In de satijnen glans van parelmoer De welving van de kinkhoorn Haar huis Zong zij voor hem Vreemd maar o zo mooi
Van haar verlangen Verdronken in het bleke maanlicht Van de ruisende zee En haar schuimbekkende paarden Van het levende water De dauwparels van de dageraad
* Van haar stille woorden Die ze nooit gesproken had Maar teder bewaard Voor hem die zij liefhad
Die droom, een mozaiek van kleuren Een wazig beeld van tranen Een zonnevlam van helder gelach Beroerde haar moegeweende hart Verslagen in hopeloze hunker Naar een onbereikbare waan
|