Je vond geen rust meer verloren als je was in de weemoed van de tijd
Je sprak mij over het vallende duister en telkens troostte ik je in de nacht van je angsten
Ik opende de sleutelloze poort van je ziel Op de grens van angst en hoop keek ik naar de basissteen
En ik zag de schaduwen vlieden uit de bedding van je hart je pijn vergaan in een gevleugelde zon :
het levende water van de liefde...
|