Nr 25 De dag ging als een bloem verslensen, Haar laatste blad verbrand. De vrede neveld over 't land. De rust dauwd op de mensen Uit stilte en uit sterrenlicht, word dan een altaar opgericht en luister nu hoe alle dingen zingen, hoe alles zingend in elkaar vervlied. De mensen en de dingen. De vreugd het kwaad en het verdriet. Lijk duizend schone accoorden, van één en 't zelfde lied. O zalig uur waarop de ziel, weer rijpt van zangen zonder beeld of woorden, Gods wil begrijpt.