ze meteen de getroffen steden Holzwihr en Bishwihr, en op een gecoördineerde aanval, veroverden ze de zwaar verdedigde stad Andolsheim.

    Toch waren er nog meer steden die genomen moesten worden, en nog steeds vochten de Amerikaanse infanteristen met natte en bevroren voeten. En door de lange nachten, bleven ze slapen in schuttersputjes gehakt uit de besneeuwde grond. Bijna was de hongersnood zo levensbedreigend als het vijandelijk vuur. Onlangs waren de GI‟s gedwongen geweest om hun voedsel te stelen om te kunnen eten. Het was een echte uitdaging om in het gezicht van deze tegenspoed te blijven vechten, en om eervol te vechten en niet te worden zoals een dier. Voor zonsopgang de volgende ochtend, kregen de Amerikanen het bevel om Appenwihr aan te vallen. Gelukkig was hun opmars voorafgegaan door een artillerie bombardement. Dan reden de tanks voorop. De soldaten liepen zorgvuldig in het spoor van de tanks om zo de wachtende landmijnen te ontwijken . Shine‟s ploeg was een van degenen gekozen om de aanval te leiden en Shine, die was de luitenants lijfwacht . Hij was dicht bij het front en bij de actie als de infanteristen over het open veld uitrukten. "Infanterie," dacht hij bij zichzelf. Letterlijk: "de kinderen." Dat was precies wat Shine voelde als ze naar voren leken te komen. Kleine, schijnbaar weerloos, maar hurling (sport om zoveel mogelijk punten te maken Ierland ) zelf meedogenloos tegen een krachtige, ingegraven vijand. Hij kon hun opmars zien, vanaf een afstand, kleine soldaten overschaduwd door de bossen en de omliggende bergen. Het vijandelijk vuur was aan het intensiveren. Ze waren er bijna nu. . . CLANG! Shine's hoofd werd ineens gewrongen naar één kant en hij viel, niet wetend of hij leefde, dood of stervend was. Een intense beltoon was te horen in zijn oren en plotseling deed zijn hoofd en nek deed pijn.

    Bij het opstaan liet hij zijn vingers over zijn stalen helm tasten, op zoek naar de oorzaak van zijn pijn. Aan de linkerkant, net boven zijn oor, was het zachte entree gat gemaakt door een kogel. Net boven zijn andere oor was het grillige gat waar de kogel de helm verliet.. Door de pijn en de verdwaasdheid heen besefte Shine dat hij eens te meer ongelooflijk geluk had gehad. De kogel had tussen zijn helm en voering gevlogen en de helm verlaten zonder hem ooit te raken. Voor de aanval van de GI's 'op Appenwihr, was de artillerie ter ondersteuning van de Duitse troepen verwoest geworden door Amerikaanse houwitsers, ze konden doelgericht vuren door de dappere artillerie spotters vliegend in een eenzitter Piper cup (verkenningsvliegtuig).

    Zonder artillerie ondersteuning, werden de Duitsers gedwongen zich terug te trekken. Maar het was een langzaam, met tegenzin, georganiseerde terugtocht, en op geen enkele wijze een nederlaag. De Amerikanen zouden een te hoge prijs blijven betalen voor hun winsten. Tegen de avondschemering had Shine‟s peloton een lijn van schuttersputjes gegraven net buiten Appenwihr. De Duitsers waren teruggedrongen naar het volgende dorp, Hettenschlag. Middernacht. Nog een nacht, een andere stad, een ander bevroren schuttersputje. In het hart van de nacht, kon een man zo verschrikkelijk alleen zijn. Alleen met de geesten van de mensen die hij had gedood alsof ze hem wilden doden. Alleen met herinneringen aan zijn huis, zijn familie, en bovenal, zijn meisje. Hij glimlachte toen hij dacht aan Muriel in haar witte verpleegster uniform, en vergeleek het met zijn eigen uniform, dat stonk naar zweet en modder en erger.

    Hij glimlachte weer als hij dacht aan zijn laatste douche, dat was weken geleden. Warm water. En zeep. Hoe goed het had gevoeld! Hun uniformen waren tot ver buiten de tijd om te reinigen, dus ze werden nieuwe wollen broeken en tunieken gegeven. Nu die kleren ook de vlekken droegen van voedsel en modder en pistoololie. Shine kon niet slapen. Zijn maag draaide, hij had ook de diarree die de meeste van de mannen teisterde. Hij dacht aan het nemen van Andolsheim een paar dagen voordien. Tijdens de gevechten ,had zijn vriend Joe Feeney naar hem geschreeuwd, "Uw jas is in brand!" Daar direct boven zijn hart, was een grote granaatscherf komen te liggen. Nog warm van de explosie die het had bevrijd, hoe kwam het dat een stalen scherf een smeulend gat had veroorzaakt in zijn overjas voordat Shine het zelf had gemerkt.

    Hoe kwam het dat hij was gespaard gebleven van de dood of van verschrikkelijks letsels, zo vaak en op zoveel manieren? In de duisternis zette hij zijn laarzen en natte sokken opzij en begon zijn voeten wrijven zoals de GI’s het waren opgelegd te doen om bevriezing te voorkomen. Zoals elke frontlinie soldaat, had Shine zijn tweede paar sokken opgeknoopt rond zijn nek , om te drogen. Hij verwijderde hen van zijn nek en trok hen en zijn natte schoenen weer aan. De natte sokken werden vervolgens opgehangen om zijn nek, en het proces werd voortgezet. Door hun lekkende lederen laarzen hadden ze  voortdurend natte voeten, dat was zo voor iedereen, en Shine's voeten waren al sedert weken fel rood.

    Iedereen wist dat waterproof, geïsoleerde shoepacks overvloedig werden gegeven in de achterste gelederen. Op een dag misschien worden ze geleverd aan de jongens die ze het meest nodig hadden. Het aantal evacuaties en amputaties door bevriezing was een epidemie geworden.

    In de bevroren duisternis, wervelde zijn geest. Hij dacht terug aan de nacht dat ze ingekwartierd waren in een Belgische schuur. Die nacht sliepen ze op een bed van hooi, de schuur werd opgewarmd door de lichaamswarmte van de binnen gehouden koeien . Een van de dogfaces ( zelf gegeven lapnaam ) had zich gedurende de nacht in zijn slaap gerold en gedraaid en had daardoor een van zijn fragmentatie granaten ontstoken, gelukkig was hij de enige die gedood was. In zijn geest ging, het gezicht van de kapitein Applegate aan hem voorbij. Goede oude kapitein Applegate, commandant van Shine‟s K Compagnie. Ik keek naar hem op en respecteerde Applegate, net als alle soldaten die hem kenden. Net die dag had Shine Applegate's jeep en chauffeur gezien geparkeerd in de achterste gelederen. "Hoe is het met Applegate” ? vroeg hij. De bestuurder gaf hem een grappige smile en wees met een duim op het kleine GI deken opgevouwen op de achterbank van de jeep. Gewikkeld in die deken zat, was  alles wat overbleef van de kapitein, hij werd die dag geraakt door een ver  staand Duits kanon. En Shine aan het denken aan die radiorugzak. Die verdomde SCR-300, dat de aandacht trok van de sluipschutters overal. Sluipschutters. Hij dacht aan het team van sluipschutters dat die dag kort hun aanval had gestopt in Appenwihr, totdat een bazooka team de kerktoren had opgeblazen waarin ze beschut werden. Shine had herhaalde uitnodigingen verworpen om een noncom ( onderofficier ) te worden, dus ze plaatsten hem naast de luitenant, aan het hoofd van elke aanval. En hij zag, met het verlies van een luitenant per maand dat dit geen gezonde plek was om te wezen. Een keuze doel, dat is wat hij geworden was. Eindelijk viel Shine in slaap, achtervolgd door het gekwelde beeld van zichzelf in het vizier van een sluipschutter zijn telescoop. Naarmate de 75e  de bevrijding van de dorpen rond Colmar voltooide, nam het Franse 1e  Leger Colmar zelf in.   

    Vervolgens voegden de gecombineerde Amerikaanse en Franse troepen zich tezamen en deden de Duitsers terugtrekken over de Rijn en verder in Duitsland .  

    Vanaf dat moment, zou de Duits niet langer  vechten op vreemde bodem, maar nu zou hij vechten voor huis en vaderland. Geen twijfel dat het zijn vechtlust zou versterken, en dat van hem en zijn kameraden kon worden verwacht om te vechten, zoals demonen uit de hel. De mannen van de 75e  bereiden zich voor om aan boord van trucks te stappen en zo verder naar een aantal verre en onbekende slagvelden te gaan. Alle wegen leken naar Berlijn te leidden, en een van die wegen zou de hune zijn. De vrachtwagens zouden ze naar een spooraansluiting brengen waar ze zouden aan boord gaan van troeptreinen richting het noorden van Nederland. 09 februari zou voor de 75e  de laatste dag in de Colmar Pocket worden. Het was bij toeval het begin van de warmte waarvoor de GI‟s hadden gebeden. Eindelijk, zou hun natte voeten veilig zijn voor de gevreesde bevriezing. Terwijl ze bezig waren te vertrekken voor hun volgende gevecht, kwamen verscheidene vrachtwagens plotseling brullend toe en deze werden gelost. De GI's staarden, met stomheid geslagen. Eindelijk hadden ze wat ze niet meer nodig hadden, de geïsoleerde, waterdichte shoepacks! Voor zijn maanden van dienst als de bodyguard van zijn peloton leider, en voor zijn trouw en plicht en voor de extreme risico's genomen in de strijd, verdiende Shine een citaat en later de Bronze Star voor moed. In alle, diende hij onder vier luitenants. In die tijd werden drie van hen gedood of gewond.

     

    Testimonials uit “ The war office “

     

     

    Vertaling Naert Roger November 2011-11-08

     

     

    09-05-2012 om 00:00 geschreven door DP


    08-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Privé monument voor Gunner Albert Edwin Wheeler

    Privé monument  voor Gunner Albert Edwin Wheeler

    'GNR A E WHEELER R.H.A. BORN 19 AUG 1887 WOUNDED 01 JUL 1916 ZILLEBEKE DIED 07 MAY 1982' and at the bottom 'RESTING WITH HIS COMRADES'.

     

    Het privé monument of gedenkteken staat in een perkje langs de s Herenthagestraat, tussen huisnummers 9 en 11 (eigendom van huis nr 9), aan de O-grens van de gemeente Zillebeke en nabij het Domein Godschalk. Het is een witmarmeren rechtopstaande gedenksteen. De gedenksteen heeft feitelijk de vorm aan van een 'headstone', het typische grafzerk dat terug te vinden is op de Britse militaire begraafplaatsen. H. 86 x Br. 40 x D. 8cm.Volgende tekst staat gegrift in de steen: 'GNR A.E. Wheeler R.H.A. - born 16 Aug 1897 - wounded 01 Jul 1916 - Zillebeke - Died 07 May 1982', eronder het kenteken van de artillerie (kruis met de leuze 'Ubique Quo Fas et Gloria Ducunt'), helemaal onderaan 'Resting with his comrades'.

    Albert Edwin Wheeler (N° 76586), geboren op 16 augustus 1897, en als 'Gunner'  (kanonier) diende hij aanvankelijk bij de Royal Field Artillery in de 110th  Brigade (R.F.A./345/B 110bde) en later bij de  Royal Horse Artillery. Albert raakte zwaar gewond te Zillebeke op 1 juli 1916. Voor hem was de oorlog voorbij maar hij zou gedurende de vier volgende jaren in maar liefst 29 hospitalen verzorgd worden. Later emigreerde hij naar Canada, waar hij op 7 mei 1982 overleed. Het was zijn laatste wens om begraven te worden bij zijn gestorven vrienden in 'Flanders Fields'. Zijn as werd op 1 augustus 1982, tijdens een kleine plechtigheid, verstrooid op Bedford House Cemetery. In 1983 wilde zijn zoon een herdenkingssteen laten plaatsen op de begraafplaats, maar de Commonwealth War Graves Commission verleende hiervoor geen toelating. In hetzelfde jaar werd een herinneringssteen geplaatst op private grond in de 's Herenthagestraat 9.


    Memorial: Headstone at Herenthagestraat, Zillebeke, SE of Ypres.

    Albert Edwin Wheeler was born on 19 August 1897 and died on 7 May 1982. In those eighty four years he had fought in the Great War, married Violet May Wilton, had a family and emigrated to Canada.

    But the Great War had made a great impression on him. He served in 345 Battery Royal Field Artillery in 110 Brigade and later the Royal Horse Artillery with whom he was seriously wounded on 1 July 1916 by the lake at Zillebeke. That was the end of his war but the beginning of treatment which to last four years.

    Towards the end of his life he expressed a wish to be buried with his comrades in Flanders Fields and by a chance meeting in the Middle East of his son and a member of the Renson family from Zillibeke this came true. Mr Wheeler could not be buried in a military cemetery, of course but at a ceremony at Bedford House his ashes were scattered among his comrades on 1 August 1982. And the necessary consents having been obtained, a memorial headstone in marble was erected in 1983 on land belonging to the Renson family who undertook to maintain it. The inscription reads:

    'GNR A E WHEELER R.H.A. BORN 19 AUG 1887 WOUNDED 01 JUL 1916 ZILLEBEKE DIED 07 MAY 1982' and at the bottom 'RESTING WITH HIS COMRADES'.

    In 1993 the land was sold to Mr and Mrs Vanhove who still look after the memorial and say they are "proud to have it on their property". The memorial stands close to the site of the Herenthage Chateau near the crest of what the British called Tower Hamlets Ridge.





    08-05-2012 om 00:00 geschreven door DP


    03-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Paarden en muildieren uit de Groote Oorlog, Militaire Kapel Brugge

    They shoot horses, don’t they?

    Paarden en muildieren uit de Groote Oorlog, Militaire Kapel Brugge

     

    Op zaterdag 21 april 2012 opende Mendop vzw (Mens & Dier op papier) de tentoonstelling ‘They shoot horses, don’t they? Paarden en muildieren uit de Groote Oorlog’. (Van zaterdag 21 april tot en met donderdag 3 mei 2012)  http://www.mendop.org/mendop.html

     

    Het was een bijzondere tentoonstelling op een locatie in Brugge waar zelfs veel Brugge-lingen nog nooit van hebben gehoord: de Militaire Kapel, een voormalige kloosterkerk in het hart van de stad. Onder het altaar van deze Kapel bevindt zich sinds 1926 een crypte ter ere van de oorlogsslachtoffers uit Wereldoorlog I.

    In dit bijzondere kader, dat maar af en toe voor het publiek toegankelijk is, toonde Mendop vzw in primeur skeletten en botresten van paarden en muildieren uit Wereldoorlog I die onlangs in de frontstreek van de Westhoek (bij Poperinge en Reningelst) uit massagraven zijn opgegraven. Ook brengt Mendop voor het eerst in Vlaanderen het verhaal over de duizenden muildieren die vanuit Noord-Amerika naar de slagvelden van onder meer Ieper en de IJzer werden overgebracht.

    Wereldoorlog I was de eerste oorlog waaruit bleek dat de cavalerie als geduchte aanvals-eenheid niet langer tegen de vuurkracht van machinegeweren bleek opgewassen. In totaal lieten in 1914-’18 acht miljoen paarden en muildieren het leven, net zoveel als er militairen en burgers omkwamen.

     

    De tentoonstelling belichtte ook de kennis die men uit zulke opgegraven dierenbeenderen kan afleiden, het wedervaren van paarden en muildieren aan het toenmalige front, de herkomst en het vroegere gebruik van het ‘muildier’ (kruising ezelshengst x paardenmerrie) en de glorietijd van het cavaleriepaard in het Belgische leger, met unieke oude foto’s van het ‘ruiterkamp’ van Beverlo (nu Leopoldsburg), de militaire paardenrijschool van Ieper (1847-1914) en uiteraard de cavalerie-eenheden (Regiment Lansiers) die tot 1926 in de Brugse binnenstad nabij de Kruispoort gekazerneerd waren.

     

     

    Militaire Kapel,

     

    In 1565 kochten de kartuizerinnen een pand aan de huidige Kartuizerinnenstraat als refugehuis. In de 17de eeuw bouwden ze op dezelfde plaats een bescheiden klooster uit. Dat werd afgeschaft in 1796, in de 19de eeuw herbestemd als ziekenhuis en in 1893 tot OCMW-kantoor. De voormalige kapel van de kartuizerinnen werd vanaf 1893 gebruikt door de Militaire Kring en zou uitgroeien tot het Brugse oorlogsgedenkteken bij uitstek voor de slachtoffers van de twee wereldoorlogen. In 1926 werd er een crypte gebouwd ter herdenking van WO I, met het monument van August Nobels. Het klooster werd in 2002 beschermd als monument.

     

    Kartuizerinnenstraat 2,

    8000 Brugge



















    03-05-2012 om 20:33 geschreven door DP


    02-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Paarden en muildieren uit de Groote Oorlog, Militaire Kapel Brugge 2

    Paarden en muildieren uit de Groote Oorlog, Militaire Kapel Brugge

















    02-05-2012 om 00:00 geschreven door DP


    28-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.UITSTAP: 'België bezet 1940-1944' sfeerbeelden

    UITSTAP: 'België bezet 1940-1944'  (zaterdag 28 april 2012)

    De Duitse troepen walsen in mei door België en kunnen al na 18 dagen de capitulatie van de Belgen ontvangen. Van dan af aan begint een streng bezettingsregime. Er ontstaat al gauw een heel netwerk van spionnen en weerstanders die in het geheim het verzet organiseren en de Britse militaire overheid over heel belangrijke informatie laat beschikken. Spioneren was echter niet zonder gevaar, en meer dan eens werd een netwerk door de Duitsers opgerold. Opsluiting in concentratiekampen of onmiddellijk ter dood veroordeling waren dan meestal het gevolg voor wie ontmaskerd werd.

    Een bezoek aan Fort Breendonk bracht ons het verhaal van hoe de nazi's zich vergrepen aan misdaden zonder gelijke. We brachten ook een bezoek aan het Nationaal Museum van de Weerstand en het Koninklijk Legermuseum in Brussel om het verhaal van de bezetting van België te ontdekken.

    Philippe Delameilleure is één van de weinige specialisten omtrent het thema Tweede Wereldoorlog. Als verwoed verzamelaar slaagde hij erin een unieke collectie bijeen te garen (waarvan delen in verscheidene gekende musea te bewonderen zijn), en zijn expertise kent geen gelijke. Ga mee op stap en kom alles te weten over hoe de Belgische burgerbevolking de aanwezigheid van de nazi's verwerkten.

    Onze  gidsen waren Wouter Feys & ik zelf (Philippe Delameilleure)

    WaR

     Meer info over het Nationaal Museum van de Weerstand op:
    http://blog.seniorennet.be/tfrontgeheimleger/archief.php?ID=1149611











    28-04-2012 om 00:00 geschreven door DP


    25-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ANZAC Day 25 april 2012 ZONNEBEKE

    ANZAC Day   25 april 2012 ZONNEBEKE:
    op
    ANZAC Day (Australian and New Zealand Army Corps Day) worden de Australische en Nieuw-Zeelandse militairen herdacht die in diverse oorlogen gevallen zijn. Het Australian and New Zealand Army Corps was een legereenheid van Australische en Nieuw-Zeelandse troepen die in dienst stonden van Groot Brittannië en de rest van het Gemenebest.
    Op woensdag 25 april 2012, ANZAC Day, werd overal ter wereld de inzet van de Australische en Nieuw-Zeelandse troepen herdacht. Op deze symbolische dag ging het ‘Australian and New Zealand Army Corps’ (ANZAC) in 1915 de Eerste Wereldoorlog in met de landing op Gallipoli (Turks Gelibolu), een schiereiland in het zuiden van Europees Turkije. Hierbij kwamen veel Australiërs en Nieuw-Zeelanders om. In Zonnebeke was het op woensdag vroeg dag met om 6.00 uur een ingetogen Dawn Service voor de gesneuvelde Australiërs en Nieuw-Zeelanders.



















    25-04-2012 om 00:00 geschreven door DP


    21-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uitstap 'De Slag bij Loos' sfeerbeelden

    'De Slag bij Loos'

    Nadat de Duitsers op 22 april 1915 voor het eerst gifgas als wapen inzetten aan het front, gaven de Britten hen lik op stuk. In het offensief bij Loos werden niet alleen de New Armies van Kitchener voor het eerst massaal ingezet, de Britten maakten ook gebruik van chloorgas. Een taktiek en wapen dat ze duidelijk nog niet helemaal onder de knie hadden...

    Op zaterdag 21 april 2012 reden we via Armentières, Fromelles en Aubers  naar Dud Corner Cemetery & Loos Memorial. Wat verderop in het dorpscentrum bezochten we het Loos Memorial Museum. Na een verkwikkende lunch reden we langsheen enkele sleutelposities van de Slag bij Loos. Zo kwamen we o.a. voorbij aan Hill 70, Lone Tree en het 46th (North Midland) Division Memorial. We eindigden ons bezoek op Quarry Cemetery.

    Onze gids was  Wouter FEYS

    WaR















    21-04-2012 om 00:00 geschreven door DP


    15-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gedenkplaat voor LT Lee Scott MC Polygon Wood

    Gedenkplaat voor LT Lee Scott MC Polygon Wood  (Polygoon bos)

    Enkele dagen terug vertelde Marc Vanthournout mij dat hij achter de Buttes War Cemetery een herdenkingsplaquette  van een Australiër had gezien. Ik was verwonderd, ik kende die niet en vroeg hem om een foto door te mailen! Inderdaad op de foto zag ik dat een het gedenkplaat is voor de Australische luitenant Lee Scott. Na wat zoekwerk vond ik dat deze plaquette daar pas in de loop van 2011 is aangebracht, daarop besloot ik om dat eens ter plaatse te gaan bekijken!  

    De gedenkplaat geplaatst bevindt zich in de noordoostelijke hoek van het bos. Het memoreert de moed van de Australische luitenant Lee Scott, die in de buurt van deze plek in september 1917 de flank van het 56th bataljon moest beschermen. Hierbij veroverde hij twee Duitse betonnen schuilplaatsen (bunkers) die de Australische actie  bemoeilijkten. Hiervoor kreeg hij het MC (Military Cross) toegekend. Hij voerde ook geregeld patrouilles uit om de bewegingen van de vijand waar te nemen, ondanks het aanhoudende gevaar toonde hij zich een competent leider. Hij was ook de broer van luitenant-kolonel Humphrey Scott DSO, die in oktober 1917 in het Polygoon bos sneuvelde.  Humphrey Scott's lichaam werd begraven in de buurt waar hij viel in het Buttes War Cemetery, Polygon Wood,  vlakbij de gedenkplaat van zijn broer Lee. Op 18 oktober 1917 werd LT Lee Scott opgenomen in het 3rd London General Hospital Wandsworth hij leed aan gematigde gasvergiftiging. Hij overleefde de oorlog en keerde terug naar Australië.

    Dedication plaque at the NE corner of Polygon Wood, this is a dedication to the bravery of LT Lee Scott MC, who took 2 bill boxes near this spot in Sept 1917, he was also the brother of Lt Col Scott DSO, who was KIA Oct 1917 in Polygon Wood.


    http://www.polygonwood.com/Polygon%20Wood%20Site%20Map.htm



















    15-04-2012 om 13:41 geschreven door DP


    14-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.LT Lee Scott
    LT Lee Scott











    14-04-2012 om 00:00 geschreven door DP


    13-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.The Lady of Loos

    The Lady of Loos

    Emilienne Moreau, gekend als de Lady of Loos, werd geboren op 4 juni 1899 in Wingles gelegen in de noordelijke regio van Pas-de-Calais. Haar vader had 38 jaar in de mijn gewerkt en nu had hij een kleine kruidenierswinkel. In oktober 1914 werd Loos waar Emilienne Moreau woonde bezet door de Duitsers. Deze plunderden het dorp evenals het huis van haar familie. Emilienne die de ambitie had om onderwijzeres te worden organiseerde in februari 1915, in een kelder, een school. De lessen werden in beurtrol gegeven want de kinderen waren tussen de  drie en zestien jaar oud. In september 1915 wilden de Britten Loos heroveren. Er volgden vier dagen van hevig vechten. Emilienne Moreau begon haar oorlogsbijdrage met het uitdelen van chocolade en koeken aan de Britse militairen. Ze veranderde haar ouders huis in een tijdelijke schuilplaats en verbandpost, waar ze zorgde voor Britse gewonden. Zij observeerde de Duitse lijnen en hun troepenbeweging en deelde die informatie mee aan de Britten. Op een bepaald ogenblik, om het leven van een Britse soldaat te redden, trok zij gewapend met handgranaten en een revolver de straat op, zij doodde vijf Duitsers!

    Emilienne Moreau Kreeg, zowel van Britse als van Franse zijde, erkenning voor haar bijdrage aan de oorlog. Ze kreeg o.a. het Franse Croix de Guerre en de Britse  Military Medal en de titel van "The Lady or Heroine of Loos". Het Royal Red Cross erkende haar hulp aan de gewonde militairen  met een First Class Award. Sir Douglas Haig noemde haar affectief the Jeanne d’Arc of Loos.

    In 1932 huwde zij met Just Evrard, de vicesecretaris generaal van de Socialistische Federatie  van Pas-de-Calais. Ze hadden twee kinderen. Bij de val van Frankrijk in juni 1940, geraakte Emilienne Moreau weer betrokken bij de oorlogsinspanningen. De Duitsers plaatsten haar, gezien haar daden in  de vorige oorlog, onder surveillance maar dat hield haar niet tegen. Ze verdeelde pamfletten en werd een contactpersoon  van de British Information Services. Ze richtte verschillende weerstandsgroepen op. Wanner haar echtgenoot in 1941 gearresteerd werd veranderde ze haar naam in Jeanne Poirier. Ze diende eerst  als agent in het Brutus netwerk en vervolgens bij de propaganda groep France Fights. Ze moest noodgedwongen onderduiken in de regio van Lyon, waar ze missies tussen Lyon en Zwitserland organiseerde. Ze speelde er een belangrijke en moedige rol. in 1944 moest ze noodgedwongen bezet Frankrijk verlaten en trok naar Algerije, ook daar bleef ze actief. Later dat jaar, na D Day, keerde ze naar Frankrijk terug met een Canadese tank eenheid. Opnieuw kreeg ze hele reeks onderscheidingen opgespeld.

    Le Calvaire d’une Jeune Fille

    Toute la France connaît le nom d'Émilienne Moreau. Il est désormais inséparable de la bataille dont Loos-en-Gohelle, en septembre dernier, fut le théâtre. Elle venait de s'y installer dans une petite boutique de la place de la République avec sa sœur, un très jeune frère et son père, brave porion du Nord retraité après trente-huit ans de service à la mine, quand la guerre éclate en coup de foudre. Un matin d'octobre les uhlans arrivent, et c'est aussitôt l'invasion méthodique et atroce. Les hordes campent, insolentes et brutales. Pendant un an pas une douleur n'est épargnée à cette enfant de dix-sept ans, pas une horreur ne fait grâce à ses yeux bleus. Les vivres manquent. En quelques semaines la faim, les privations, la torture de voir le pays violé par la botte étrangère, viennent à bout d'un père qui a résisté à toute une vie dans la mine: il succombe dans ses bras. Elle n'a même pas, la pauvre enfant, la consolation de pouvoir l'ensevelir dignement. Il ne reste plus un menuisier à Loos, plus de bois. Les Allemands ont tout pris. Elle court en chercher jusque dans les lignes ennemies. Sous les balles, sous les obus, elle s'en va, pieuse Antigone, voler les quelques planches dont elle confectionne, avec un petit frère de seize ans, un cercueil pour son père.

    Et le calvaire continue, interminable série de douleurs. A peine s'est-elle redressée sous un coup, qu'un second s'abat sur elle. Un jour elle apprend la mort d'un frère tombé dans les rangs français; le lendemain, un obus allemand éclate près d'elle sur la place et blesse grièvement sa jeune sœur. Rien ne décourage sa vaillance.

     









    13-04-2012 om 13:28 geschreven door DP


    12-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Slag bij Loos
    De Slag bij Loos





    12-04-2012 om 00:00 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Slag bij Loos (25 september - 19 oktober 1915)

    De Slag bij Loos (25 september - 19 oktober 1915)

     

    Na de gevechten in het voorjaar van 1915: Vimy, Lorette, Neuve-Chapelle, Festubert, Ieper, is de zomer op het Britse front in de Artois en Vlaanderen een relatief kalme periode. Geen enkele grote aanval wordt ondernomen, toch verliezen de oorlogsvoerders iedere dag honderden mannen door het sporadisch artillerievuur en actieve snipers (scherpschutters). De twee kampen benutten deze kalmere periode om hun loopgraven te herstellen en te versterken, tevens voert  men een geniepige oorlog met landmijnen. Op vraag van de Fransen breidt het Britse leger de bufferzone van het front uit tot ten noorden van Ieper en in het zuiden tot aan Lens. Het nieuwe 3e  leger gaat zich in augustus 1915 tussen de Somme en Hébuterne installeren, dit is in het zuiden van de Pas-de-Calais. Tussen mei en september 1915 arriveren zo’n vijftien divisies van het nieuwe leger “Kitcheners Army” in Frankrijk en België.

    De enige noemenswaardige gebeurtenis op het Franse front speelt zich af op 15 en 16 juni 1915 bij Givenchy-lès-La-Bassée. Deze actie gaat gecopuleerd met de hervatting van het Franse offensief in de Artois door Foch. Dat gebeurt ter voorbereiding van een grotere operatie in het zuiden bij Loos om de hoger gelegen punten in te nemen. Het voorbereidende bombardement tegen een uiterst sterk verdedigde zone stelt in feite niets voor en veroordeelt de infanterie tot een bloedbad! Van een compagnie van vijf officieren en 170 mannen van de 2nd Yorks ontglippen slechts 40 man aan de dood of aan verwondingen. Voor de Britten en Canadezen die aan de gevechten deelnemen loopt de aanval al snel uit op een complete fiasco. Velen zijn immers nog niet volledig gerecupereerd van de Tweede Slag bij Ieper.

    De Slag bij Loos,  in september-oktober 1915,  is de Britse bijdrage van de grote geallieerde aanval in de Artois.
    De Britten hebben de LOOS-sector pas een maand voor de aanval van de Fransen overgenomen. Dit in verband met de groei van het Britse leger. Joffre spreekt bij die gelegenheid over een ideaal terrein voor een infanterieaanval. LOOS is in die tijd een mijnstadje omgeven door kolenmijnen met de daarbij behorende installaties en afvalbergen. Het terrein is over het algemeen open en vlak. Het ligt in een lichte terreininzinking met een flauwe helling. Een lichte verhoging loopt, in oostelijke richting, naar heuvel 70. De Duitsers bevinden zich op de wat hoger gelegen grond, verschanst achter prikkeldraad en in ook naar achteren uitgebouwde loopgraven met prima schootsvelden voor hun mitrailleurs.

    De Franse opperbevelhebber Joffre start deze actie tegelijkertijd met het Franse hoofdoffensief in de Champagnestreek. Joffre meent dat het tijdelijke numeriek overwicht van zijn leger een beslissende doorbraak moet kunnen mogelijk maken. De Fransen gaan zich concentreren op de heuvelrug van Vimy, de Britten op de mijnstreek in de omgeving van het lager gelegen Loos-Hulluch op de vlakte van Gohelle. Generaal Haig, die altijd bereid is om grootschalige aanvallen te ontketenen en zonder rekening te houden met de massale menselijke verliezen van zijn eenheden, heeft dit keer ondanks een zeer negatief perspectief zes divisies opgetrommeld. Zijn troepen zijn uitgeput door de geleden verliezen in het voorjaar en er heerst nog steeds een schrijnend gebrek aan munitie. Hij rekent echter op een beduidend getalsmatig overwicht ,van 1 op 7,  voor de aanval op de gekozen smalle zone van het front. De Slag bij Loos is voor de Britten door het aantal betrokken manschappen een van de grootste aanvallen sinds het begin van de oorlog en wordt door de initiatiefnemers ingeschat als de ‘Big Push’.

    De Britten beginnen hun voorbereidende beschieting bij het aanbreken van de dag op 21 september met 110 zware vuurmonden en 84 lichtere vuurmonden, rekening houdend met een frontbreedte van 12 km. Een ononderbroken bombardement van vier dagen en  nachten werpt 250.000 artilleriegranaten neer op de Duitse verdedigingslinies. Weliswaar zonder reëel effect.

    Door de moeilijk te voorspellen ontwikkeling van de windrichting besluit de door twijfels gekwelde Haig pas op het laatste moment om gas te gebruiken. De Britten verspreiden in de ochtend van 25 september 1915 140 ton chloorgas. Ze doen dat door middel van 5.000, in de eerste linie, geplaatste gascilinders. Dat chloorgas wordt gelost als aanvulling op het spervuur van de artillerie waarvan men denkt dat het niet voldoende is geweest. Na de gruwelijke  kennismaking ( in april) met het Duitse chloorgas nabij Ieper, maken de geallieerden voor het eerst gebruik van dit wapen nabij Loos! Met dat gas willen ze de eerste Duitse linie uit te schakelen. De Britten beschikken zelf slechts over zeer primitieve gasmaskers. De draaiende wind jaagt op sommige plaatsen de gassen terug naar de Britse loopgraven. Gelukkig telt men aan Britse kant slechts zeven doden, maar toch zijn er meer dan 2.600 mannen met het gas in aanraking gekomen en buiten gevecht gesteld. De Duitsers slaan in de eerste instantie in paniek. Aan hun kant komen ongeveer 600 soldaten om door vergassing.

    Om 06.30 word de aanval ingezet met zes divisies, 75.000 Britse infanteriesoldaten kruipen uit de loopgraven. De zuidelijke zone van de aanval registreert op de eerste dag een spectaculair succes. De aanvallers, gedeeltelijk aan het zicht onttrokken door rookschermen, nemen het dorp Loos in vanaf heuvel 70 en trekken op naar Lens. De opmars is echter van korte duur vanwege het munitiegebrek en de vertraging van de versterking. De Duitsers nemen heuvel 70 terug. Meer naar het noorden is de Britse opmars beperkter want de aanvallers stuiten op de sterke fortificaties van de ‘Hohenzollern Schans’. Dit is een uitgebreid complex van loopgraven en onderaardse stevige schuilplaatsen. Ze worden bedolven onder mitrailleurvuur, maar nemen desondanks een deel van de versterkte eerste linie in, voornamelijk rond de Hohenzollern Schans. De Duitse mitrailleurs hebben schade aangericht, de Britten tellen in één dag 8.500 doden, het grootste verlies sinds het begin van de oorlog.

    De volgende dag, op 26 september, arriveert de Duitse versterking in groten getale om de bressen te vullen. De Britten lanceren een aanval, maar zonder voorafgaand bombardement. Het loopt uit op een bloedbad! Het merendeel  wordt gedood door mitrailleurvuur. De Britten beginnen met sommige nieuw verworven stellingen van de vorige dag te verlaten. De sporadische gevechten,  veelal rond de Hohenzollern Schans, aduren nog enkele dagen voort, voordat het Britse opperbevel eindelijk besluit tot terugtrekking en constateert dat de slag een totale mislukking is.  De Britten doen een nieuwe poging op 13 oktober, weer met gebruik van oorlogsgassen. Ook deze aanval mislukt! In tien minuten verliest de 46e  Divisie 180 officieren en 3.583 manschappen voor de ‘Hohenzollern Schans’.

    Dit keer zijn de Britse verliezen angstwekkend hoog!!  Er zijn 50.000 gewonden, doden en vermisten (minstens 20.000 doden). Onder de vermisten, de enige zoon van schrijver Rudyard Kipling. Rudyard Kipling, schrijver van het Jungleboek, Nobelprijswinnaar in 1907, is in 1914 een voorstander van inmenging van het Britse Rijk in de Eerste Wereldoorlog. Zijn enige zoon John, aan wie hij in 1910 het beroemde gedicht 'If' (you'll be a Man, my son) opdraagt, wenst, zoals zijn opvoeding hem ingeeft, ten strijde te trekken. John wordt eerst geweigerd op grond van zijn slechte gezichtsvermogen. Door toedoen van zijn vader wordt hij alsnog ingedeeld bij de Irish Guards. Kipling blijft ontroostbaar en te vergeefs de omgeving van Gohelle afzoeken naar sporen van zijn vermiste zoon. De stoffelijke resten van John Kipling worden pas in 1991 geïdentificeerd en rusten nu op de begraafplaats Saint-Mary’s Advanced Dressing Station Cemetery in Haisnes. Diverse nieuwe eenheden met rekruten die voor het eerst vochten, zijn volledig uiteengeslagen. De verliezen zijn bijzonder hoog bij de Schotse troepen en officieren. De Duitse verliezen liggen voor de helft lager. Tegelijk met de Britse nederlaag in Loos eindigen de Franse offensieven in de Artois en de Champagnestreek na een hoopvol begin ook op wrede teleurstellingen. 

    De grootste consequentie van het falen bij Loos is de vervanging van generaal French als opperbevelhebber van het Britse leger door Haig, dat gebeurt  op 19 december 1915. Ondanks de ondergane beproevingen is het nieuwe Britse leger begin 1916 in volle bloei. De Duitse aanval op Verdun heeft een nieuwe uitbreiding van het Britse westfront als gevolg. Vanaf maart 1916 loopt het front van Ieper tot aan de Somme, de Fransen hebben immers de Artois verlaten om het hete hangijzer Verdun aan te pakken.

    Nadat de gevechten bij LOOS tot stilstand zijn gekomen claimden beide partijen de ‘overwinning’ . Hoewel er objectief bezien geen sprake van ‘overwinning’ kan zijn trachten de Engelsen in hun literatuur daar toch wat inhoud aan te geven: ‘A great deal of nonsense has been written about LOOS. The real tragedy of that battle was its nearness to complete succes. But, alas, neither ammo nor reinforcements were immediately available and the great opportunity passed’.

    Hoewel er in de Eerste Wereldoorlog vaak word gesproken van ‘les Généraux de Châteaux’, omdat de gevechten op de hogere niveaus veelal geleid worden vanuit wat meer achterwaarts gelegen kastelen (die zijn er nu eenmaal veel in Frankrijk), is het des te opmerkelijker, dat er in de slag bij LOOS drie Britse generaals zijn gesneuveld. Bijvoorbeeld de commandant van de 7e divisie, die voorin zijn troepen leidt, sneuvelt wanneer hij een van de laatste reservepelotons in de strijd voorgaat omdat de pelotonscommandant voor zijn voeten is neer gevallen.

    Het is een schrikwekkende constatering dat de ernstige fouten van het opperbevel tijdens de Slag bij Loos over het hoofd zijn gezien en dus herhaald worden op de eerste dag van de Slag bij de Somme, die op 1 juli 1916 uitloopt op de grootste ramp in de hele Britse militaire geschiedenis.

     

    http://www.youtube.com/watch?v=wi94IpFM5L0

    John Kipling’s Death :  http://www.youtube.com/watch?v=8dcWir-S5vo

     



















    12-04-2012 om 00:00 geschreven door DP


    31-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GOTT MIT UNS Tijdelijke tentoonstelling in het IJzertorenmuseum

    Tijdelijke tentoonstelling

    GOTT MIT UNS in het IJzertorenmuseum

    IJzerdijk 49 te 8600 Diksmuide

     

    In de geschiedenis zien we steeds dat de mens zijn krachten wil vergelijken met de goden. Wie een oorlog wilde winnen, moest aan een oorlogsgod offeren. Daarna kwamen dan de oorlogen die werden gevoerd voor godsdienstige redenen: de kruistochten, de conflicten tussen katholieken en protestanten, recent nog, de Jihad. Ook het Amerikaans leger probeert nu nog mensen in te lijven onder de leuze... 'based ons Christian values'.

    Bij het uitbreken van WO I zien we dat de strijdende partijen de naam van God nog vaak gebruiken in hun militaire attributen en hun waarden, o.a. Gott mit uns, God strafe England, Dieu avec nous, ... Daarnaast willen we tonen hoe dat geloof in de loopgraven tot uiting kwam: uitingen van verschillende godsdiensten (met oa. link naar Talbot house Poperinge), misvieringen in en achter de loopgraven, aalmoezeniers, brancardiers, bedevaarten naar Lourdes, beschermingsmedailles, ... Wat was het standpunt van Kardinaal Mercier en de paus tijdens de oorlog ? Wat met de niet-gelovigen? Wat met de Franse anti-clericalistische strekking ?

    De tentoonstelling 'Gott mit uns' hebben wij o.a. te danken aan de grote inzet van Philippe Oosterlinck, Frankie Van Rossem en conservator Peter Verplancke.









    31-03-2012 om 12:24 geschreven door DP


    30-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Restauratiewerken in Bayernwald


    Restauratiewerken in Bayernwald

    Bayernwald is een unieke site in Wijtschatedie de herinnering aan de Eerste Wereldoorlog levig houdt. Ze werd na een jaar restauratie geopend in april 2004.Bayernwald is de enige Duitse site uit de Eerste Wereldoorlog in Vlaanderen met een unieke combinatie van een loopgravenstelsel, een mijnenschacht en bunkers. Men kan er zien hoe de Duitsers, onder leiding van Rupprecht van Beieren, op deze plek in de huidige gemeente Heuvelland een heuvel omgebouwd hebben (tussen 1914 en 1917) tot een onneembare vestingombouwden. Wat nu nog te zien is maakt amper 10% uit van wat het ooit was. Vier betonnen bunkers, 320 meter loopgraven en twee mijnschachten, 25 meter diep, zijn gerestaureerd. Ze maakten deel uit van de Duitse versterkingen op de Wijtschate-Messines Ridge.

    Momenteel is een nieuwe fase in de restauratiewerken bezig. Ze biedt de bezoekers een interessante inkijk op het technisch vernuft van de Duitse loopgraven zoals die vanaf 1916 op die plaats effectief in gebruik werden genomen.

    De heuvelrug waarop 'Bayernwald' gelegen is, vormt de laatste natuurlijke hindernis op weg naar de zee. Bayernwald ligt op een hoogte van 40 meter en heeft hierdoor uiteraard een heel grote militair-strategische waarde. Wie tijdens de oorlog op een hoogte of heuvel ligt , heeft immers het nodige zicht op het front. Hij kan zijn artillerie trefzekerder richten en zijn stellingen makkelijker verdedigen. Daarom strijden Franse en Beierse militairen in november 1914 verbeten om het bezit van deze plaats. De Duitsers winnen het treffen en Kroonprins Rupprecht von Bayern geeft de plaats officieel de naam van Bayernwald. Rond Diksmuide loopt het front vast door de onderwaterzetting van de IJzervlakte. Beide partijen graven zich in! Het fundamentele probleem van de Eerste Wereldoorlog is dan ook dat van de doorbraak. Van 1914 tot de zomer van 1917 bouwen de Duitsers het“Bayernwald” uit tot een onneembare vesting. Wat nu nog rest is maar 10% van wat het Bayernwald ooit in 1917 geweest is.

    Tijdens de oorlog is het hier op het eerste gezicht, een vrij (relatief)rustige frontsector, de beide legers zitten vast in hun stellingenoorlog. Om deze te kunnenlaten openbarsten trachten ze ondergronds elkaars posities te gaan ondermijnen. De Duitsers in Bayernwald denken dat hun loopgraven op grote diepte worden ondergraven en dat de Britten er duizenden kilo’s springstof zullen plaatsen. De Duitsers bouwen en graven als tegenactie metersdiepe luisterschachten om de werkzaamheden van de Britten beter te kunnen volgen. Ze gaan ook tientallen raids in het vijandelijk gebied uitvoeren, ze hopen om zo te weten te komen wat de Britten van plan zijn. Maar de verschillende dieptemijnen die in 1917 gaan ontploffen, worden elders geplaatst. Na deze mijnenslag van 1917 komt Bayernwald ver achter de Britse linies te liggen. Tijdens de slag om de Kemmelberg, in het voorjaar van 1918, heroveren de Duitsers deze positie. Hun aanwezigheid is er deze maal van kortere duur, het bos wordt op 28 september 1918 door Britse eenheden van de 34ste Divisie heroverd. Op 11 november is de oorlog voorbij.

    De Britten bereiden in 1916een groot offensief voor. Ze willen de Duitsers, letterlijk, uit hun hoger gelegen posities wegblazen. Ze gaan over de gehele frontlinie op 24 plaatsen en op grote diepte mijnschachten graven, hun tunnels lopen tot onder de Duitse stellingen. Aan het einde van de tunnel is een kamer gegraven waarin de Britten duizenden kilo’s springstoffen plaatsen.

    In het ‘Bayernwald’zijn de Duitsers ongerust. De blauwe klei die ze wat verderop bij het ‘Bois Carré’, nabij Sint-Elooi en ook nabij de ‘Hollandse Schuur’ zien, toont aan dat de Britten diep aan het graven zijn. De Duitsers graven als reactie luisterschachten uit, zoals de ‘Berta 1 tot de ‘Berta 6’. Daar diep onder de grond hopen ze te kunnen horen waar de vijand aan het graven is, om zo dan deze vijandige werken proberen te vernietigen. In realiteit werken de Britten er aan een 400 meter lange infanterieverbinding, zo kunnen hun manschappen veilig van en naar hun eerste en tweede frontlijn lopen.

    In 1971 wordt de ‘Berta 4’ die bij toeval door de familie Becquart ontdekt. In de zomer van 1971 zijn André Becquart en zijn zoon Ignace aan het jagen in het Croonaertbos te Wijtschate. Wanneer ze de vermoedelijke schuilplaats van een gewond konijn beginnen uit te graven, gaat de grond plotseling schuiven en wordt een diepe schacht zichtbaar.

    De schacht heeft een diepte van 25 meter, met daar boven de resten van een houten schachtbarak. Hierin stond tijdens de oorlog een windassysteem om de klei naar boven te halen of om deDuitse gravers naar beneden te laten. De bestaande constructie is nog 17 meter diep en er zijn nog restanten van een luchtpijp en van een ijzeren ladder.

    In de ‘Wytschaeteboog’ wordt de Duitse verdediging geconcentreerd rond vooruitgeschoven posities op die natuurlijke hoogtes, zoals 'Sint-Elooi', 'Bayernwald', 'Hollandse Schuur', 'Petit Bois', 'Maedelstede', 'Peckham', 'Spanbroekmolen', … Op 7 juni 1917 laten de Britten tussen Ieper en Mesen de 24 dieptemijnen ontploffen, maar vijf dieptemijnen weigeren dienst en ontploffen niet. Duizenden kilo’saarde, beton, stellingen, wapentuig en uiteraardDuitse militairen vliegen de lucht in. De ontploffingen van in totaal 500.000 kg springstof zijn oorverdovend en dus ver hoor- en voelbaar. De desorganisatie is onbeschrijfbaar. Tijdens de daarop volgende Britse verrassingsaanval wordt er uiteraard Duits gebied veroverd. Achterafgetuigen de Britten dat ‘Bayernwald’ het de best verdedigde ondergrondse sector in Vlaanderen was. Vanaf 1916 richten de Duitsers hun verdediging en bunkerstellingen op de hoogtesin. Overal worden mitrailleurs opgesteld die alles onder vuurkunnen houden en elke aanval moeten afslaan. Veel betonnen bunkerszitten half ingegraven, waardoor ze moeilijk te zien zijn.

    De bunkers in ‘Bayernwald’ hebben slechts een hoogte van 1,20 meter. Ze zijn alleen bedoeld als een veilig schuiloord tijdens beschietingen.a De meeste bunkers zijn in gegoten beton. Daar waar het nabij de frontlijn te onveilig is om bunkers te gieten, gaan de Duitsers bunkers bouwen met betonstenen. De overblijvende bunkers in het ‘Bayernwald’ behoren tot beide types en dateren van de zomer 1916. De bunkers zijn gebouwd op gegoten platforms en rusten op een laag van zachtere stabilisering. Al de bunkers bestaan uit twee kamers, die binnenin verbonden zijn met een deuropening en iedere kamer heeft een koker voor een kachelaansluiting en/of periscoopgebruik. In september 1918 staan er in het oorspronkelijke ‘Bayernwald’ tien betonnen bunkers die samen ruimte bieden aan 47 Duitse soldaten. Na de oorlog zijn de betonnen stenen gegeerde materialen voor de heropbouw, zodat dit bunkertype heden ten dage zeldzaam is geworden.

    In 1914 maakt ook het stuklandbouwgrond, gelegen aan de overkant van de toegangsweg, deel uit van Bayernwald. Hier brengen de Duitsers, in moeilijke omstandigheden, de eerste drie winters van de oorlog door. Door de hoge grondwaterstand worden de loopgraven vooral met zandzakken opgebouwd. De vele beschietingen maken er een drassig en chaotisch geheel van. Daarom beginnen de Duitsers, op de huidige site Bayernwald, in het voorjaar 1916 met de aanleg van een goed verdedigbare tweede lijn. Een linie met ingegraven loopgraven en betonbunkers. De materialen worden met behulp van een smalspoorlijn tot op de plaats aangevoerd. In februari 1917 trekken de Duitsers zich dan bijna geheel op deze nieuwe frontlijn terug, maar er blijven wel nog een aantal verbindingsloopgraven bestaan naar enkele vooruitgeschoven posten. Eén ervan bevindt zich op deze site. De huidige loopgraven zijn volledig gereconstrueerd op basis van archeologisch onderzoek en oude Duitse stellingskaarten. De onderbouw van de loopgraaf bestaat uit omgekeerde A-frames met daarop de loopplanken, het water wordt eronder weggevoerd. De wanden zijn gesteund met stevig verankerd vlechtwerk in wilgentenen.

    (Info: Persmap naar aanleiding van de officiële opening van Bayernwald te Wijtschate-Heuvelland)

    De gemeente Heuvelland heeft een gebruikersovereenkomst op zak met eigenaar René Declercq en heeft het recht van opstal voor didactisch materiaal. De gemeente staat ook in voor het opvolgen van de restauratiewerken en de subsidiedossiers.
    Bayernwald werd ingehuldigd door Prins Wolfgang van Beieren. De bouwer was een broer van zijn grootvader.

    Om Bayernwald te bezoeken dienen bezoekers zich eerst aan te melden in het VVV-kantoor te Kemmel.

















    30-03-2012 om 10:53 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wandelen langs the Menin Road

    Wandelen langs the Menin Road

    De weg tussen Ieper en Menen speelde een belangrijke rol tijdens de Eerste Wereldoorlog. Beide partijen gebruikten de kasseienweg en spoorlijn voor aanvoer van bevoorrading (munitie, wapens, troepen, voedsel, ...) en het evacueren van gewonden en doden op het slagveld. Het is dan ook niet verwonderlijk dat vier jaar lang een hevige strijd woedde om de Menin Road. Niet voor niets groeven de Duitsers een tunnel tussen 't Hooge en 't Kantientje. Of plaatsten de Britten camouflage langs de weg. Of werden nieuwe wapens ingezet in de hoop het front te kunnen doorbreken.

    Als afsluiter  van de cursus The Menin Road Experience werd op zaterdag 24 maart een wandeling georganiseerd met als thema "De Slagen bij 't Hooge". Tijdens de wandeling, onder de deskundige begeleiding van Wouter Feys, werd een o.a. bezoek gebracht aan het Menin Road Museum, het Hooge Crater Museum  de loopgravensite van Kasteel hof ’t Hooge, Bellewaerde Farm, Railway Wood...

    http://warandremembrance.webs.com/

















    30-03-2012 om 10:03 geschreven door DP


    29-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wandelen langs the Menin Road 2
    Wandelen langs the Menin Road















    29-03-2012 om 00:00 geschreven door DP


    22-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Restauratie Calvarieberg Diksmuide

    Bovenkant formulier

    Vlaanderen betaalt restauratie Calvarieberg © Kurt Desplenter

    KAASKERKE - Het Vlaamse Gewest restaureert de Calvarieberg en de Duitse bunker bij de Dodengang. Daarmee wordt een uniek stukje Kaaskerkse geschiedenis tegen aftakeling beschermd. 'De Calvarieberg langs de IJzerdijk is destijds gebouwd als protest tegen de bouw van de IJzertoren. De Belgicisten gingen er aanvankelijk op bedevaart. De Duitse bunker even verderop is al even merkwaardig. Die bunker staat op werpafstand van de Dodengang. Er zijn weinig plaatsen in het oorlogsverleden waar de Belgen zo dicht bij de vijand gelegerd waren. Beide legers konden letterlijk met munitie naar elkaar gooien'.
    De Vlaamse overheid is via Waterwegen en Zeekanaal eigenaar van beide beschermde oorlogsmonumenten. 'Tijdens de bijeenkomst met de stad is gebleken dat de Vlaamse overheid beide monumenten nog dit jaar zal restaureren. Als eigenaar betaalt de Vlaamse overheid de factuur van de werken.

    Beschrijving Locatie: Gelegen laangs de IJzerdijk, langs de IJzer, in een bocht van de straat, op ongeveer 200m van de Hoge Brug, ter hoogte van het huisnummer 56.

    Beschrijving Relict: Wit rechthoekig gebouw met 2 verdiepingen. De voorgevel is in trapvorm opgebouwd, met een licht vooruitstekend deel waarvan de muurvlakken geprofileerd zijn en met in het midden de toegangsdeur. Op het dakterras, waarvan de voorgevel trapsgewijs opgebouwd is en dat bereikbaar is via twee zijtrappen aan de buitenzijde, bevindt zich een kruis op een hoge eveneens trapsgewijs versmallende sokkel. Het draagt een bronzen Christus aan het kruis. In de kapel bevindt zich een altaar. Boven de ijzeren toegangspoort in vlakreliëf, in drukletter, 'O Crux Ave Spes Unica', '1914-1918'. Verder nog 'Cette chapelle fut renovée par Baugniet Marcel de Marcinelle'. H. 1321 cm x Br. 1005 cm x D. 425 cm Uitvoering: Carl Beyaert architecte, Iseghem (gesigneerd)

    Historische Achtergrond: Reeds op 30 maart 1924 kondigt het blad de Poperingenaar de oprichting van deze Calvarieberg aan. Het monument, een initiatief van de Brugse bisschop, mgr. G.J. Waffelaert, waarvan men ten onrechte schreef dat het zich bevond op de plaats van de Dodengang, werd echter pas op 23 september 1928 ingewijd door de bisschop, in aanwezigheid van prins Leopold en prinses Astrid. Merkwaardig is dat, om een onbekende reden, de gemeenteraad van Diksmuide beslist had op het stadhuis geen officiële ontvangst van de prinsen en de personaliteiten te organiseren, naar aanleiding van deze plechtigheid. Het monument was bedoeld als religieus monument voor alle aan de IJzer gesneuvelde geallieerde soldaten, maar ongetwijfeld ook als een concurrent voor de in opbouw zijnde IJzertoren. De enkele naoorlogse bedevaarten werden spoedig stopgezet. Vroeger stond rechts naast de ingang nog in vervaagde letters 'Aan onze gesneuvelden - A nos morts - ... our fallen [soldiers]'. Deze tekst werd overschilderd, toen het gebouw in 1985 werd herschilderd.





    22-03-2012 om 16:09 geschreven door DP




    >

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!