Je koestert een droom zoals de wind die boomwoorden fluistert onder de blauwe cipres en je zoekt in het laatrood naar een naam, zo dierbaar een belofte, zo magisch De donkere schaduwen in je ogen in je haar verlangen naar een gevleugeld hart ragfijn en teder Waar is de ster bezongen in je lied Waar schuilt toch de vervulling van die waan...
|