Mijn nonkel heeft op mij gewacht. Ik, de troost der stervenden, wat had je gedacht. Toen hij mij zag vroeg hij of ik voor hem zorgen zou. Op zijn begrafenis voorlezen, zoals hij het wou.
Vorige zondag heb ik hem bezocht. Ik had geneens een cadootje gekocht. Wat heeft een stervende meer nodig dan bezoek. En de mensen zeggen, ik ga om de hoek.
Vandaag is hij voorgoed bij de Heer. k'Zal hem gedenken in mijn gebeden keer op keer. Volgende zaterdag is de uitvaart in de kerk. De priester zal hem loven voor zijn goed werk.
In kadans word de kist dan buiten gedragen. Bij stilte in de kerk klinkt het als zweepslagen. Hoe de voeten der dragers klinken op de vloer. Met pijn in t' hart, de dood lag op de loer
Mijn tante moet nu groeien doorheen deze rouw. En lange tijd aanpassen aan 't gemis van de trouw. aanvaarden, ervaren en een nieuwe plaats in 't leven. Dan pas kan de draad weer verder voor even.
Tony
|