O glorieuze violette zonnekoningin Vaarwel grijze verten Dag o overvloed, weelde Van bronstig jade Het vuur van vrouwenogen Ontketend, geuren zoet en rauw
Kijk mij aan, mijn lief, Anker je achter mijn hitsige arm Ga met mij door het giftig groen Van lenteweiden, fris kreupelhout Ontvouw je bloem, je lippenrood Wees roos, laaiend vuur, branding Naakte passie in een hete zomerdans
De windharp streelt, zingt, verkoelt Ik zie de wolken in je spiegelmeren Hoor de roep van de oerwolf Aanschouw de dans van de kloppende cobra Op het ritme van loopse drift Bemin mij, zoetogig dier, albasten vlam Zalig versmolten, zinderend dronken
|