De avond valt zacht sluit de oogleden van de stervende dag verbergt het tedere indigo van het zwerk
Het grauwe lover van de abelen ruist zoet fluistert een verhaal gedragen op de ijle vleugelen van de koele westenwind, een betoverend, mystiek lied over vreemde eilandtuinen verloren paradijzen gebed in het broze blauw van lege oceanen
Sterren ontwaken, Sirius en Aldeberan, en hun naamloze zusters verlichten het blinde oog van de nacht Het vogelvolk staakt zijn zang De stervalk zoekt zijn verborgen stek
De wereld dekt zich toe met een ragfijne nevelsprei, een geurig laken van nachtelijke winde...
|