OUVRAGE DE THIAUMONTxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Tijdens de offensieven van mei en juli 1916 worden de sectoren van het kleine fort, ouvrage van Thiaumont, de commandopost 118-119, Froideterre, de schuilpost Quatre Cheminées het hardst beproefd. Die fortificaties bevinden zich namelijk op een heuvelrug welke vanuit Douaumont in zuidoostelijke richting naar de hoogten van Belleville loopt, de laatste natuurlijke hindernis voor de Maas en Verdun. Bovendien betekende het bezit van deze langgerekte hoogte, van waarop men de linker oever overziet, dank zij zijn flankerende positie, dat men de aanvaller kon verhinderen Fleury achter zich te laten. Dat verklaart waarom men op 23 juni tegen het fort Froideterre zulke hevige aanvallen ondernam. Attaques die pas op het binnenplein van het fort tot stilstand konden worden gebracht. Thiaumont was een klein tussenstuk ter verbinding van Douaumont en Froideterre, een eenvoudige betonnen en gemetselde vierkante blok (waarvan het dak, als gevolg van de bombardementen, thans ingezakt is). Niettemin was het uitgerust met een kazemat van Bourges, twee 75 mm-kanonnen, machinegeweren en een uitkijkpost. Zodoende kon men van daaruit eventueel naar Fleury oprukkende aanvallers de pas afsnijden. Commandoposten 118 en 119 waren oorspronkelijk slechts schuiloorden en opslagplaatsen zonder georganiseerde bewapening. Met gewapend beton versterkt, midden in het strijdgewoel, werden zij noodgedwongen weerstandsnesten, die in allerijl met machinegeweren werden uitgerust en door de troepen van de sector werden bemand.
|