Foto
Inhoud blog
  • verjaardagen
  • 2 juni
  • 2 juni
  • 2 jui
  • 1 juni
  • mei 31
  • vandaag jaren terug 13 sep tupac shakur
  • vandaag jaren terug 13 sep tupac shakur
  • vandaag jaren terug 13 sep 1942 lee dorman
  • vandaag jaren terug 13 sep 1942 lee dorman
  • vandaag jaren terug 12 sep 1992 anthony perkins
  • vandaag jaren terug 12 sep 1992 anthony perkins
  • vandaag jaren terug 12 sep 2003 johny cash
  • vandaag jaren terug 12 sep 2003 johny cash
  • vandaag jaren terug 12 sep 1926 paul janssen
  • vandaag jaren terug 12 sep 1926 paul janssen
  • vandaag jaren terug 12 sep 1944 barry white
  • vandaag jaren terug 12 sep 1944 barry white
  • WAT WEET JE OVER VOETBAL
  • vandaag jaren terug 11 sep 2001 new york
  • vandaag jaren terug 11 sep 2001 new york
  • vandaag jaren terug 11 sep 1883 asta nielsen
  • vandaag jaren terug 11 sep 1883 asta nielsen
  • vandaag jaren terug 11 sep 1987 lorne greene
  • vandaag jaren terug 11 sep 1987 lorne greene
  • vandaag jaren terug 11 sep 1987 peter tosh
  • vandaag jaren terug 11 sep 1987 peter tosh
  • WAT WEET JE OVER FRIET
  • WAT WEET JE OVER FRIET
  • vandaag jaren terug 10 sep 1989 eliabeth van beieren
  • vandaag jaren terug 10 sep 1989 eliabeth van beieren
  • vandaag jaren terug 10 sep 1935 paul van vliet
  • vandaag jaren terug 10 sep 1935 paul van vliet
  • vandaag jaren terug 10 sep 1938 karl lagerfeld
  • vandaag jaren terug 10 sep 1938 karl lagerfeld
  • vandaag jaren terug 10 sep 1945 jose feliciano
  • vandaag jaren terug 10 sep 1945 jose feliciano
  • WAT WEET JE OVER EIEREN
  • WAT WEET JE OVER EIEREN
  • vandaag jaren terug 09 sep 1901 toulouse loutrec
  • vandaag jaren terug 09 sep 1901 toulouse loutrec
  • vandaag jaren terug 09 sep 1828 leo tolstoj
  • vandaag jaren terug 09 sep 1828 leo tolstoj
  • vandaag jaren terug 09 sep 1924 rik van steenbergen
  • vandaag jaren terug 09 sep 1924 rik van steenbergen
  • vandaag jaren terug 09 ser 1941 otis redding
  • vandaag jaren terug 09 ser 1941 otis redding
  • WAT WEET JE OVER ETEN MET STOKJES
  • WAT WEET JE OVER ETEN MET STOKJES
  • vandaag jaren terug 08 sep 1946 richard strauss
  • vandaag jaren terug 08 sep 1946 richard strauss
  • vandaag jaren terug 08 sep 1830 frederic mistral
  • vandaag jaren terug 08 sep 1830 frederic mistral
  • vandaag jaren terug 08 sep 1925 peters sellers
  • vandaag jaren terug 08 sep 1925 peters sellers
  • WAT WEET JE OVER EEN VLIEGTUIGMAALTIJD
  • WAT WEET JE OVER EEN VLIEGTUIGMAALTIJD
  • vandaag jaren terug 07 sep 1979 rita hovink
  • vandaag jaren terug 07 sep 1979 rita hovink
  • vandaag jaren terug 07 sep 1936 buddy holly
  • vandaag jaren terug 07 sep 1936 buddy holly
  • vandaag jaren terug 07 sep 1930 koning boudewijn
  • vandaag jaren terug 07 sep 1930 koning boudewijn
  • WAT WEET JE OVER PLAKBAND
  • WAT WEET JE OVER PLAKBAND
  • WAT WEET JE OVER PLAKBAND
  • vandaag jaren terug 06 sep 1978 adolf dassier
  • vandaag jaren terug 06 sep 1978 adolf dassier
  • vandaag jaren terug 06 sep 1990 tom fogerty
  • vandaag jaren terug 06 sep 1990 tom fogerty
  • vandaag jaren terug 06 sep 2007 luciano pavarotti
  • vandaag jaren terug 06 sep 2007 luciano pavarotti
  • vandaag jaren terug 06 sep 1963 geert wlders
  • vandaag jaren terug 06 sep 1963 geert wlders
  • WAT WEET JE OVER PLASTIC
  • WAT WEET JE OVER PLASTIC
  • vandaag jaren terug 05 sep 1957 kerouac
  • vandaag jaren terug 05 sep 1957 kerouac
  • vandaag jaren terug 05 sep 1920 fons rademakers
  • vandaag jaren terug 05 sep 1920 fons rademakers
  • vandaag jaren terug 05 sep freddy mercury
  • vandaag jaren terug 05 sep freddy mercury
  • WAT WEET JE OVER DE VUILBAK
  • WAT WEET JE OVER DE VUILBAK
  • vandaag jaren terug 04 sep 1907 grieg
  • vandaag jaren terug 04 sep 1907 grieg
  • vandaag jaren terug 04 sep 1965 a sweitzer
  • vandaag jaren terug 04 sep 1965 a sweitzer
  • vandaag jaren terug 04 sep 1989 georges simenon
  • vandaag jaren terug 04 sep 1989 georges simenon
  • vandaag jaren terug 04 ser 1886 geronimo
  • vandaag jaren terug 04 ser 1886 geronimo
  • vandaag jaren terug 04 sep 1981 beonce
  • vandaag jaren terug 04 sep 1981 beonce
  • vandaag jaren terug 04 sep 1888 kodak
  • vandaag jaren terug 04 sep 1888 kodak
  • WAT WEET JE OVER VERKEERSBORDEN
  • WAT WEET JE OVER VERKEERSBORDEN
  • vandaag jaren terug 03 sep 1967 zweden
  • vandaag jaren terug 03 sep 1967 zweden
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    toen

    17-08-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 17 aug 1882 samuel goldwijn

    17 aug 1882 Samuel Goldwyn geboren als Schmuel Gelbfisz (Warschau, 17 augustus 1879 — Los Angeles, 31 januari 1974) was een Pools-Amerikaanse filmproducent. Samuel Goldwyn werd in 1879 in Warschau geboren als Schmuel Gelbfisz. Op jonge leeftijd trok hij te voet en zonder geld naar Engeland. Daar verbleef hij een tijdje in Birmingham, waar familie van hem woonde. Hij vertaalde zijn naam toen naar het Engels en ging voortaan door het leven als Samuel Goldfish. In 1898 verhuisde hij naar Canada. Een jaar later trok hij naar New York. Hij ging in die periode aan de slag als verkoper en was erg goed in marketing.
    In 1902 liet Gelbfisz zich naturaliseren tot Amerikaan. In diezelfde periode barstte de filmindustrie uit haar voegen. Gelbfisz vulde het merendeel van z'n vrije tijd dan ook met bezoekjes aan de bioscoop. Uiteindelijk begon hij zaken te doen met Jesse L. Lasky, zijn schoonbroer en een gewezen Vaudevilleartiest, en Adolph Zukor, de eigenaar van een theater. Samen werden ze producers van hun eerste film, die geregisseerd werd door Cecil B. DeMille. Maar lang duurde de samenwerking niet. Het drietal kende heel wat problemen en Gelbfisz besloot uiteindelijk om uit de studio te stappen. Even voordien waren hij en z'n echtgenote Blanche Lansky ook al uit elkaar gegaan. De filmstudio waar Gelbfisz was uitgestapt, zou later bekend worden onder de naam Paramount Pictures.
    In 1916 ging Gelbfisz in zee met zakenpartners Edgar en Archibald Selwyn, twee Broadway-producers. De combinatie van hun achternamen werd de naam van hun nieuwe filmstudio: Goldwyn Pictures. Gebruikmakend van de naambekendheid van z'n studio liet Gelbfisz zijn naam officieel veranderen in Samuel Goldwyn. De studio was matig succesvol, maar werd vooral bekend omwille van z'n logo. Het logo bestaat voornamelijk uit een brullende leeuw, genaamd "Leo the Lion", en de spreuk Ars Gratia Artis. Al snel werd Goldwyn door zijn twee partners buitengewerkt, want ook nu was de relatie tussen Goldwyn en zijn twee collega's allesbehalve optimaal. Vervolgens werd de studio overgenomen door Marcus Loew, de eigenaar van Metro Pictures. Toen Goldwyn Pictures een onderdeel van Metro-Goldwyn-Mayer (MGM) werd, was Goldwyn dus al lang vertrokken. In 1925 trouwde hij met zijn tweede en laatste echtgenote, actrice Frances Howard.
    Nadat Goldwyn de filmstudio Goldwyn Pictures had verlaten, begon hij met z'n eigen studio, de Samuel Goldwyn Studio. Gedurende 35 jaar bouwde Samuel Goldwyn een gerenommeerde reputatie op. Regisseur William Wyler regisseerde meerdere films waarvan Goldwyn de producer was. Tijdens de jaren 30 werden bijna al z'n films uitgebracht door United Artists. Pas vanaf 1941 werd dit gedaan door RKO Radio Pictures. Enkele van de bekende films waarvan Goldwyn producer was, zijn: Arrowsmith (1931), Dodsworth(1936), Dead End (1937), Wuthering Heights (1939) en The Little Foxes (1941). In 1946 beloonde de Academy of Motion Picture Arts and Sciences hem voor zijn volledige carrière met een Irving G. Thalberg Memorial Award. In hetzelfde jaar won Goldwyn ook een Oscar in de categorie Best Picture voor de film The Best Years of Our Lives(1946). In de jaren 50 spitste Goldwyn zich vooral toe op musicals, zoals de film Guys and Dolls (1955) met onder meer Marlon Brando, Frank Sinatra en Jean Simmons. Dit was trouwens de enige film die Goldwyn via MGM uitbracht. Samuel Goldwyn stierf in 1974 een natuurlijke dood in z'n huis in Los Angeles. Hij werd 94 jaar oud. In de jaren 80 werd zijn filmstudio verkocht aan Warner Bros. Er is een theater in Beverly Hills naar hem vernoemd en hij heeft een ster op de Hollywood Walk of Fame





    17-08-2018 om 09:36 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 17 aug 1893 may west

     

    17-08-2018 om 09:34 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 17 aug 1893 may west

    17 aug 1893 Mary Jane (Mae) West (Brooklyn, New York, 17 augustus 1893 - Hollywood, Californië, 22 november 1980) was een Amerikaans actrice , scenariste, toneelschrijfster en sekssymbool, die in de jaren dertig met haar suggestieve en seksueel getinte dialogen zeer populair werd, maar ook veel controverse veroorzaakte. Deze dialogen verkenden vaak de grenzen van wat de censuurtoestond. Ze schreef al haar teksten zelf. Sommige van deze one-liners (bijvoorbeeld Come up an' see me some time en Is that a gun in your pocket, or are you just glad to see me?) worden nog regelmatig aangehaald. Mae West werd geboren in Brooklyn. Haar vader was een professioneel bokser, beter bekend als Battlin' Jack West en haar moeder Maltilda Doelger was model. Ze trad al op haar vijfde op in de vaudeville. Enkele jaren later zou ze optreden in de revueonder de naam "The Baby Vamp". Ze zou hier als eerste op het toneel de shimmy hebben gedanst. Ze werkte later op Broadway als actrice en toneelschrijfster. Sex uit 1926, haar eerste toneelstuk, was door haarzelf geschreven, geproduceerd en geregisseerd. Het stuk was echter zeer controversieel en Mae West werd uiteindelijk gearresteerd en veroordeeld voor obsceen gedrag. Ze moest tien dagen doorbrengen in de gevangenis op Welfare Island. Haar tweede toneelstuk, The Drag uit 1927, ging over homoseksualiteit. Het stuk mocht niet op Broadway worden gespeeld, waardoor het publiek naar New Jersey moest om het te zien. Ook dit stuk werd een hit. In 1928 speelde ze weer op Broadway in Diamond Lil. Het karakter dat ze hierin speelde, de brutale, pikante en sarcastische blondine die duidelijk geniet van seks en flirten, zou haar handelskenmerk worden; de meeste van haar volgende rollen zijn voortgekomen uit Diamond Lil. Het stuk groeide uit tot haar meest succesvolle toneelstuk.
    De Motion Picture Producers and Distributors of America (MPPDA, later de MPAA), een vereniging van filmstudio's die toen als doel stelde om de Amerikaanse film vrij van "amorele en obscene" zaken als seks en geweld te houden, probeerde te voorkomen dat Mae West, berucht om haar provocerende en seksuele toneelstukken, bij de film ging werken. Paramount, dat begin jaren dertig dreigde bankroet te raken, nam echter het risico haar aan te nemen. In 1932 tekende ze een contract en maakte zij haar filmdebuut met een kleine rol in Night After Night, tegenover George Raft. Ze ontwikkelde zich al snel tot de winstgevendste artiest van de studio en er wordt vaak gezegd dat zij in haar eentje Paramount redde van de ondergang. De eerste film waarin ze de hoofdrol speelde, She Done Him Wrong uit 1933, gebaseerd op "Diamond Lil", bracht een veelvoud op van wat deze had gekost. De film maakte de destijds onbekende acteur Cary Grant een ster en werd genomineerd voor de Oscar voor Beste Film. Datzelfde jaar zouden West en Grant opnieuw samen spelen, nu in het eveneens succesvolle I'm No Angel. Het succes van haar films maakte West zo machtig, dat ze op een gegeven moment een deel van de opbrengst van een film kon opeisen. Dit was destijds slechts weggelegd voor een handjevol sterren, waaronder de Marx Brothers. In 1935 was ze uitgegroeid tot de bestbetaalde vrouw in de Verenigde Staten. In 1933 trok echter de censuur aan. Will Hays, voorzitter van de MPPDA, stelde de Production Code in, een vorm van zelfcensuur. Vaak wordt geopperd dat Mae Wests eerste twee films She Done Him Wrong en I'm No Angel een belangrijke rol hebben gespeeld in het beslissingsproces om deze Code in te stellen. In 1934 werden er meer restricties opgelegd aan de filmindustrie, mede onder druk van religieuze organisaties als de Catholic Legion of Decency, die gingen protesteren tegen haar films. Ook was er een grote kans dat de regering van Roosevelt zelf met nationale censuurwetten zou komen. Belle of the Nineties, Mae Wests film uit 1934, werd herschreven en opnieuw gemonteerd om goedgekeurd te worden door de Production Code. Als gevolg van deze Code werden de teksten van West meer dubbelzinnig, zodat ze door de censuur heen konden komen. Films als Klondike Annie en Go West Young Man (beiden uit 1936) waren nog steeds scherp en populair, ondanks de censuur.
    Eind jaren dertig werd West verbannen van de radio na een gastoptreden in de radioshow van buikspreker Edgar Bergen en zijn pop Charlie McCarthy, waarin ze flirtte met de pop en seksueel getinte opmerkingen maakte.
    In 1940 speelde ze samen met W.C. Fields in de succesvolle film My Little Chickadee. Het was destijds algemeen bekend dat de twee sterren niet met elkaar konden opschieten. Haar populariteit was in de jaren veertig niet meer zo hoog als in de jaren dertig en de censuur werd strikter. Na The Heat's On uit 1943 stopte ze met films en ging ze weer de nachtclubs en het theater in, waar minder censuur heerste en ze meer artistieke vrijheid had. Ze trad onder andere op in Engeland en Las Vegas. Tijdens haar optreden in Vegas liet ze zich omringen door bodybuilders en zong ze voor haar publiek. De show was een groot succes en hield enige jaren stand. In 1959 schreef ze haar autobiografie Goodness Had Nothing To Do With It. In de jaren zeventig verscheen ze in nog twee films, Myra Breckinridge uit 1970 en Sextette uit 1978. In 1980 stierf Mae West na een serie beroertes op 87-jarige leeftijd in Hollywood. Ze werd begraven in New York. Mae West was waarschijnlijk één keer getrouwd, met Frank Wallace van 11 april 1911 tot 21 juli 1942. Zij heeft altijd ontkend met hem getrouwd te zijn geweest en de twee hebben nooit samengewoond. Toch is ze van hem gescheiden in 1942.
    Geallieerde soldaten noemden tijdens de Tweede Wereldoorlog hun opblaasbare reddingsvesten "Mae Wests", waarschijnlijk omdat het vest doet denken aan de grote boezem van de actrice. Het kunstwerk 'De lippen van Mae West' van Salvador Dalí heeft haar waarschijnlijk nog beroemder gemaakt dan ze al was. Het is een roze zijden bank in de vorm van een wulpse mond.





    17-08-2018 om 09:32 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 17 aug 1834 peter benoit

     

    17-08-2018 om 09:31 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 17 aug 1834 peter benoit
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    17 aug 1834 Petrus Leonardus Leopoldus (Peter) Benoit (Harelbeke, 17 augustus 1834 - Antwerpen, 8 maart 1901) was een Vlaams componist en muziekpedagoog. Benoit kreeg zijn eerste muzieklessen van zijn vader en studeerde nadien piano en orgel bij Pieter Carlier. Hij studeerde vanaf 1851 aan het Koninklijk Conservatorium in Brussel bij directeur FrançoisJoseph Fétis. In de vakken harmonieleer en compositie haalde hij het diploma in 1854 met een 1e prijs. Nadien vervolmaakte hij zich verder in de orkestratie en de orkestdirectie bij Karel Lodewijk Hanssens, toenmalig directeur van de Muntschouwburg. Hij kreeg eveneens een 1e prijs in de befaamde wedstrijd Prix de Rome voor zijn cantate Le Meurtre d'Abel. In het jaar 1858 was hij in Duitsland, waar hij Keulen, Bonn, Leipzig, Dresden, Berlijn en München bezocht. In 1862 verhuisde hij naar Parijs, waar hij dirigent werd van het door Jacques Offenbach geleide Théâtre des Bouffes Parisiens. Een jaar later nam hij reeds ontslag, en vestigde zich te Brussel(Sint-Joost-ten-Node). In 1867 werd hij directeur van de Vlaamse muziekschool, die in 1898 tot Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium in Antwerpen opgewaardeerd werd. In 1890 stichtte hij het Nederlands Lyrisch Toneel dat in 1893 de Vlaamse Opera werd. Hij overleed te Antwerpen in 1901. De muziekacademie in zijn geboortestad Harelbeke werd naar hem genoemd. Tot zijn leerlingen behoorden Lodewijk Mortelmans, Edward Keurvels, Emile Wambach en Jan Blockx. De laatstgenoemde was zijn opvolger als directeur van het conservatorium. Van Benoit, zoals van meer bekende Belgen in de 19e eeuw, is vaak gezegd en geschreven dat hij vrijmetselaar was, maar een bewijs daarvan is nooit geleverd. Onderzoekers noemen het verhaal zeer twijfelachtig. Sedert 1882 was Benoit lid van de Koninklijke Academie.
    Peter Benoit heeft een opvallend praalgraf, naar een ontwerp van beeldhouwer Arthur Pierre. Het bevond zich origineel op de begraafplaats van het oude Kiel (Antwerpen), waar nu het Kielpark zich bevindt, waarna het is verhuisd naar de vermaarde Antwerpse begraafplaats Schoonselhof. In Harelbeke bevindt zich het Stedelijk Museum Peter Benoit dat gewijd is aan het leven en werk van Benoit. In het Harmoniepark te Antwerpen bevindt zich het Peter Benoit-monument ontworpen door Henry Van de Velde. Dit gedenkteken, dat ter gelegenheid van Benoits honderdste geboortejaar in 1934 werd ingehuldigd op het plein voor het operatheater, is na een grondige restauratie op 28 mei 2017 na jaren van verloedering in oude glorie hersteld. In navolging van Wagner creëerde Peter Benoit een muziekkunst die de eigen Vlaamse volksaard ten volle uitdrukte. Om zijn ideeën tegen het Belgische muziekestablishment te verdedigen, schreef Benoit als een van de eersten binnen de Europese beweging van het muzieknationalisme doorwrochte essays en polemieken. Het gebruik van de moedertaal in de muziekopvoeding beschouwde hij als essentieel. En omdat hij ervan overtuigd was dat de volksaard het zuiverst geconserveerd blijft in het volkslied, wilde hij zijn nieuwe Vlaamse muziek daarop baseren. Hij pleitte onder andere voor een vernederlandsing van het muziekonderwijs, voor religieuze muziek in de volkstaal, voor een Vlaamse opera en een Vlaams festival, voor Vlaams muziektheater in kleine steden en voor culturele samenwerking met Nederland Werken voor orkest 1858 Danse des spectres, voor orkest 1859 Le Roi des aulnes 1864 Concert voor fluit en orkest symfonisch gedicht, opus 43a 1866 Concert voor piano en orkest symfonisch gedicht, opus 43b
    1879 Humoristische jubelgroet, voor orkest Werken voor harmonie- en fanfareorkest 1856 Ouverture Fantastique Derde Fantasie Lied der Vlamingen (onder andere uitgevoerd onder Benoits leiding bij de onthulling van het monument voor Jan Breydel en Pieter de Coninck in 1887) Rubensmars Van Rijkswijkmars Missen en gewijde muziek 1858 Ave Maria, opus 1 1858 Kleine Mis 1859 "Twee en dertig Latijnsche gezangen" (motetten). 1871 Ave Maria, Huldigingsmars. Geestelijke muziek voor de concertzaal Tetralogie (1859-1863), bestaande uit: 1859 Kerstmis 1860 Messe solennelle 1862 Te Deum 1863 Requiem 1871 Drama Christi 1871 Onze Vader Oratoria 1857 Abels moord. Gedicht van Clemens Wytsman. 1865 Prometheus. Gedicht van Emanuel Hiel. 1865 Lucifer. Gedicht van Emanuel Hiel. 1868 De Schelde. Tekst van Emanuel Hiel. 1873 De Oorlog. Gedicht van Jan Van Beers. 1889 De Rijn. Gedicht van Julius De Geyter. Cantates 1857 Le Meurtre d'Abel 1874 De Vlaamsche Leeuw. Gedicht van Edmont Van Herendael. 1874 Feestmarsch (toneelcantate). Gedicht van Emanuel Hiel. Voor de eerstesteenlegging van de Nederlandse Schouwburg te Antwerpen. 1875 De Leie. Gedicht van Adolf Verriest. 1877 Vlaanderens kunstroem (Rubenscantate). Gedicht van Julius De Geyter. 1878 De Wereld in! (kindercantate). Woorden van Julius De Geyter. 1880 Hucbald. Gedicht van Julius De Geyter. 1880 Breidel-marsch. Woorden van Karel Victor Hippoliet de Quéker. 1880 Triomfmarsch (De Genius des Vaderlands). Woorden van Julius De Geyter. 1880 De muze der geschiedenis. Woorden van Julius De Geyter. 1882 Hymnus aan de Schoonheid. Gedicht van Emanuel Hiel. 1884 Kinderhulde aan een Dichter (Van Rijswijck-cantate). Woorden van Julius De Geyter. 1885 Feestzang (Hymnus aan de Vooruitgang). Woorden van Jan Van Beers. 1885 Domine salvum fac regem en Brabançonne. 1886 Treur- en triomfzang, (Conscience-cantate). Gedicht van Victor Alexis de la Montagne. 1887 Stichting van het Gemeentehuis van Schaarbeek. Symphonisch gedicht. Gedicht van Emanuel Hiel.
    1888 Heilgroet aan den Hoogachtbaren Heer Polydore De Keyser, Lord-Mayor van Londen, in zijn vaderstad Dendermonde. Tekst van Emanuel Hiel. 1888 Welkom der Stad Brussel aan den Hoogachtbaren Heer Polydoor De Keyser, Lord-Major van Londen, op 9 oktober 1888. Gedicht van Emanuel Hiel. 1893 Goedheil. Woorden van Dr. Constant Jacob Hansen. 1897 Volkshulde aan een Dichter (Ledeganck-cantate). Gedicht van Jan Bouchery.

    17-08-2018 om 09:29 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 17 aug 1943 robert de niro

     

    17-08-2018 om 09:28 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 17 aug 1943 robert de niro

    17 aug 1943 Robert Mario De Niro Jr. (New York, 17 augustus 1943) is een Amerikaans acteur. Naast een aantal nominaties won hij een Oscar voor Beste Mannelijke Bijrol in The Godfather Part II (1974) en Beste Mannelijke Hoofdrol in Raging Bull (1980). Hij is een van de bekendere method actors, vooral bekend van het spelen van gekwelde, tegenstrijdige en vaak gewelddadige personages, waaronder verscheidene gangsters en andere verschoppelingen. Hij speelt vaak in films die zijn geregisseerd door Martin Scorsese. De Niro wordt gezien als een van de beste acteurs van zijn generatie. Robert De Niro werd geboren in de New Yorkse wijk Greenwich Village en groeide op in Little Italy. Hij is de zoon van het schilderskoppel Robert De Niro sr. en Virginia Admiral. Zijn ouders scheidden toen hij één jaar oud was. Zijn moeder was van deels Nederlandse afkomst en praatte daar vroeger veel over thuis.[1] De Niro bezocht Amsterdam in 1984 voor de première van Once upon a time in America[2] en was hij aanwezig bij de Nederlandse filmdagen in Utrecht.[3] De Niro deed zijn eerste toneelervaring op op tienjarige leeftijd, toen hij de rol van Laffe Leeuw kreeg in de schoolproductie van The Wizard of Oz. Op dertienjarige leeftijd verliet hij de middelbare school om lid te worden van een straatbende. De Niro jr. volgde een toneelopleiding aan het Stella Adler Conservatory of Acting en de Actor's Studio bij Lee Strasberg.
    In de jaren zestig speelde hij voornamelijk in off-Broadwaystukken. Begin jaren zestig speelde hij tevens in zijn eerste film, The Wedding Party van Brian De Palma. Die film werd echter pas in 1969 in de bioscoop uitgebracht. Wel had hij een figurantenrol in Trois Chambres à Manhattan (1965) van Marcel Carné,en in hetzelfde jaar een rol in Encouter van Norman C. Chaitin. De Niro's eerste officiële filmdebuut kwam in 1968 met De Palma's Greetings. De film kreeg een vervolg, Hi, Mom!, in 1970. Bekendheid volgde in 1973 met Bang the Drum Slowly, waarin hij te zien is als een stervende Major League honkbalspeler. Datzelfde jaar begon hij een vruchtbare samenwerking met Martin Scorsese met een memorabele rol als de simpele, gewelddadige gangster Johnny Boy in Mean Streets, naast Harvey Keitel. Hij speelde later in verscheidene films van Scorsese: Taxi Driver (1976), New York, New York (1977), Raging Bull (1980), The King of Comedy (1983), Goodfellas (1990), Cape Fear(1991) en Casino (1995). In 1974 speelde hij de jonge Don Vito Corleone in Francis Ford Coppola's The Godfather Part II. Voor deze rol kreeg hij zijn eerste Academy Award, voor Beste Mannelijke Bijrol. De rol was grotendeels in het Siciliaans, en het was de eerste keer dat een Oscar werd gegeven aan een voornamelijk nietEngelstalige rol. Hij oefende de streektaal met acteur Frank Campanella. De Niro kon niet aanwezig zijn bij de Oscaruitreiking. Hij was in Europa om 1900 van Bernardo Bertolucci te filmen, over de relatie tussen een rijke landeigenaar (De Niro) en zijn proletarische vriend (gespeeld door Gérard Depardieu). De film werd uitgebracht in 1976, net als Taxi Driver, De Niro's tweede film met Scorsese. Zijn rol van de vervreemde en gewelddadige taxichauffeur en Vietnamveteraan Travis Bickle zou iconisch worden. Hij zou voor altijd verbonden blijven met de volledig geïmproviseerde "You talkin' to me?"-monoloog. Het maakte van de acteur een ster en bezorgde hem een Oscarnominatie voor Beste Acteur. Voor Michael Cimino's The Deer Hunter (1978) kreeg hij opnieuw een Oscarnominatie. In 1980 speelde Robert De Niro bokser Jake LaMotta in Scorseses meesterwerk Raging Bull. Voor de rol leerde De Niro niet alleen boksen, maar hij kwam ook 27 kilo aan. De film kreeg acht Oscarnominaties, waaronder die voor Beste Film. Het leverde De Niro een Oscar voor Beste Mannelijke Hoofdrol op. Na die film volgde een periode van interessante, maar commercieel nietsuccesvolle films. Tot die films behoren onder andere The King of Comedy (1983) van Scorsese, Sergio Leones Once Upon a Time in America (1984) en The Mission (1986) met Jeremy Irons. In 1986 keerde hij weer terug naar het theater met Cuba & His Teddy Bear. In 1987 werd De Niro benaderd door De Palma voor de rol van Al Capone in The Untouchables. Het zou zijn eerste hit in jaren worden. Voor de rol liet De Niro onder andere zijn haarlijn wijken door een deel van zijn haar af te scheren.
    In het midden van de jaren tachtig wilde De Niro bewijzen een groter bereik te hebben. Hij wilde ook zijn komische talent ontplooien. Zijn eerste succesvolle komedie was Midnight Run (1988), waarin hij een premiejager speelt die maffia-accountant Charles Grodin naar de gevangenis begeleidt. Andere komedies met De Niro zijn onder andere Mad Dog and Glory (1993), Analyze This (1999), Meet the Parents (2000) en vervolg Meet the Fockers (2005).
    In 1989 richtte hij samen met producente Jane Rosenthal zijn productiemaatschappij TriBeCa Productions op, vernoemd naar de buurt in Lower Manhattan waar het gevestigd is. Het jaar daarop was hij te zien in Penny Marshalls Awakenings als comapatiënt. Voor die rol werd hij genomineerd voor een Oscar. In 1990 was hij tevens te zien als de Ierse gangster Jimmy The Gent in het veelgeprezen Goodfellas, de eerste samenwerking met Martin Scorsese in zeven jaar. In 1991 maakten ze Cape Fear, waarin De Niro de wraakzuchtige verkrachter Max Cady speelde. Het werd, ondanks tegenvallende kritieken, hun grootste gezamenlijke hit. De jaren negentig betekenden met ongeveer drie films per jaar De Niro's meest productieve periode. In 1993 maakte De Niro zelfs zijn regiedebuut met het door Scorsese beïnvloede gangsterdrama A Bronx Tale, geproduceerd door TriBeCa. In 1995 maakte hij zijn laatste film met Scorsese, Casino, die zowel kritisch als commercieel niet aan de verwachtingen voldeed. Datzelfde jaar verscheen hij voor het eerst samen met Al Pacino op het scherm in Heat van Michael Mann (de twee speelden wel beiden in The Godfather Part II, maar deelden geen scènes). In 1997 was hij te zien als de amorele politieke strateeg Conrad Brean in Barry Levinsons politieke satire Wag the Dog. Eind jaren negentig waren vooral zijn komedies het meest succesvol. Hij was te zien als gestreste maffiabaas op consult bij psychiater Billy Crystal in Analyze This en als de helse schoonvader van Ben Stiller in Meet the Parents. Beide films waren succesvol genoeg om een vervolg te krijgen. Daarnaast was hij in 2002 naast Eddie Murphy te zien in Showtime, en verleende hij zijn stem aan een haai in de animatiefilm Shark Tale (2004), waarin hij zijn voorgaande gangsterrollen parodieerde. In 2006 regisseerde hij zijn tweede film, The Good Shepherd, een drama over de begindagen van de CIA met Matt Damon en Angelina Jolie in de hoofdrollen. Zelf speelt hij een kleine rol in de film. Robert De Niro investeert in TriBeCa, een buurt in Lower Manhattan, New York, sinds hij zijn productiemaatschappij TriBeCa Productions daar vestigde in 1989. Samen met Jane Rosenthal richtte hij tevens het Tribeca Film Festival op, dat sinds mei 2002 jaarlijks gehouden wordt. Het filmfestival wordt gehouden om de buurt nieuw leven in te blazen, maar ook om de New Yorkers een hart onder de riem te steken na de aanslagen op 11 september 2001. De Niro is de (mede-)eigenaar van verscheidene restaurants, waaronder Rubicon in San Francisco, samen met Francis Ford Coppola en Robin Williams, en Nobu in New York. Ook is hij eigenaar van het in TriBeCa gelegen Greenwich Hotel. De Niro is tweemaal getrouwd geweest. Van 1976 tot 1988 was hij getrouwd met actrice Diahnne Abbott. Samen hebben ze een zoon. Hij is ook de adoptievader van haar dochter uit een eerdere relatie. In 1997 trouwde hij met Grace Hightower, een voormalige stewardess. Hun zoon werd geboren in 1998. Na de geboorte vroeg het stel in 1999 een scheiding aan. De scheiding werd echter nooit officieel afgerond. In 2004 legden ze opnieuw hun huwelijksgeloften af. Ze werden in 2011, via een draagmoeder, ouders van een dochter. Daarnaast heeft hij een tweeling met voormalig model Toukie Smith, met wie hij een jarenlange relatie heeft gehad. De tweeling is voortgekomen uit in-vitrofertilisatie. Naast zijn zes kinderen heeft De Niro tevens vier kleinkinderen, drie van zijn oudste zoon en één van zijn dochter.
    Hij heeft drie woningen in New York: een landgoed bij Marbletown en twee huizen aan de oost- en de westzijde van Manhattan. Hij heeft, in tegenstelling tot veel Hollywoodacteurs, nooit permanent in Los Angeles gewoond. In februari 1998 werd De Niro tijdens een filmopname in Frankrijk opgepakt door de politie en negen uur lang ondervraagd in een onderzoek naar een prostitutiesyndicaat. De Niro heeft altijd ontkend. In een interview met het Franse dagblad Le Monde heeft hij gezworen nooit meer een voet in het land te zetten. De Franse politie heeft gezegd hem enkel als een mogelijke getuige te zien, nooit als verdachte. In 2003 werd bij De Niro prostaatkanker vastgesteld. De prognoses waren goed en de dokters hebben aangegeven dat ze een volledig herstel verwachtten. De kanker is nu afgezwakt. De Niro is een bekend aanhanger van de Democratische Partij. Hij lobbyde tegen de impeachment van Bill Clinton in 1998 en steunde Al Gore, John Kerry en Barack Obama in de Amerikaanse presidentsverkiezingen.
    De Niro heeft in zijn leven verscheidene prijzen gewonnen, waaronder twee Oscars. Driemaal heeft hij een prijs uitgereikt gekregen voor zijn hele oeuvre. De eerste, een Gouden Leeuw op het Filmfestival van Venetië, kreeg hij in 1993. In 2003 mocht De Niro de Lifetime Achievement Award van het American Film Institute in ontvangst nemen, en op 6 februari 2008 kreeg hij ook een prestigieuze Duitse oeuvreprijs, de Gouden Camera (Goldene Kamera). Academy Awards 1975 - Beste Mannelijke Bijrol - The Godfather: Part II (gewonnen) 1977 - Beste Acteur - Taxi Driver (genomineerd) 1978 - Beste Acteur - The Deer Hunter (genomineerd) 1981 - Beste Acteur - Raging Bull (gewonnen) 1991 - Beste Acteur - Awakenings (genomineerd) 1992 - Beste Acteur - Cape Fear (1991) (genomineerd) 2012 - Beste Mannelijke Bijrol - Silver Linings Playbook (genomineerd) BAFTA Awards 1976 - Meest veelbelovende nieuwkomer - The Godfather: Part II (genomineerd) 1977 - Beste Acteur - Taxi Driver (genomineerd) 1980 - Beste Acteur - The Deer Hunter (genomineerd) 1982 - Beste Acteur - Raging Bull (genomineerd) 1984 - Beste Acteur - The King of Comedy (genomineerd) 1991 - Beste Acteur - Goodfellas (genomineerd) Golden Globes 1977 - Beste Filmacteur, Drama - Taxi Driver (genomineerd) 1978 - Beste Filmacteur, Musical/Comedy - New York, New York (genomineerd) 1979 - Beste Filmacteur, Drama - The Deer Hunter (genomineerd) 1981 - Beste Filmacteur, Drama - Raging Bull (gewonnen) 1989 - Beste Filmacteur, Comedy/Musical - Midnight Run (genomineerd) 1992 - Beste Filmacteur, Drama - Cape Fear (genomineerd) 2000 - Beste Filmacteur, Comedy/Musical - Analyze This (genomineerd) 2001 - Beste Filmacteur, Comedy/Musical - Meet the Parents (genomineerd) 2011 - Cecil B. DeMille Award voor zijn gehele filmcarrière. Internationaal filmfestival van Berlijn 2007 - Gouden Beer - The Good Shepherd (genomineerd)
    Voor de rol van Al Capone in de film The Untouchables uit 1987 droeg De Niro dezelfde onderbroeken als de bekende gangsterbaas. In 1984 bracht de Britse meidenband Bananarama het liedje Robert De Niro's Waiting uit. Het verhaal gaat dat De Niro zelf zich zo vereerd voelde dat hij de dames mee uit eten heeft genomen toen hij het nummer had gehoord. Volgens een onderzoek uit 2009 van het Amerikaans filmblad Empire is De Niro de nog levende acteur die de meeste sterfscènes heeft gespeeld. Hij speelde er 14.





    17-08-2018 om 09:26 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    16-08-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 16 aug 1977 elvis presley

     

    16-08-2018 om 09:10 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 16 aug 1977 elvis pres

    16 aug 1977
    Elvis Aaron Presley[noot 1] (Tupelo, Mississippi, 8 januari 1935 – Memphis, Tennessee, 16 augustus 1977) was een Amerikaans zanger en acteur. Hij wordt vaak The King of Rock and Roll of kortweg The King genoemd en geldt als een van de meest significante culturele iconen van de twintigste eeuw. Presley is de enige levend ter wereld gekomen helft van een tweeling geboren in Tupelo in de staat Mississippi en verhuisde met zijn familie naar Memphis in Tennessee toen hij 13 jaar was. Daar begon zijn muzikale loopbaan in 1954, toen hij bij Sun Recordseen nummer opnam met producer Sam Phillips. Begeleid door gitarist Scotty Moore en bassist Bill Black werd Presley een vroege popularisator van de rockabilly, een uptempo-, door een backbeat aangedreven versmelting van country en rhythmand-blues. Platenmaatschappij RCA Victor nam zijn contract over in een overeenkomst die was voorbereid door Colonel Tom Parker, die meer dan twee decennia als manager van de zanger zou fungeren. Presleys eerste single That's Allright kwam uit in juli 1954. Daarna kwam in januari 1956 Heartbreak Hotel uit, een Amerikaanse nummer 1-hit. Na een reeks van succesvolle televisieoptredens en platen die de top van de verkooplijsten bereikten, werd hij gezien als de vooraanstaande figuur van de rock-'nroll. Zijn energieke interpretaties van liedjes en seksueel provocerende podiumoptredens, in combinatie met een opmerkelijk aansprekende versmelting van multi-etnische invloeden die samenviel met de opkomst van de burgerrechtenbeweging, maakten hem tegelijk enorm populair en controversieel. In november 1956 debuteerde hij als acteur in de film Love Me Tender. In 1958 werd hij opgeroepen voor militaire dienst. Twee jaar later hernam hij zijn platencarrière en produceerde een deel van zijn commercieel succesvolste werk, voordat hij het grootste deel van de jaren zestig wijdde aan het maken van films en de bijbehorende soundtrackalbums, waarvan de meeste door critici werden gekraakt. Na zeven jaar geen liveoptredens te hebben gegeven, keerde hij in 1968 terug op het podium in de televisiecomebackspecial Elvis, die resulteerde in een lange reeks concerten in Las Vegas en een serie van zeer winstgevende tournees. In 1973 trad Presley aan in het eerste via een satelliet wereldwijd uitgezonden concert, Aloha from Hawaii. Langdurig medicijnmisbruik ruïneerde zijn gezondheid en hij overleed op 16 augustus 1977 op 42-jarige leeftijd. Twee dagen na zijn dood werd hij op 18 augustus 1977 begraven. Presley is een van de meest gevierde en invloedrijkste muzikanten van de twintigste eeuw. Commercieel succesvol in vele genres, waaronder pop, blues en gospel, is hij een van de bestverkochte soloartiesten in de geschiedenis van de muziekindustrie[ met een geschatte verkoop van ongeveer 600 miljoen platen over de hele wereld.[6] Hij werd tot 1978 14 maal genomineerd voor een Grammy Award en ontving er drie, alle drie voor zijn gospelopnamen. Op 36-jarige leeftijd werd hem de Bing Crosby Grammy Lifetime Achievement Award toegekend. Presley is de enige artiest die is opgenomen in zes muzikale Halls of Fame, namelijk de Rock and Roll, Rockabilly, Country, Blues, Gospel [7] en sinds 2015 in de R&B Music Hall of Fame.[8] Presley werd op 8 januari 1935 geboren in een shotgun house in Tupelo in Mississippi (zie geboortehuis van Elvis Presley) als de zoon van Gladys Love (meisjesnaam Smith; 25 april 1912 – 14 augustus 1958) en Vernon Elvis Presley (10 april 1916 – 26 juni 1979),[9] in de kleine tweekamerwoning die gebouwd was door de vader van Vernon ter voorbereiding van de geboorte. Zijn identieke tweelingbroer Jesse Garon Presley kwam 35 minuten voor Elvis dood ter wereld.[10] Als enig kind hechtte Elvis zich sterk aan beide ouders, vooral de band met zijn moeder was opmerkelijk nauw. Het gezin bezocht de diensten van de kerk Assembly of God, waar hij zijn eerste muzikale inspiratie vond.[11] Presley was van voornamelijk West-Europese afkomst en zijn familielijn bevatte Schots-Ierse, Schotse, [12] Duitse,[13] en enkele Normandische elementen. De betovergrootmoeder van Gladys, Morning Dove White, was mogelijk een Cherokee-indiaan.[14] [15] [noot 2] Gladys werd door vrienden en familieleden beschouwd als de dominante figuur binnen het kleine gezin. Vernon had het ene baantje na het andere en kennelijk weinig ambitie.[16] [17] Het gezin was vaak aangewezen op hulp van buren en van het voedselprogramma van de overheid. De Presleys overleefden de EF5 tornado gedurende
    de Tupelo–Gainesville tornadostorm uit 1936. In 1938 raakten ze hun huis kwijt omdat Vernon schuldig werd bevonden aan het frauderen met een cheque van de landeigenaar, Orville S. Bean, de zuivelboer en veehandelaar voor wie hij toen werkte. Hij kreeg acht maanden gevangenis en Gladys trok met Elvis in bij familieleden.[18] In september 1941 begon Presley onderwijs te volgen aan de East Tupelo Consolidated, waar zijn onderwijzers hem beschouwden als 'gemiddeld'.[19] Hij werd aangemoedigd om mee te doen aan een zangwedstrijd toen hij tijdens het ochtendgebed zijn leraar imponeerde met een uitvoering van Red Foleys countrylied Old Shep. Deze talentenwedstrijd, die werd gehouden op de Mississippi-Alabama Fair and Dairy Show op 3 oktober 1945, was zijn eerste openbare optreden: gekleed als cowboy, stond de tienjarige Presley op een stoel om bij de microfoon te kunnen en zong Old Shep. Hij herinnerde zich later op de vijfde plaats te zijn geëindigd.[20] Enkele maanden later kreeg Presley als verjaardagscadeau zijn eerste gitaar; hij had echter gehoopt iets anders te krijgen. De verslagen zijn het er niet over eens of dit een fiets of een geweer was.[21] [22] Gedurende het jaar dat volgde kreeg hij rudimentaire gitaarlessen van twee ooms en de nieuwe dominee van de kerk. Zoals Presley het zich herinnerde: "Ik pakte de gitaar en ik observeerde mensen, en zo leerde ik een beetje gitaarspelen. Maar ik zong nooit voor publiek, ik was er erg verlegen over.[23]" Tegen de tijd dat hij in september 1946 een nieuwe school bezocht voor het laatste jaar van de basisschool werd Presley beschouwd als een eenling. Het volgende jaar bracht hij zijn gitaar elke dag mee naar school. Hij speelde en zong tijdens de lunch en werd vaak gepest als een rotjoch dat hillbillymuziek speelde. In deze periode woonde het gezin in een merendeels zwarte buurt.[24] Presley was een aanbidder van Mississippi Slims show op WELO, de radiozender van Tupelo, en werd beschreven als 'gek van muziek' Slims jongere broer die een klasgenoot van Presley was en hem vaak meenam naar het radiostation. Slim breidde Presleys gitaarlessen uit door hem akkoordentechnieken te demonstreren.[25] Toen zijn protegé 12 jaar was, boekte Slim hem voor twee optredens op de zender. Plankenkoorts overweldigde Presley voor het eerste optreden, maar hij slaagde er de volgende week in het optreden te volbrengen.[26]
    In november 1948 verhuisde het gezin naar Memphis, Tennessee. Na bijna een jaar op kamers te hebben doorgebracht, kregen ze een appartement met twee slaapkamers toegewezen in het complex van sociale huurwoningen dat bekendstond als Lauderdale Courts.[27] Toen hij op L. C. Humes High School zat, haalde Presley in de eighth grade slechts een C voor muziek. Toen zijn muziekleraar hem meedeelde dat hij geen aanleg voor zingen had, deed hij een poging het tegendeel te bewijzen. Hij bracht de volgende dag zijn gitaar mee en zong een recente hit, Keep Them Cold Icy Fingers Off Me. Een klasgenoot herinnerde zich later dat de leraar "het ermee eens was dat Elvis gelijk had toen hij zei dat zij gewoon zijn stijl van zingen niet waardeerde."[28] Gewoonlijk was hij te verlegen voor openlijke uitvoeringen, en incidenteel werd hij gepest door klasgenoten die in hem een 'moederskindje' zagen. [29] In 1950 begon hij geregelde gitaarlessen te nemen van Jesse Lee Denson, een tweeënhalf jaar oudere buurman. Twee en drie andere jongens, waaronder twee toekomstige rockabilly-pioniers, de broers Dorsey en Johnny Burnette, vormden een los muzikaal collectief dat geregeld speelde in de omgeving van de Courts.[30] Die september begon hij als bioscoopjongen bij het Loew's State Theater. [31] Andere banen volgden, waaronder bij Precision Tool, nogmaals bij Loew en bij MARL Metal Products.[32] Gedurende zijn eerste jaar begon hij zich van zijn klasgenoten te onderscheiden doordat hij zijn bakkebaarden liet groeien en zijn haar met gel en haarolie in model bracht. In zijn vrije tijd ging hij naar Beale Street, het centrum van de bloeiende bluesscene van Memphis, en verlangend kijken naar de opzichtige, blitse kleding in de etalages van Lansky Brothers. Tegen zijn eindjaar droeg hij die kleding.[33] Toen hij zijn reserves aangaande optredens buiten de Lauderdale Courts had overwonnen, deed hij in april 1953 mee aan de jaarlijkse 'Minstrel'-show van Humes. Zichzelf begeleidend op gitaar opende hij met Till I Waltz Again with You, toen een recente hit van Teresa Brewer. Later herinnerde Presley zich dat het optreden zijn reputatie op school sterk verbeterde: "Ik was niet populair op school (...) Ik zakte voor muziek, het enige vak waarvoor ik ooit zakte. En toen schreven ze me in voor de talentenshow (...) toen ik het podium op liep hoorde ik rumoer en gefluister, want niemand wist dat ik zong. Het was verbazend hoe populair ik daarna was."
    — Guralnick (1994), p. 52-53[34] Presley kreeg nooit formele muzieklessen en leerde ook nooit noten lezen, maar studeerde en speelde op het gehoor. Ook kwam hij vaak in winkels met jukeboxen en luisterhokjes. Hij kende alle nummers van Hank Snow,[35] en was een liefhebber van andere countryzangers zoals Roy Acuff, Ernest Tubb, Ted Daffan, Jimmie Rodgers, Jimmie Davis en Bob Wills.[36] De gospelzanger Jake Hess, een van zijn favoriete artiesten, had een aanzienlijke invloed op zijn ballade-zangstijl.[37] [38] Hij zat regelmatig in het publiek bij de maandelijkse All-Night Singings in het centrum, waar veel van de optredende blanke gospelgroepen de invloed van de zwarte spirituals weerspiegelden.[39]Hij aanbad de muziek van de zwarte gospelzangeres Sister Rosetta Tharpe.[40] Net als sommige van zijn leeftijdgenoten, bezocht hij wellicht bluesplaatsen - noodzakelijkerwijs in het gesegregeerde zuiden van Amerika alleen op de avonden die uitsluitend bedoeld waren voor een blank publiek.[41]. Hij luisterde zeker naar de regionale radiostations, zoals WDIA-AM, die 'race records' draaiden: spirituals, blues en de moderne, backbeat-zware sound van de rhythm-and-blues.[42] Veel van zijn toekomstige plaatopnamen werden geïnspireerd door lokale zwarte muzikanten als Arthur Crudup en Rufus Thomas.[43] [44] B.B. King herinnerde zich dat hij Presley kende voordat hij populair was en ze beiden vaak naar Beale Street kwamen.[45] Tegen de tijd dat hij eindexamen deed in juni 1953, had Presley al besloten dat zijn toekomst in de muziek lag.[46] [47] In augustus 1953 liep Presley het kantoor van Sun Records binnen met de bedoeling wat minuten studiotijd te kopen om een tweezijdige lakplaat op te nemen. De studio bood eenieder aan om voor vier dollar twee liedjes te komen opnemen en op een enkele vinylsingle te persen. Presley nam twee ballads op, My Happiness en That's When Your Heartaches Begin. Later zou hij beweren dat het doel was zijn moeder een eigen opname cadeau te doen, of dat hij alleen wilde weten 'hoe hij klonk', hoewel een veel goedkopere amateuropnamestudio in de buurt was. Biograaf Peter Guralnick meent dat hij Sun uitkoos in de hoop ontdekt te worden. Toen receptioniste Marion Keisker vroeg wat voor soort zanger hij was, antwoordde Presley: "Ik zing alle genres." Toen ze aandrong te zeggen als wie hij klonk, antwoordde hij herhaaldelijk, "Ik klink als niemand." Na de opname vroeg de baas van Sun, Sam Phillips, Keisker om de naam van de jongeman te noteren, hetgeen ze deed met daarbij haar eigen commentaar: "Goede balladzanger. Vasthouden."[48]
    In januari 1954 nam Presley een tweede lakplaat op bij Sun Records, met de ballads I'll Never Stand In Your Way en It Wouldn't Be the Same Without You, maar opnieuw gebeurde er niets.[49] Niet lang daarna zakte hij voor een auditie voor een plaatselijk zangkwartet, de Songfellows. Aan zijn vader gaf hij als verklaring: "Ze zeiden dat ik niet kon zingen."[50] Later claimde Jim Hamill, een van de Songfellows, dat hij was afgewezen omdat hij geen oor voor harmonie toonde.[51] In april begon Presley als vrachtwagenchauffeur voor de Crown Electric company.[52] Na enkele plaatselijke optredens met hem te hebben gedaan suggereerde vriend Ronnie Smith Presley om Eddie Bond te benaderen, de leider van Smiths professionele band, die een vacature voor een vocalist had. Bond wees hem af na een tryout en adviseerde Presley om het bij vrachtwagens te houden, "want als zanger zul je het nooit maken."[53] Intussen was Phillips aan het uitkijken naar iemand die met de sound van de zwarte muzikanten op wie Sun zich concentreerde een breder publiek kon bereiken. In de woorden van Keisker, "Ik herinner me dat Sam steeds maar weer zei: "Als ik een blanke man kon vinden met het geluid en gevoel van een zwarte, word ik miljardair.""[54] In juni bemachtigde hij een demo van de ballad Without You en dacht dat het bij de tienerzanger zou kunnen passen. Presley kwam naar de studio, maar was niet in staat het lied recht te doen. Desondanks vroeg Phillips Presley zoveel nummers te zingen als hij maar kende. Wat hij hoorde, raakte hem voldoende om twee plaatselijke muzikanten, gitarist Winfield "Scotty" Moore en bassist Bill Black, uit te nodigen om samen met Presley iets voor te bereiden voor een opnamesessie.[55] De sessie, gehouden op de avond van 5 juli 1954, bleek geheel vruchteloos tot laat op de avond. Toen ze op het punt stonden het op te geven en naar huis te gaan, nam Presley zijn gitaar en brak uit in een blues uit 1946, Arthur Crudups That's All Right. Moore vertelde later zich te herinneren dat Elvis "uit het niets" dit nummer begon te doen waarna Sam Philips zijn hoofd om de deur stak, vroeg wat ze aan het doen waren en hen vervolgens aanspoorde een goed begin te vinden en het nog eens te proberen. Phillips begon snel de bandopname want dit was het geluid waar hij steeds naar had gezocht.[56]
    Drie dagen later draaide de in Memphis populaire dj Dewey Phillips That's All Right in zijn show Red, Hot, and Blue.[57] Luisteraars begonnen te bellen om te vragen wie die zanger was. De respons was zodanig dat Phillips de plaat nog een paar keer draaide in de laatste twee uur van zijn programma. Zelf was Presley te zenuwachtig om naar de radio te luisteren, hij was naar een plaatselijke bioscoop gegaan. Uiteindelijk wist men hem te bereiken, waarop hij naar het radiostation kwam. Daar gaf hij te kennen nog nooit geïnterviewd te zijn. Dewey Phillips stelde hem gerust door te stellen dat zolang hij maar niets schunnigs zou zeggen, alles prima was. Presley wist niet dat hij al die tijd al in de uitzending was. Toen hij Presley tijdens de uitzending interviewde, vroeg Phillips hem op welke middelbare school hij zat, om zodoende zijn etniciteit op te helderen voor de vele bellers die dachten dat de zanger zwart was.[58] Gedurende de dagen daarop kwam het trio weer in de studio samen voor een nieuwe en eveneens lange, vruchteloze sessie. In tegenstelling tot de vorige sessie was het nu Bill die in een pauze uit het niets uitbrak, ditmaal in een wilde versie van Blue Moon of Kentucky, een bluegrassnummer van Bill Monroe. De rest viel in en het resultaat was wederom een opname in een eigen stijl, met gebruikmaking van een geïmproviseerd echo-effect, door Sam Phillips 'slapback' genoemd. Een single werd geperst met That's All Right op de A-kant en Blue Moon of Kentucky als Bkant.[59] Het eerste optreden van het trio vond plaats op 17 juli in de Bon Air club, met Presley nog steeds op zijn kindergitaartje.[60] Aan het einde van de maand traden ze op in Overton Park Shell, met Slim Whitman als hoofdact. De combinatie van een sterke respons op ritme en zenuwen om voor een groot publiek te verschijnen maakte dat Presley tijdens het optreden met zijn benen schudde, waarbij zijn ruimgesneden broek zijn bewegingen zodanig accentueerden dat jongedames in het publiek begonnen te gillen.[61]Moore herinnerde zich: 'Tijdens de solo's liep hij van de microfoon weg, achteruit en speelde en schudde en de menigte werd gewoon gek.' Black, die zelf een geboren showman, draaide en bereed zijn bas terwijl hij noten speelde die Presley zich later zou herinneren als 'echt een wilde sound, iets als een jungle drum of zo.'[62] Het duurde niet lang voordat Moore and Black hun oude band opzegden om op geregelde basis met Presley op te treden, en dj annex promotor Bob Neal werd de manager van het trio. Van augustus tot oktober speelden ze vaak in de nachtclub Eagle's Nest club en keerden terug naar de Sun Studio voor meer opnamesessies.[63] Presley werd snel zelfverzekerder op het podium, aldus Moore: 'Zijn bewegingen waren een natuurlijke uiting, maar hij was zich er zeer bewust van waarmee hij een reactie teweegbracht. Hij deed een actie een keer en daarna ontwikkelde hij die snel.'[64] Op 2 oktober deed Presley zijn enige optreden in Nashvilles Grand Ole Opry; na een beleefde publieksreactie zei Opry manager Jim Denny tegen Phillips dat zijn zanger 'niet slecht' was maar niet in het programma paste.[65] Twee weken later was Presley geboekt voor de Louisiana Hayride, de belangrijkste en meer avontuurlijke concurrent van de Opry. De show had zijn basis in Shreveport en werd uitgezonden op 198 radiozenders in 28 staten. Tijdens de eerste set, waarop het publiek ingetogen reageerde, had Presley opnieuw last van zenuwen. Een meer beheerste en energieke tweede set kreeg een enthousiast onthaal.[66] De vaste drummer van de show, D.J. Fontana, bracht als nieuw element het aanvullen van Presleys bewegingen met drumaccenten die hij had opgedaan bij het spelen in stripclubs.[67] Spoedig na de show legde de Hayride Presley vast om een jaar lang zaterdagavond op te treden. Hij ruilde zijn gitaar in voor 8 dollar (het ging onmiddellijk bij het afval) en kocht voor 175 dollar een Martin. Het trio begon in nieuwe plaatsen op te treden, waaronder Houston en Texarkana.[68] Tegen de eerste maanden van 1955 hadden Presleys reguliere Hayride optredens, constante toeren en goed ontvangen platen van hem een regionale ster gemaakt van Tennessee tot West-Texas. In januari sloot Neal een formeel management contract met Presley af en bracht de zanger onder de aandacht van Colonel Tom Parker, die hij de beste promotor in de muziekindustrie vond. Parker, die eerder de succesvolle manager van de grote country star Eddy Arnold was, werkte op dat moment met de nieuwe belangrijkste countryzanger, Hank Snow. Parker boekte Presley op Snows tournee van februari.[69] [70] Toen de tour in Odessa, Texas, was beland zag een 19-jarige Roy Orbison Presley voor het eerst: 'Zijn energie was ongelofelijk, zijn instinct gewoon verbijsterend (...) Ik wist gewoon niet wat ik ervan moest denken, want er was geen referentiepunt in de cultuur om het mee te vergelijken.'[71] Presley maakte zijn televisiedebuut op 3 maart in de KSLA-TV-uitzending van de Louisiana Hayride. Kort daarop werd hij afgewezen na een auditie voor Arthur Godfrey's Talent Scouts van CBS-televisie. Tegen augustus had Sun tien plaatkanten uitgebracht van "Elvis Presley, Scotty and Bill"; op de meest recente opnames werd het trio aangevuld met een drummer. Een aantal van deze nummers, zoals That's All Right, behoorde tot wat een journalist uit Memphis beschreef als het 'R&B idioom van negerjazz'; andere, zoals Blue Moon of Kentucky, behoorden 'meer tot de countrystijl', 'maar beide types lieten een curieuze versmelting van beide muziekstijlen horen'.[72] Dit samengaan van genres bemoeilijkte het vinden van radio airplay voor Presleys muziek. Volgens Neal wilden veel disc jockeys
    in de country-muziek het niet draaien omdat hij te veel klonk als een zwarte artiest en geen van de rhythm-and-blues stations wilde er wat mee te maken hebben omdat 'hij te veel klonk als een hillbilly'. [73] De versmelting werd bekend als rockabilly. Destijds werd Presley op affiches afwisselend aangekondigd als "The King of Western Bop", "The Hillbilly Cat", and "The Memphis Flash".[74] Toen Presley in augustus 1955 Neals management contract verlengde, benoemde hij tegelijk Parker als zijn speciale adviseur.[75] Gedurende de hele tweede helft van het jaar onderhield de groep een uitvoerig toerschema.[76] Neal herinnerde zich: 'Het was bijna angstaanjagend, de reactie die Elvis opriep bij de puberjongens. Veel van hen waren zo jaloers dat ze hem haatten. Er waren momenten in sommige steden in Texas dat we zeker van politiebescherming moesten zijn omdat er altijd geprobeerd werd hem klappen te verkopen. Ze vormden een groep en probeerden hem op te wachten'[77] Het trio werd een kwartet toen Fontana, de drummer van de Hayride, toetrad als volledig bandlid. Halverwege oktober deden ze enkele shows als voorprogramma van Bill Haley, wiens Rock Around the Clock het vorige jaar een nummer 1-hit was geweest. Haley merkte op dat Presley een natuurlijk gevoel voor ritme had en adviseerde hem minder ballads te zingen.[78] Begin november werd Presley tot meestbelovende mannelijke artiest van het jaar verkozen op de Country Disc Jockey Convention.[79] Verschillende platenmaatschappijen hadden nu belangstelling voor hem getoond. Nadat drie grote platenlabels aanbiedingen tot 25.000 dollar deden, sloten Parker en Phillips op 21 november een overeenkomst met Steve Sholes van RCA Victor om Presleys contract met Sun af te kopen voor een niet eerder vertoond bedrag van 40.000 dollar, 35.000 voor Sam Phillips en 5000 voor Presley aan achterstallige royalty's die hij nog van Sun tegoed had.[80] Omdat Presley twintig en dus nog steeds minderjarig was, tekende zijn vader het contract.[81] Parker regelde met de eigenaars van Hill and Range Publishing, Jean en Julian Aberbach, het opzetten van twee constructies, Elvis Presley Music en Gladys Music, die verantwoordelijk waren voor al het nieuwe materiaal dat Presley zou opnemen. Tekstschrijvers werden verplicht om in ruil voor zijn uitvoering van hun materiaal een derde van hun gebruikelijke royalty's op te geven.[82] [noot 3] In december was RCA bezig zijn nieuwe zanger stevig te promoten en had nog voor het einde van de maand veel van zijn opnamen voor Sun heruitgebracht.[83]
    Op 10 januari 1956 maakte Presley in Nashville zijn eerste opnamen voor RCA.[84] Om een voller geluid te krijgen vulde RCA zijn inmiddels gebruikelijke begeleiders Moore, Black en Fontana aan met pianist Floyd Cramer, gitarist Chet Atkinsen drie achtergrondzangers, waaronder Gordon Stoker, de eerste tenor van het populaire kwartet de Jordanaires.[85] De sessie leverde het sombere en aparte Heartbreak Hotel op, dat op 27 januari als single uitgebracht werd.[84] Parker bracht Presley eindelijk op de nationale televisie door hem voor zes optredens in twee maanden te boeken in de Stage Show van CBS. Het in New York geproduceerde programma werd in wekelijkse afwisseling gepresenteerd door big band leiders en broers Tommy en Jimmy Dorsey. Na zijn eerste optreden op 28 januari, waarbij disc jockey Bill Randle hem introduceerde, bleef Presley in de stad om in de RCAstudio in New York op te nemen. Deze sessies leverden acht songs op, waaronder een cover van Carl Perkins' rockabilly volkslied Blue Suede Shoes. In februari bereikte Presleys I Forgot to Remember to Forget, een Sun-opname die aanvankelijk de vorige augustus was uitgebracht, de top van de Billboard country chart.[86]Neals contract werd opgezegd en op 2 maart werd Parker Presleys manager.[87] RCA Victor bracht Presleys debuutalbum Elvis Presley uit op 23 maart. De vijf niet eerder uitgebrachte Sun-opnamen en zeven recent opgenomen tracks leverden een grote variatie op. Twee countrynummers en een springerige popsong terzijde, zou de rest het evoluerende geluid van de rock-'n-roll definiëren: Blue Suede Shoes - volgens criticus Robert Hilburn Robert Hilburn 'in bijna elk opzicht een verbetering van Perkins' versie' en drie R&B-nummers die al enige tijd deel uitmaakten van Presleys podiumrepertoire, covers van Little Richard, Ray Charles en The Drifters. Zoals Hilburn schreef, waren deze 'de meest onthullende van allemaal. In tegenstelling tot veel blanke artiesten (...) die de ruwe randjes van de originele R&B versies uit de jaren 50 gladstreken, gaf Presley er een nieuwe vorm aan. Niet alleen injecteerde hij de songs met zijn eigen vocale persoonlijkheid, maar verving ook in alle drie de gevallen de piano door de gitaar als leadinstrument.'[88]Het werd het eerste rock-and-rollalbum dat de top van de Billboard-lijst haalde, en hield die positie tien weken vast. [84] Hoewel Presley geen vernieuwende gitarist was als Moore of contemporaine zwarte rockers Bo Diddley en Chuck Berry, houdt cultureel historicus Gilbert B. Rodman vol dat de coverfoto van het album, 'van Elvis die met een gitaar in zijn handen de tijd van zijn leven op het podium heeft een cruciale rol speelde in het positioneren van de gitaar (...) als het instrument dat het best de stijl en geest van deze nieuwe muziek vatte.'[89]
    Op 3 april vond de eerste van twee optredens in Milton Berle Show van NBC plaats. Presleys optreden, op het dek van de USS Hancock in San Diego, veroorzaakte gejuich en gegil uit het publiek van matrozen en hun dates.[90] Enkele dagen later beleefden Presley en zijn band een benauwd avontuur toen ze voor een opnamesessie naar Nashville vlogen en een van de motoren het begaf, zodat het vliegtuig bijna neerstortte in Arkansas.[91] Twaalf weken na de verschijningsdatum werd Heartbreak Hotel Presleys eerste nummer 1-hit in de hitparade. Tegen het einde van april begon Presley een residentie van twee weken in het New Frontier Hotel and Casino aan de Las Vegas Strip. De shows werden slecht ontvangen door de conservatieve middelbare hotelgasten - 'als een kroes maïsalcohol op een champagneparty', schreef een criticus in Newsweek.[92] Tijdens de duur van zijn Vegascontract tekende Presley, die serieuze acteerambities koesterde, een contract voor zeven jaar met Paramount Pictures.[93] Halverwege mei begon hij een tournee door het Midwesten waarbij hij 15 steden aandeed in even zoveel dagen.[94] In Vegas had hij verschillende optredens van Freddie Bell and the Bellboys bijgewoond en was getroffen door hun cover van Hound Dog, in 1953 een hit van blueszangeres Big Mama Thornton geschreven door het songschrijversduo Jerry Leiber & Mike Stoller. Het werd zijn nieuwe slotnummer.[95] Na een show in La Crosse werd een urgente boodschap op briefpapier van het lokale katholieke dagblad naar FBI-directeur J. Edgar Hoover gestuurd. De brief waarschuwde dat "Presley beslist een gevaar vormt voor de veiligheid van de Verenigde Staten. (...) Zijn handelingen en bewegingen zijn van dien aard dat ze de seksuele passie van de tienerjeugd gaande maken. (...) Na zijn optreden probeerden meer dan duizend tieners door te dringen tot Presleys kamer in het auditorium. (...) Aanwijzingen voor de schade die Presley zojuist in La Crosse aanrichtte waren twee schoolmeisjes (..) op wier buik en dijen Presleys handtekening stond." — Fensch (2001), p. 14-18[96] De tweede verschijning op de Milton Berle Show was op 5 juni in de NBC-studio in Hollywood, midden in een volgende hectische tournee. Berle overtuigde de zanger ervan zijn gitaar backstage te laten met het advies: "Laat jezelf zien, jongen."[97] Tijdens het optreden stopte Presley met een armzwaai abrupt een uptempo-uitvoering van Hound Dog en ging over in een langzame, schokkerig pulserende versie, geaccentueerd met energieke, overdreven lichaamsbewegingen.[98] Presleys roterende bewegingen brachten een storm van controverse teweeg.[99] Dagbladcritici waren woedend: Jack Gould van The New York Times schreef: "De heer Presley beschikt niet merkbaar over zangcapaciteiten (...) zijn frasering, als het al zo genoemd mag worden, bestaat uit de stereotiepe variaties die normaal gepaard aan met de aria's die een beginner in bad ten gehore brengt. (...) Zijn enige specialiteit is een prominente lichaamsbeweging (...) die vooral wordt geassocieerd met het repertoire van blonde seksbommen op een burleske catwalk.'" — Gould (1956)[100] Ben Gross van de New York Daily News was van mening dat populaire muziek haar laagste diepten wel had bereikt, "[..] met de "grom en kruis" manieren van een zekere Elvis Presley (...) Elvis, die zijn pelvis ronddraait (...) gaf een demonstratie die suggestief en vulgair was, gekleurd met een dierlijkheid die voorbehouden behoort te zijn aan louche nachtclubs en bordelen." — Guralnick en Jorgensen (1999), p. 73[101] Ed Sullivan, presentator van de populairste amusementsprogramma van de VS, verklaarde dat hem 'ongeschikt kijkmateriaal voor gezinnen'.[102] Presley was er niet blij mee dat hij "Elvis the Pelvis" genoemd werd, 'een van de kinderachtigste uitdrukkingen die ik ooit van een volwassene heb gehoord.'[103]
    De Berle-programma's haalden zulke hoge kijkcijfers dat Presley werd geboekt om op 1 juli te verschijnen in NBC's The Steve Allen Show te New York. Allen, zelf geen liefhebber van rock-'n-roll, introduceerde een 'nieuwe Elvis' voor met een witte vlinderstrik en zwarte jaspanden. Een kleine minuut zong Presley Hound Dog tegen een met hoge hoed en vlinderstrik getooide basset hound. In de woorden van televisiehistoricus Jake Austen, 'Allen vond Presley talentloos en absurd (...) [hij] zette de zaak zo op dat Presley berouw zou tonen'.[104] Zelf schreef Allen later dat hij Presleys 'vreemde, lange
    plattelandsjongen-charisma, zijn moeilijk te beschrijven schattigheid en zijn charmante eccentriciteit intrigerend' vond en de zanger gewoon inpaste in het gebruikelijke 'komedieweefsel' van zijn programma.[105] Vlak voor de laatste repetitie voor het programma zei Presley tegen een verslaggever: 'Ik houd me in in dit programma. Ik wil voorkomen dat mensen mij niet mogen. Ik denk dat de tv belangrijk is dus ik doe mee, maar ik kan hier niet dezelfde show geven als op het podium.'[106] Presley zou later aan The Steve Allen Show refereren als het belachelijkste optreden uit zijn loopbaan.[107] Later die avond verscheen hij in Hy Gardner Calling, een populair lokaal tvprogramma. Op de vraag of hij iets had geleerd van alle kritiek die over hem heen was neergedaald, antwoordde Presley: "Nee, dat heb ik niet, ik heb niet het gevoel dat ik iets verkeerds doe. (...) Ik zie niet in hoe welke muzieksoort dan ook een slechte invloed op mensen zou kunnen hebben, want het is slechts muziek. (...) Ik bedoel, hoe zou rock-'n-roll nou mensen tegen hun ouders kunnen opzetten?'" — Guralnick en Jorgenson (1999), p. 73[108] De volgende dag nam Presley Hound Dog op, samen met Any Way You Want Me (That's How I Will Be) en Don't Be Cruel. The Jordanaires verzorgden de harmoniezang, net als in The Steve Allen Show; tot ver in de jaren 1960 zouden ze met Presley werken. Enkele dagen daarna gaf de zanger een openluchtconcert in Memphis waar hij verklaarde: "Weten jullie, die mensen in New York kunnen mij niet veranderen. Vanavond zal ik jullie laten zien hoe de echte Elvis is." — Jorgensen (1998), p. 51[109] In augustus beval een rechter in Jacksonville in Florida Presley om zijn podiumoptreden in te tomen. Het hele volgende optreden hield hij zich voornamelijk bewegingloos, maar bespotte wel het bevel door zijn pink suggestief heen en weer te bewegen.[110] De single die Don't Be Cruel paarde aan Hound Dog beheerste 11 weken de toppen van de hitlijsten - een mijlpaal die pas 36 jaar later zou worden gepasseerd.[111] De sessies voor Presleys tweede album vonden in de eerste week van september plaats in Hollywood. Leiber en Stoller, de schrijvers van Hound Dog, droegen de ballad Love Me bij. [112] Allen had met Presley in het programma voor het eerst de kijkcijfers van CBS' Ed Sullivan Show verslagen. Ondanks zijn oordeel uit juni, boekte Sullivan de zanger voor drie optredens tegen een niet eerder vertoond bedrag van 50.000 dollar.[113] De eerste was op 9 september 1956 en werd bekeken door ongeveer 60 miljoen kijkers - een record van 82.6 procent van het televisiepubliek. [114] Als vervanger van de van een auto-ongeluk herstellende Sullivan presenteerde acteur Charles Laughton het programma.[115] Die avond verscheen Presley in twee segmenten vanuit CBS Television City in Los Angeles. De legende wil dat Presley alleen van boven zijn middel gefilmd werd. Bij het samen met zijn producer bekijken van fragmenten uit de Allen en Berle-programma's had Sullivan verkondigd dat Presley 'onder het kruis van zijn broek een soort attribuut heeft hangen, zodat je de contouren van zijn jongeheer kon zien als hij zijn benen heen en weer bewoog (...) Volgens mij is het een colaflesje (...) We kunnen dit echt niet hebben op een zondagavond. Dit is een familieprogramma!'[116] In het openbaar zei Sullivan tegen TV Guide: 'Wat zijn roterende bewegingen betreft, dat kan allemaal worden beheerst met camerashots.'[117] In werkelijkheid werd Presley in het eerste en tweede programma ten voeten uit getoond. Hoewel het camerawerk tijdens zijn debuut relatief discreet was gehouden, met close-ups die zijn benen uit beeld hielden als hij danste, reageerde het studiopubliek op de gebruikelijke gillende manier.[118] [119] Presleys uitvoering van zijn aanstaande single, de ballad Love Me Tender, resulteerde in een recordbrekende miljoen voorbestellingen. [120] Meer dan enig ander evenement was het deze eerste verschijning in The Ed Sullivan Show die van Presley een nationale celebrity van nauwelijks eerder geziene proporties maakte.[115] Presleys opgang naar roem ging gepaard met een culturele verschuiving die hij zowel medeinspireerde als symboliseerde. Historicus Marty Jezer: "[Met het ontsteken van] de grootste poprage sinds Glenn Miller en Frank Sinatra (...) bracht Presley rock-'n-roll in de mainstream van de massacultuur. Presley bepaalt het artistieke tempo en andere artiesten volgen. (...) Meer dan wie dan ook gaf Presley jongeren een geloof in zichzelf als een aparte en op een of andere manier verenigde generatie - de eerste in Amerika die
    de kracht van een integrale jongerencultuur voelde." — Jezer (1982), p. 281[121]
    De publieksrespons bij Presleys optredens werd steeds verhitter. Moore herinnerde zich: 'Als hij begon met "You ain't nothin' but a Hound Dog" gingen ze stuk. Ze reageerden altijd op dezelfde manier. Elke keer was er tumult.'[122] Bij de twee concerten die hij in september gaf op de Mississippi-Alabama Fair and Dairy Show, werden om problemen met de menigte te voorkomen 50 man van de National Guard toegevoegd aan de politiebeveiliging.[123] In oktober werd Presleys Elvis getitelde tweede album uitgebracht. Het steeg snel naar nummer 1. Toen rockcriticus Dave Marsh de balans opmaakte van de muzikale en culturele impact van Presleys opnamen vanaf That's All Right tot en met Elvis, schreef hij dat 'deze platen, meer dan welke dan ook, bevatten de kiem van wat rock & roll was, was geweest en, voor zover te voorzien was, hoogstwaarschijnlijk zou gaan worden'.[124]
    Presley keerde op 28 oktober terug naar de Ed Sullivan Show in de hoofdstudio in New York, deze keer gepresenteerd door de naamgever. Na het optreden werden afbeeldingen van hem door menigten in Nashville en St. Louis ritueel verbrand.[115] Op 21 november ging zijn eerste speelfilm, Love Me Tender, in première. Hoewel hij niet bovenaan het affiche stond, werd de aanvankelijke titel van de film, The Reno Brothers, veranderd om te kapitaliseren op zijn laatste nummer-1 hit: Love Me Tender was eerder die maand bovenaan de hitlijsten gekomen. Om nog meer van Presleys populariteit te profiteren, werden aan de oorspronkelijke strikte acteursrol vier muzieknummers toegevoegd. Hoewel de critici de film kraakten, deed hij het goed bij de bioscoopbezoekers.[93] Op 4 december kwam Presley bij Sun Records langs, waar Carl Perkins en Jerry Lee Lewis aan het opnemen waren en jamde met hen. Hoewel Phillips niet langer het recht had om materiaal van Presley uit te brengen, zorgde hij ervoor dat de sessie op tape stond. Het resultaat werd legendarisch als The Million Dollar Quartet - lang werd aangenomen dat ook Johnny Cash meespeelde, maar Cash was op Phillips' uitnodiging alleen kort aanwezig voor een fotomoment.[125] Het jaar eindigde met een verhaal op de voorpagina van The Wall Street Journal dat meldde dat de opbrengst van Presley merchandise 22 miljoen dollar was, boven op de platenverkoop[126]en Billboard verklaarde dat hij met meer nummers in de top 100 had gestaan dan enig andere artiest sinds het begin van de hitlijst.[127]Tijdens zijn eerste volle kalenderjaar bij RCA, een van de grootste maatschappijen in de muziekindustrie, was Presley verantwoordelijk voor meer dan 50 procent van de singleverkoop van het label.[120]
    Op 6 januari 1957 trad Presley voor de derde en laatste maal op in de Ed Sullivan Show - nu inderdaad slechts vanaf zijn middel getoond. Sommige commentatoren claimen dat Parker een indruk van censuur in scène zette om publiciteit te genereren.[128] Hoe dan ook, zoals criticus Greil Marcus zegt, Presley 'bond niet in. De gewoontjes aandoende kleding die hij voor de eerste twee shows had gedragen achter zich latend, kwam hij het podium op in het extravagante kostuum van een pasja, zo niet een haremmeisje. Van de oogmake-up, het in zijn gezicht vallende haar, de overweldigende seksuele stand van zijn mond speelde hij met alle remmen los Rudolph Valentino in The Sheik.'[129] Ter afsluiting liet hij zijn variatiebreedte zien door, in weerwil van Sullivans wensen, de tedere zwarte spiritual Peace in the Valley te zingen. Aan het einde van de show noemde Sullivan Presley 'een echte fatsoenlijke, fijne knul.'[130] Twee dagen later kondigde de indelingsraad van Memphis aan dat Presley zou worden geclassificeerd als 1-A en waarschijnlijk datzelfde jaar zou worden opgeroepen voor de vervulling van zijn militaire dienstplicht.[131]
    Elk van de drie singles die in de eerste helft van 1957 werden uitgebracht bereikte de eerste plaats: Too Much, All Shook Up en (Let Me Be Your) Teddy Bear. Hij was al een internationale ster en had zelfs fans waar zijn muziek niet officieel werd uitgebracht. Met de kop 'Platen van Presley een rage in de Sovjet-Unie' rapporteerde de The New York Times dat zijn muziek op persingen van afgeschreven röntgenplaten voor hoge prijzen verkocht werden in Leningrad.[132] Tussen film- en plaatopnamen door vond de zanger ook tijd om voor zijn ouders en zichzelf een landhuis met achttien kamers (13 km)
    ten zuiden van het centrum van Memphis aan te schaffen: Graceland.[133] het album Loving You, de soundtrack van zijn tweede film Loving You, was in juli uitgebracht en werd Presleys derde achtereenvolgende album dat op nummer 1 kwam. De titelsong was geschreven door Leiber en Stoller, die vervolgens werden vastgelegd om vier van de zes songs te leveren die werden opgenomen tijdens de sessies voor Jailhouse Rock, Presleys volgende film. Het songschrijversteam produceerde feitelijk de sessies voor Jailhouse en ontwikkelden een nauwe werkrelatie met Presley, die hen als zijn 'talisman' ging beschouwen.[134] 'Hij was snel,' beschreef Leiber zijn werkervaring met Presley. 'Elke demo die je hem gaf kende hij binnen tien minuten uit zijn hoofd.'[135] Stoller had bewondering voor zijn repertoirekennis: "We waren verrast door de kennis die hij over zwarte muziek had. Wij dachten wel dat hij van die bijzondere stembanden en alles had, maar we beseften niet dat hij zoveel over de blues wist. We waren behoorlijk verrast te merken dat hij er net zoveel over wist als wij. Hij wist zeker veel meer dan wij over country music en gospel." Stoller viel ook op dat Presley door zijn manager en entourage werd 'beschermd' en 'afgezonderd werd gehouden.'[136] Presley ondernam dat jaar drie korte tournees en bleef een uitzinnige publieksrespons krijgen. [137] Een krant in Detroit suggereerde dat 'het probleem van naar Elvis Presley gaan is dat je kans maakt gedood te worden.'[138] Studenten van Villanova bekogelden hem met eieren in Philadelphia, [139] en in Vancouver werd het podium vernield toen na de show opstootjes onder het publiek ontstonden.[140] Frank Sinatra, in de jaren 1940 fameus inspirator van het flauwvallen van tienermeisjes, veroordeelde het nieuwe muziekfenomeen. In een tijdschriftartikel keurde hij rock-'n-roll af als 'barbaars, lelijk, degeneratief, kwaadaardig (...): "Het moedigt bij jonge mensen bijna uitsluitend negatieve en destructieve reacties aan. Het ruikt onoprecht en nep. Het wordt vooral gezongen, gespeeld en geschreven door stompzinnige idioten. (...) Dit ranzig ruikende seksueel stimuleringsmiddel betreur ik.'" — Turner (2004), p. 104[141] Om een reactie gevraagd, zei Presley: "Ik bewonder de man. Hij heeft het recht te zeggen wat hij wil. Hij is een enorm succes en een knap acteur, maar ik denk dat hij dit niet had moeten zeggen. (...) Dit is net zo goed een trend als waar hij mee te maken had toen hij jaren geleden begon." — Guralnick (1994), p. 437[142]
    Leiber and Stoller waren opnieuw in de studio voor de opnamen van Elvis' Christmas Album. Tegen het einde van de sessie schreven zij op Presleys verzoek ter plekke een nummer: "Santa Claus Is Back In Town", een met toespelingen geladen blues.[143] De seizoensrelease rekte Presleys keten van nummer 1-albums op naar vier en zou uiteindelijk het bestverkochte Kerstalbum aller tijden worden. [144] [145] Moore en Black, die slechts bescheiden weeksalarissen genoten en niet meedeelden in Presleys grote financiële succes, zegden na de sessies op. Hoewel ze enkele weken later werden teruggehaald op een dagelijkse basis, was het duidelijk dat ze al enige tijd geen deel meer hadden uitgemaakt van Presleys kliek.[146] Op 20 december ontving Presley zijn oproep voor militaire dienst. Hem werd uitstel verleend voor het afmaken van de komende film King Creole, waarin reeds 350.000 dollar was geïnvesteerd door Paramount en producer Hal Wallis. Enkele weken in het nieuwe jaar werd Don't, een nieuw nummer van Leiber en Stoller, Presleys tiende nummer 1-hit, slechts 21 maanden nadat "Heartbreak Hotel" hem voor het eerst naar de top had gebracht. Half januari werden de opnamesessies voor de soundtrack van King Creole soundtrack in Hollywood gehouden. Leiber en Stoller leverden drie liedjes en waren wederom bij de hand, maar het zou de laatste keer zijn dat ze nauw met Presley samenwerkten.[147] Een studiosessie op 1 februari markeerde een ander einde: het was de laatste gelegenheid dat Black met Presley werkte. Hij stierf in 1965.[148] Op 24 maart werd Presley in het U.S. Army opgenomen als gewoon soldaat in Fort Chaffee, vlak bij Fort Smith (Arkansas) in Arkansas. Zijn aankomst was een grote mediagebeurtenis. Honderden mensen kwamen op Presley af toen hij uit de bus stapte; fotografen vergezelden hem in het fort. [149] Presley kondigde aan dat hij uitkeek naar zijn militaire tijd en zei dat hij niet anders dan een ander behandeld wenste te worden: 'Het leger kan met mij alles doen wat ze willen.'[150]
    Kort nadat Presley begonnen was met zijn basistraining in Fort Hood, Texas, kreeg hij bezoek van Eddie Fadal, een zakenman die hij tijdens een tour had ontmoet. Volgens Fadal was Presley ervan overtuigd geraakt dat zijn carrière afgelopen was: 'Daarvan was hij vast overtuigd.'[151] Maar toen nam Presley begin juni tijdens een verlof van twee weken vijf nummers op in Nashville.[152] Begin augustus werd bij zijn moeder hepatitis gediagnosticeerd en haar toestand ging snel achteruit. Presley werd een noodverlof toegestaan om haar te bezoeken en hij kwam op 12 augustus in Memphis aan. Twee dagen later overleed ze aan hartfalen, 46 jaar oud. Presley was gebroken:[153] hun relatie was altijd extreem hecht gebleven - zelfs in zijn volwassenheid gebruikten ze nog babytaal tegen elkaar en Presley sprak haar aan met koosnaampjes.[154] Na zijn training voegde Presley zich op 1 oktober bij de 3rd Armored Division te Friedberg in Duitsland. [155] Nadat een sergeant hem op manoeuvre kennis liet maken met amfetamines werd hij 'praktisch evangelisch over de voordelen daarvan' - niet alleen vanwege de energie, maar ook voor de 'kracht' en het gewichtsverlies - en veel van zijn vrienden in de eenheid deden zich er mede aan tegoed.[156] Het leger leerde Presley ook kennismaken met karate, dat hij serieus beoefende en later in zijn optredens inpaste.[157] Medesoldaten hebben getuigd van Presleys wens om ondanks zijn roem gezien te worden als een geschikte, normale soldaat, en van zijn vrijgevigheid. Hij schonk zijn legersalaris aan liefdadigheid, kocht televisietoestellen voor de basis en een extra set legerkleding voor iedereen in zijn eenheid.[158]
    In Friedberg ontmoette Presley de veertien jaar oude Priscilla Beaulieu. Uiteindelijk zouden ze trouwen na een verkering van zeven en een half jaar.[159] In haar autobiografie zegt Priscilla dat ondanks zorgen dat het zijn carrière zou ruïneren, Parker Presley ervan overtuigde dat hij, om respect bij de bevolking af te dwingen, zijn land als een normaal soldaat moest dienen en niet bij de Speciale Dienst, waar hij de gelegenheid zou krijgen om op te treden en in contact met het publiek te blijven. [160] Verslagen in de media echoden Presleys zorgen over zijn loopbaan, maar RCA producer Steve Sholes en Freddy Bienstock van Hill and Range hadden de overbrugging van zijn hiaat van twee jaar zorgvuldig voorbereid. Gewapend met een aanzienlijke hoeveelheid onuitgebracht materiaal hielden ze een regelmatige stroom van succesvolle muziekuitgaven gaande.[161] Tussen zijn indiensttreding en ontslag had Presley tien top 40 hits, waaronder in 1958 Wear My Ring Around Your Neck, de bestseller Hard Headed Woman en One Night, en in 1959 (Now and Then There's) A Fool Such as I en de nummer-één A Big Hunk o' Love.[162] In deze periode genereerde RCA ook vier albums met het compileren van oud materiaal, waarvan Elvis' Golden Records uit 1958 het succesvolst was en de derde plaats op de albumlijst haalde.[163] Op 2 maart 1960 keerde Presley terug naar de VS en kreeg op 5 maart eervol ontslag met de rang van sergeant.[164] De trein die hem van New Jersey naar Tennessee bracht werd de hele weg bestormd door een menigte en Presley werd verzocht om zich te laten zien op haltes die in het schema waren opgenomen teneinde zijn fans een plezier te doen.[165] Laat op de avond van 20 maart arriveerde hij bij de studio van RCA te Nashville om tracks op te nemen voor een nieuw album en de single Stuck on You, die met spoed werd uitgebracht en snel een nummer 1-hit werd.[166] Twee weken later leverde een andere sessie te Nashville een paar ballads op die tot zijn bestverkopende singles zouden gaan behoren, It's Now or Never en Are You Lonesome Tonight?, en de rest van Elvis Is Back! Het album bevat enkele nummers die Greil Marcus omschreef als verzadigd van Chicago blues: 'dreiging, gedreven door Presleys eigen supergoed opgenomen akoestische gitaar, briljant spel van Scotty Moore, en demonisch saxofoonwerk van Boots Randolph. Elvis' zang was niet sexy, die was pornografisch.'[167] Het album als geheel 'onthulde de visie van een zanger die alles kon zijn', in de woorden van historicus John Robertson: 'een flirterig tieneridool met een hart van goud; een verleidelijke, gevaarlijke minnaar; een emotionele blueszanger; een verfijnde nachtclubentertainer; een rauwe rocker'.[168] Op 12 mei keerde Presley terug op de televisie, als gast op The Frank Sinatra Timex Special – ironisch voor beide sterren, gegeven Sinatra's nog vrij recente filering van rock-'n-roll. De show, ook bekend als Welcome Home Elvis, was eind maart opgenomen, de enige keer in het gehele jaar dat Presley voor een publiek optrad. Parker bedong een som van 125.000 dollar, een ongehoord bedrag voor slechts acht minuten zingen. De uitzending trok een enorm aantal kijkers.[169] In oktober was G.I. Blues, de soundtrack van Presleys eerste film sinds zijn terugkeer, een nummer 1album. Zijn eerste lp met religieus materiaal, His Hand in Mine, volgde twee maanden later. Het album
    bereikte in de VS nummer 13 op de popalbumlijst en in Groot-Brittannië nummer 3, opmerkelijke cijfers voor een gospel album. In februari 1961 gaf Presley twee concerten ten behoeve van een benefietevenement in Memphis waarmee 24 plaatselijke liefdadigheidsorganisaties gediend waren. Tijdens een lunch die aan het evenement voorafging presenteerde RCA hem met een plakkaat dat een wereldwijde verkoop van meer dan 75 miljoen platen certificeerde.[170] Halverwege maart leverde een twaalf uur durende sessie in Nashville bijna Presleys gehele volgende studioalbum op, Something for Everybody.[171] Zoals John Robertson het omschreef, waren de opnamen exemplarisch voor de Nashville-sound, de beheerste, kosmopolitische stijl die countrymuziek in de jaren 1960 definieerde. Vooruitwijzend naar veel van wat er gedurende het volgende halve decennium van Presley zelf zou komen, is het album album grotendeels 'een plezierige, ongevaarlijke pastiche van de muziek die ooit Elvis' geboorterecht was.'[172] Het zou zijn zesde nummer-één lp worden. Op 25 maart vond in Hawaï opnieuw een benefietconcert plaats, waarmee geld werd ingezameld voor een gedenkteken voor de aanval op Pearl Harbor. Het was Presleys laatste publieke optreden voor de komende zeven jaar.[173] Parker had Presley gemanoeuvreerd in een druk werkschema van het maken van op een formule gebaseerde en van een bescheiden budget voorziene muzikale filmkomedies. Aanvankelijk stond Presley op het najagen van serieuze rollen, maar toen twee films met een wat dramatischer aard - Flaming Star (1960) en Wild in the Country (1961) - minder commercieel succes boekten, legde hij zich bij de formule neer. Ook onder de 27 films die hij in de jaren 1960 maakte waren nog enkele uitzonderingen op de formule.[174] Zijn films werden bijna universeel gekraakt; criticus Andrew Caine serveerde ze af als een 'tempel van slechte smaak'.[175] Nietteman waren ze vrijwel allemaal winstgevend. Hal Wallis, producent van negen van deze films, verklaarde: 'Een Presley-film is de enige zekerheid die Hollywood kent'.[176] Vijftien van Presleys films uit de jaren zestig werden vergezeld door soundtrackalbums en nog eens vijf door soundtrack-ep's. De snelle productie- en releaseprogramma's van de films - geregeld speelde hij de hoofdrol in drie films per jaar - beïnvloedden zijn muziek. Volgens Jerry Leiber was de soundtrackformule al evident voordat Presley in het leger ging: 'drie ballads, een mediumtempo- en een uptempolied en nog een break blues boogie.'[177] Naarmate het decennium vorderde, liep de kwaliteit van de soundtrackliedjes 'steeds sneller achteruit'.[178] Julie Parrish, die speelde in Paradise, Hawaiian Style (1966), zegt dat hij veel van de voor zijn films gekozen nummers haatte.[179] Gordon Stoker van de Jordanaires beschrijft hoe Presley afstand nam van de microfoon in de studio: 'Het materiaal was zo slecht dat hij het gevoel had dat hij het niet kon zingen.'[180] De meeste van de filmalbums bevatten een of twee songs van gerespecteerde schrijvers zoals het team Doc Pomus en Mort Shuman. Maar volgens biograaf Jerry Hopkins leek het over het algemeen alsof de nummers 'in opdracht [werden] geschreven door mannen die Elvis noch rock-'n-roll ooit echt begrepen hadden.'[181] Er is naar voren gebracht dat Presley de songs ongeacht hun niveau in het algemeen goed en met toewijding zong.[182] Criticus Dave Marsh hoorde echter het tegenovergestelde: 'Presley probeert niet eens, wat waarschijnlijk de verstandigste benadering is in de confrontatie met materiaal zoals "No Room to Rumba in a Sports Car" en "Rock-a-Hula Baby"'.[183] In de eerste helft van het decennium bereikten drie van Presleys soundtrackalbums de eerste plaats op de poplijst. Enkele van zijn populairste liedjes waren afkomstig van zijn films, zoals Can't Help Falling in Love (1961) en Return to Sender (1962). (Viva Las Vegas, de titeltrack van de film uit 1964, was een kleine hit als B-kantje en werd pas later echt populair.) Maar net als de artistieke werd ook de commerciële opbrengst steeds kleiner. Tijdens de periode van vijf jaar van 1964 tot en met 1968 had Presley slechts een top 10-hit: Crying in the Chapel (1965), een gospel die al in 1960 opgenomen was. Wat niet-filmgerelateerde albums betreft, tussen juni 1962, toen Pot Luck werd uitgebracht, en november 1968, toen de soundtrack van de televisiespecial die zijn comeback inluidde verscheen, werd slechts een lp met nieuw materiaal van Presley uitgebracht: het gospelalbum How Great Thou Art (1967). Het leverde hem op de 10e Grammy Awards zijn eerste Grammy Award op, voor Best Sacred Performance. Zoals Marsh beschreef, was Presley 'waarschijnlijk de grootste blanke gospelzanger van zijn tijd [en] werkelijk de laatste rock-'n-rollartiest die van gospel een even belangrijke hoeksteen van zijn muzikale persoonlijkheid maakte als van zijn seculiere liedjes.'[184] Kort voor Kerstmis 1966, meer dan zeven jaar na hun eerste kennismaking, deed Presley Priscilla Beaulieu een huwelijksaanzoek. Ze trouwden op 1 mei 1967, in een korte ceremonie in hun suite in het Aladdin Hotel in Las Vegas.[185] De stroom formulefilms en soundtracks van de lopende band hield aan. Pas in oktober 1967, toen de verkoop van het soundtrackalbum Clambake een laagterecord vestigde voor een nieuw album van
    Presley, erkenden RCA executives dat er een probleem was. De historici Connie Kirchberg en Marc Hendrickx schreven: "Tegen die tijd was de schade natuurlijk al aangericht. Elvis werd door serieuze muziekliefhebbers als een belachelijke figuur beschouwd en door iedereen behalve zijn meest loyale fans als geweest
    Op 1 februari 1968 werd Presleys enige kind geboren, Lisa Marie, in een periode waarin hij diep ongelukkig met zijn loopbaan geworden was.[187] Slechts twee van de acht singles die tussen januari 1967 en mei 1968 waren uitgebracht haalden de top 40, met nummer 28 als hoogste notering.[188] Zijn te verschijnen soundtrackalbum Speedway zou ten onder gaan op nummer 82 op de hitlijst van Billboard. Parker had zijn plannen al naar de televisie verschoven, waar Presley sinds de Sinatra Timex show uit 1960 niet op was verschenen. Hij onderhandelde een overeenkomst met NBC dat het netwerk verplichtte tot de financiering van de uitzending van een Kerstspecial.[189] De special, eenvoudig Elvis getiteld, werd laat in juni opgenomen te Burbank in Californië en uitgezonden op 3 december 1968. De show, later bekend geworden als de '68 Comeback Special, bevatte zowel overvloedig gearrangeerde studioproducties als songs die met een band voor een klein studiopubliek werden uitgevoerd, Presleys eerste live optredens sinds 1961. De livesegmenten toonden Presley gekleed in strak zwart leer, zingend en gitaarspelend in een uitgelaten stijl die veel deed denken aan zijn vroege rock-'n-rolldagen. Bill Belew, de ontwerper van deze kledij, had er een Napoleonitaanse opstaande kraag aan meegegeven (Presley droeg gewoonlijk hoge kragen omdat hij geloofde dat zijn hals te lang leek), een ontwerpdetail waarvan hij later een handelsmerk zou maken met de kostuums die Presley in zijn latere jaren op het podium droeg. Regisseur en coproducent Steve Binder had hard gewerkt om de zenuwachtige zanger gerust te stellen en een show te produceren die ver af stond van het uur Kerstiedjes die Parker aanvankelijk had gepland.[190] De show werd het best bekeken programma van NBC dat seizoen en boeide 42 procent van het totale kijkerspubliek.[191] Jon Landau van het tijdschrift Eye merkte op: 'Er is iets magisch aan het zien hoe een man die zichzelf kwijt was de weg naar huis terug vindt. Hij zong met het soort kracht dat mensen niet langer van rock-'nrollzangers verwachten. Hij bewoog zijn lichaam met een gebrek aan pretentie en een moeiteloosheid die Jim Morrison groen van afgunst moet hebben gemaakt.'[192] Dave Marsh noemt het optreden er een van 'emotionele grandeur en historische resonantie.'[193] Een op 29 juni geschoten foto werd 'een van de bekendste foto's' van Presley nadat een aangepaste versie in juni 1969 op de cover van Rolling Stone verscheen.[194] In januari 1969 bereikte de speciaal voor de special geschreven single If I Can Dream nummer 12. Het soundtrackalbum kwam in de top tien. Volgens zijn vriend Jerry Schilling herinnerde de special Presley aan hetgeen 'hij jarenlang niet had kunnen doen, zelf de mensen selecteren, zelf kiezen welke songs en niet opgedragen krijgen wat er op een soundtrack moest staan. (...) Hij was uit de gevangenis'. [195] Binder zei over Presleys reactie: "Ik liet Elvis de show van zestig minuten zien en hij zei tegen me in de viewingkamer: "Steve, dit is het geweldigste dat ik ooit in mijn leven heb gedaan. Ik geef je mijn woord dat ik nooit meer een liedje zal zingen waar ik niet in geloof"." — Kubernick (2008), p. 26[196]
    Aangemoedigd door de ervaring met de Comeback Special, nam Presley in januari en februari 1969 enthousiast deel aan een productieve reeks opnamesessies in de American Sound Studio te Memphis. Als eerste resultaat van de sessies verscheen in juni 1969 het geprezen album From Elvis in Memphis. Het was zijn eerste seculiere, non-soundtrack album uit een toegewijde periode in de studio sinds acht jaar. Vanaf deze sessies werd soul een centraal element in Presleys fusie van stijlen.[197] Zoals Dave Marsh beschreef, is het 'een meesterwerk waarin Presley onmiddellijk aansluit bij trends in de popmuziek die aan hem voorbij leken te zijn gegaan gedurende de filmjaren. Met waarachtige overtuiging zingt hij country, soul en rockers, een verbluffende prestatie.'[198] Presley stond op scherp om het regelmatig geven van live optredens te hernemen. Na het succes van de Comeback Special kwamen er vanuit de hele wereld voorstellen. Het London Palladium bood Parker 28.000 dollar voor een engagement van een week. Hij antwoordde, 'Dat is prima voor mij, maar
    hoeveel kun je bieden voor Elvis?'[199] In mei kondigde het gloednieuwe International Hotel in Las Vegas, dat opschepte over de grootste showroom in de stad te beschikken, aan dat het Presley had geboekt voor 57 shows in vier weken, te beginnen op 31 juli. Moore, Fontana en de Jordanaires weigerden mee te doen, bang om het lucratieve sessiewerk dat ze in Nashville hadden kwijt te raken. Presley stelde nieuwe, eersteklas begeleiding samen, met gitarist James Burton als leider en onder meer twee gospel groepen, The Imperials en de Sweet Inspirations.[200] Niettemnin was hij zenuwachtig: zijn enige eerdere Las Vegas engagement, in 1956, was een ongelukkige ervaring geweest en hij was die mislukking vergeten noch vergeven. Teneinde zijn benadering van optredens te herzien, bezocht Presley in Las Vegas hotelshowrooms en -lounges en kwam daarbij in de Flamingo in aanraking met Tom Jones, wiens agressieve stijl veel leek op zijn eigen benadering uit de jaren 1950; de twee werden vrienden. Presley, die toen allang karate beoefende, nam Bill Belew in de arm om varianten op de 'gis' van karateka's voor hem te ontwerpen; in de vorm van jumpsuits zouden deze uitgroeien tot zijn 'podiumuniform' in zijn latere jaren. Parker, vastbesloten om van Presleys terugkeer het showbusinessevenement van het jaar te maken, hield toezicht over een grote promotionele duw. Hoteleigenaar Kirk Kerkorian zorgde er op zijn beurt voor dat zijn eigen vliegtuig vanuit New York rockjournalisten invloog voor het eerste optreden.[201] Zonder introductie liep Presley het podium op. Het 2200-koppige publiek, waaronder veel celebrities, gaf hem nog voor hij een noot gezongen had een staande ovatie en nog een na zijn optreden. Een derde volgde na zijn toegift, Can't Help Falling in Love (het nummer dat het grootste deel van de jaren 1970 zijn afsluitingslied zou worden).[202]Toen een journalist tijdens de na afloop van de show gehouden persconferentie hem 'The King' noemde, wees Presley op Fats Domino, die de scène in zich opnam. 'Nee,' zei Presley, 'dat is de echte king of rock and roll.'[203] De volgende dag resulteerden Parkers onderhandelingen met het hotel in een vijfjarig contract voor Presley om elke februari en augustus te komen optreden tegen een jaarsalaris van 1 miljoen dollar.[204] Het weekblad Newsweek commentarieerde, 'Een aantal dingen aan Elvis zijn ongelooflijk, maar het meest ongelooflijke is wel zijn langdurige verblijf aan de top in een wereld waar meteorische loopbanen verbleken als vallende sterren.'[205] Rolling Stone noemde Presley 'bovennatuurlijk, zijn eigen wederopstanding.'[206] In november ging Change of Habit in première, Presleys laatste film die geen concertregistratie was. Dezelfde maand verscheen het dubbelalbum From Memphis To Vegas/From Vegas To Memphis; de eerste lp bestond uit live-opnamen uit het International, de tweede uit meer stukken van de American Sound sessies. Suspicious Minds bereikte de top van de hitlijsten - Presleys eerste nummer-één op de Amerikaanse poplijst in meer dan zeven jaar en tevens zijn laatste.[207] Cassandra Peterson, die later het in Amerika populaire televisiepersonage Elvira gestalte zou geven, ontmoette Presley in deze periode in Las Vegas, waar ze als showgirl werkte. Van hun ontmoeting herinnerde ze zich: "Hij was zo antidrugs toen ik hem ontmoette. Ik vertelde hem dat ik marijuana rookte en hij was gewoon verbijsterd. Hij zei: "Doe dat nooit meer."" — Stein (1997)[208] Presley was niet alleen sterk tegen recreationeel gebruik van drugs, hij dronk ook zelden. Verschillende van zijn familieleden waren alcoholisten, een lot dat hij wenste te vermijden.[209] Begin 1970 keerde Presley naar het International terug voor de eerste van de twee engagementen van een maand daar, waarbij hij twee shows per avond gaf. Opnamen van deze shows werden uitgebracht op het album On Stage.[210] Eind februari gaf Presley zes shows in het Houston Astrodome en brak het bezoekersrecord.[211] In april kwam de single The Wonder of You uit – een nummer 1-hit in GrootBrittannië alsmede in de Amerikaanse adult contemporary-hitlijst. In augustus filmde MGM repetities en concertbeelden in het International voor de documentaire Elvis: That's the Way It Is. Inmiddels trad Presley op in een jumpsuit, die een handelsmerk van zijn liveoptredens zou worden. In die periode werd hij met de dood bedreigd, waarbij 50.000 dollar werd geëist. Al sinds de jaren 1950 was Presley het doelwit van vele bedreigingen geweest, vaak zonder dat hij op de hoogte was.[212] De FBI nam de bedreiging au seriéux en voor de volgende twee shows werd de beveiliging versterkt. Met een Derringer vuurwapen in zijn rechterlaars en een .45 pistool in zijn ceintuur betrad Presley het podium, maar de concerten verliepen zonder incidenten.[213]
    Op 21 december 1970 regelde Presley een ontmoeting met president Richard Nixon in het Witte Huis te Washington D.C., waarbij hij uiting gaf aan zijn patriottisme en zijn minachting voor de hippiecultuur, de groeiende drugscultuur en de tegencultuur in het algemeen.[214] Hij vroeg Nixon om een penning van het Bureau van Narcotica en Gevaarlijke Drugs, om te voegen bij gelijksoortige objecten die hij begonnen was te verzamelen en als teken van de officiële erkenning van zijn patriottische daden. Nixon, die de ontmoeting kennelijk gênant vond, drukte een geloof uit dat Presley een positieve boodschap naar jonge mensen kon zenden en dat het daarom belangrijk was dat hij 'zijn geloofwaardigheid behield'. Presley vertelde Nixon dat de Beatles, wiens liedjes hij in deze tijd regelmatig live uitvoerde,[215] een toonbeeld waren van hetgeen hij zag als een trend van antiamerikanisme en misbruik van drugs in populaire cultuur.[216] (Vijf jaar daarvoor hadden Presley en zijn vrienden een vier uur durend samenzijn met de Beatles beleefd.) Paul McCartney vertelde later dat hij zich 'enigszins verraden voelde' toen hij kennisnam van versla

    16-08-2018 om 09:08 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 16 aug 1938 rocco granata

     

    16-08-2018 om 09:05 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 16 aug 1938 rocco granata

    16 aug 1938 Rocco Granata (Figline Vegliaturo, 16 augustus 1938) is een in België wonende componist, muziekproducent en zanger met een kenmerkende hese stem. Op zijn tiende verhuisde Granata naar België. Zoals vele geïmmigreerde Italianen werkte zijn vader in de steenkoolmijn van Waterschei (Genk). Granata wilde tegen de zin van zijn vader een ander leven: als muzikant. Al heel jong speelde hij accordeonin een eigen orkestje: "The International Quintet". Hij toerde met zijn groepje in Belgisch-Limburg rond met zijn successhow Manuela. Als 18-jarige componeerde hij zijn eerste liedje met dezelfde titel, maar geen enkele platenmaatschappij had interesse. Dus bracht Granata dit uit in eigen beheer, gesteund door een dancingeigenaar. Omdat er twee kanten aan een 45 toerenplaatjewaren, pende Granata voor een B-zijde haastig wat zinnetjes neer en wegens tijdgebrek werd het refrein afgemaakt met Oh no no no no no. Dit werd Marina. Dit opgewekte nummer werd ongelooflijk populair, 40 jaar later waren er wereldwijd meer dan 5 miljoen exemplaren verkocht. Het liedje werd een evergreen en behoort tot de meest gecoverde platen aller tijden: honderden artiesten namen een cover op, van Dalida tot Louis Armstrong. Met Marina toerde Granata over de hele wereld, tot in het mekka van de showbizz: Carnegie Hall in New York. Zijn composities zijn op platen gekomen van wereldsterren als Dean Martin, Dalida, Caterina Valente, The Four Aces, Marino Marini, Perez Prado, Flaco Jiménez, Falco ... Marina had in 1959 een aantal Italiaanse opvolgers, zoals Oh oh Rosi, La Bella, Julia en Carolina dai gekregen. Met dit laatste nam hij in 1961 deel aan het Festival van San Remo. 30 jaar later, in 1989, liet hij Serge Ramaekers, van de Confetti's, een remix maken van Marina. Deze New Beatversie werd opnieuw een nummer 1-hit, in onder meer België, Italië en Duitsland, en behaalde de hitlijsten tot in Latijns-Amerika. Weer werden er miljoenen exemplaren van verkocht, waarvan twee miljoen in Duitsland. In 2012 is Granata te zien in de documentaire The Sound of Belgium waarin hij vertelt over deze remix. Er werd in 1960 tevens een Marina-film opgenomen, die voor Granata het begin van een hele reeks hits in Duitsland zou betekenen zoals Du Schwarzer Zigeuner, Melancholie, Tango d'Amore en zijn grootste hit Buona Notte Bambino (1963). Granata had het nummer oorspronkelijk in het Italiaans geschreven, maar had er in het Duits succes mee in België, Nederland en Duitsland. Zijn succes in Duitsland was groot: hij kwam bij een enquête naar de bekendste zangers in Duitsland op de derde plaats, na onder andere Elvis Presley. Granata acteerde en zong in een tiental muzikale films. Marina werd in 2009 in Duitsland uitgeroepen tot beste Italiaanstalige hit aller tijden. Wonend in Vlaanderen, Nederlands taalgebied, met Italiaanse roots en succesvol in het Duits, heeft hij vooral in die drie talen muziek uitgebracht. Enkele van zijn bekendste Nederlandstalige liedjes zijn Zomersproetjes en Jessica, een lied dat vernoemd is naar zijn dochter Jessica. Zijn versie van Noordzeestrand in 1964 kreeg een tekstaanpassing op maat van de ingeweken Italiaan. Granata heeft tien keer in de top 10 van de Belgische hitparade gestaan en 13 keer in de Nederlandse hitparade. In 1995 verscheen de cd Buona sera m'n Vlaanderen met Granata-composities met biografische teksten, waarvan de originele Nederlandse teksten geschreven zijn door Johan Verminnen, Bart Van den Bossche, Herman Pieter de Boer, Wim De Craene, Carl Huybrechts en Theun de Winter. In het Duits wordt dit album vertaald als Der Weg durch mein Leben, in Italië heet het La Fotografia. In 1998 bracht hij ter gelegenheid van zijn zestigste verjaardag een cd uit met Italiaanse evergreens. Ook in de 21e eeuw blijft Granata actief; hij steekt zijn tijd in zijn familie, uitgeverij, internationale contacten en sporadische optredens. Solo, of met een bigband. Met een pianist, of met het complete symfonieorkest van de Antwerpse Opera. Of op Saint Amour, de literaire tournee. Naast zijn liveoptredens is Granata ook nog regelmatig te gast op de Vlaamse televisie. Zo kreeg hij in 1998 serieus wat media-aandacht met zijn speciale kerstshow waarmee hij in de Ancienne Belgique stond. Ook maakte hij deel uit van de vakjury voor de Vlaamse preselectie Eurosong 2002. In maart 2000 kreeg Granata een "ZAMU Lifetime Achievement Award" (van de Belgische muzikanten) voor zijn hele carrière (een titel die hij deelt met onder anderen Will Tura, Wannes Van de
    Velde, Roland, Toots Thielemans, Adamo, Arno en Bobbejaan Schoepen). In 2006 verzorgde hij het slotnummer op de cd Mineworks, een eerbetoon aan de Limburgse mijnwerkers, met medewerking van ook andere artiesten als Mauro Pawlowski en Kyoko Baertsoen. De tekst van het lied Betaald door René Swartenbroekxwordt door Granata vertolkt, die zelf een oom aan de mijnziekte stoflong verloor. In 2007 verscheen zijn 68e cd Paisellu Miu, gearrangeerd en begeleid door 42 muzikanten, met vooral nieuwe nummers in het Italiaans en het dialect van zijn streek van afkomst, Calabrië. Op twee nummers wordt hij begeleid door Toots Thielemans, die het titelnummer als Italiaanse blues bestempelt. Ook is er een duet met Jo Lemaire. Granata presenteert er zich als chansonnier, maar wisselt ook af met zwierige tarantella's uit Zuid-Italië.
    Begin maart 2010 onderging de 71-jarige zanger in het Onze-LieveVrouwziekenhuis van Aalst een hartoperatie. Er werden lekkende hartkleppen vastgesteld. Hij is ondertussen goed hersteld. In de zomer van 2011 bracht hij een nieuw nummer (O Sarracino) uit in samenwerking met Buscemi. In augustus 2014 heeft Rocco Granata zijn afscheid aangekondigd. Zijn afscheidstournee (in samenwerking met André Rieu) in Nederland beleefde in Den Bosch op 18 november 2014 een laatste optreden. Daarna heeft hij wel nog een album uitgebracht met Dean Martin en enkele keer opgetreden, bijvoorbeeld ter ere van Toon Hermans: In diens honderdste geboortejaar 2016 heeft hij in april in de Lotto Arena in Antwerpen en in december in Toons geboorteplaats Sittard bij de Philharmonie Sittard het liedje 'Dit zijn mijn handen' van Toon Hermans gezongen.
    Granata is muziekproducent en eigenaar van een muziekuitgeverij en een platenmaatschappij Cardinal Records, die platen produceerde van Vlaamse zangers en kleinkunstartiesten, onder anderen Miel Cools, Marva, Louis Neefs, Will Ferdy, De Elegasten, Jacques Raymond, Marino Falco (Marijn Devalck). Hij is ook de ontdekker van Sarah Bettens van K's Choice. Rocco Granata is zijn echte naam. Granata begeleidt zichzelf op de accordeon, een instrument dat vaak zijn liedjes kenmerkt. Granata heeft ook een aantal bekende Vlaamse liedjes voor andere artiesten geschreven. Bijvoorbeeld voor Marva: Laat ons goede vrienden zijn, Eiland in groen en blauw, en Montezuma. Voor Louis Neefs onder meer Wat een leven. In zijn vrije tijd is hij een verwoed golfspeler. In Sint-Amands kreeg hij een plein in de SIM-route: de Rocco Granata Piazza Primavera in de Amandusdreef. In 2000 werd zijn lied Marina samen met Bluesette van Toots Thielemans als eerste twee liedjes opgenomen in de eregalerij van de Vlaamse klassiekers van Radio 2. Rocco werd in 2008 opgenomen in de Radio 2 eregalerij voor een leven vol muziek. In 2012 werd Granata ereburger van Genk.[1] Op 8 februari 2014 ontving hij de MIA "Lifetime Achievement Award". Marina (1960), met Rex Gildo, Renate Holm en Rudolf Platte Schick deine Frau nicht nach Italien (1960). Der Händler der vier Jahreszeiten (1971), van Rainer Werner Fassbinder. Granata componeerde hiervoor de filmmuziek.
    Zware jongens (1984), een film van Robbe De Hert. Zootropolis, een Disneyfilm. Hier speelt hij Mr. Big. Marina (2013), zijn verhaal. Hij heeft zelf een kleine rol als Signor Ficchi.





    16-08-2018 om 09:04 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 16 aug 1958 madonna

     

    16-08-2018 om 09:02 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 16 aug 1958 madonna

    16 aug 1958 Madonna, volledige naam Madonna Louise Veronica Ciccone (Bay City (Michigan) , 16 augustus 1958), is een Amerikaanse zangeres en actrice. In 2008 benoemde Billboard Madonna tot de succesvolste soloartiest aller tijden in de Top 100 All time Artist.[1] Madonna wordt ook wel de almaar transformerende Queen of Pop genoemd en is de bestverkopende en succesvolste vrouwelijke artiest aller tijden. Ook staat ze in de muziekwereld bekend als een hardwerkende perfectionist. Volgens de Guinness World Records heeft de Queen of Pop een bewezen aantal van ruim 300 miljoen albums verkocht. Bij het ontvangen van haar vormsel, een katholiek sacrament, koos Madonna voor de naam Veronica als tweede doopnaam. Haar vader, Sylvio (of Tony) Ciccone, is van Italiaanseafkomst. Haar moeder, Madonna Ciccone-Fortin, is van Frans-Canadese afkomst. Naast dochter Madonna kregen zij nog drie zonen en twee dochters. Madonna groeide op in Rochester Hills en Pontiac, beide onder de rook van Detroit in de Amerikaanse staat Michigan. Op vijfjarige leeftijd verloor ze haar moeder (30), die in 1963 overleed aan kanker. Sylvio Ciccone hertrouwde later met de huishoudster van de familie, Joan Gustafson. Met haar kreeg Sylvio nog een dochter en zoon. Als kind volgde Madonna piano- en balletlessen. Op school deed ze actief mee aan de artistieke activiteiten. Algauw bleek dat ze een talentrijke danseres was, de beste danseres op school Madonna volgde les bij de Christopher Flynn Ballet School in Rochester. Christopher Flynn was Madonna's mentor in de eerste jaren van haar carrière. Hij overleed in de jaren negentig aan de gevolgen van aids. Madonna betaalde zijn ziektekosten en zorgde voor hem toen hij in New York was voor een alternatieve behandeling, die ook betaald werd door Madonna. Na de middelbare school kreeg ze een studiebeurs voor de Universiteit van Michigan in Ann Arbor. Hier ging ze in 1977 moderne dans studeren. Het was een vier-jarige opleiding. In juli 1978 deed ze nog als studente mee aan het American Dance Festival, aan de Duke University in Durham. Maar ze vond vier jaar studeren te lang en ze onderbrak haar opleiding en vertrok naar New York. In juli 1978 verliet ze de universiteit en vertrok naar New York. Het verhaal gaat dat ze met 35 dollar in een taxi stapte en de chauffeur vroeg om haar op een plek af te zetten waar het allemaal gebeurt; de chauffeur zette haar af op Times Square in hartje New York. Dat is in ieder geval de versie die Madonna verkocht aan de pers. Maar naar verluidt zou ze het echte verhaal een beetje aangepast hebben. De eerste twee weken logeerde ze in een kamer aan 270 Riverside Drive. Daarna woonde ze in een klein armoedig appartement in East Village.[4] Ze had weinig geld en ze ging werken in de Russian Tea Room. Ook werkte ze een tijdje als verkoopster bij Dunkin' Donuts. Bij de kunstschilder Anthony Panzera ging ze regelmatig naakt poseren en verdiende hier mee 10 dollar per uur. En de fotograaf Lee Freedlander maakte een serie naaktfoto's van haar. Ze volgde lessen bij het Alvin Alley American Dance Theater en ze trad in november 1978 op met het Pearl Lang Dance Theater. Op een feestje van Pearl Lang in december 1978 ontmoette ze Norris Burroughs, met wie ze een kortstondige relatie begon. Hij introduceerde haar aan zijn vrienden Dan en Ed Gilroy die in de punkband The Breakfast Club speelden. Zij woonden en repeteerden in een oude leegstaande synagoge. Madonna trok bij hen in en ging voor korte tijd drummen en zingen in de band. Incidenteel speelde ze ook gitaar.
    In 1979 deed ze auditie voor achtergronddanseres / zangeres bij de Franse zanger Patrick Hernandez, die een hit had met Born To Be Alive. Hernandez en zijn producers Jean-Claude Pellerin en Jean Van Lieu zagen haar talent en beseften dat ze veel te goed was voor slechts achtergronddanseres. In mei 1979 vertrok ze met Hernandez naar Parijs. Ze kreeg een appartement aan de Boulevard de Courcelles nr. 32, tegenover Parc Monceau. Hernandez wilde haar helpen met een zangcarrière onder contract bij het Franse platenlabel Aquarius Records. Ze kreeg zanglessen en Hernandez gaf haar het voorrecht om veel nieuwe kleren te kopen en om onbeperkt uit te gaan in clubs en dure restaurants.
    Maar Madonna was algauw teleurgesteld over het resultaat, en de voorbereidingen duurde haar te lang. Na drie maanden keerde ze terug naar New York.
    Ze had inmiddels besloten om haar danscarrière de rug toe te keren en verder te gaan als zangeres. In 1979 speelde ze nog mee in de studentenfilm A Certain Sacrifice van regisseur Stephen Lewicki, die pas in 1985 werd uitgebracht. Daarna speelde ze in de film In Artificial Light van regisseur Curt Royston. In deze film hoefde ze geen rol te spelen, maar liet ze zien wie ze zelf was. The Breakfast Club was weinig succesvol en Madonna kreeg onenigheden met de andere bandleden. Samen met haar vriend Stephen Bray richtte ze in 1980 de band Emmy op. Met deze band trad ze veel op in clubs in New York.[5] Emmy speelde een mengeling van Ska en The Pretenders. Maar de band had weinig succes en ze hadden geen manager. Madonna wilde nu het liefst een solocarrière beginnen. Ze woonde inmiddels illegaal in The Music Building in Manhatttan waar ze vaak repeteerde met haar band Emmy. In maart 1981 ontmoette ze hier Adam Alter en Camille Barbone, een muziekproducente.[6] De enige opnamestudio in het gebouw, Gotham Records, was eigendom van Barbone. Adam Alter en Barbone waren partners in een productiebedrijf dat nieuwe acts begeleidde. Barbone besloot om Madonna verder te helpen met het opstarten van een solocarrière als rockzangeres. Barbone werd ook haar manager. Dit betekende wel het einde van de band Emmy. Barbone gaf Madonna ook onderdak en eten en een wekelijkse toelage. Ze kreeg nu een kamer in het Chelsea Star Hostelin Midtown Manhattan.[7] Madonna kon zich uitleven in de opnamestudio van Barbone en ze ging ook optreden in New York. De band heette nu Madonna.[8] Met deze optredens kreeg ze steeds meer succes. Het was Madonna met een kleine achtergrondband waaronder Stephen Bray op drums, en drie break dansers. In deze periode zong ze vooral rockmuziek in de stijl van Pat Benatar en Blondie. Met Barbone nam ze een demo-tape op met vier nummers waaronder High Society en I Want You, en er waren onderhandelingen met Columbia Records voor een platencontract. Intussen was Madonna samen met Stephen Bray ook bezig met andere projecten, los van de muziek die ze met Barbone maakte. Stephen Bray werkte aan dancenummers en vroeg Madonna om er bij te zingen. Madonna besefte inmiddels dat haar muzikale voorkeur meer dance was dan rock. Met Stephen Bray nam ze een tape op met vier nummers: Everybody, Stay, Don't You Know en Ain't No Big Deal. Een confrontatie tussen Barbone en Madonna was onvermijdelijk: Barbone promootte Madonna's rocktapes terwijl Madonna zelf haar dancetapes promootte. Madonna begon nu ook samen te werken met andere mensen in de muziekindustrie. In 1981 zong ze als achtergrondzangeres mee op een aantal nummers van de Duitse zanger Otto von Wernherr. Deze nummers zijn later op plaat uitgebracht onder de titel "Madonna - The Early Years". In februari 1982 liet ze aan Barbone en haar zakenpartner Bill Lomuscio weten dat ze hun diensten niet meer nodig had. Het contract tussen Madonna en Barbone werd beëindigd.[9] Intussen was Madonna met Stephen Bray bezig met het schrijven van dancenummers. Ze was nu verhuisd naar een klein appartement in de Lower East Side. Mark Kamins was dj in de Dancetaria Club in New York. Madonna was een vaste bezoeker van deze club en ze had Kamins de tape laten horen die ze samen met Stephen Bray had opgenomen, waaronder het nummer Everybody. Dit nummer werd vervolgens veel gedraaid in de Dancetaria en het werd door de bezoekers zeer gewaardeerd. Kamins bracht Madonna in contact met Michael Rosenblatt van Sire Records die haar contracteerde voor een deal met twee nummers. Everybody werd in oktober 1982 als single uitgebracht en geproduceerd door Mark Kamins. In deze periode deed Madonna auditie voor een rol in de tv-serie Fame, maar ze werd afgewezen. Madonna ging toen veel optreden in New York en omgeving samen met een danseres (Erika Belle) en een danser (Madonna's jongere broer Christopher). De volgende single was Burning Up (maart 1983). In de Amerikaanse dancehitlijsten waren beide singles zeer succesvol en Madonna kon nu haar eerste lp opnemen
    In 1982 kreeg Madonna haar eerste platencontract nadat ze op de hoek van het ziekbed van Seymour Stein, de directeur van platenmaatschappij Sire Records, een lied had gezongen. Dit nummer Ain't No Big Deal verscheen jaren later op de B-kant van de single Papa Don't Preach, evenals op de
    Japanse Dress You Up-ep. Bovendien was het in 1998 uitgebracht op het (onofficiële) album In The Beginning. Mede dankzij MTV lukte het Madonna om snel een imago op te bouwen. In juli 1983 kwam haar debuutalbum Madonna uit. Het album werd een grote hit en stond zes maanden later op de 8e plaats in de Amerikaanse Billboard 200. De eerste grote hit van dit album was Holiday. Deze plaat werd een wereldwijde hit. Andere hits van dit album zijn Borderline en Lucky Star. Ook Everybody staat erop.
    In 1984 kwam Madonna met het album Like a Virgin, geproduceerd door Nile Rodgers, bekend van Chic. Het album werd zowel door fans als critici goed ontvangen, en trok de aandacht onder meer door de provocerende titel en hoes. Van dit album kwamen vier hits: Like A Virgin, Dress You Up, Material Girl, en Angel. In 1985 maakte Madonna haar eerste uitstapje naar Hollywood. In de film Vision Quest speelde ze een clubzangeres. Deze film leverde haar nog twee hits op: Crazy For You en Gambler. Later dat jaar speelde ze een belangrijke rol in de film Desperately Seeking Susan. Voor deze rol ontving ze goede kritieken. Van deze film kwam het nummer Into The Groove, dat aan latere uitgaven van het album Like A Virgin als extra nummer werd toegevoegd. Op 13 juli 1985 verscheen Madonna op het Philadelphia-podium tijdens Live Aid. Die week ervoor verschenen in verscheidene media naaktfoto's van Madonna vanuit de tijd dat ze als bijverdienste poseerde voor kunstadacemie-studenten in New York. Bette Midler kondigde Madonna aan op Live Aid als "de vrouw die zichzelf omhoog heeft getrokken aan haar behabandjes, en er ook bekend om staat dat ze ze af en toe laat zakken." Madonna vertolkte drie nummers: Holiday, Into The Groove en Love Makes The World Go Round. Op 16 augustus 1985, haar 27e verjaardag, trouwde Madonna met acteur Sean Penn. Met hem speelde ze in 1986 in de film Shanghai Surprise, een grote flop. Het echtpaar kreeg al snel een negatieve reputatie door hun houding tegenover de media, vooral vanwege Penns agressie tegen paparazzi. In de herfst van 1985 begon Madonna aan haar eerste tournee, The Virgin Tour, alleen in de Verenigde Staten. In september 1985 publiceerde het tijdschrift Playboy vier naaktfoto's van Madonna die Martin H.M. Schreiber in 1979 maakte.[10]
    Na een rustige periode van enkele maanden kwam Madonna verrassend terug met een nieuw album en een nieuwe look: kort blond haar, en ook alle lingerie en armbandjes leken te zijn verdwenen. Dit nieuwe imago presenteerde ze voor het eerst in de videoclip van het nummer Papa Don't Preach, vooruitlopend op de verschijning van haar derde album, True Blue. Dit album verscheen in juni 1986 en is opgedragen aan the coolest guy in the universe: echtgenoot Sean Penn. Op dit album staan de hits Open your heart, True Blue, de ballade Live to Tell (uit de film At Close Rangewaarin Sean Penn een rol heeft), La Isla Bonita en Papa Don't Preach. In tegenstelling tot bij haar eerste twee albums heeft Madonna dit keer aan de tekst van alle nummers meegeschreven en het album zelf mee geproduceerd. Terwijl de singles van True Blue stuk voor stuk de hitlijsten domineerden, vond Madonna ook nog de tijd om een film op te nemen: Who's That Girl. De film was weinig succesvol, maar leverde Madonna in de zomer van 1987 wel weer enkele wereldhits op: Who's That Girl, Causing a Commotion en The Look of Love. Deze singles zijn afkomstig van het soundtrack-album Who's That Girl - Original Motion Picture Soundtrack. Naast de drie genoemde singles is ook het Madonna-nummer Can't Stop te vinden op het album, alsmede tracks van onder anderen Scritti Polittien Club Nouveau. In 1987 begon Madonna aan haar eerste wereldtournee: de Who's That Girl World Tour 1987. Op deze tournee werd ze voor het eerst begeleid door achtergrondzangeressen en -danseressen Donna DeLory
    en Niki Harris (laatstgenoemde zong later ook mee op liedjes van Snap!). Ook gaf Madonna in augustus 1987 twee uitverkochte concerten in De Kuip in Rotterdam. Haar concert in Turijn (Italië) werd op 4 september 1987 live uitgezonden op tv en trok wereldwijd miljoenen kijkers Ook kwam ze dit jaar met het album You Can Dance. Hierop staan remixen van bekende singles, maar ook albumtracks, doorlopend aan elkaar gemixt. Er stond ook een nieuwe track op: Spotlight. Dit nummer werd op het laatste moment geschrapt voor het album True Blue, en werd in Japan alsnog als single uitgebracht. Het album verkocht minder goed dan Madonna's vorige albums. Toen ook de film Who's That Girl flopte, was dat voor sommige critici aanleiding te roepen dat de carrière van Madonna over het hoogtepunt heen was. In 1988 nam Madonna een korte pauze, waarin ze onder andere in een toneelstuk op Broadway speelde (Speed The Plow) en kleine rollen vervulde in de films Bloodhounds of Broadwayen Shadows & Fog (van Woody Allen).
    In 1989 veranderde Madonna opnieuw haar uiterlijk en imago. Dit keer geen geblondeerd haar, maar haar eigen kleur: donker. Ze bracht in maart het album Like a Prayer uit. De videoclip van de titelsong veroorzaakte grote ophef. In de videoclip is te zien hoe Madonna toevallig getuige is van een verkrachting en moord waarvoor een andere voorbijganger ten onrechte wordt beschuldigd en gearresteerd. Madonna bezoekt hierop een kerk, waar een beeld van de heilige Martinus van Porres tot leven komt en haar hartstochtelijk kust. Hierop wijst Madonna de echte dader aan, waarna de ten onrechte beschuldigde man (die voorgesteld wordt door het standbeeld van Martinus van Porres), wordt vrijgelaten. Het Vaticaan sprak van een godslasterlijke video vanwege de vermenging van erotiek en katholieke symbolen. Pepsi Cola zegde een miljoenencontract met Madonna op. Ondanks (of dankzij) deze controverse werd de single wereldwijd een nummer 1-hit. Het nummer was in 2002 opnieuw een grote hit in de versie van Mad'House, en daarna nog in de mix gegaan bij Sensation Anthem 2004 door dj Paul Elstak en Neophyte. In maart 2010 werd Like a Prayer opnieuw uitgebracht door Meck ft. Dino naar aanleiding van de Sticky & Sweet Tour-versie (2008-2009). Het album Like a Prayer, dat opgedragen is aan haar moeder 'die mij leerde bidden', leverde Madonna nog enkele grote hits op, waaronder Express Yourself (met op dat moment de duurste videoclip ooit), Cherish, Dear Jessie (opgedragen aan de dochter van producer Pat Leonard), Oh Father (over de band met haar vader) en Keep It Together (over haar band met haar familie). Promise to Try vertelt over het verlies van haar moeder op jonge leeftijd. Ook staat er een duet met Prince op: Love Song, alsmede het nummer Till Death Do Us Part dat over haar mislukte huwelijk met acteur Sean Penn verhaalt. Op 4 januari 1989 scheidde ze van hem. Het album sluit af met Act of Contrition (oefening van berouw), dat ze opzegt terwijl de muziek van het nummer Like a Prayer achteruit gedraaid wordt.
    Madonna speelde in 1990 naast Warren Beatty de rol van Breathless Mahoney in de film Dick Tracy en kreeg hier goede kritieken voor. Verder had ze een hit met Vogue, afkomstig van het album I'm Breathless (verwijzing naar haar rol in de film) die 'muziek uit en geïnspireerd door' de film Dick Tracy bevat. Van dit album kwam ook het nummer Hanky Panky, dat een bescheiden hit werd. Vogue was in eerste instantie niet bedoeld om als single uitgebracht te worden. Madonna schreef het nummer samen met Shep Pettibone speciaal voor de B-kant van de (indertijd nog vinyl) single Keep It Together. Toen ze het nummer liet horen aan de platenbazen van Warner Music was iedereen het erover eens: dit nummer was te goed voor een B-kantje. Er werd besloten om het als single uit te brengen en het nummer werd toegevoegd aan Madonna's studioalbum I'm Breathless. Mede dankzij de iconische clip groeit Vogue uit tot een van Madonna's grootste hits. Bovendien markeerde Vogue het begin van een samenwerking met producer Shep Pettibone (met wie ze later het album Erotica maakte).
    Eveneens in 1990 begon Madonna haar tweede wereldtournee, de Blond Ambition Tour. Een perfect geregisseerde, strakke show. Op dinsdag 24 juli 1990 trad ze, bijna drie jaar na haar Who's That Girl World Tour, op in een net niet uitverkochte Kuip in Rotterdam. De show werd gekenmerkt door veel gevloek en seksuele handelingen. Zo 'klaagde' ze bijvoorbeeld in Rotterdam dat het nog steeds te licht was buiten waardoor haar lichtshow niet goed te zien was. In Toronto dreigde Madonna gearresteerd te worden als ze haar show niet aanpaste. Sommige bezoekers van haar show schenen na afloop geklaagd te hebben vanwege obsceen gedrag van Madonna op het podium. Hiermee werd de beruchte uitvoering van de oosterse versie van het nummer Like a Virgin bedoeld. Madonna betaste gedurende het nummer haar (bedekte) borsten, greep in haar kruis en aan het eind van het nummer simuleerde ze een orgasme door hevig tekeer te gaan op het bed terwijl ze door twee achtergronddansers betast werd. Madonna weigerde echter om het nummer aan te passen of te verwijderen uit haar show en voerde het nummer gewoon op. De politie arresteerde haar niet; zodra het concert afgelopen was, was Madonna al op weg naar het vliegveld om naar de volgende stad te vliegen voor een optreden de volgende dag. De show werd als controversieel beschouwd omdat er gebruik werd gemaakt van roomskatholieke symbolen zoals het kruis en priester- en nonnenhabijten, terwijl de show ook een hoog gehalte aan seksualiteit en gevloek bevat. Dit was reden voor paus Johannes Paulus II om de bevolking van Italië op te roepen de concerten in Rome te boycotten. Madonna moest inderdaad een van haar shows in Rome afgelasten en was woest dat iemand zo kon oordelen zonder de show meegemaakt te hebben. Zij nodigde de paus daarom uit een van haar shows in Rome bij te wonen. Zoals verwacht sloeg hij dit aanbod af. Haar volgende album werd schijnbaar aan hem opgedragen. Sindsdien zijn de relaties tussen Madonna en het Vaticaan niet verbeterd. Aan het eind van 1990 kwam Madonna met haar eerste "Greatest Hits"-album, The Immaculate Collection (de onbevlekte collectie), een album dat ze opdroeg aan the Pope (wat ook de bijnaam voor haar broer Christopher is). De cd was het eerste album ooit dat gemixt is in Q-sound, dat de luisteraar de muziek in driedimensionale stijl liet ervaren.[bron?] De nummers op het album zijn allemaal geremixt door Shep Pettibone. Op het album staan tevens twee nieuwe tracks, die beide grote hits werden (Rescue Me en Justify My Love, een samenwerking met Lenny Kravitz). De videoclip van het laatste lied werd door MTV geboycot, vanwege het expliciete karakter. Madonna bracht daarom de videocassette los uit, de eerste video-single ooit. Van de videoclip werden 400.000 exemplaren verkocht. In de clip is ook toenmalige vriend Tony Ward te zien die ze ooit als verjaardagscadeau kreeg. Hij was voornamelijk bekend als naaktmodel voor homobladen en -films. In 1991 speelde Madonna de hoofdrol in een documentaire over haar leven tijdens de Blond Ambition Tour in 1990, getiteld Truth or Dare. In Europa kreeg de film de titel In bed with Madonna. In de documentaire komt Madonna naar voren als een ambitieuze, sexy en veeleisende vrouw, maar ook zachte trekken van haar karakter komen naar voren. Zo is te zien dat ze het graf van haar moeder bezoekt. Madonna bezocht het filmfestival van Cannes om haar documentaire de nodige publiciteit te geven. De film werd wereldwijd een succes, en staat nog steeds in de top 5 van highest grossing documentaries of all time met een opbrengst van 29 miljoen dollar. Een jaar later speelde Madonna in de film A League of Their Own, over een vrouwenhonkbalteam. Critici waren enthousiast over Madonna's acteerprestatie. Uit deze film kwam de single This Used to Be My Playground, die in de Verenigde Staten Madonna's tiende nummer 1-hit werd, maar vreemd genoeg niet op de soundtrack van de film staat. Volgens bronnen zou dit komen door Warner om de verkoop van de single niet in de weg te staan; de soundtrack werd uitgegeven door Sony.[bron?] In 1992 bracht Madonna het album Erotica uit op haar eigen nieuwe platenlabel Maverick, waarbij onder anderen ook Alanis Morissette en Deftones een contract tekenden. Op Eroticastaan de singles Erotica, Deeper and Deeper, Fever (een cover van Peggy Lee), Bye Bye Baby, Bad Girl en Rain. Op het album, geproduceerd door Shep Pettibone, gaat Madonna een beetje de technokant op. Voor de hoes van het album wilde ze helemaal naakt op de foto, maar platenmaatschappij Warner Music ging daar niet mee akkoord. Daarom werd een detail gekozen van een van de foto's uit het boek Sex, dat ze kort na het verschijnen van het album uitbracht en waarin ze
    haar erotische fantasieën in beeld en onder woorden bracht. Het publiek leek tijdelijk genoeg te hebben van Madonna's erotiek, want het album verkocht (naar Madonna-maatstaven) teleurstellend. Het boek Sex maakte veel tongen los. Het is, met zijn metalen platen, tegenwoordig een veel gezocht en moeilijk te vinden verzamelobject. Het boek zou in eerste instantie de titel X krijgen. Toen Madonna echter vernam dat er rond dezelfde periode een film zou verschijnen over het leven van Malcolm X met dezelfde titel, besloot ze het boek een andere titel te geven.
    In 1993 begon Madonna aan haar nieuwe tournee, getiteld The Girlie Show, een concert met veel circusachtige elementen en zelfs een topless paaldanseres die de show opent. Ook bevatte de show seksueel getinte elementen als orgieën en sm. Madonna deed ditmaal buiten Londen en Parijs geen Europese steden aan. Ze richtte zich ditmaal wel voor het eerst op Australië en Zuid-Amerika, Israël en Turkije. In 1994 viel Madonna haar critici aan in het nummer Human Nature. Hierin zegt ze niet te weten dat ze niet over seks mocht praten en haar mening mocht geven. Haar woorden aan het einde van de videoclip van Human Nature spreken wat dat betreft boekdelen: Absolutely No Regrets. Human Nature staat op het in 1994 uitgebrachte album Bedtime Stories, dat ook andere hits bevat zoals Secret, Take A Bow (met op de achtergrond zanger/producer Babyface, dit nummer stond zeven weken op nummer 1 in de Amerikaanse Billboard-hitlijst) en het mede door Björk geschreven Bedtime Story, dat door Nellee Hooper werd geproduceerd. In 1995 bracht Madonna een verzamel-cd uit, getiteld Something to Remember (tevens de titel van een van de tracks, afkomstig van het I'm Breathless-album uit 1990). Hierop staan Madonna's favoriete ballads en drie nieuwe nummers: You'll See (dat ze later ook in het Spaans inzong: Veras), One More Chance en I Want You (een cover van Marvin Gaye, opgenomen samen met Massive Attack).
    In 1996 speelde ze in de film Evita over Eva Perón, de vrouw van de Argentijnse dictator Juan Perón waaruit de hit Don't Cry for Me Argentina komt. Ook afkomstig uit deze film is de single You must love me, dat een Oscar kreeg voor de beste filmsong. Als derde single werd Another Suitcase In Another Hall uitgebracht. Madonna zelf kreeg een Golden Globe voor beste actrice. De film en de soundtrack werden een enorm groot succes. De film deed tijdens de opnames al heel wat stof opwaaien. Het feit dat Madonna de hoofdrol vervulde, haalde de woede van veel Evita-haters op de hals. Toen de film eenmaal uit was, verbaasde ze menigeen door haar opmerkelijk goede stemgeluid en acteerprestaties. Madonna gaf zelf ook aan flink aan haar stem gewerkt te hebben. Tijdens de opnamen voor Evita kwam Madonna erachter dat ze zwanger is. In oktober 1996 beviel Madonna van haar eerste kind, dochter Lourdes Maria Ciccone Leon, van haar toenmalige vriend en fitnesstrainer, Carlos Leon. Madonna bracht 1997 grotendeels buiten de publiciteit door. In maart 1998 verscheen het album Ray of Light, waarvan Frozen de eerste single een wereldhit werd. Met deze cd sloeg Madonna een nieuwe weg in qua sound, maar ook tekstueel. Producer William Orbit was verantwoordelijk voor de elektronische sound van het album en samen met onder meer Patrick Leonard schreef Madonna haar meest spirituele teksten tot dan toe, onder meer geïnspireerd door de Joodse leer kabbala. Critici roemden de sound en de stem van Madonna, die na de zanglessen voor de film Evita opvallend veel sterker was geworden. Ook afkomstig van dit album zijn de hits Ray of Light, Drowned World/Substitute for Love, The Power of Good-bye en Nothing Really Matters. In 1999 zong ze de soundtrack voor de Austin Powers-film Austin Powers: The Spy Who Shagged Me. Dit levert haar een van haar grootste hits van de jaren 90 op: Beautiful Stranger.
    In 2000 speelde Madonna een hoofdrol in de film The Next Best Thing naast Rupert Everett. Voor deze film nam ze ook twee nummers op; Time Stood Still en American Pie, een cover van de klassieker van Don McLean. In augustus werd Madonna voor de tweede keer moeder; na een moeilijke bevalling kwam zoontje Rocco Ritchie in Los Angeles ter wereld. De vader was regisseur Guy Ritchie. In september 2000 verscheen ook haar album Music, dat technische nieuwe elektronicamuziek liet horen, geproduceerd door Mirwais en William Orbit. Naast de titeltrack, Music, verscheen ook Don't Tell Me en What It Feels Like for a Girl op single. Als extraatje werd in Europa ook de eerdere hit American Pie aan het album toegevoegd, een beslissing van haar platenmaatschappij waarmee Madonna achteraf gezien niet blij was. In december van datzelfde jaar werd Rocco in Schotland gedoopt en trouwden Madonna en Guy Ritchie een dag later op Skibo Castle in Dornoch. Ritchie maakte voor de remix van de single What It Feels Like for a Girl een controversiële videoclip waarin Madonna met een oma keihard over de weg reed en uiteindelijk tegen een elektriciteitspaal knalde. Ook maakten zij samen voor BMW de commercial Star waarin ze een verwende, krengerige ster speelde (een parodie op zichzelf). In 2001 besloot Madonna voor het eerst in acht jaar weer te gaan toeren. Haar Drowned World Tour startte op 9 juni in Barcelona. Ze speelde veel nummers van de succes-albums Ray of Light en Music. Wederom deed ze met deze tournee Nederland niet aan. Wel speelde ze voor de eerste keer zelf gitaar en verbaasde ze haar fans door sommige ruige passages.
    Aan het eind van 2001 bracht Madonna haar tweede verzamel-cd uit, getiteld GHV2 (Greatest Hits Volume 2). In tegenstelling tot haar eerste verzamelaar The Immaculate Collection, bevatte GHV2 geen nieuwe nummers. 2002 was een relatief rustig jaar voor Madonna. Ze vertolkte de hoofdrol in het stuk Up For Grabs, dat in het Wyndhams Theater in London speelde, met gemixte recensieset danceremixes werd wereldwijd gelanceerd in november 2008. De officiële videoclip van het nummer bestond uit een compilatie van livebeelden. Een groot deel van het jaar was ze bezig met een nieuw album. Ze speelde nog wel een kleine rol in de nieuwste James Bond, waarvan ze ook de titelsong Die Another Day zong. Geholpen door de bijbehorende videoclip boordevol special effects werd het nummer een grote hit in de herfst van het jaar. In 2003 bracht Madonna het album American Life uit. Dit was een van haar persoonlijkste albums ooit, zo zong ze in Mother And Father over het verlies van haar moeder, en Interventionwerd opgedragen aan haar zoon Rocco. Het algemene thema van het album was dat materialistische zaken de mens niet gelukkig maken. De eerste single werd American Life maar Madonna besloot de video op het laatste moment terug te trekken. In de video waren oorlogsbeelden te zien en de clip bevatte openlijk kritiek op president Bush. Omdat op dat moment de oorlog in Irak uitbrak, vond Madonna de clip ongepast. Andere stemmen beweren dat haar motivatie om de clip terug te trekken commercieel was, gezien de patriottische sfeer in Amerika op dat moment liep ze immers het risico geboycot te worden. Andere singles van dit album waren Hollywood, Nothing Fails en Love Profusion (dat ook werd gebruikt als ondersteunende muziek en video voor een parfum van Estée Lauder). Hoewel het album American Life binnenkwam op nummer 1 in de Amerikaanse albumlijsten, viel de verkoop uiteindelijk tegen. Tijdens de MTV Awards in september 2003 veroorzaakten Madonna, Christina Aguilera en Britney Spears wereldwijde opschudding door elkaar een tongzoen te geven tijdens de vertolking van een medley van Like A Virgin en Hollywood. Deze "samenwerking" scheen goed te bevallen, want voor Britneys album In The Zone namen ze een duet op dat ook op single verscheen: Me Against The Music.
    In 2004 vond de Re-Invention Tour plaats. Tijdens deze tournee trad Madonna voornamelijk op in Amerika, maar ze deed na 14 jaar ook Nederland weer eens aan. In Europa trad ze op in Arnhem (woensdag 8 en donderdag 9 september, GelreDome), Ierland, Lissabon, Londen en Parijs. Beide concerten in Arnhem waren in een mum van tijd uitverkocht. De oorlog in Irak, vrede, de elektrische stoel, een skateboarder, een doedelzakspeler, John Lennons Imagine, Madonna die over het publiek heenkomt. Het waren allemaal elementen uit deze wereldtournee. In tegenstelling tot haar vorige show - de Drowned World Tour - zong ze tijdens de Re-Invention Tour talloze hits. Van elk album dat ze heeft uitgebracht, zong ze minimaal één nummer. Voor het eerst sinds de Who's That Girl World Tour uit 1987 ging achtergrondzangeres Niki Harris niet mee. Zij was net bevallen van een kind en wilde bovendien wat meer aandacht aan haar eigen carrière besteden. Als vervangster werd Siedah Garrett gevraagd, een zangeres die vooral bekend was van haar duet in 1987 met Michael Jackson, I Just Can't Stop Loving You. Zij verzorgde ook al achtergrondvocalen op Madonna's derde album True Blue uit 1986. Het concert begon met een videovertoning van The Beast Within (een remix van het nummer Justify My Love uit 1990) waarop Madonna verzen uit de Openbaring prevelde, begeleid door beelden uit Xstatic Process, een video- en foto-impressie, geschoten door topfotograaf Steven Klein voor zijn tentoonstelling. Dat de toen 46-jarige Madonna nog wel een aantal jaren mee zou gaan, bleek wel toen ze na het openen van de videoschermen uit het podium opkwam: Strike A Pose; een handstand kostte haar weinig moeite toen ze inzette met het nummer Vogue. Het publiek reageerde uitzinnig. De documentaire die Madonna maakte met Jonas Akerlund over haar leven tijdens de Re-Invention Tour werd, vergezeld van een live-cd, uitgebracht op dvd onder de titel I'm Going to Tell You a Secret. Op 2 juli 2005 trad Madonna op in het Londense Hyde Park tijdens het grootste popconcert aller tijden, Live 8, voor een 200.000-koppig publiek en nog eens 3 miljard tv-, internet- en gsm-kijkers. Ze zong haar hits Like a Prayer, Ray of Light en een lange versie van Music. Na het concert maakte ze bekend dat haar nieuwe album Confessions on a Dance Floor zou gaan heten.
    Het album bleek een terugkeer te zijn naar haar muzikale roots: dance. Het schijfje werd in november 2005 uitgebracht en bevatte de hit Hung Up, een catchy en dansbaar nummer rondom een sample van het ABBA-nummer Gimme! Gimme! Gimme! (A Man After Midnight). Met Hung Up behaalde ze in Nederland haar derde nummer 1 en tevens dertigste top 10-hit. Dit succes werd voortgezet met het uitbrengen van de singles Sorry (nummer 2 in Nederland), Get Together en Jump. Op 16 augustus 2005, haar 47e verjaardag, brak Madonna een sleutelbeen, een hand en drie ribben bij een val van haar paard op haar landgoed in Wiltshire (Engeland).[11] Een maand later ging ze weer aan het werk. Met een flinke dosis pijnstillers nam ze de videoclip voor Hung Up op. Op 18 november 2005 werd Madonna in België veroordeeld voor plagiaat. De eerste vier maten van haar nummer Frozen (1998) kwamen overeen met het nummer Ma vie fout le camp(1993) van de Belgische componist Salvatore Acquaviva uit Moeskroen. Het gevolg van deze veroordeling was dat in België cd's en dvd's waarop Frozen te horen is uit de schappen moesten worden gehaald en het nummer daar niet meer mocht worden gedraaid op radio en televisie. Begin 2006 zette Madonna twee nieuwe wereldrecords op haar naam. Ze was de eerste artiest die met een album, Confessions on a Dance Floor, in 40 landen de nummer één positie bereikte. Hung Up deed hetzelfde in de singleparades van maar liefst 41 landen.
    In mei 2006 begon Madonna aan een nieuwe wereldtournee, de Confessions Tour. De tournee startte op 21 mei in Los Angeles. De show werd geprezen door critici. Het optreden was echter ook controversieel: zo bereed Madonna haar dansers als paarden en bootste ze een kruisiging na. Na verschillende stops in de VS en Canada, zou ze eind juli in Europa arriveren. Ook Nederland werd
    aangedaan. Op 3 en 4 september 2006 werd de show in de Amsterdam ArenA opgevoerd. De kaartjes voor deze twee concerten in Nederland waren al snel uitverkocht. Voor aanvang van de concerten liepen tegenstanders van het concert (met name de organisatie Schreeuw om Leven) rond de ingangen terwijl pamfletten werden uitgedeeld met de tekst "Madonna, Jesus loves you". Tijdens het concert zelf - en met name tijdens de controversiële uitvoering van het lied Live to tell - liepen de gelovige actievoerders rond de ArenA in een symbolische verwijzing naar de val van het Bijbelse Jericho (Jozua 6). Verder speelde ze in Engeland, Wales, Duitsland, Italië, Denemarken, Frankrijk, Tsjechië en Rusland en Japan. Op 3 november verscheen de vierde single van het album Confessions on a Dance Floor: Jump. Op de Bkant stond het niet eerder verschenen nummer History. Op 22 november 2006 zond de Amerikaanse televisiezender NBC een van de concerten van Madonna's Confessions Tour uit. Onder druk van christelijke organisaties zond de zender de 'kruisigingscène' tijdens Live to Tell niet uit. In plaats daarvan werd tijdens het lied andere beelden vertoond. In Nederland werd eind 2006 wel de volledige kruisigingsact uitgezonden. Vlak voor het concert in Amsterdam deed een priester tevergeefs een valse bommelding om het concert (en dus de kruisigingsscène) te voorkomen. In januari 2007 verscheen de concertregistratie op dvd en behaalde de 2e plaats in de album top 100. Madonna zorgde in 2006 ook voor veel commotie door het Malawische jongetje David van 13 maanden oud te adopteren. Madonna kreeg het jongetje in het vizier, toen ze Malawi bezocht in het kader van een project waar ze aan meewerkt. De zangeres doneerde veel geld om twee weeshuizen te bouwen voor weeskinderen van ouders die gestorven zijn aan Aids. David was ook zo'n weeskind, die twee weken na de geboorte in een weeshuis belandde. Zijn moeder was aan aids overleden, zijn vader leefde nog wel. David was bij de eerste ontmoeting met Madonna erg ziek; hij leed aan malaria en scheurbuik. Davids vader had zijn goedkeuring aan de adoptie gegeven. Toch was niet iedereen blij met de adoptie. Madonna zou de adoptieregels aan haar laars gelapt hebben. De zangeres ontkende dit in een interview met Oprah Winfrey en verklaarde dat de adoptie van David volkomen legaal was. [12] Begin 2008 werd de adoptie legaal verklaard door een rechter in Malawi en mocht David definitief bij haar blijven. In 2009 besloot Madonna nog een kindje uit Malawi te adopteren. De 4-jarige Chifundo James woonde net als David in een weeshuis. Pas twee jaar later mocht Madonna het meisje in haar armen sluiten. De zangeres had haar dochter daarna Mercy James genoemd. Ondanks al haar break-ups had Madonna het hoederecht over alle vier kinderen. Ze wilde ze in Amerika als gezin opvoeden. Maar zoon Rocco weigerde na een verblijf bij zijn vader in Londen naar haar terug te keren, waarop een proces dreigde. Vlak voor dat zou beginnen, werd een regeling getroffen. De jongen mocht bij zijn vader blijven, maar zou regelmatig zijn moeder bezoeken.[13] 2007 begon relatief rustig voor Madonna. De dvd van The Confessions Tour: Live from London verscheen eind januari. Er circuleerden geruchten over de opnames van een nieuw album met onder anderen Stuart Price, Timbaland en Pharrell Williams, maar er werd niets officieel bevestigd. Price vertelde wel aan nieuwszender E! dat Madonna's nieuwe album een compleet nieuwe sound zou hebben. In de lente verscheen onder grote media-aandacht de kledingcollectie op de markt die Madonna mede had ontworpen voor H&M. In 2006 verscheen ze al in reclames voor deze winkelketen. Op 16 mei 2007 verscheen een nieuw Madonna-nummer Hey You. Het nummer had Madonna speciaal geschreven voor Live Earth, het benefietconcert om mensen ervan bewust te maken dat de opwarming van de aarde met de huidige manier van leven erg snel gaat. Producer van het nummer was Pharrell Williams. Het nummer was gratis te downloaden en zou geen single worden. In tegenstelling tot de dansmuziek van haar laatste cd, Confessions On A Dance Floor, was Hey You een ballade. Madonna zong het nummer op 7 juli in Wembley Arena tijdens Live Earth. Als afsluiter in Londen zong ze daar ook Hung Up, Ray of Light en La Isla Bonita. Tijdens dat laatste nummer werd ze versterkt door twee leden van de Romano-zigeunerband Gogol Bordello, dit optreden haalde al snel de top 10 van meest
    bekeken filmpjes op YouTube. Gogol Bordello was ook te zien in Madonna's regiedebuut Filth & Wisdom, waar ze in de zomer van 2007 aan werkte. De film ging op 13 februari 2008 in première op het Berlijnse Filmfestival. Madonna was hier zelf bij aanwezig en gaf ook een persconferentie over haar regiedebuut. Verder maakte Madonna een documentaire over het leven van de bevolking in Malawi, onder de titel I am because we are. Tijdens haar persconferentie op de première van Filth & Wisdom zei Madonna dat deze documentaire wellicht in première zou gaan tijdens het filmfestival van Cannes. Ook had Madonna succes als schrijfster. Er verschenen vier nieuwe kinderboeken in de reeks De Engelse rozen.
    De meeste tijd in 2007 bracht Madonna in de opnamestudio door, waar ze werkte aan haar nieuwe album Hard Candy. Lang voor de verschijning van het album lekten in de zomer van 2007 al twee nummers uit. Een stukje van een demo getiteld Candy Shop lekte uit, maar Madonna's woordvoerster wilde niets kwijt over het nummer, waardoor Madonna's fans zich afvroegen of het liedje wel echt was. Rond 22 augustus 2007 lekte een tweede lied uit, getiteld Beat Goes On, een samenwerking met Pharrell Williams. Op het album zou uiteindelijk een compleet andere versie van het nummer verschijnen, met onder andere een rap van Kanye West. Deze samenwerking was spontaan ontstaan toen zij elkaar in de studio tegenkwamen. Het album verscheen in Europa op 25 april 2008 en drie dagen later in Amerika en de rest van de wereld. Het album kreeg goede recensies en was grotendeels geproduceerd door Madonna samen met Timbaland, Justin Timberlake, Pharrell Williams en Danja. Madonna maakte een kleine clubtournee in New York, Parijs en in Maidstone (Kent) om het album te promoten. Opmerkelijk was dat haar begeleidingsband bijna geheel vernieuwd was ten opzichte van de twee tournees ervoor. Stuart Price, haar voormalige producer en muzikaal directeur van haar tournees sinds 2001, had ze aan de kant geschoven en ze had Kevin Atunes ingehuurd, die op de bijhorende Sticky & Sweet Tour werd aangevuld met DJ Enferno. Stuart zou niet hebben willen meewerken omdat hij net vader was geworden (moeder van de baby was Madonna's voormalige assistente Angela die ook te zien is in de documentaire I'm Going to Tell You a Secret). Onder fans werd echter gespeculeerd dat Madonna Stuarts werk gewoon te oubollig vond. De eerste single van het nieuwe album, getiteld 4 Minutes (to save the world), was een samenwerking met Justin Timberlake & Timbaland. Het nummer schoot de Mega Top 50, de Single top 100 en de Download Top 50 in Nederland binnen op nummer 1. In België werd het ook meteen nummer 1 en verder het werd wereldwijd een nieuwe nummer 1 hit. Behalve in Amerika, waar rapper Lil' Wayne het net iets beter deed. Zijn nummer werd enkel in Amerika een hit dus Madonna had met 4 Minutes de grootste hit van 2008 geleverd. De video, van regisseurs Jonas & Francis, bereikte 60 miljoen kijkers online. Voor de tweede single (Give It 2 Me) nam Madonna een video op met regisseur-fotograaf Tom Munro en haar vroegere tuinman en vriend des huizes Nathan Rissman. Ook Pharell Williams (van N.E.R.D. en The Neptunes) was in die video te zien. Het nummer werd een internationale hit, maar wel een kleinere dan 4 Minutes. In Nederland werd het echter dé zomerhit en een wekenlange nummer 1 in de Top 40. In België bereikte Madonna de eerste plaats in de digitale muziekwinkel iTunes, maar in de Ultratop bereikte het nummer op zijn maximale punt de 3e plaats. Als derde single bracht Madonna Miles Away uit, een rustiger maar toch uptempo nummer met backing vocals van Justin Timberlake. De track was geproduceerd door Timbaland. De single met danceremixes werd wereldwijd gelanceerd in november 2008. De officiële videoclip van het nummer bestond uit een compilatie livebeelden van de Sticky & Sweet Tour. Ondanks het feit dat Miles Away wel de top 10 in Nederland haalde, is de single wereldwijd geen grote hit geworden.
    In het najaar van 2008 begon Madonna aan haar grootscheepse tournee, onder de titel Sticky & Sweet Tour. De tournee startte op 23 augustus in Cardiff, Wales en deed op 2 september de Amsterdam
    ArenA aan. De show was alweer een spektakel, Madonna droeg pakjes van Givenchy en boots van Stella McCartney. Ook in deze show zaten een paar elementen die wereldnieuws waren. Madonna had vriendin Britney Spears gevraagd om een video op te nemen met Steven Klein, een gerespecteerd en bekend fotograaf/videoartist. In de video was Spears te zien in een lift terwijl ze gek werd en de lift afbrak. De video werd vertoond tijdens Madonna's vertolking van Human Nature en was confronterend te noemen. De video werd een instant hit op YouTube, die al 24 uur na de opening van de tournee 300.000 kijkers haalde. Twee weken later maakte Spears ook haar comeback op de MTV VMA Awards. Maar Madonna toonde ook nog een andere video tijdens het concert, waarin ze John McCain vergeleek met Hitler. Op het einde van de video, ook gefilmd door Klein, prees Madonna de Amerikaanse presidentskandidaat Barack Obama aan. Dit veroorzaakte een rel in Amerika en leverde de tournee nog meer uitverkochte zalen op. Verder voerde Madonna opnieuw haar wereldhit Vogue op, die helemaal heruitgevonden was met stukjes en beats uit haar laatste megahit 4 Minutes, het werd meteen een favoriet bij de fans. Madonna was te zien in een oldschool auto, touwtje springend in een oldschool outfit van Givenchy en Moshino en bouwde met haar gypsy vrienden een feestje op het podium. Ze 'hypte' "nerdy" brillen en tot slot 'bereed' ze Justin Timberlake, die digitaal mee op tournee was. Na de afloop van het Europese gedeelte van de tournee startte Madonna in Amerika. Tijdens haar concerten in New York schold ze de Amerikaanse vicepresidentskandidate Sarah Palinuit. Ze noemde haar een trut en een "fucker" die niet welkom is op haar show (van Madonna was bekend dat ze een Democraten-aanhanger was en het niet had op George Bush en kandidaat president McCain). In diezelfde speech vermeldde Madonna ook nog eens dat iedereen moest opstaan en dansen omdat "dit geen stomme Barbra Streisand show is". De Sticky & Sweet Tour eindigde in São Paulo (Brazilië) en had daarmee diverse records gebroken[14] (die al in handen waren van Madonna), waaronder: Totaal aantal toeschouwers: 2.350.282 fans Ticketverkoop: in ticketssales Tijdens de tournee, op 15 oktober 2008, werd officieel bekend dat Madonna, na een huwelijk van bijna acht jaar, zou gaan scheiden van haar tweede echtgenoot Guy Ritchie. De definitieve scheiding werd op 21 november voltrokken. Er werd geen enkel optreden geschrapt en ze refereerde er ook geen enkele keer aan tijdens een show. Op 27 januari 2009 werd bekend dat de Sticky & Sweet Tour een vervolg zou gaan krijgen. Onder de naam Sticky & Sweet Tour II zou in de zomer van 2009 Europa opnieuw worden aangedaan. Alleen Londen en Parijs kregen de show nogmaals te zien, de overige steden waren allemaal nieuw. Voor het eerst in haar loopbaan zou ze optreden in België, op 11 juli 2009 op het festivalterrein van Werchter. Haar tournee veranderde op zich weinig: ze veranderde drie nummers op haar setlist en enkele video's en kostuums waren aangepast (zoals het nummer Candy Shop dat ze met een volledig nieuw outfit en achtergrondvideo opvoerde). Op 23 juli 2009 werd bekend dat Madonna's derde verzamelalbum Celebration zou gaan heten en dat hierop twee nieuwe nummers zouden komen te staan. De single Celebration zou op 3 augustus vanaf 14.00 uur op de Nederlandse radiozenders gedraaid worden; op 4 augustus zou de downloadsingle uitkomen. De clip voor dit nummer was opgenomen in Milaan en Barcelona en fans konden zich aanmelden om mee te werken aan de video. Verder waren de dansers van de Sticky & Sweet Tour en zelfs haar dochter Lourdes was te zien. Op 30 juli lekte het nummer uit en verspreidde het zich wereldwijd. Dezelfde dag werd de single veelvuldig gedraaid op de Nederlandse radio. Madonna's platenmaatschappij Warner Music had daarop de downloadsingle al op 31 juli uitgebracht en officieel toestemming gegeven het nummer te draaien op de radio. De verschijningsdatum voor de cd-single was 11 september 2009. Op 18 september kwam het album uit, zowel in de vorm van een enkel als dubbelalbum. Dit was een week eerder dan gepland. Op 9 november 2010 maakte Madonna bij Ellen DeGeneres bekend dat ze na haar film opnieuw de studio in zou gaan.[15]
    Donderdag 15 december 2011 werd bekend dat Madonna een contract voor drie albums had gesloten met Interscope Records.[16] Haar eerste album bij dit label en tevens haar eerste album sinds vier jaar zou worden uitgebracht in maart 2012. De eerste single zou gaan heten 'Give me all your luvin' en werd uitgebracht eind januari, net voor Madonna's geplande optreden bij de Super Bowl. Op de single zouden Nicki Minaj en M.I.A. te horen zijn. De videoclip voor de single werd opgenomen midden december in New York samen met Nicki Minaj en M.I.A. door Megaforce.[17] Madonna maakte op 10 februari 2012 op de radio bekend dat de tweede single van het album "Girl Gone Wild" zou worden. Met de aankondiging van haar nieuwe album verbrak ze enkele records. Haar nieuwe album stond in 50 landen op nummer 1 in iTunes nog voordat het verschenen was. Op 11 januari 2012 maakte Madonna via haar Facebookpagina bekend dat haar twaalfde studioalbum MDNA ging heten. Ook ging de zangeres weer toeren, in juli 2012 deed zij Nederland aan met haar MDNA Tour en gaf ze twee concerten in de Ziggo Dome. De eerste voorstelling was al binnen een half uur uitverkocht; vanwege de grote belangstelling werd er een tweede concert ingepland. Op 20 februari 2012 liet Perez Hilton weten dat de 15-jarige Lourdes mee op tournee ging. Ook haar zoon ging mee op tournee als danser. Op 12 juli 2012 kwam Madonna naar het Koning Boudewijnstadion te Brussel. Dit was het tweede concert ooit van Madonna in België. De derde wereldwijde single van het album MDNA was Turn Up The Radio. In Nederland zijn tevens 'Love Spent' en 'Masterpiece' als radiosingles uitgebracht. Ze werden beide geen hits. De videoclip voor Turn Up The Radio werd opgenomen in Italië en kwam uit op 16 juli 2012. MDNA bracht ook twee promo-singles voort. Masterpiece werd op 2 april 2012 als promo-single in het Verenigd Koninkrijk naar de radiozenders verstuurd en "Superstar" kwam uit op 3 december 2012 als gratis cd bij de Braziliaanse krant Folha de S. Paulo.
    In maart 2015 bracht Madonna het album Rebel Heart uit. Het album ontving positieve internationale beoordelingen en werd wereldwijd goed verkocht. Op 9 september 2015 lanceerde Madonna haar Rebel Heart Tour in Montreal. Wereldwijd vonden 82 concerten plaats. In december 2016 werd Madonna uitgeroepen tot "Vrouw van het jaar" bij de "Billboard Women in Music" Awards en ze gaf een zeer gewaardeerde speech waarin ze inging op thema's als seksisme en feminisme. Als onderdeel van de "Women's March on Washington" op 21 januari 2017 na de inauguratie van Donald Trump hield ze een toespraak tegen seksisme en tegen de nieuwe Amerikaanse regering. In februari 2017 adopteerde Madonna de vierjarige tweeling Esther en Stella uit Malawi. In de zomer van 2017 verhuisde ze naar Lissabon. De MDNA-huidverzorgingsproducten die Madonna in februari 2014 had geïntroduceerd in Japan waren vanaf september 2017 ook verkrijgbaar in winkels in de Verenigde Staten. Op 7 mei 2018 op het Met Gala in New York introduceerde Madonna haar nieuwste nummer "Beautiful Game", een nummer van haar aankomende 14de studio-album.
    Madonna wordt algemeen beschouwd als een van de meest controversiële personen in de popgeschiedenis. Al meer dan dertig jaar weet ze de aandacht van het publiek vast te houden met nieuwe, voor sommigen, choquerende beelden en uitdossingen. Ze haalt zich daarmee regelmatig de woede van een of meer (vaak christelijke) organisaties op de hals en zelfs de paus liet van zich horen
    toen de videoclip van Like a Prayer uitkwam, waarin ze voor brandende kruizen staat te dansen en gekust wordt door een tot leven gekomen beeld van de heilige Martinus van Porres, in protestantse landen meestal aangezien voor een donkere Jezus Christus. Andere beruchte videoclips zijn die van Express Yourself (sm en bondage), Justify My Love (de eerste clip ooit die op MTV alleen na 23.00 uur mocht worden uitgezonden) en Erotica (die beelden toont van haar project). Seks en religie vormen dan ook een leidraad door haar carrière. In 1990 wordt Madonna na haar Blond Ambition-concert in Toronto bijna gearresteerd omdat in de uitvoering van Like a Virgin een masturbatiescène zat. De Blond Ambition Tour werd later verwerkt in de documentaire In bed with Madonna waarin zij een kijkje geeft achter de schermen van de tournee en onder andere laat zien hoe ze een flesje pijpt. In 2003 werd de clip die ze in eerste instantie gemaakt had voor American Life teruggetrokken door Warner Bros. nadat beelden waren uitgelekt. Er ontstond een rel in Amerika waar Madonna door de media werd verguisd wegens anti-patriottisme. Een eenvoudige versie die alleen de zangeres voor internationale vlaggen laat zien werd daarop uitgebracht. De originele clip was een aanklacht tegen de oorlog in Irak en het beleid van de toenmalige president George W. Bush en toonde onder anderen Iraakse, Palestijnse en Joodse kinderen tussen soldaten op de catwalk. De clip eindigt met Madonna die een handgranaat het publiek in gooit die wordt opgevangen door Bush. De volgende rel wordt gevormd door de tongzoen met Britney Spears en Christina Aguilera tijdens de opening van de MTV Awards. Madonna gebruikt haar populariteit om aandacht te vestigen op de problemen in de wereld, wederom gebruikmakend van controverse en choquerende beelden. Bij de uitvoering van 'Live To Tell' tijdens haar Confessions Tour in 2005, waar zij quasi-hangend aan een glitterkruis compleet met doornenkroon zingt terwijl beelden van aidskinderen en Bijbelteksten op de achtergrond te zien zijn. Religieuze organisaties over de hele wereld hebben geprotesteerd en noemden het godslastering, volgens de artieste zelf was het een oproep om het wereldwijde probleem aids onder de aandacht te brengen. In 2006 richtte Madonna samen met Michael Berg de liefdadigheidsinstelling Raising Malawi op. Deze non-profitorganisatie helpt bij de extreme armoede en ontberingen die een miljoen weeskinderen in Malawi hebben te verduren, voornamelijk door middel van gezondheids- en onderwijsprogramma's. Voor Live Earth, een organisatie tegen de opwarming van de aarde, nam ze in 2007 de gratis te downloaden single Hey You op en voorzag de clip van schokkende beelden van natuurrampen, honger, aids e.d. en wisselde deze af met positieve beelden van spelende kinderen en bloeiende natuur. Het lied en de clip werden de themasong voor de Live Earth-concerten over de hele wereld. In 2008 deelt Madonna tijdens haar Sticky & Sweet Tour opnieuw een steek uit naar president Bush door hem in een videomontage in hetzelfde rijtje af te beelden met dictators onder wie Hitler, terwijl Obama wordt vergeleken met de dalai lama Tenzin Gyatso.
    Madonna is in 2008 opgenomen in de Rock and Roll Hall of Fame. Ze kreeg de rol van Meryl Streep aangeboden in Music of the Heart, Michelle Pfeiffers rol in The Fabulous Baker Boys en Sharon Stones rol in Casino maar sloeg ze allemaal af; alle genoemde films werden genomineerd voor een Oscar voor deze rollen. Tijdens het programma Celebrity Deathmatch van MTV "vocht" Madonna tegen (en versloeg) Michael Jackson in een "koninklijk gevecht" als de "King and Queen of Pop".
    Ze heeft meerdere kinderboeken geschreven: De Engelse rozen (een reeks, waarvan er inmiddels 9 boeken zijn), De appels van Mr. Peabody, De avonturen van Abdi, Jacob en de Zeven Dieven en Lotsa de Casha. Madonna heeft kleding voor meisjes ontworpen, getiteld English Roses, naar de titel van haar eerste kinderboek. Dochter Lourdes draagt hier ook kleding van. Ze heeft ook een collectie voor het bekende modewarenhuis H&M ontworpen. Haar nummer Ray of Light van het gelijknamige album is door Microsoft gebruikt tijdens hun Windows XP-reclamecampagne. Madonna's hit Beat Goes On werd gebruikt in reclame voor Apples lancering van de iPod Nano (nieuwe generatie). Voor Apple heeft ze de iMac videoverbinding getest. Het nummer She's Madonna van Robbie Williams is gebaseerd op een gesprek dat de zanger had met de man van Madonna, Guy Ritchie. In dit gesprek vertelde Ritchie dat hij zijn toenmalige vriendin voor Madonna gedumpt had met de woorden: "I love you baby, but face it, she's Madonna!". Haar nummer Miles Away is de intro van een Japanse soap.
    Madonna is in de verte verwant aan de Canadese ster Céline Dion, de voormalige Amerikaanse Minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton en de echtgenote van de Engelse kroonprins Prins Charles, Camilla Parker Bowles.[bron?] Haar vader, Silvio (of Tony) Ciccone, heeft een wijnzaak, Ciccone Vineyard & Winery in Suttons Bay (Michigan, haar geboortestaat). Madonna heeft ooit gezegd dat ze beroemder wil worden dan God. Madonna heeft verschillende bijnamen: Queen Of Pop, Little Nonnie, Maddy, Mo, Boy Toy, Mads, Madge, Her Madgesty, Material Girl, Veronica Electronica, M, Varla, Dita, Mother of Re-invention, Queen of Dance, Queen of Shock, M-dolla, ... Madonna heeft voor stadion GelreDome een eigen tegel op de Walk of Fame.
    1985 – The Virgin Tour (alleen VS). Voorprogramma: The Beastie Boys. Tournee opent in Seattle op 9 april 1985 en eindigt in New York op 11 juni 1985. Nummers: Dress You Up, Holiday, Into the Groove, Everybody, Angel, Gambler, Borderline, Lucky Star, Crazy for You, Over and Over, Burning Up, Like a Virgin-Billie Jean, Material Girl. Homevideo (VHS/betamax/laserdisc): Virgin Tour Live in Detroit. 1987 – Who's That Girl World Tour Tournee opent in Osaka (Japan) op 6 juni 1987 en eindigt op 6 september 1987 in Florence (Italië). Op 25 en 26 augustus 1987 geeft Madonna twee uitverkochte concerten in de Rotterdamse Kuip. Nummers: Open your heart, Lucky Star, True Blue, Papa Don't Preach, White Heat, Causing a Commotion, The Look of Love, de medley Dress You Up/Material Girl/Like A Virgin met delen uit I Can't Help Myself (Sugar Pie Honey Bunch), Where's the Party, Live to Tell, Into the Groove, La Isla Bonita, Who's that Girl, Holiday. Dvd: Madonna - Ciao Italia. 1990 – Blond Ambition Tour Voorprogramma: Technotronic Tournee opent in Makuhari (Japan) op 13 april 1990 en eindigt op 5 augustus 1990 in het Franse Nice.
    Op 24 juli staat Madonna in een niet geheel uitverkochte Kuip in Rotterdam. Nummers: Express Yourself, Open Your Heart, Causing a Commotion, Where's The Party, Like A Virgin, Like A Prayer, Live To Tell, Oh Father, Papa Don't Preach, Sooner or Later, Hanky Panky, Now I'm Following You, Material Girl, Cherish, Into the Groove, Vogue, Holiday, Family Affair-Keep it Together. De Blond Ambition Tour levert $65.700.000 aan kaartverkoop op. Dvd: Er is geen officiële dvd met het gehele optreden uitgebracht, er zijn wel enkele bootlegs in omloop. De documentaire In bed with Madonna / Truth Or Dare volgt Madonna tijdens de tournee en bevat ook beelden van de show. 1993 – The Girlie Show Voorprogramma: UNV (in Amerika), Yonca Evcimik and Kenan Dogulu (in Istanboel) en Peter André (in Australië). Tournee opent in London op 25 september 1993 en eindigt op 19 december 1993 in Tokio (Japan). Madonna doet Nederland niet aan. Nummers: Erotica, Fever, Vogue, Rain-Just My Imagination, Express Yourself, Deeper and Deeper, Why's It So Hard, In This Life, The Beast Within, Like A Virgin, Bye Bye Baby, I'm Going Bananas, La Isla Bonita, Holiday, Justify My Love, Everybody Is A Star-Everybody. The Girlie Show levert $70.300.000 aan kaartverkoop op. Dvd: Madonna - The Girlie Show: Live Down Under. Madonna krijgt zware kritiek van het Portoricaanse Huis van Afgevaardigden te verduren omdat ze op het podium tijdens The Girlie Show de Portoricaanse vlag tussen haar benen heeft gewreven. 2001 – Drowned World Tour Tournee opent in Barcelona (Spanje) op 9 juni 2001 en eindigt op 15 september in Los Angeles (VS). Madonna doet Nederland niet aan. Nummers: Drowned World/Substitute for Love, Impressive Instant, Candy Perfume Girl, Beautiful Stranger, Ray of Light, Paradise (Not For Me), Frozen, Open Your Heart "Swell" (Chord Intro), Nobody's Perfect, Mer Girl-Sky Fits Heaven-Mer Girl (Part II), What It Feels Like For A Girl (Interlude), I Deserve It, Don't Tell Me, Human Nature, The Funny Song (ook bekend als Oh Dear Daddy), Secret, Gone (in sommige Amerikaanse steden You'll See), Don't Cry for Me Argentina (Interlude), Lo Que Siente La Mujer (Spaanse versie van What It Feels Like For A Girl), La Isla Bonita, Holiday, Music. De Drowned World Tour heeft in totaal 731 606 kaarten verkocht. Totale opbrengst $76.792.245. Dvd: Madonna - Drowned World Tour 2001 - Live in Detroit. 2004 – Re-Invention Tour Tournee opent in Los Angeles (VS) op 24 mei 2004 en eindigt op 14 september in Lissabon (Portugal). Madonna stond op 8 en 9 september 2004 voor 73.300 fans in GelreDome in Arnhem. Opbrengst $6.759.661. Nummers: The Beast Within, Vogue, Nobody Knows Me, Frozen, American Life, Express Yourself, Burning Up, Material Girl, Hollywood, Hanky Panky, Deeper and Deeper, Die Another Day, Lament, Bedtime Story, Nothing Fails, Don't Tell Me, Like A Prayer, Mother and Father, Imagine, Into the Groove, Papa Don't Preach, Crazy For You, Music, Holiday. Dvd: De tourneedocumentaire I'm Going to Tell You a Secret verscheen in juni 2006 op dvd en bevat ook beelden van de liveshow. Het is onzeker of er ooit nog een dvd zal verschijnen met het gehele concert. De Re-Invention Tour is de meest lucratieve tournee van 2004 ($125 miljoen aan verkochte kaartjes). Volgens geruchten, die Madonna overigens heeft ontkend, zou de Re-Invention Tour aanvankelijk The Whore of Babylon Tour (de hoer van Babylon, een verwijzing naar het Bijbelboek Openbaringen) gaan heten. 2006 – Confessions Tour
    Tournee opent op 21 mei in Los Angeles (VS) en eindigt op 21 september in Tokio (Japan). Voorprogramma in een aantal Europese stadionconcerten: Paul Oakenfold. Madonna stond op 3 en 4 september 2006 voor 102.330 fans in de Amsterdam ArenA. Opbrengst $11.783.254. Nummers: Future Lovers/I Feel Love, Get Together, Like a Virgin, Jump, Live to Tell, Forbidden Love, Isaac, Sorry, Like It Or Not, Sorry (Interlude), I Love New York, Ray of Light, Let It Will Be, Drowned World/Substitute for Love, Paradise (Not For Me), Music, Erotica/You Thrill Me, La Isla Bonita, Lucky Star, Hung Up. Volgens geruchten waren andere namen voor de tournee: Dance and Sing World Tour en Superpop World Tour (vernoemd naar het nummer Superpop, een onuitgebracht nummer uit 2005). De Confessions Tour is de meest lucratieve tournee van een vrouwelijke artiest aller tijden ($195 miljoen aan verkochte kaartjes). Voor de Confessions Tour zijn in totaal 1.209.618 kaarten verkocht. Dvd: The Confessions Tour: Live from London. Deze dvd wordt vergezeld van een cd en werd in Nederland uitgebracht op 26 januari 2007. Tevens is de dvd zonder cd verkrijgbaar. De dvd was al goud geworden voordat hij uitkwam, voor 35.000 verkochte exemplaren in Nederland. 2008-2009 – Sticky & Sweet Tour Tournee opende op 23 augustus 2008 in Cardiff (Wales) en eindigde op 2 september 2009 in Tel Aviv (Israël). Sticky & Sweet was een volledige stadiontournee, en maakte plaats voor oldschool- en meer rockelementen ten koste van haar kenmerkende performance-art. Voorprogramma in een aantal Europese stadionconcerten: Robyn. Overige voorprogramma's: Benny Benassi (Rome), Paul Oakenfold, Bob Sinclar (Parijs) en Hamutsun Serve. Madonna stond op 2 september 2008 voor 50.588 fans in de Amsterdam ArenA. Opbrengst $6,717,734. Setlist 2008: The Sweet Machine (intro video), Candy Shop, Beat Goes On (met Kanye West), Human Nature (met Britney Spears), Vogue (gemixt met 4 Minutes en Give It To Me), Die Another Day (video interlude), Into The Groove, Heartbeat, Borderline, She's Not Me, Music (Fedde Le Grand remix), Rain/Here comes the rain again (video interlude), Devil Wouldn't Recognize You, Spanish Lesson, Miles Away, La Isla Bonita, You Must Love Me, Get Stupid (video interlude), 4 Minutes, Like A Prayer (gemixt met Feels Like Home(origineel van Meck)), Ray of Light, publieksverzoeknummer (in Amsterdam Express Yourself), Hung Up, Give It 2 Me (met Pharrel Williams). Setlist 2009: The Sweet Machine (intro video), Candy Shop, Beat Goes On (met Kanye West), Human Nature (met Britney Spears), Vogue (gemixt met 4 Minutes en Give It To Me), Die Another Day (video interlude), Into the Groove, Holiday (inclusief hommage aan Michael Jackson), Dress You Up, She's Not Me, Music (Fedde le Grand remix), Rain/Here Comes The Rain Again (video interlude), Devil Wouldn't Recognize You, Spanish Lesson, Miles Away, La Isla Bonita/Lela Pala Tute, Doli Doli (interlude), You Must Love Me, Get Stupid (video interlude), 4 Minutes (met Justin Timberlake en Timbaland), Like A Prayer (gemixt met Feels Like Home), Frozen (dance mix), Ray of Light, Give It 2 Me (met Pharrel Williams). De Sticky & Sweet Tour is de meest lucratieve tournee van een soloartiest aller tijden ($408 miljoen aan verkochte kaartjes). De Sticky & Sweet Tour heeft in totaal 2.350.282 kaarten verkocht. De Sticky & Sweet

    16-08-2018 om 09:00 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-08-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 15 aug rene margritte

     

    15-08-2018 om 09:35 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 15 aug rene margritte

    15 aug 1967 René François Ghislain Magritte (Lessen, 21 november 1898 – Schaarbeek, 15 augustus 1967) was een Belgisch surrealistisch kunstschilder. Toen René Magritte in 1912 dertien jaar oud was, werd zijn moeder dood uit de rivier de Samber gehaald. Zij had zich met een doek voor haar voorhoofd in het water gestort. In zijn werk verwijst hij meermaals naar dit drama met illustraties van een vrouw van wie het aangezicht bedekt is. Magritte had twee broers: Raymond en Paul. Van 1916 tot 1921 kreeg Magritte een opleiding aan de Brusselse Academie. Hij volgde er les bij Gisbert Combaz, Emile Vandamme-Sylva en Constant Montald. In 1922 trouwde hij met Georgette Berge René Magritte werkte in eerste instantie als ontwerper bij een behangfabriek en maakte naderhand ook veel affiches. Het debuut van Magritte in de schilderkunst was kubistisch, futuristisch en abstract werk, onder invloed van zijn werkbaas Victor Servranckx in de behangpapierfabriek Peters-Lacroix. Na de kennismaking met het werk van Giorgio de Chirico, in 1925, begon het werk van Magritte surrealistische elementen te assimileren. De Chirico beeldt voorwerpen zeer realistisch af maar in totaal verschillende causale en temporele contexten. Zo beklemtoont De Chirico de raadselachtigheid van de objectenwereld. Ook de conventionele orde en de plaatsing van de dingen wordt op die wijze geïroniseerd. Magritte maakte vooral schilderijen (olieverf op doek), maar ook gouaches, voorwerpen en collages. Onder de leiding van Edouard Mesens werkte hij mee aan het tijdschrift "Oesophage" en kreeg hij in 1927 zijn eerste individuele expositie in de galerij "Le Centaure", in Brussel. Tussen 1927 en 1930 verbleef Magritte in een voorstad van Parijs, waar zijn surrealistische visie bekroond werd met de vriendschap van Paul Eluard en van André Breton, die in 1924 al Het Surrealistisch Manifest had geschreven. Toen in 1930 de "Centaure", waar Magritte onder contract werkte, failliet ging, kon Edouard Mesens al zijn werken opkopen, op dat moment circa 200. In 1934 paste Magritte en zijn entourage de techniek van het cadavre exquis ook toe met beelden in navolging van de taalexperimenten waarbij een gedicht door meerdere dichters wordt geschreven.
    Tijdens een korte periode, tussen 1940 en 1946, verrijkte Magritte op advies van zijn agent, zijn palet enigszins met een impressionistische accentuering (de zogenoemde 'Renoir-periode'). Dit soort stijl zou beter verkopen. Maar al na korte tijd keerde Magritte terug naar zijn vroegere, bijna fotorealistische stijl, wel even agressiever, door de rumoerig geworden verhouding met zijn vorige surrealistische omgeving (Goemans, Scutenaire, Nougé, Lecomte, Souris, Mesens). De zwarte humor van Magritte leidde hem vaak tot een morbide figuratie, daarbij nog meer 'gesurrealiseerd' door de soms onmogelijk onwaarschijnlijke benamingen die hij zijn werk toebedeelde. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werkte en verbleef Magritte in het Franse Carcassonne. In 1945, na zijn terugkomst in België, werd hij lid van de Communistische Partij van België. In 1953 creëerde Magritte de wandschilderingen in het Casino te Knokke aan de Belgische kust, in opdracht van de familie Nellens. Deze zijn ondertussen beschermd door de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen. Hij werd in 1960 bekroond voor al zijn werk met de Belgische Staatsprijs. Het was de eerste keer dat de Staatsprijs aan een kunstschilder werd toegekend. In de jaren 50 van de twintigste eeuw was Magrittes werk erg in trek bij New Yorkse verzamelaars. Dat verklaart de grote aanwezigheid heden ten dage van Magrittes werk in Amerikaanse collecties. Ook zijn bekendste icoon "La Trahison des Images" bevindt er zich.
    Magritte overleed in 1967 in Schaarbeek, alwaar hij ook begraven is op het gemeentelijke kerkhof.
    Het Brussels bestuur heeft de procedure opgestart om het graf van schilder René Magritte als beschermd monument te laten erkennen. Magritte ligt samen met zijn echtgenote Georgette Berger begraven op het gemeentelijke kerkhof van Schaarbeek, dat op het grondgebied van Evere ligt. De grafzerk van het echtpaar bestaat uit een eenvoudige granieten steen waarop de namen en geboorte- en overlijdensdata van de twee echtelieden staan. Sinds de dood van René Magritte wordt zijn graf zeer vaak bezocht door bewonderaars uit binnen- en buitenlan Het grootste deel van het oeuvre van Magritte behoort qua stijl tot het surrealisme, één van de belangrijke kunststromingen van de 20e eeuw. In vele van zijn werken komen naakte vrouwen en natuurgetrouw geschilderde vissen voor. Dit is waarschijnlijk een verwijzing naar het feit dat Magritte zijn moeder naakt terugvond in de Samber nadat zij zelfmoord had gepleegd. Het werk van Magritte is net zoals dat van bijvoorbeeld Salvador Dali en Carel Willink zeer fijn geschilderd, hetgeen het realistische effect van in werkelijkheid onbestaanbare voorstellingen benadrukt. Het bekendste werk van Magritte is zonder enige twijfel La Trahison des Images (1928-29) of "Het verraad van de voorstelling" met de geschilderde tekst: Ceci n'est pas une pipe onder de zeer realistische afbeelding van een pijp. In dit werk schildert René Magritte een pijp met vlak daaronder de boodschap: "Dit hier is geen pijp" (Ceci n'est pas une pipe). Hij wil zichzelf en de toeschouwer herinneren aan het feit dat het hier gaat om een met olieverf beschilderd doek, oftewel een schilderij, en niet om een echte pijp. Elke verwijzing naar een echte pijp pleegt verraad aan het feit dat een pijp eigenlijk een idee is en dus zijn oorsprong heeft in de geest. Door ons telkens te bevragen en als het ware te misleiden, dwingt Magritte ons over kunst na te denken. In dat licht kunnen ook de titels van het werk van Magritte gezien worden. Deze titels hebben meestal niets te maken met het onderwerp van het schilderij. De latere conceptuele kunstenaars trokken deze lijn zeer extreem door met een installatie, een performance of een happening en herleidden het kunstwerk tot een idee. Dit is ook een kritiek op de kunstenaars die vinden dat ze de werkelijkheid zo waarheidsgetrouw moeten weergeven, zoals de hyperrealisten later. René Magritte vond dat het de taak is van de kunstschilder om de realiteit in een ander kader te plaatsen. Zijn kunst roept altijd meer vragen op dan zij kan beantwoorden. Getuige hiervan is het schilderij van een zeemeermin, afgebeeld met een vissenkop en mensenbenen. Kenschetsend is ook het schilderij van een zeer natuurgetrouw afgebeelde vis die aan de staartzijde verandert in een brandende sigaar met kringelende rookpluim (schilderij "l'Exception" 1963). Magrittes werk getuigt ook van een uiterst grote beheersing van de techniek van het schilderen met olieverf op doek.
    Veel van het werk van Magritte laat een metamorfose zien, een verandering van het ene voorwerp in het andere. Of het werk is in andere opzichten onmogelijk, bijvoorbeeld de serie woonhuizen in de nacht, met een heldere hemel in daglicht erboven. Of een maan die voor de bladeren van een boom hangt. Uilen of andere vogels die als planten uit de grond komen.
    Eind 2008 raakte bekend dat de Belgische uitgeverij Ludion voor de komende vijf jaar wereldwijd exclusief de beeldrechten had verworven om het beeldmateriaal van Magrittes werk te verspreiden. Charly Herscovici, de erfgenaam van Magritte, had de rechten de voorbije jaren verleend aan de Franse uitgeversgroep Flammarion. Onder het contract valt de wereldwijde verspreiding van
    postkaarten, agenda's, kalenders, posters, T-shirts en paraplu's waarop afbeeldingen van Magrittes werk voorkomen. Directeur Michel Draguet van het Magritte Museum geeft nog mee dat merchandising belangrijk is omdat voor de kunstenaar het idee primeert op de realisatie. Magrittes reclamewerk in de jaren twintig hielp hem immers te overleven. De shop in het museum aan het Koningsplein is dan ook een logisch gevolg ervan.
    In de reclamewereld knipoogt men even naar Magritte als men de volgende tekst op een T-shirt plaatst: "Ceci n'est pas une pomme" met een realistische afbeelding van een appel daaronder. Magritte schilderde overigens zelf een werk met deze titel in 1964.[1] Musée Magritte Museum aan het Koningsplein te Brussel René Magritte Museum in Jette (Brussel) in de vroegere woning van het echtpaar Magritte Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam[2] Het inmiddels opgeheven Scheringa Museum voor Realisme in Spanbroek Museum of Modern Art en Guggenheim Museum in New York[3] Dallas Museum of Art Minneapolis Institute of Art[4] Tate Gallery in Londen[5] Het Centre Pompidou in Parijs
    René Magritte maakte onder andere de volgende werken (meest schilderijen): Bij het raam, 1920 Portret van Pierre Bourgeois, 1920 Vrouw te paard, 1922 Het middernachtelijk huwelijk, 1926 De moordenaar bedreigd, 1926, olieverf op doek, Museum of Modern Art, New York De verdwaalde jockey , 1926 Primevera, 1926 De man van de wijde zee, 1927 De dievegge, 1927 Ontdekking, 1927 Paniek in de Middeleeuwen, 1927 De geheimzinnige speler, 1927 Het bloed van de wereld, 1927 Portret van Paul Nougé, 1927 Landschap, 1927 De demon van de perversiteit, 1927 De geliefden nr.1, 1928 De geliefden nr.2, 1928 De valse spiegel, 1928 Les exercices de l’acrobate (De oefeningen van de acrobaat), 1928, olieverf op linnen, 116 x 80,8 cm, München, Staatsgalerie Monderner Kunst Le masque vide, 1928[6] Poging tot het onmogelijke (Le Perreux-sur-Marne), 1928 Personage mediterend over de waanzin, 1928 De universaliënstrijd, 1928 La trahison des images (Het verraad van de voorstelling), 1928-1929 Het woordgebruik, 1929
    De boom van kennis, 1929 The six elements, 1929[7] La clé des songes (De sleutel van de dromen), 1930, olieverf op linnen, 81 x 60 cm. Parijs, privébezit. Het lot van het mensdom nr.1, 1933 De zielsverwantschappen (Les affinités électives), 1933 Het onverwachte antwoord, 1933 Le viol (De verkrachting), olieverf op linnen, 1934, particulier bezit Portret, 1935 Het lot van het mensdom nr.2, 1935, olieverf op doek, Genève, collectie Simon Spierer God is geen heilige, 1935-1936 De helderziendheid (La clairvoyance), 1936 Portret van Irène Hamoir, 1936 De verboden lectuur, 1936 La réproduction interdite (Reproductie verboden), 1937 Georgette, 1937 De genezer nr.1, 1937 La durée poignardée, 1938 De kus, 1938 Bel canto, 1938 Het heden, 1938-1939 Grote verwachtingen, 1940 De terugkeer, 1940 Portret van Adrienne Crowet, 1940 La femme au miroir (Vrouw met spiegel), 1941[8] De genezer nr.2, 1941 Schateiland, 1942 Kameraden in de angst, 1942 Diverse beschilderde flessen, 1942 Het vijfde seizoen, 1943 De glimlach, 1943 De oogst, 1943 De brand, 1943 De gunstige voortekenen ("Les heureux présages"), 1944 Vanzelfsprekende ontmoetingen, 1945 Het grote geluk, 1945 Zwarte magie, 1945 Duizend-en-één-nacht, 1946 Eindeloze erkentelijkheid, 1946 De verstandhouding, 1946 Liefdeslied, 1946 Gezicht van boven, 1947 Het aandeel van het vuur, 1947 Het goede jaar, 1947 The eternally obvious, 1948 Het geheugen, 1948 Sheherazade, 1948 De smaak van tranen, 1948 Lola de Valence, 1948 De kei, 1948 De diepten van het genot, 1948 De psycholoog, 1948 De hongersnood, 1948
    Titania, 1948 De misdaad van de paus, 1948 Levenskunst, 1948 De ellips, 1948 Het kristallen bad, 1949 Het rijk der lichten II, 1950 Het balkon van Manet, 1950 Ontwerp voor het plafond van het Théâtre Royal des Galeries, 1951 Perspective: Madame Récamier par David, 1951 Persoonlijke waarden (Valeurs personnelles), 1952[9] Vier rotsen in een interieur, 1952 Alice in Wonderland, 1952 Golconde, 1953 Het rijk der lichten (L’empire des lumières), 1954, olieverf op linnen. Museum voor Schone Kunsten. Brussel. Anne-Marie Crowet, 1955 Seize septembre, 1956 De zittende vrouw. De plek in de zon III, 1956 De onwetende fee of portret van Anna-Marie Crowet, 1956 Le chemin du ciel, 1957 De vakantie van Hegel (Les vacances de Hegel), 1958 Harry Torcryner of Er is recht gedaan, 1958 De boom, 1959 Het slot in de Pyreneeën (Le château des Pyrénées), 1959 La clef de verre, 1959[10] Kop van een vrouw, 1960 De stem van het bloed, 1961 Het rijk der lichten, 1961 De borst, 1961 Mona Lisa, 1962 Het domein van Arnheim, 1962 De indiscrete juwelen (Les bijoux indiscrets), 1963 Op zoek naar de waarheid, 1963 Le fils de l'homme, 1964 La bataille de l'Argonne, 1964 Ceci n'est pas une pomme, 1964[1] De blanco volmacht (Le blanc-seign), 1965 De gedachte die ziet, 1965 Untitled Poster for Magritte Exhibition, 1966[11] De hemelvogel, 1966 De mooie gegijzelde, 1967 De werken van Alexander, 1967 De natuurlijke gratiën, 1967 Het blanke ras, 1967 Het onbeschreven blad, 1967 Rose et poire; Les moyens d'existence, 1967 Le thérapeute (sculptuur), 1967 L'œil, 1968 Zo buitengewoon Magrittes schilderijen zijn, zo alledaags was zijn leven. Hij hield zich ver van het romantische bohémienbestaan en woonde met zijn vrouw Georgette in Jette, een rustige buitenwijk van Brussel. Gekleed als de burgerman die we zo goed kennen van zijn schilderijen liet Magritte elke dag de hond uit. De grootste Belgische kunstenaar van de 20e eeuw had zelfs geen eigen atelier.
    Schilderen deed hij in de woonkamer of aan de keukentafel. Als het eten klaar was, vlogen zijn meesterwerken onverbiddelijk aan de kant. Een Belgisch arrest van oktober 2007 dwong de beeldrechtenhouder van de werken van Magritte (met name Charly Herscovici) zich niet langer te verzetten tegen de parodiërende en volgens hem weinig smaakvolle schilderijen van de Deense kunstenaar Ole Ahlberg. In een schilderij verwerkt de kunstenaar de inspecteurs Jans(s)en uit Kuifje al zwevend in een compositie van de hemel die letterlijk geplukt is uit een schilderij van René Magritte. De rechter stoelde zijn uitspraak op de parodie-exceptie, in 1994 ingeschreven in de Belgische auteurswet. Een uitzondering op het auteursrecht laat een kunstenaar toe, het idioom van een collega gedeeltelijk over te nemen om het te parodiëren op voorwaarde dat men kritisch, humoristisch en respectvol te werk gaat. Dit arrest wordt momenteel aangevochten bij de hoogste Belgische rechtsinstantie (het Hof van Cassatie). De uitspraak zal belangrijk zijn in het aflijnen van de grenzen tussen plagiaat en parodie.[12] Verschillende muzikanten, zoals Paul McCartney en Jethro Tull, zijn geïnspireerd door het werk van Magritte. Bij John Cale, Paul Simon, en De Nieuwe Snaar kwam deze invloed zeer duidelijk naar voor, zij bedankten de schilder met naar hem genoemde songs (respectievelijk Magritte, Rene And Georgette Magritte With Their Dog After The War, en "René Magritte"). Het veilinghuis Sotheby's veilde medio 2010 een reeks van veertig brieven en postkaarten die Magritte schreef aan de dichter Paul Colinet. In deze brieven vraagt de schilder advies over mogelijke titels van zijn werken.[13]
    Magritte eindigde in 2005 op de 9de plaats in de Waalse versie van De Grootste Belg en op nr. 18 in de Vlaamse versie. Magritte stond afgebeeld op het laatste Belgische bankbiljet van 500 frank voor de invoering van de euro. Het schrijverspaar Monaldi & Sorti gebruikte de term "C'est ci" in hun boek "Imprimatur". Letterlijk staat er in het fragment: "En als mijn tegenstanders vermoeden dat het geen pijp is?" "Doe als ik, toen ik 's nachts twee Parijse bandieten van mij af moest schudden: schreeuw hard ceci n'est pas une pipe!" antwoordde Melani lachend. De roman speelt zich af in 1683. Van 2016 tot 2022 vliegt een toestel van Brussels Airlines rond met een René Magrittekleurenschema. Het vliegtuig (OO-SNC) werd als SNmagritte op 21 maart 2016 voorgesteld.
    Tentoonstellingscatalogus Retrospectieve MAGRITTE, Paleis voor Schone Kunsten, Brussel, 1978, 206 blz. Tentoonstellingscatalogus René Magritte en het Surrealisme in België, Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel, 1982, 322 blz. Tentoonstellingscatalogus Het bekoorlijke is mooi (Irène, Scut, Magritte and C°), Museum voor Moderne Kunst te Brussel, 1996, 558 blz. Roisin, Jacques Ceci n'est pas une biographie de Magritte, Bruxelles: Alice Editions. Roisin, Jacques (1998), ISBN 2-930182-05-9. Paul Raspé, Autour de Magritte - Rond Magritte, Ontwerpers van muziekpartituren in België, Pandora, 2005, ISBN 90-5325-257-6.





    15-08-2018 om 09:33 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 15 aug 1969 styn streuvels

     

    15-08-2018 om 09:31 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 15 aug 1969 styn streuvels

     

    15-08-2018 om 09:29 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 15 aug 1969 styn streuvels

    15 aug 1969 Stijn Streuvels, pseudoniem voor Franciscus Petrus Maria (Frank) Lateur (Heule, 3 oktober 1871[1] – Ingooigem, 15 augustus 1969 ) was een Vlaams schrijver. Streuvels geldt als een van de belangrijkste vernieuwers uit de Nederlandstalige letteren van zijn tijd. Hij schreef naturalistischeverhalen, geïnspireerd door Émile Zola en de grote Russen van die tijd (vooral Tolstoj). Hij was autodidact en las en sprak meerdere talen, onder andere Frans en Duits. Noors kon hij lezen, maar Russisch kreeg hij nooit onder de knie. Onder andere het werk van Tolstoj vertaalde hij echter toch, aan de hand van Duitse vertalingen. De literatuurkenners zijn het er over eens dat de visionaire sterkte van zijn werk, de onverbiddelijke erkenning van de werkelijkheid, zonder moraliserende commentaar (Albert Westerlinck), de scheppende taalkracht van zijn proza en de universaliteit van de behandelde thema's, zijn werk hebben opgetild boven het particularisme en de streekliteratuur. Uit het archief met nominaties voor de Nobelprijs voor de Literatuur bij de Zweedse Academie blijkt dat Streuvels van 1937 tot en met 1957 dertien keer genomineerd is geweest voor de Nobelprijs.[2] Ook in 1965 was hij genomineerd.[3 Hij werd geboren als derde kind van Kamiel Lateur en Marie-Louise Gezelle, een jongere zus van priester-dichter Guido Gezelle. Vader Lateur was kleermaker en een zwijgzaam man, in tegenstelling tot zijn vrouw die graag en boeiend sprak en vertelde. Nadat Stijn Streuvels school had gelopen bij de zusters in de plaatselijke nonnenschool, stuurden zijn ouders hem in 1883 naar het St.-JanBerchmanspensionaat in Avelgem, waar zijn letterkundige begaafdheid voor het eerst tot uiting kwam.
    Van 1886 tot 1887 leerde hij de bakkersstiel in Avelgem, Kortrijk en Heule. In mei 1887 namen Streuvels' ouders te Avelgem de bakkerij van Kamiel Lateurs ongehuwde broers over en verhuisde heel het gezin naar deze gemeente aan de Schelde. Van 1887 tot 1905, op de 20 maanden na (1889-1891) die hij in Brugge doorbracht om zich in het bakkersvak te bekwamen, bleef Streuvels in Avelgem bakken en schrijven. Zijn eerste schetsen en gedichten verschenen in 1895 in De Jonge Vlaming en in Vlaamsch en Vrij. De volgende jaren namen ook de voornaamste tijdschriften, zoals Van Nu en Straks, bijdragen op van zijn hand. In 1899 verscheen zijn eerste verhalenbundel Lenteleven. Veertig jaar lang publiceerde Streuvels ieder jaar minstens één werk. Onder de meest bekende bevinden zich De Vlaschaard (1907), Het leven en de dood in de ast (1926), De teleurgang van de Waterhoek (1927) en Alma met de vlassen haren(1931). Op 19 september 1905 huwde hij met Alida Staelens en ging hij in Ingooigem in zijn pasgebouwde huis Het Lijsternest wonen, waar hij voortaan van zijn pen zou leven. Hij kreeg vier kinderen. Dichtster Jo Gisekin is een kleindochter van Streuvels. In zijn laatste periode hield hij zich voornamelijk bezig met het schrijven van memoires. Hij heeft ruim 60 jaar in het Lijsternest gewoond en overleed er op 15 augustus 1969. Op zijn begrafenis met de wijtewagen, op de 21e daaropvolgend, waren zowat 7000 mensen aanwezig.
    Vijfjaarlijkse staatsprijs voor Letterkunde (1905, 1910, 1935) Lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde (briefwisselend lid in 1907, werkend lid in 1911)
    Ridder in de Leopoldsorde (1907) Officier in de Leopoldsorde (1925) Driejaarlijkse Staatsprijs voor verhalend proza (1927) Commandeur in de Kroonorde (1929) Commandeur in de Leopoldsorde (1935) Rembrandtprijs, Hamburg (1936) Grootofficier in de Orde van Oranje-Nassau (1937) Grootofficier in de Kroonorde (1947) Grootofficier in de Leopoldsorde (1949) Prijs Scriptores Catholici (1950) Grootkruis in de Leopoldsorde (1951) Grootkruis in de Kroonorde (1953) Ridder in de Orde van de Heilige Gregorius de Grote (1955) Ereburger van de stad Kortrijk (1959) Prijs van de Vlaamse provincies (1959) Huldiging door de stad Antwerpen in het Archief en Museum van het Vlaams Cultuurleven (1961) Grootlint in de Leopoldsorde (1961) Prijs der Nederlandse Letteren voor zijn gehele oeuvre (1962) Prijs Arthur Merghelynck van de Vlaamse Academie (1964) Streuvels was doctor honoris causa aan de universiteiten van Leuven (1937), Münster (1941) en Pretoria (1964).
    Lenteleven (1899) (omvattend: De witte zandweg - In den voorwinter - Kerstavond - Slenteren - Op den dool - Van ongroei - Lente - In de vlage - Een pijpe of geen pijpe - 's Zondags - Een ongeluk - Wit leven - Het einde) Zomerland (1900) (omvattend: Groeikracht - Zomerland - Meimorgen - Het woud) Zonnetij (1900) (omvattend: De oogst - In 't water - Zomerzondag - Avondrust) Doodendans (1901) (omvattend: Doodendans - Jongenstijd (in latere drukken: Kindertijd) - In de wijde wereld - Een speeldag - In de weide - Noorsche liederen - Honden - Doodendans) De oogst (1901) (Uit "Zonnetij") Langs de wegen (1902) Dagen (1902) (omvattend: De kalfkoe - Naar buiten - Sint-Jan - Sint-Josef - Vrede - Verovering) Minnehandel (1903) (omvattend: Joel - Maagdekensminne - Het zomerlief - De wondertijd - Het levensbedrijf - In de wonnegaarde) Soldatenbloed, Een dramatisch bedrijf (toneelstuk) (1904) Dorpsgeheimen I (1904) (omvattend: De lawine - Bertken en de moordenaars alle twaalf (vanaf de tweede druk vervangen door: Een beroerde maandag) - Jantje Verdure (afzonderlijk uitgegeven in 1943)) Dorpsgeheimen II (1904) (omvattend: Kinderzieltje - Martje Maertens en de misdadige grafmaker - Op het kasteel) Open lucht (1905) (omvattend: Zonder dak - Grootmoederken (ook apart uitgegeven in hetzelfde jaar) - Een nieuw hoedje - Het duivelstuig - Jeugd) Stille avonden (1905) (omvattend: Een lustige begraving - Horieneke - Zomerdagen op het vlakke land - Zonneblommen - Ingoyghem) Het uitzicht der dingen (1906) (omvattend: De kwade dagen - De veeprijskamp - De ommegang) Reinaert de Vos (1907) De vlaschaard (1907) Tieghem: het Vlaamse lustoord (1908)
    Najaar I (1909) (omvattend: Najaar - De blijde dag) ("Najaar" werd later opgenomen in Najaar II; vanaf dan werd Najaar I "De blijde dag") Najaar II (1909) (omvattend: De bomen - Jacht - De aanslag) (Na opname van "Najaar" werd Najaar II "Najaar") Reinaert de Vos voor de Vierschaar van Koning Nobel de leeuw. (1909) Reinaert de Vos (1910) (Verkorte versie van de uitgave uit 1907) Het kerstekind (1911) Over vrouwe Courtmans (tekst van een lezing) (1911) Het glorierijke licht (1912) Morgenstond (1912) De werkman (1913) (Later opgenomen in "Werkmenschen") De landsche woning in Vlaanderen (1913) (later bewerkt en opgenomen in "Land en leven in Vlaanderen") Een beroerde maandag (1913) (omvattend: Een beroerde maandag (later opgenomen in Dorpsgeheimen I) - De lawine (afkomstig uit Dorpsgeheimen I)) Dorpslucht (1914) (In 1948 in verkorte versie verschenen als "Beroering over het dorp") Mijn rijwiel (1915) (omvattend: Mijn rijwiel - Hoe men schrijver wordt) In oorlogstijd (1915-1916) (omvattend: Augustus 1914 - September 1914 - October 1914 - November 1914 - december 1914-I - december 1914- Slot) De aanslag (1917) (uit "Najaar II") Sint-Jan (1919) (afkomstig uit "Dagen") De bomen (1919) (uit "Najaar II") Genoveva van Brabant (Deel I: 1919, Deel II: 1920) Reinaert de Vos (1921) De blijde dag (1921) (uit "Najaar I") De schone en stichtende historie van Genoveva van Brabant (1921) (kortere versie van het werk uit 1919) Prutske (1922) Grootmoedertje (1922) (toneelversie van "Grootmoederken" uit "Open lucht") Vertelsels van het jaar nul (1922) (kinderverhalen) Land en leven in Vlaanderen (1923) (omvattend: Het uitzicht - De landsche dorpen - De landsche woningen - De landsche bevolking - Dertig jaar later) Herinneringen uit het verleden (1924) (omvattend: Onze streek - Damme - Veurne-Ambacht - Volkslectuur (= bewerkte en uitgebreide versie van "Over vrouwe Courtmans") - Schoonheid - De schoonste deugd - Kinderlectuur - Mijn schooltijd - Het lied van den weemoed - Mijn loopbaan op de planken - Voor den oorlog - Mijn fiets in oorlogstijd - Na den oorlog - Na vijf en twintig jaren) Op de Vlaamsche binnenwateren (1925) (omvattend: 't Haantje - Dinsdag - Woensdag - Donderdag - Vrijdag - Zaterdag - Zondag) Werkmensen (1926) (omvattend: De werkman (ook afzonderlijk verschenen in 1913) - Kerstmis in niemandsland - Het leven en den dood in den ast) De teleurgang van de waterhoek (1927)[noot 1] De Drie Koningen aan de kust (1927) Kerstwake (1928) Kerstvertelsel (1929) (later verschenen als "De vreemde verteller") Alma met de vlassen haren (1931) Dr. Lauwers schriften (1931) (tekst van een lezing) De rampzalige kaproen (Een middeleeuwse boerenroman) (1933) Proza (1934) (omvattend: "Lente" uit Lenteleven - "De veeprijskamp" uit Het uitzicht der dingen - "Het glorierijke licht") Prutske's vertelselboek (1935) Levensbloesem (1937) De vreemde verteller. Kerstverhaal (1938) (= Kerstvertelsel uit 1929)
    Stijn Streuvels' werken (1938) Deel I: Minnehandel - Langs de wegen - Het leven en de dood in de ast Deel II: De vlasschaard - Prutske - Kinderzieltje - Kerstwake Kerstvertellingen (1939) (omvattend: Grootmoederken - Kerstmis in Niemandsland - Kerstvertelsel - Drie Koningen aan de kust - Kerstwake) De terechtstelling van een onschuldige (1940) De maanden (1941) (In Nederland verschenen onder de titel "Een gang door het jaar") Heule (1942) Jantje Verdure (1943) (afkomstig uit "Dorpsgeheimen I") Het leven en de dood in den ast (1944) (afkomstig uit "Werkmenschen") Jeugd (1946) (Uit "Open lucht") Avelghem (1946) Beroering over het dorp (1948) (= "Dorpslucht" uit 1914) Ingooigem (Deel I, 1904-1914) (1951) Verzamelde Werken (1948) Deel I: Lente (uit Lenteleven) - Minnehandel - Werkmenschen Deel II: De vlasschaard - Prutske - Het duivelstuig (uit Openlucht) Volledige Werken Deel I (1950) (omvattend: Lenteleven, Zomerland, Zonnetij) Deel II (1950) (omvattend: (Doodendans, Dagen, Openlucht) Deel III (1951) (omvattend: Dorpsgeheimen I en II, Najaar) Deel IV (1951) (omvattend: Langs de wegen, Het uitzicht der dingen, Het glorierijke licht) Deel V (1952) (omvattend: Minnehandel, Stille avonden) Deel VI (1953) (omvattend: De vlasschaard, De maanden) Deel VII (1953) (omvattend: De blijde dag, Morgenstond, Prutske) Deel VIII (1952) (omvattend: Genoveva van Brabant I en II) Deel IX (1954) (omvattend: Herinneringen, Land en leven in Vlaanderen) Deel X (1954) (omvattend: Kerstvertellingen, Werkmenschen)
    Stijn Streuvels & Gustave van de Woestyne, Reinaert de vos, 1911, The Phoebus Foundation Deel XI (1955) (omvattend: Alma met de vlassen haren, Levensbloesem) Deel XII (1955) (omvattend: De teleurgang van de Waterhoek, Beroering over het dorp) Reinaert de Vos (1956) (= versie uit 1907) Ingooigem (Deel II, 1914-1940) (1957) Kroniek van de familie Gezelle (1960) Verhalen (1962) (omvattend: Een speeldag, uit Doodendans - Kinderzieltje, uit Dorpsgeheimen II - Lente, uit Lenteleven - In 't water, uit Zonnetij - Het einde, uit Lenteleven - Avondrust, uit Zonnetij) Stijn Streuvels (1962) (omvattend: Het uitzicht der dingen - Het glorierijke licht) Hugo Verriest (1964) (enkel de inleiding is geschreven door Streuvels) In levende lijve (1966) (Bloemlezing - met bewerking van sommige teksten - uit "Heule", "Avelghem"; "Ingooigem I en II", "Kroniek van de familie Gezelle", "Herinneringen uit het verleden") In den voorwinter (1970) (uit "Lenteleven") Het zinnespel van droom en dood (1971) (toneelversie van "Het leven en de dood in den ast") Volledig Werk Deel I (1971) (omvattend: Lenteleven, Zomerland, Zonnetij, Dodendans, Langs de wegen, Dagen, Minnehandel, Dorpsgeheimen I en II, Soldatenbloed) Deel II (1972) (omvattend: Openlucht, Stille avonden, Het uitzicht der dingen, De vlasschaard, Tieghem, De blijde dag, Najaar, Het glorierijke licht, Morgenstond, In oorlogstijd, Herinneringen) Deel III (1972) (omvattend: Prutske, Land en leven in Vlaanderen, Op de Vlaamse binnenwateren, Werkmensen, De teleurgang van de Waterhoek, Alma met de vlassen haren, Levensbloesem) Deel IV (1973) (omvattend: Kerstvertellingen, De maanden, Beroering over het dorp, Heule, Avelgem, Ingooigem I en II, Kroniek van de familie Gezelle)
    Onze streek (1972) (= deel van "Herinneringen uit het verleden" in handschrift facsimile) Tien van Streuvels (1973) (omvattend: De bomen, Jantje Verdure, Het woud, Groeikracht, Meimorgen uit "Zomerland" - In 't water, Avondrust uit "Zonnetij" - Kinderzieltje uit "Dorpsgeheimen II" - Zonnebloemen uit "Stille avonden" - Martje Maertens en de misdadige grafmaker uit "Dorpsgeheimen" II 1e druk") Het einde. Zomerzondag (1978) (tekstuitgave en werkschrift, door J. van Meensel) In oorlogstijd (1979) (met nieuwe teksten aangevulde herdruk van het werk uit 1915-16) Uit lust met de penne (1982) De aanslag (1986) (omvattend: De aanslag - De werkman - Het leven en de dood in de ast) Nulla dies sine linea (uit het dagboek van Stijn Streuvels (1989) Drie werken van Streuvels werden verfilmd: De teleurgang van de waterhoek onder de titel Mira '1971), verfilmd door Fons Rademakers met in de hoofdrollen Willeke van Ammelrooy en Jan Decleir. De brugtaferelen werden opgenomen aan de oude draaibrug op de Durme te Hamme, sindsdien gekend als de Mirabrug.) De vlaschaard onder de titel Wenn die Sonne wieder scheint (1942-1943), Nogmaals De Vlaschaard, (1983) De blijde dag.
    Stijn Streuvels hechtte veel belang aan de vormgeving van zijn boeken: typografie, papierkeuze en ook de illustraties. Zo zijn Streuvels' Reinaertbewerkingen geïllustreerd met een reeks tekeningen van de befaamde Vlaamse beeldend kunstenaar Gustave Van de Woestyne. Deze tekeningen zijn voor de eerste maal gebruikt in de Duimpjes-Reinaert (1909) in de reeks Duimpjesuitgaven van Victor De Lille. Als men de herdruk van 1926 en de uitgave van 1933 buiten beschouwing laat is de reeks nog in zes edities gebruikt. Een volledige bespreking van deze reeks prenten is te vinden in: De vos en het Lijsternest Jaarboek II van het Stijn Streuvelsgenootschap (Tielt 1996). Streuvels werkte zeventien jaar samen met de Brugse kunstenaar Jules Fonteyne, die tussen 1910 en 1927 voor hem een tiental boeken van illustraties en soms ook van vignetten voorzag. Daaronder: Het Kerstekind, De schoone en stichtelijke historie van Genoveva van Brabant, Vertelsels van 't jaar nul en De drie koningen aan de kust. Beiden voerden hierover een levendige briefwisseling. Fonteyne tekende ook twee portretten van Streuvels, waarvan een afgedrukt werd in de jubileumuitgave van Lentelevenuit 1924.
    André DE RIDDER, Stijn Streuvels. Zijn leven en zijn werk, 1907 Filip DE PILLECYN, Stijn Streuvels en zijn werk, 1932 André DEMEDTS, Stijn Streuvels, in: Streuvelsnummer van Dietsche Warande en Belfort, 1946 André DEMEDTS, Stijn Streuvels, 1955 Raf VAN DER LINDE, Het oeuvre van Streuvels, sociaal document, Leuven, 1958 Antoon COOLEN, Stijn Streuvels, 1961 Jean WEIGERBER, Stijn Streuvels, een sociologische balans, 1970 Albert WESTERLINCK, M. JANSSENS, J. WEISGERBER, e. a., Een eeuw Streuvels, 1971 Luc SCHEPENS, Kroniek van Stijn Streuvels, 1871-1969, 1971 André DEMEDTS, Stijn Streuvels, een terugblik op leven en werk, 1971 Johan ROELSTRAETE, De voorouders van Stijn Streuvels, Familia et Patria, Handzame, 1971. Fernand BONNEURE, Stijn Streuvels, in: Brugge Beschreven. Hoe een stad in teksten verschijnt, Brussel, Elsevier, 1984.
    Raf SEYS, Stijn Streuvels, in: Lexicon van West-Vlaamse schrijvers', Torhout, Deel 2, 1985. K. SMITS, Een nieuwe kijk op de jonge Streuvels: de briefwisseling met Emmanuel De Bom en het werk uit de eerste jaren, Kapellen, 1993. Toon BREËS, Frank Lateur, in: Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, 1997 Ludo SIMONS, Het derde leven van Stijn Streuvels, in: Verhalen voor Vlaanderen, 1997 Tom SINTOBIN, Wie schaft er op de woorden?' Over de beschrijving en het beschrijvende bij Stijn Streuvels , 2002 Kathryn SMITS Een aardig bundeltje brieven. Stijn Streuvels en Emmanuel De Bom. De briefwisseling van de jaren 1900-1914, Pelckmans, Kapellen, 2005 Annelies ANSEEUW, Kunstwerken uit het schrijvershuis 'Het Lijsternest beschreven. Een stand van zaken, in: In de Steigers, 2010, blz. 31-39 Romain John VAN DE MAELE, Stijn Streuvels als vertaler van Vikingverhalen, in: Biekorf, 2016. Laura SCHEVERNELS, Stijn Streuvels en de fono-commercie van Antoon van der Plaetse, in: Zuurvrij nr. 31, 2016. Jaarboek van het Stijn Streuvelsgenootschap. Van 1995 tot 2015 zijn twintig afleveringen verschenen van het Jaarboek, gepubliceerd door het Stijn Streuvelsgenootschap, met talrijke artikelen gewijd aan de schrijver en zijn werk, als volgt: Deel I, Een tweede eeuw?, 1995 Deel II, De Vos en het Lijsternest, 1996 Deel III, Zoals ik u schreef, 1997 Deel IV, De huid van Mira, 1998 Deel V, Vrienden en wapenbroeders, 2000 Deel VI, Streuvels en zijn biografen, 2002 Deel VII, Ik was een versnoekte kwâjongen in mijn tijd, 2002 Deel VIII, Kerstwake, 2003 Deel IX, Levensbloesem, 2004 Deel X, Over Prutske van Stijn Streuvels, 2005 Deel XI, Jantje Verdure, 2006 Deel XII, Wie heet er u te slijten?. Over De Vlaschaard van Stijn Streuvels, 2007 Deel XIII, Een wijf is een wijf. Over mannen en vrouwen bij Stijn Streuvels, 2008 Deel XIV, Voor altijd onder de ogen: Streuvels en de beeldende kunsten, 2009 Deel XV, Stijn Streuvels en de Europese literatuur, 2010 Deel XVI, Stijn Streuvels en 'Heule', 2011 Deel XVII, Stijn Streuvels en 'Avelghem', 2012 Deel XVIII, Stijn Streuvels en 'Ingoyghem', 2013 Deel XIX, Stijn Streuvels als vertaler, 2014 Deel XX, Gedurig op den uitkijk. Stijn Streuvels en de Groote Oorlog, 2015 Deel XXI, Toon BREËS, Stijn Streuvels: een kritische en biografische synthese, 2016. Deel XXII, Jan Vindeveughel, peerdeknecht, 2017. Deel XXIII, Nu danst de zomer, 2018. De redactie van de verschillende delen was in handen van: Piet Thomas (delen 1 tot 6) Voor deel 2 ook Rik Van Daele Marcel De Smedt (delen 7 tot 12, 16 tot 23) Marcel De Smedt, Tom Sintobin, Johan De Smet, Hans Vandevoorde, Stijn van Clooster (delen 13 tot 15)
    André de Ridder, Filip De Pillecyn en André Demedts waren de eerste en belangrijkste Streuvelsbiografen, bij leven van Streuvels, tussen 1900 en 1970.
    Na zijn dood verschenen talrijke bijdragen, zowel afzonderlijke (Albert Westerlinck, Luc Schepens, André Demedts, Ludo Simons enz.) als in de jaarboeken van het Stijn Streuvelsgenootschap, die de weg effenden naar een grondiger kennis van de auteur en zijn werk. Een allesomvattende biografie laat op zich wachten. Wel werd over Streuvels ook geschreven door Hedwig Speliers, die in 1964 een door Streuvels gewaardeerd essay 'Een broertje dood aan Streuvels?' publiceerde in Wij, galspuwers (1964). Hij ging echter vervolgens de pamflettoer op met: Omtrent Streuvels. Het einde van een myte. Een anti-essay (1968). in samenwerking met Georges Adé en Georges Wildemeersch (Universiteit Antwerpen), Afscheid van Streuvels (1971). Die verrekte gelijkhebber (1974). Album Stijn Streuvels, (1984), een fotobiografie. Dag Streuvels: Ik ken den weg alleen (1995). Als een oude Germaanse eik (1999). Met politiek bemoei ik mij niet (2003). Deze werken gaven aanleiding tot felle discussies. Door historici werd aan Speliers verweten geen biografieën maar pamfletten te schrijven, waarin hij, zonder aandacht voor chronologie of voor grondige en kritische informatie, een thesis uitwerkte, waaruit moest blijken dat bij Streuvels een germanofilie aanwezig was die evolueerde tot een fascistische en nazistische aanhankelijkheid. Op de talrijke kritieken die op deze onterechte thesis volgden en de vele vergissingen hierin die werden onderstreept, gaf de auteur geen antwoord.





    15-08-2018 om 09:27 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 15 aug 1969 woodstock

     

    15-08-2018 om 09:26 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 15 aug 1969 woodstock

    15 aug 1969 Woodstock (voluit Woodstock Music & Art Fair) was een muziekfestival dat van 15 tot en met 18 augustus 1969 gehouden werd in de Amerikaanse plaats Bethel, op een weiland (240 ha) van de melkveehouder Max Yasgur. Het Woodstockfestival was een hoogtepunt van de tegencultuur van de jaren zestig en van het hippietijdperk. Het festival werd Woodstock genoemd naar de gelijknamige plaats op een kleine 70 km afstand die bekend stond als centrum van de toenmalige hippiecultuur. Het festival had als motto "3 Days of Peace & Music" (Nederlandse vertaling: 'drie dagen van vrede en muziek'). Het geldt als een van de belangrijkste en bekendste evenementen in de geschiedenis van de Amerikaanse hippiecultuur en popmuziek. Rolling Stone noemde het evenement in zijn '50 Moments That Changed the History of Rock and Roll'. Hoewel aanvankelijk 200.000 mensen werden verwacht, [1] lag het uiteindelijke bezoekersaantal ruim boven de 400.000, van wie de meesten geen entreegeld hadden betaald.[2] Hierdoor was het festival eerst niet winstgevend voor de organisatoren, maar dankzij de platenverkoop en inkomsten van de film werd het dat uiteindelijk toch nog. Ondanks het gebruik van alcohol en drugs was er weinig misdaad en geweld op het festival. Er waren echter te weinig voorzieningen getroffen voor het onverwacht grote aantal bezoekers, waardoor de autoriteiten uiteindelijk besloten de noodtoestand over het festivalterrein uit te roepen.[3] Er vielen drie doden: één gerelateerd aan insuline, één doordat een man in slaap was gevallen en door een tractor werd overreden en een andere festivalganger stierf aan een gesprongen blindedarm. Daarnaast werden er op het festival twee baby's geboren en hadden vier vrouwen een miskraam. In 2017 werd de grond tot historisch erfgoed verklaard. Het werd opgenomen in het National register of Historic Places. [4] Artiesten
    Artiesten die optraden of op Woodstock waren, alfabetisch gerangschikt:  Joan Baez (m.m.v. Jeffrey Shurtleff)  The Band  Blood, Sweat & Tears  Paul Butterfield Blues Band  Canned Heat  Joe Cocker & The Grease Band  Country Joe and the Fish  Creedence Clearwater Revival  Crosby, Stills, Nash & Young  Grateful Dead  Arlo Guthrie  Tim Hardin  Keef Hartley Band  Richie Havens  Jimi Hendrix  The Incredible String Band  Jefferson Airplane  Janis Joplin  Melanie  Mountain  Quill  Santana  John Sebastian  Sha-Na-Na  Ravi Shankar  Sly & the Family Stone
     Bert Sommer  Swami Satchidananda  Sweetwater  Ten Years After  The Who  Johnny Winter (m.m.v. Edgar Winter)











    15-08-2018 om 09:23 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief
  • Alle berichten

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !

    Archief
  • Alle berichten

    Hoofdpunten blog blankenbergsstadsbeeld
  • fotowandeling 20
  • HARMONIE
  • WORDING
  • fotowandeling 20
  • LIPPENS & DE BRUYNE

    Hoofdpunten blog einstein
  • ACHT EN TWINTIG
  • ACHT EN TWINTIG
  • VIJFENTWINTIG
  • VIJFENTWINTIG
  • DRIE EN TWINTIG

    Hoofdpunten blog mijnroots
  • Van al diegenen die niets te zeggen hebben, zijn de meest aangename mensen diegenen die zwijgen
  • Ik heb geconstateerd dat mensen van gedachten houden die niet tot denken dwingen.
  • Tijd hebben alleen diegenen, die het tot niets gebracht hebben en daarmee hebben ze het verder gebracht dan alle anderen.
  • Depressies kan je bestrijden door op je arm geleund in het niets te staren. Bij zware depressies van arm wisselen.
  • Een kus is een mooie truc van de natuur om het praten te stoppen als woorden overbodig zijn.

    Hoofdpunten blog automobile
  • 2020
  • 2020
  • 2020
  • 2020
  • mclaren


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!