XII - De reorganisatie in het departement MORBIHAN.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Het vervoer naar Morbihan gebeurde in 24 uur, hoewel men voor het vervoer per spoor twee dagen had voorzien.
De 29° mei s morgens wordt de divisie verdeeld over de streek van MALESTROIT, over een zone die zich uitstrekt van LA CHAPELLE (ten Noorden) tot ROCHEFORT-EN-TERRE (ten Zuiden) en (van het Westen naar het Oosten) van SERENT naar RUFFIAC. Malestroit komt van het Bretoens "Mael-Trech" (passage du seigneur) of van "mala streta" (mauvais chemin).
De streek beschikt niet over veel mogelijkheden tot huisvesting ; het is daardoor dat de verspreiding over meer dan 300 km² nodig is. Ondanks deze verspreiding, zullen sommige eenheden verplicht zijn onder tenten te leven.
Generaal Lebleu, bevelhebber van de Subdivisie van Vannes en de Plaatscommandant van Malestroit, Kapitein Carloër betuigen ons de grootste hoffelijkheid en spannen zich in, om onze materiële moeilijkheden te voorkomen.
Gezien de schikkingen, door de Franse overheden genomen, schijnt het niet dat Malestroit een eenvoudig doorgangspunt is, van waaruit we naar het kamp van Coëtquidan zullen gezonden worden : het zal het centrum zijn van onze reorganisatie. De verspreiding van de eenheden maakt de taken, die we ten spoedigste moeten uitvoeren, zeer moeilijk.
De capitulatie heeft een pijnlijke invloed op het moreel. De massa voelt zich onlekker, en voor de zwakkelingen, waarvan het aantal niet te versmaden is, is de oorlog ten einde. (Hij bedoelt de capitulatie van België).
Een noodzakelijk herstel wordt onmiddellijk ondernomen :
- De eenheden die gecapituleerd hebben vormen het Veldleger.
- De eenheden, die zich niet in de zone van dit leger bevonden, blijven buiten de capitulatie ; ze staan onder het bevel van de Minister, evenals de rekruteringsreserve, en moeten de strijd voortzetten aan de zijde van de bondgenoten. In 1914-18 voerde Koning Albert bevel over het Veldleger. De troepen die zich bevonden buiten de zone van dit leger, stonden onder het bevel van de Minister, vertegenwoordigd door de Algemene Legerinspecteur, die te Rouen verbleef.
- De inspanning die we weldra zullen moeten doen, zal groot zijn, zowel op moreel als op materieel gebied.
De 31° mei wordt volledig verslag gezonden aan de Minister, over al de gebeurtenissen die zich hebben afgespeeld sinds de 15° mei. Het verslag vermeldt dat de divisie noch commandant, noch Staf bezit.
Wat er met de Divisiecommandant, de Generaal Michiels gebeurd is NA 13 mei is mij onbekend gebleven, de kolonel SBH DUEZ vermeld nergens zijn verdwijnen, enkel dat hij vanaf het verlaten van de streek van de Dender het bevel heeft over de hergroepering van de divisie en dat schijnt dus aangebleven te zijn tot begin juni 1940. Werd hij uit zijn functie ontheven ? Overgeplaatst en niet vervangen? Gekwetst of gesneuveld en niet vervangen? Krijgsgevangen genomen ? Alle vragen blijven open. Eén zaak is zeker, de Kolonel SBH DUEZ heeft zich met volle inzet gekweten aan de hem opgelegde taak. Velen zouden het hem niet kunnen nadoen.
Terwijl de eenheden hun kantonnementen inrichten en zich voorbereiden om versterkingen, uitrustingen en wapens te ontvangen, wordt een Stafkern opgericht. Deze is gebaseerd enerzijds, op het type van de Franse verlichte infanteriedivisie, anderzijds op wat er ons overblijft ; een omstandig organisatieontwerp, met een organieke lijst van de eenheden, wordt door de divisie opgemaakt en overgemaakt aan de Minister op 3 juni 1940.
Om nuttig werk te kunnen leveren, moet men het te verwezenlijken organisatietype kennen, het aantal eenheden, hun bewapening, de samenstelling van de diensten.
Het uitgewerkt project verminderde op aanzienlijke wijze de getalsterkte van de kleine eenheden der infanterie, het verhoogde de beweegbaarheid van de divisie, door een gevoelige vermindering van de door de manschappen te dragen last, en door het motoriseren van het ganse vervoer.
De uitrusting werd voorzien in twee op elkaar volgende vormen :
- Eerst het kantonnement ;
- Dan het gevecht.
Een ministerieel rondschrijven, gedateerd van 3 juni, ontvangen de 4 juni, luidt als volgt :
« Het is van belang, zo vlug mogelijk een leger terug samen te stellen, dat in staat is te strijden aan de zijde van de bondgenoten. De taak die op ons rust is gebiedend en heerlijk ».
Het ministerie (Dienst van het Personeel) stelt een divisiestaf samen ; het duidt de titelvoerders aan voor het bevelhebberschap van het 2° Karabiniers, het 20A, en eindelijk, de 5° juni komt een generaal het bevel van de divisie nemen. Welke generaal ? De naam wordt niet gegeven. Voor mij had het enkel de Kol SBH DUEZ moeten zijn die promotie kreeg en bevestigd werd als Commandant van de divisie die hij heropgericht had. Maar ja, hij had een paar keer de Generale Staf en de politiek en ferme veeg uit de pan gegeven ..... vandaar .....
De versterkingen, gevormd door de onderrichte soldaten, die op 10 mei 1940, met langdurig verlof waren, komen ons vervoegen. Maar deze geïsoleerden brengen aan de eenheden geen versterking, wel integendeel. Ze stammen uit eenheden vreemd aan de 7° I.D. en veroorzaken eer verwarring.
De 8° juni bericht een Frans verbindingsofficier dat de bewapening van het Infanterieregiment verminderd werd. De bewapeningstabellen komen de 10° juni toe.
Intussen heeft het regiment de uitstekende versterking ontvangen van en bataljon van het 54°, eenheid die goed in handen is van zijn bevelhebber.
Reeds kondigt de Franse pers aan, dat een nieuw Belgisch Leger weldra in linie zal komen, hoewel de definitieve organisatie van de divisie eerst de 13° juni zal bekend zijn.
De regering denkt er aan een leger van zes infanteriedivisies en een tankdivisie samen te stellen. Er is sprake een Franse I.D. op de Maginotlinie te doen aflossen door de 7° I.D.
Uitrustingen, wapens, observatiematerieel worden uitgedeeld.
Het hersamengestelde 18° regiment bestaat uit :
1 Staf ;
1 Commandocompagnie ; (wat we nu de Staf en Diensten Compagnie noemen)
1 Buiten-rang Compagnie ; ( ? Voor mij een onbekende naamgeving)
1 Regimentaire oorlogstuig compagnie ; (mij onbekend wat men met oorlogstuig bedoeld)
2 Bataljons infanterie, elk met 3 compagnies fuseliers-voltigeurs ;
1 Begeleidingscompagnie. (terug een voor mij onbekende naamgeving)
Het wacht op de versterking die zal toelaten een derde bataljon te vormen, maar het wacht vooral op wapens en munitie.
Inderdaad, de operaties verlopen niet naar wens. Op het mirakel van de ommekeer, zoals die aan de Marne, mag men niet rekenen, nu dat de oorlogsverklaring van Italië, Frankrijk verplicht het Alpenfront te bezetten. En de vijand valt de verdedigers van de Maginotlinie in de rug een. De toestand verslecht snel. De radio kondigt aan dat de vijand opstapt naar Belfort en Orléans !
De Franse verbindingsofficier wordt teruggeroepen door zijn Hoofdkwartier. We moeten ons vergenoegen met de radioberichten, en we weten dat deze berichten minstens 24 uren oud zijn.
Iedereen volgt op de kaart. De opwinding is groot. De algemene indruk is, dat de gebeurtenissen elkaar snel zullen opvolgen, maar niemand waagt dit te zeggen. Nochtans, als de radio, de 17° juni s avonds, aankondigt dat de vijand Orléans nadert en Tours bedreigt, wordt de onrust zichtbaar. De verdedigingslinie van de Loire is in gevaar. Een gemotoriseerde raid naar Nantes, en naar de basis van St Nazaire mag in het vooruitzicht gesteld worden. Moest hij reeds begonnen zijn, dan kan de vijand, gezien de huidige snelheid van de krijgsverrichtingen, de monding van de Loire binnen 48 uren bereiken.
Er heerst een uiterste zenuwachtigheid. Deze onderhandelingen ten spijt, vordert de vijand.
Wat de divisie betreft, ze beweegt niet. Blijft ze echter ter plaatse, dan komen we, zonder strijd, in gevangenschap ! Zijn we tot zoiets gedoemd ?
Komt het tot een einde op Frans grondgebied, dan blijft nog Engeland. En dit land kan, met zijn vloot, nog lange tijd een lucht- en zeeoorlog voortzetten.
Het regiment zendt aan de divisie volgende nota :
18° Linieregiment De 17° juni 1940 21 u. 30
Staf
Persoonlijk en geheim
De bevelhebber van het 18°
Aan de Bevelhebber van de 7° I.D.
Ik heb de eer u de toelating te vragen mijn regiment, met zijn vaandel, in richting va St-Nazaire te laten vertrekken.
De Frans-Duitse onderhandelingen stellen ons bloot overgeleverd te worden, indien we vooraf geen Brits schip kunnen bereiken.
De Kolonel-Bevelhebber
(get) DUEZ
|