Zoeken in blog

Foto
Foto
Over mijzelf
Ik ben Journée Wilfried , en gebruik soms ook wel de schuilnaam PAPOUM.
Ik ben een man en woon in LANDEN (België) en mijn beroep is gepensioneerde , slapen, goed eten en drinken..
Ik ben geboren op 04/06/1944 en ben nu dus 79 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wielersport en tafeltennis, geschiedenis, reisverhalen, chansons, humor..
Inhoud blog
  • EINDE
  • Adieu l'Ami - Au Revoir.
  • De Flandriens uit Limburg.
  • Les soldats russes venus en France en 1916 .
  • HISTOIRE DU TENNIS DE TABLE - FP.
    Foto
      EINDE
     VAN DEZE BLOG

      26 08 2012
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto

    J. BREL

    C'est plein d'Uylenspiegel
    Et de ses cousins
    Et d'arrière-cousins
    De Breughel l'Ancien

    Le plat pays qui est le mien.

    Tous les chemins qui mènent à Rome
    Portent les amours des amants déçus
    et les mensonges des anges déchus.

    Foto
    Foto
    Foto
    Pelgrim

    Wat zich gaande voltrekt
    in de ziel van de pelgrim
    is niet een toenemend verlangen
    naar het bereiken van zijn reisdoel,
    niet het vinden van het heilige
    aan het einde van zijn bedevaart,
    maar zijn overgave aan de ruimte,
    aan de kiezels op zijn pad,
    zijn besef van niet-weten,
    zijn afdalen in de leegte.

    Zijn benen worden zijn vrienden,
    de regen zijn lijden,
    zijn angst wordt gericht
    naar de honden langs de weg,
    het vele legt hij af en hij rust in het Ene.
    Al trekkend komt hij nergens,
    voortgaande bereikt hij niets,
    maar zijn vreugde neemt toe
    om een bloem en een krekel,
    om een groet en een onderdak.

    Zijn reisdoel en zijn thuis
    vloeien samen aan de horizon,
    hemel en aarde vinden elkaar
    op het kruispunt van zijn hart.
    Het heilige verdicht zich
    in de dieren en de dingen.
    Zijn aankomst ligt verborgen
    in de wijsheid van het Zijn.

    Catharina Visser

    Foto
    De Weg.

    In de verte gaat een pelgrim,
    eenzaam over het pad.
    Met een blik voorwaarts,
    eindeloos turen naar het pad.
    Het pad dat hem leidt,
    de wind die hem begeleidt.
    Samen èèn met de natuur,
    de geur,het geluid en omgeving.
    Daar toont de schepping hem,
    nederig dat het pad van zand
    zo hard als steen is.
    Soms ook warm,koud en nat.
    De pelgrim stapt over
    het harde pad,
    met als enige vriend
    zijn schaduw.
    Samen op hun weg.
    When we got to the sea at the end of the world
    We sat down on the beach at sunset
    We knew why we had done it
    To know our lives less important than just one grain of sand.
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    En camino de Santiago
    Sur le chemin de St Jacques
    Iba una alma peregrina
    Allait une âme pérégrine
    Una noca tan obscura
    Une nuit si obscure
    Que ni una estrella lucia ;
    Que ne brillait aucune étoile ;

    Foto
    Foto

    Le patron de toutes les filles
    C'est le saint Jacques des Bourdons;
    Le patron de tous les garçons
    C'est le saint Jacques des Coquilles.
    Nous pouvons tous les deux nous donner un bouquet,
    Coquilles et bourdons exigent que l'on troque;
    Cet échange affermit l'amitié réciproque,
    Et cela vaut mieux qu'un œillet.

    Foto

    Dat een pelgrim bij terugkomst niet wordt herkend door de mensen thuis, is een geliefd thema in middeleeuwse pelgrimsverhalen. Waarschijnlijk wil de legende daarmee aanduiden, dat de pelgrim door zijn bedevaart een ander mens is geworden; hij is op Christus gaan lijken. Dat wordt uitgedrukt door de omstandigheid dat de mensen van vroeger de teruggekeerde pelgrim niet meer herkennen: hij beantwoordt niet meer aan het oude beeld, dat zijn nog hebben; de pelgrim is een nieuwe mens geworden.

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Betrouw geen pelgrim met een baard
    Die met een schooikroes geld vergaart
    Al beed'lend langs de wegen sjokt
    En met een deerne samenhokt.



    Priez pour nous à Compostelle - Barret et Gurgand - 1977.

    Par milliers, par millions, le besace à l'épaule et le bourdon au poing, ils quittaient les cités, les chateaux, les villages, et prenaient le chemin de Compostelle. Gens de toutes sortes et tous pays, ils partaient, le coeur brulant, faire leur salut au bout des terres d'Occident, là où la mer un jour avait livré de corps de l'apotre Jacques.
     
    Foto
    Foto
    Ik had het eerst
    niet in de gaten,
    en opeens
    zàg ik het spoor
    dat jij voor mij
    hebt nagelaten.
    Mon père .

    Assis dans un vieux fauteuil
    Recouvert d'un plaid usé,
    Il rêve de son passé,
    En attendant le sommeil.

    La fumée d'un cigare
    Flottant au-dessus de lui,
    D'une auréole, pare,
    Sa tête grise, de nuit.

    Vêtu d'un pantalon gris,
    Chemise de flanelle
    Sous le tablier bleu sali.
    Sa casquette est belle.

    Il sait déjà que demain,
    Sera le grand jour pour lui.
    Mais il ne regrette rien,
    Et partira seul sans bruit .

             
              ***
    Foto
    La mort .

    Le jour où tu viendras,
    A l'aube d'un matin,
    Me tendre les bras
    Me chercher par la main,
    Entre comme moi
    Par le fond du jardin.

    Tu essuyeras tes pieds
    Sur le grand paillasson,
    Pour ne pas marquer
    Tes pas dans le salon,
    Et n'oublie pas d'ôter
    Ton noir capuchon.

    La table sera mise
    Et le vin bien chambré,
    Quand tu sera assise
    Nous pourrons le goûter,
    Avant que je ne suive
    Ton ombre décharnée .

    Mais si tu préfères
    Par surprise me faucher,
    Au début de l'hiver
    Ou au soir d'un été,
    Pousse la barrière
    Elle n'est jamais fermée.

    Avant de m'emporter,
    De rendre ma valise,
    Laisse-moi griffonner
    Une dernière poésie
    Où je ferai chanter
    La beauté de la vie.

    Ce n'est pas ce matin
    Que je quitterai le port,
    Puisque de mes mains
    J'ai caressé si fort
    Ses lèvres de satin
    Que je t'oublie, la mort.


              +++
    Foto
    Foto
    Foto
    SEUL  SUR  LE  CHEMIN .

    J'ai traversé des villes,
    J'ai longé des cours d'eau
    J'ai rencontré des îles
    J'ai cotoyé le beau !

    Tout au long du voyage
    Rien ne m'a retenu
    Même pas un signe de croix
    Tracé d'une main tremblante.

    Le vent, la mer, la pluie
    M'ont façonné le coeur.
    Je suis leur propre image,
    Immuable douleur.

    Je fais signe aux oiseaux,
    Seuls amis de ce monde,
    Qui m'entraînent dans une ronde
    A m'en crever la peau.

    J'ai traversé des coeurs,
    J'ai rencontré des bras,
    J'ai caressé des fleurs,
    J'en ai ceuilli pour toi.
    Foto
    Foto
    Foto
    卓球
    Настольный теннис
    टेबल टेनिस
    Стони тенис
    เทนนิสโต๊ะ
    Bóng bàn
    탁구
    تنس الطاولة

    TENNIS DE TABLE
     MESATENISTA
    PING PANG QIU
     TISCHTENNIS
    TABLE  TENNIS


      photos courtesy  ITTF 


    乒乓球
    Stolni tenis
    Tenis Stolowy

    ITTF    TABLE   TENNIS 
        Classement mondial 
         26 - 08 - 2012  
    World  Ranking
    Weltrangliste
    Ranking Mundial
    Värlen Rangordning
    Classifica Mondiale 

    MESSIEURS :

    1. ZHANG Jike - CHN
    2. MA Long - CHN
    3. XU  Xin - CHN
    4. WANG  Hao -
    CHN
    5. MIZUTANI Jun - JPN
    6. MA  Lin  - CHN
    7.  BOLL Timo -  GER
    8. CHUANG Chih-Yuan - TPE
    9. OVTCHAROV Dim - GER
    10. WANG  Liqin - CHN
    11.  JOO Se Hyuk - KOR
    12. OH Sang Eun - KOR

    --    DAMES :
    1. DING Ning - CHN
    2. LI Xiaoxia - CHN
    3. LIU Shiwen - CHN
    4. GUO Yan - CHN
    5
    . ISHIKAWA Kasu - JPN
    6. FUKUHARA Ai - JPN
    7. FENG Tianwei - SIN
    8. KIM Kyung - KOR
    9. GUO Yue - CHN
    10. WANG Yuegu - SIN
    11. WU Yang  -  CHN
    12. TIE Yana - HKG

     

    Info  =  www.ittf.com 
    ( anglais,allemand,chinois).

    http://www.ittf.com/_front_page/itTV.asp?category=ittv_New

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    December 1990 - Pantoum.

    De noodklok belt slechts éénmaal
    Komt weldra de ultieme speeltijd
    Ademen voor de laatste maal
    Gelukkig geen haat noch nijd
    Toch af en toe een flater
    Een zorg is dit voor later
    Lopen van os naar ezel
    Toch af en toe een flater
    Niet knikkers tellen, wel het spel
    Lopen van os naar ezel
    Dagelijks goed aan de kost
    Niet knikkers tellen, wel het spel
    Verwachtingen zelden ingelost
    Dagelijks goed aan de kost
    De beste blijft mijn moeder
    Verwachtingen zelden ingelost
    Water is het kostelijkste voeder
    De beste blijft mijn moeder
    Om bestwil een toontje lager zingen
    Water is het kostelijkste voeder
    Op zoek naar de diepte der dingen
    Om bestwil een toontje lager zingen
    Komt het varksken met de lange snuit
    Op zoek naar de diepte der dingen
    Nu is dit pantoumeke bijna uit
    Komt het varksken met de lange snuit
    Ademen voor de laatste maal
    Nu is dit pantoumeke bijna uit
    De noodklok belt slechts éénmaal.

    Tibertyn.    ***
    Foto
    Kleine mensenhand
    strooit op winterse dag
    kruimels voor de mus.

    Schelpen op het strand
    die worden door de branding
    voor ons kind gebracht.

    Molens in de wind
    draaien, draaien, en draaien
    in het vlakke land.

    Kerstman in de straat
    borstelt met grote bezem
    sneeuw weg van de stoep.

    De dode takken
    breken af bij felle wind
    van de avondstorm.

    Kreten in de nacht
    van kikkers in de vijver
    lokken de reiger.

    Hulpeloos jong lam
    verloren tussen struiken
    waar de wolf vertoeft.

    De werkzame bij
    zoekt in de roze bloesems
    lekker naar honing.
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    The country with the biggest population in the world, the People's Republic of China, regards this sport as the most important.”

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    De pelgrim.

    Hij is op de weg alleen 
    al weet hij nog niet waarheen
    maar ergens stond geschreven
    dat hij die richting moest gaan
    en aarzelt hij soms even
    langs de eindeloze baan
    terwijl hij in zijn hart voelt
    dat velen eerder gingen
    mijmerend over dingen
    terwijl een windje afkoelt .
    Verder dan Rome loopt de weg.
    Ervaringen van een pelgrim.
    31-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rome 1996 - We bereikten Meiringen.

    Mijn ontmoeting met SHERLOCK HOLMES.

     

    Precies zoals afgesproken tokkelt zij om 7u30 op mijn deur. Dat is dus de wekdienst in dit Hotel Sonne, in het land van de goede uurwerken. Ik was al lang wakker. Door mijn prostaat, door mijn blaas, of door het slechte weer moest ik meermaals plassen. Tot diep in de nacht had ik op mijn kamer naar de televisie gekeken en nadien had ik nog een schrijfsel gemaakt in briefvorm voor mijn tante Josée. Mijn was is nog niet goed droog en dat is pech want zo kan ik mijn fietszakken nog niet opvullen. Het ontbijt is goed. Gekookte hesp, jambon de York, brood en veel koffie, suiker en melk. De tafel is stijlvol gedekt. Terwijl ik rustig geniet volg ik stiekem het gesprek en de tafelmanieren van twee Engelse dames, ladies uit Kent, Sussex of elders. Tot 9u10. Dan spring ik recht om mijn dagtaak van fietsende zwerver weer aan te vangen.

    Waar is de sleutel van mijn fietsslot ?  Stress.  Ik moet er door zweten omwille van de warme koffie die mijn maag vult. Ik stap naar de garage, waar ik niet alleen de sleutel terugvind maar ook mijn leesbril. Niet goed. Ik zal moeten minder verstrooid zijn, niet alleen op weg naar Rome maar zelfs tijdens de rest van mijn leven. Ik kom net op tijd voor de boot van 9u24. We schepen in tot Buosch aan de andere kant van het water, twee haltes verder. Deze ochtend is het fris en helder weer. Vaarwel Gersau.

     

    Wilfried vaart mee op de Winkelried. Zo heet die boot, naar een vroegere Zwitserse held die sterk was als een beer en die met zijn behaarde borstkas de speren van de Habsburgers trotseerde.

    Zo’n boot op het meer van de vier woudsteden is een platte schuit van 58 m lang die slechts 1,60 m in het water zakt. Het duurt niet lang. Weldra ben ik met Olive al op de andere oever. Daar besluit ik  van mijn fiets wat te verzorgen omdat hij door de regens van vorige dag erg vuil is. Ik gebruik als vod een paar sokken die ik voor mijn voeten afdank. Vooral de ketting krijgt mijn aandacht. Ik doe er nieuwe olie op. Daarna volg ik dromend de boorden van het meer tot wanneer ik te Küssnacht kom waar Koningin Astrid, de moeder van Koning Albert II van België, was verongelukt. Ik ben geen ramptoerist, noch een grote fan van ons koningshuis, en wil niet weten waar dat precies gebeurde. Ik had zelf ook familieleden die de dood vonden in een verkeersongeval.

    Lüzern is nu nog maar op 8 km. Ik maak rechtsomkeer want ik ben wat te ver gereden en ik wil mijn route correct blijven volgen.  Het is te koud om te zweten en het is niet warm genoeg om kledij uit te doen. Voor een fietser is dat een moeilijke situatie. Hij heeft geen dorst maar moet toch regelmatig drinken om geen inzinking te krijgen. De kilometerteller doet het weer. Gisteren was hij door de nattigheid stilgevallen. Ik wreef de onderdelen van het tellertje goed droog en draaide er een plastieken zakje rond. Omdat ik te veel belang hechtte aan dit, vergat ik echter een zijweg te nemen en te klimmen tot aan de Kapel van Flüeli, een plaats van grote volksdevotie. Aan het station van Giswil stop ik om even beraad te houden. Er stoppen daar treinen met regelmaat. Dat brengt me op het idee van zelf ook zo’n Zwitserse trein te nemen, zo’n trein die je over de bergen brengt, zelfs Garin en Aucouturier deden dit in de Tour de France van 1904 en dat waren toch wielercracks.  Ik moet echter wel nog bijna een uur wachten op de volgende trein in de goede richting .We zullen dus maar doorgaan, zoals de dappersten, want zo zijn Olive Green en ik. Wij rijden bergop, volgen de kronkelende weg naar de Brünig Pass. Onze moed krimpt ineen. Als een brandend papiertje in de open haard kwijnt de gloed van onze wilskracht langzaam weg. Op het ogenblik dat druppels uit de wolken beginnen te vallen valt dan de beslissing.  De dag is nog lang. We gaan hier niet te stoer doen. Snel terug naar dat station ! Om dit nieuwe plan vast te houden koop ik zonder talmen tickets tot Meiringen. Het is niet duur. Waarom zwoegen als een beest op de Brünig als het via de rails toch zo gemakkelijk gaat !  De tijd die me zal brengen tot aan het vertrek van de trein wil ik vullen met het eten van apenootjes uit een automaat. Dit snoep steekt in een plastieken zak waaraan ik zo fel moet trekken om die open te krijgen dat wanneer dit uiteindelijk gebeurt plots  ¼ van de inhoud wegvliegt op het perron. Wat een pech. Na nietsdoen en zitten op een houten stationsbank, komt er een boemeltreintje aangereden. Mijn zwaar bepakte fiets moet ik zelf eerst oplichten om hem in de speciale treinwagon voor tweewielers te krijgen. Eens in die wagon moet ik hem hoog aan een haak ophangen. Deze inspanning is wat te zwaar en het lukt me niet, maar een jonge kerel helpt me. Het is de eerste keer in mijn leven dat iemand mij als een sukkelaar beschouwt die even moet geholpen worden. De trein hotst en krabbelt over de bergkam tussen rotsen en bomen. Plots een rood signaal en een hele tijd blijven wij op dezelfde plaats. Na een uurtje ben ik te Meiringen. Nabij het station vind ik een cafetaria in een supermarkt die Mi Gros is genoemd. Daar is een mooi uitgebreid salade buffet. De hongerige consumenten scheppen er zelf hun borden vol. Aan de kassa wordt het volle bord gewogen, alles aan dezelfde prijs, tegen  2,00 Fse de 100 gr. Wanneer mijn bord leeg is en dat duurde niet lang,  heb ik ondertussen reeds gezien hoe populair de vermicelli ijs daar wel is. Dat wordt dan uiteraard mijn dessert.

     

    Het stadje Meiringen heeft geen heilige om de commercie te verbeteren. SHERLOCK HOLMES is er de grote  vedette. Het is wel een ontdekking te vernemen dat diep in Zwitserland deze wereldberoemde Engelsman zo aanwezig is. Er is daar een eenvoudige reden voor. Sir Conan Doyle de grote schrijver van misdaadverhalen en geschiedenisboeken kwam te Meiringen op vakantie waar hij tijdens zomerse wandelingen in de bergen of winterse sportactiviteiten bedacht wat in zijn boeken zou komen.  Het is dus een must te Meiringen het museum van Sherlock Holmes te bezoeken, hetgeen ik dan ook doe. Daarna fiets ik tot aan de Aareschluss. Met mijn lichte fietsschoenen is een lange wandeling daar nogal pijnlijk voor mijn voeten. De rivier Aare wringt zich hier sedert een miljoen jaren tussen de rotsen door. Wat een natuurwonder ! Daarna rijd ik verder tot Reichenach om de waterval te bewonderen. Als laatste bezoeker van de dag kom ik aan, een kwartiertje voor sluitingstijd. De entreeprijs is te hoog om maar eventjes te kijken en in een oude lift te stappen die misschien nog onderweg blokkeert. Ik neem nu de richting  Jeugdherberg van Meiringen. Overnachting met ontbijt kost daar 21,60 Fse.  Voor avondeten moet op voorhand ingeschreven worden en dat deed ik niet. Maar als er wat over blijft van wat anderen bestelden, kan ik misschien toch nog mijn buikje vullen wordt mij in het oor gefluisterd. Terwijl een flinke groep jongeren eet, trek ik me terug op de bovenverdieping waar douches en toiletten op dat ogenblik voor mij alleen zijn. Wat later bezoek ik weer de eetzaal maar mijn tweede poging om eten te krijgen mislukt want de jongeren hebben werkelijk alles opgegeten, een teken dat wandelen in de bergen de eetlust sterk bevordert. 

     

    Ik wandel door Meiringen, verneem nog meer over Sherlock Holmes, vind een bank die me uit haar muur biljetten geeft, en dan stap ik binnen in het Cristal American Café. Formidabele bediening. Snel. Goed.  Mooie dienster. Ik drink twee grote pinten en eet een mooi stuk vlees. Het lijkt daar niet moeilijk te zijn om na de laatste hap stiekem te vertrekken, zonder de rekening te vereffenen. De manager van deze brasserie is echter een heel knappe vrouw en daarom  laat ik er graag  27,60 Fse achter.  

    Wanneer ik terug op het adres van mijn logement kom is daar nog een volle autobus kinderen bijgekomen. Veel lawaai. Gelukkig gaan zij allemaal vroeg naar bed en blijven er slechts nog enkele mannen over aan een grote tafel, allemaal fietstoeristen, die hun plannen voor de volgende dag bespreken  zich buigend over een landkaart van midden Zwitserland. Ik voeg me bij hen. Het zijn twee Duitsers, hoogstudenten Mathematik uit Wurzburg. Zij rijden met hun duo korte afstanden. Een derde kleine gespierde man rijdt solo en heeft een ongelooflijk lange sportieve tocht op zijn komend dagmenu. Hij is belastingsadviseur en komt uit de streek van Freiburg in het Zwarte Woud. Hij beweert te wonen in het dorp in Duitsland met gemiddeld jaarlijks de meeste uren   zonneschijn. Wij slapen allemaal samen op een soort zolder in een grote beddenbak met acht individuele matrassen terwijl onze lichamen steken in een linnen slaapzak die de jeugdherberg ons verplicht te gebruiken. De geur van het onfris ondergoed van de anderen stoort mijn nachtrust.  Ik open het venster. Een mooie sterrenhemel overkoepelt Meiringen waar iedereen vreedzaam slaapt tijdens de rusttijd der gelukkigen. Stille nacht.

     

    Misschien is de grote slechterik professor Moriarty op dat moment toch nog bezig met een nieuwe deugnieterij. De Napoléon van de misdaad  dreef Sherlock Holmes en zijn assistent Dr Watson zo vaak tot het uiterste. Hier te Meiringen hebben zij finaal met mekaar afgerekend, de geniale speurder die door zijn minutieuze observaties de ongewone zaken oploste en de baron van het duistere en het kwade waren aartsvijanden. In een verhaal dat het laatste zou moeten geweest vochten zij het definitief met mekaar uit. In hun sterke koppen wilde het verstand het niet opgeven, noch bij de een noch bij de andere, en zij vochten het uit als straathonden met hun lichaam. Worstelend kwamen zij in het kolkend water van de kloof van de waterval van Reichenbach terecht. Zij verdronken in het wilde water. De lijken van beide opponenten werden door de stroming meegesleurd en verdwenen spoorloos. Met dit scenario eindigde de schrijver zijn reeks waarin zijn grote detective de hoofdrol speelt. Arthur Conan Doyle schreef eigenlijk liever ernstiger werk , zoals zijn monumentale versie van de Geschiedenis van de Grote Oorlog 14/18 en verder nog 32 andere boeken. De kritiek van de hogere kringen kon hij nog moeilijk slikken. Het succes van zijn excentrieke held groeide hem tot boven de kop. Zijn boekjes verkochten als broodjes, hadden hem rijk gemaakt, maar hij kreeg als intellectueel en vrijmetselaar niet de erkenning die hij verlangde. Hij liet Holmes en Moriarty dus maar verdrinken te Meiringen. Zo hoopte hij van hen af te geraken. Maar de ontelbare lezers reageerden en pruttelden geweldig tegen. Sherlock Holmes was hun onsterfelijke held geworden, even groot als Willem Tell, Robin Hood, Don Quichotte, en anderen. Het huis van 221b Baker Street te Londen waar de fictieve intelligente speurneus zijn kantoor had, werd door velen belegerd. De druk werd zo groot dat zoals Lazarus en Jezus Christus ook Sherlock Holmes uit de dood terugkwam om voor altijd iedere boekenkast te bevolken en te blijven in boeken, kortverhalen, films, feuilletons, tot zelfs in een animatiereeks waar hij al in de 22ste eeuw misdaden van een nog vandaag niet gekende aard kan oplossen. De lezers wonnen dit pleit tegen de schrijver die tegen zijn goesting nog nieuwe verhalen moest brengen. Sir Conan Doyle was een dokter. Hij was ook een sportman die cricket speelde, ook de nobele art van het boksen lief had, in tennis en pingpong vrij behoorlijk de concurrentie kon bekampen. Hij reisde vele malen naar Noorwegen en naar Zwitserland voor de goede lucht en de ski.  (Papoum) .

                                                                       





    31-01-2009 om 03:27 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Crisis in vroegere tijden.


    1693-1694. 
    LES ANNEES DE MISERE.

     

    Als Landenaar heb ik een bijzondere interesse voor deze twee jaren omdat de Eerste Slag van Neerwinden van 29 juli 1693 in deze periode valt. Door mijn interesse voor genealogie ben ik ook altijd nog op zoek naar informatie in de hoop van eens te ontdekken hoe en waarom mijn voorouders , met de familienaam Journée, in Haspengouw zijn aangekomen in die tijden. Ik kwam tot het schrijven van dit stukje na het lezen van ‘ Les grandes crises démographiques de l’Ancien Régime’ door Thierry Sabot van 29/01/2009. 

    http://www.histoire-genealogie.com/spip.php?article1630
     

    Crisis. De koude en de hongersnood zijn vreselijk geweest in 1693-1694.  In het uitgestrekt Koninkrijk van Louis XIV  waren er door deze plagen 1,6 tot 2 miljoenen slachtoffers. Het was al in 30 jaren niet meer gebeurd dat de bakkers brood maakten van varenskruid, eikels, gekookt  gras en van nog groene ongeoogste graangewassen.  In het Parlement werd beslist dat iedereen die nog middelen had om de armen te helpen dit dringend moest doen  en in alle parochies werden processies gehouden in de hoop dat  God zou helpen. Vandaag nog zijn de gevolgen te cijferen. Vele mensen  zijn verhuist in 1694  met de bedoeling betere levenskansen te vinden in andere oorden. Minder kinderen werden geboren en gedoopt in dat jaar, omdat jonge volwassenen hun huwelijk of samenwonen uitstelden.  Terwijl dan wat later , na onthouding, er vanaf 1696 tot 1707 een ‘babyboum’ volgt om het evenwicht in de families te herstellen. Er was veel kindersterfte, vele kleuters en peuters werden achtergelaten door hun ouders of als vondeling aan de kerkdeur gelegd. In meer dan een dorp verdween 25 % van de bevolking.

     

    Enige rekenkunde geeft dit  voor Frankrijk :   + 1325000 kwamen op de wereld en  - 2836000 verlieten dit leven.  Dat betekende  een vermindering  van 6,8 %  van de totale bevolking op slechts twee jaren.  Toen er veel meer Fransen waren op het begin van de XXste eeuw zou de eerste wereldoorlog ongeveer op 4 jaren evenveel mensen doen sterven.

     

    De misdaad vermeerderde in 1693-1694.  Er werden 401 bandieten  naar de galeien gestuurd terwijl dit normaal voor éénzelfde periode gemiddeld 254 was.  Een vaststelling uit 1698  toont aan dat in dat vreselijk  koppel jaren er dan toch nog zijn geweest, en niet de minsten, die rijk werden  door het verkopen van eetwaren  tegen de hoogste prijs en door het kopen van  land en boerderij tegen lage prijs.

     

    In een brief aan de Zonnekoning die toen in zijn paleis een schoon leven had, schreef de grote Fénélon in 1694 het volgende :  ‘ Uw onderdanen sterven van honger. De landbouw is bijna verlaten. De steden en dorpen ontvolken zich. Alle ambachten kwijnen weg en zij voeden de arbeiders niet meer. De handel is teniet gegaan. Heel Frankrijk is niets anders meer dan een groot droevig hospitaal met lege voorraadkasten. In vele streken volgt de epidemie de hongersnood.  Typhus, nu meer bekend als de kwaadaardige rotkoorts, rafelt de hongerlijdende bevolking uit ‘ .

     

    De regels van ene  Mr Lachever uit  Orléans 1693  bevestigen dit :  ‘ Overal kwam men de nare geluiden tegen van kindjes die door hun ouders waren verlaten. Zij weenden dag en nacht in de hoop van een stukje brood te krijgen.  Men zag alleen nog maar bleke en verwrongen gezichten. Hier en daar vielen soms mensen flauw in de straten en op de pleinen. Het gebeurde immers dat mensen gewoon op de grond gingen liggen om te sterven. ‘‘

     

    Mijn simpele mening over dit alles:  ‘ Het is me duidelijk dat de jaren 1693-1694 uit de geschiedenisboeken werden geweerd ,  uitgeveegd omdat er werkelijks niets goeds was gebeurd. Deze jaren zijn een schandvlek in onze Westerse Geschiedenis, voor onze blanke beschaving.  De Stad Landen en haar inwoners van toen moeten veel hebben geleden.  Hun leed en hun honger  hebben nooit meegeteld.  De 27000 mensen en de 10000 paarden die op die dag van 29 juli 1693  in het bloedbad van Neerwinden de dood vonden , verdienen toch wat meer eerbied en respect.  Zij mogen nooit vergeten worden.  Wanneer we eens als toeristen het Kasteel van Versailles bezoeken  tijdens een vakantiereisje, kunnen wij ons toch niet goed voelen als we van Versailles de keerzijde van de medailles kennen , van de prijs die dat eens heeft gekost voor de gewone mensen zoals wij er ook maar zijn. ‘

     

    ( Papoum -  Landen 1/2/2009) .

    31-01-2009 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rome 1996 - Natte zondag in Zwitserland. Einsiedeln.

    Tussen Biberbrugg en Gersau.

     

    Dwars door de kamer heb ik een koord gespannen waarop mijn was droogt.  Ik ben niet gehaast. Het is toch rustdag volgens de regels van de Kerk.  Tijdens het ontbijt komt de bazin terug met me praten. Zij spreekt vloeiend Frans en wil meer over mij weten omdat zij dat dan allemaal zou kunnen vertellen aan de klanten van haar café. Niet alle dagen stopt hier een grote Belg met een baard die per fiets op weg is naar Rome. Vroeger was zij lerares in huishoudkunde in Romandië.  Maar zij volgde haar man en werd huismoeder en bazin van dit hotel.  Graag blijft zij echter haar moedertaal spreken. Om de Franse taal te blijven spreken in haar familie met kinderen en kleinkinderen, alsook in de keuken, nam zij pas een Franssprekend Portugees dienstmeisje aan.

     

    Te Biberbrugg  overnachtte ik in een reusachtig Zwitsers chalet waar naast de hotelgasten ook een grote familie verblijft. Aan de voorkant, met zicht op het spoorwegstation en op de steenweg naar Einsiedeln, is deze woning duidelijk een café-restaurant-hotel. Aan de achterkant, met zicht op bos, veld, Alpenweide, heuvels en bergen, is het een grote boerderij. Mijn fiets had ik achter het hotel vastgeketend aan stalen wasdraad palen. Hij werd de hele tijd bewaakt door enkele honden, vele katten, twee paarden en door divers pluimvee. Met wat planken had ik een tijdelijk afdak gebouwd om mijn schone tweewieler te beschermen tegen regen en tegen duivenstront.

     

    De bazin brengt me nog wat koffie. Ik merk dat zij mijn rekening met 5 Fse heeft verminderd, want ik moet voor haar in een kerk of een kapel een kaars branden en wat in de offerblok steken. Er hangen zwarte wolken in de lucht.  Bergop fietsen in de regen op een zondagochtend zie ik echt niet zitten. Ik vraag of ik nog een tijd aan de ontbijttafel mag blijven om enkele brieven en kaarten te schrijven naar mijn familie. De bazin wil weten of die groot is.  Ik begin te vertellen en wanneer ik het heb over mijn hond Luca kom ik bij haar aan een gevoelige snaar. Nu heb ik recht op een absoluut trieste story over haar eigen hondje, een wreed verhaal bestemd voor hondenliefhebbers.

     

    Once upon a time in Biberbrugg …  waren twee onbekende personen aan het eten in het restaurant Am Bahnhof. Zij hadden aandacht gehad voor het kleine lieve hondje van de bazin dat onder de tafels ging snuffelen aan de schoenen van de bezoekers. Zo’n huisdier kun je altijd niet in het oog blijven houden. Bijna nooit stoort zo’n lieverdje de klanten niet, in tegendeel het vermeerdert de familiale sfeer van het huis waar mensen en dieren samen gelukkig zijn. Wanneer de onbekenden vertrokken ging de man aan de kassa betalen en de vrouw was toen plots al weg, naar het toilet zou men denken. Maar, neen, … en gelukkig had een trouwe tooghanger het gezien … die dame had stilletjes het hondje meegepakt. De beide vreemdelingen waren al op de parking toen alarm werd geslagen en de bazin met medewerking van enkele cafébezoekers de achtervolging inzette, in dit geval niet op de kidnappers maar op de dognappers, de bandieten, de deugnieten. De wegvluchtende auto werd geblokkeerd toen hij al op de steenweg was. Er werd gevloekt, gestampt, gebonkt, geschreeuwd. Om het volk te kalmeren gooiden de dieven het hondje door het raam uit hun auto. In het tumult konden zij dan toch wegrijden. Maar het beestje was in paniek en liep plots de steenweg over waar het werd geraakt door een andere auto die nietsvermoedend voorbij snelde. Enkele uren later heeft de veearts het hondje moeten doodspuiten omdat het te zwaar gewond werd. Onderzoek toonde dat de schuldigen van dit dwaze drama in Italië woonden, volgens de identiteit die zij opgaven toen hun wagen werd gehuurd. Het gebeurde op een zondag, vier weken voor mijn aanwezigheid op de plaats van dit droeve gebeuren. De bazin heeft tranen in haar ogen. Haar verdriet is nog altijd groot. Ik probeer haar te troosten.  Hélas, Madame, dans ce monde il y a …   zovele slechte mensen, die ongestraft blijven doorgaan met hun onhebbelijkheden.

     

    Gedurende een uur valt er veel regen.  Tot 11u 00 blijf ik schrijven. Daarna wens ik met een glimlach aan iedereen die daar in dat droog café zit veel geluk en ik vertrek. Dit was een goed adres. Ik vat mijn stuur bij de horens en ben klaar voor nieuw klimwerk, maar met genoegen stel ik vast dat de bergop voorbij is omdat ik vorige dag toch al goed omhoog was geraakt. Met enige emotie van lichaam en ziel draai ik weldra naar het befaamde pelgrimsoord dat bestaat sedert het jaar 828. Met alle respect voor Lourdes en voor Scherpenheuvel, maar nu rijd ik toch op betere katholieke grond. EINSIEDELN hier kommen wir.

     

    MEINRAD, een wijs en gelovig man uit de Hohenzollern-familie, had zich in een bos teruggetrokken voor een sober en eenvoudig leven van gebed. Reeds tijdens zijn leven telde deze kluizenaar, priester en leraar, vele volgelingen die in gemeenschap woonden. De abdis Hildegard van Zürich vertrouwde aan de heilige eremijt een wonderdadig Mariabeeld toe. Vele pelgrims kwamen dit beeldje eren. Zij offerden en zo kreeg de kluizenaar veel munten. Twee rovers  vermoordden echter de eremijt op 21 januari 861. Maar twee zwarte raven bleven die misdadigers achtervolgen en opjagen tot wanneer zij de moord bekenden, om berouw smeekten en op de brandstapel werden gestraft.  Waar de einsiedler = de eenzaat verbleef kwam een klooster ter herinnering, een abdij die groeide,  waar vooral  zonen uit rijke families abt, pater, of broeder werden. Doorheen  de eeuwen was Einsiedeln een unieke plaats van ontmoetingen, studie, werk, geloof, kunst en gebed.

     

    Einsieln mit seinem Benediktinerkloster ist als Wallfahrtort das wichtigste Zentrum des Glaubens und des religiösen Lebens in der Schweisz .

     

    Bussen. Wagens. Parkings. Bedevaarders van nu. Ik ben eerder een pelgrim van vroeger en plaats mijn velo tegen de granieten gevel van de indrukwekkende kerk van Einsiedeln. Omdat het nog altijd wat regent en druppelt bescherm ik mijn bagage met twee vuilniszakken van de Stad Landen. Bij noodweer is dit een goed idee. De grote abdij is een heilige plaats vol schoonheid. Als de hemel niet te ver is, dan zou hij wel hier dichtbij kunnen zijn.  Barok. Muziek. In de basiliek staan minstens drie kerkorgels van onschatbare waarde en kwaliteit. Het nieuwe orgel met naam Mauritius telt 5000 pijpen. Iedere dag  om 16u20  wordt te Einsiedeln het Salve Regina gezongen. Dat is een hoogtepunt voor de bezoekers. Op 14 september zijn er grote feesten. Ik ben hier dus twee weken te vroeg aangekomen, en zeggen dat ik soms meen dat ik niet vooruit geraak op mijn verdomde Brooks.  In deze kerk is alles zo rijk, maar moet dat eigenlijk ?  Het is hoogmis en er zijn minstens duizend gelovigen. De Zwarte Madonna met de gouden mantel heeft een prachtig altaar. Zoals de minder vrome Brusselaar  Manneke P. heeft de Madonna von Einsiedeln  eveneens een uitgebreide garderobe. Sedert de Spaanse Tijd wisselt zij regelmatig van kledij.  Aanschuiven om te offeren. Veel gelovige mensen. Damen und Herren. Regenjassen. Wierookgeur. Paternosters. Natte vloer. Les parapluies de Einsiedeln.  Aan een loket zit een benedictijn met een brilletje op zijn neus. Hij int vlot goed geld, stevige Zwitserse deviezen. Ik schuif mee in de rij van oude dame met handtas . Niet uit mijn ‘saccoche’ doch uit de achterste zak van mijn koerstrui haal ik een bankbiljet.  “… Für eine Heilige Messe für meine Familie …”

    De pater stopt mijn Zwitsers briefje in een portefeuille die reeds barst door de inhoud. Ik krijg een gewijde medaille van de Zwarte Madonna.  Aflaten voor het vagevuur en de entreebonnen voor de hemel, zijn tegen een spotprijs te koop. De oudere vrouw die mij volgt geeft aan dezelfde pater 100 Fse.  Wat moet zij veel gezondigd hebben ! Na  haar volgen nog achtenzeventig andere gelovigen die graag willen afdokken.

     

    Terug buiten. De regen valt als een zegen over Einsiedeln. Sint Benedictus  schreef de regel voor die bepaalt dat de monniken ook veel handenarbeid moeten verrichten. Zij produceren zelf alle levensmiddelen. De rijkdommen en eigendommen van de abdij zijn vandaag nog onmetelijk. Opmerkelijk is zeker dat de paters van Einsiedeln reeds sedert 500 jaren prachtige paarden kweken.Pijlen brengen mij naar de winkel van de abdij. Deze is gelegen in een tuin met oude bomen en er is ook een molen om te bezoeken. Een grote dikkerd in monnikspij ziet toe of er niets gepikt wordt.Hij laat ook de kassa rinkelen. Ik koop een handvol zichtkaarten. Op mijn vraag ‘ … Gibt es hier das  Buch  AUF DER SPUREN DER JAKOBSPILGER  , “ knikt de pater bevestigend. De slimme man met dikke kop loopt even met me mee en toont me direct waar het staat. Er zijn twee exemplaren van dat boek voor de echte Compostelafreaks.  Het boek kost 68 Fse en is veel te mooi en te zwaar om mee te sleuren in de regen van vandaag en gedurende de volgende weken tot in Rome.  Na wat vingerfijn bladeren dank ik de gewijde winkelier. Ik vertel hem dat ik volgende week met mijn wagen zal terug komen om het te kopen. Een leugentje dat de goede Heilige Jacob mij wel zal vergeven.


    Ik wandel door de winkelstraat en koop nogmaals kaarten, nu ook met de nodige zegels. In de wachtzaal van een bushalte kan ik droog gaan zitten om meerdere kaarten te voorzien van adres en enige woorden. Tijdens mijn bezigheid word ik gestoord door twee stapelzot verliefde teenagers die daar als tortelduiven zich komen gedragen. Zij spreken Italiaans. Romeo en Julia.  Autobuslui. Bedevaarders van één dag. Terwijl hun mama bidt tot de Zwarte Madonna en tot de Heilige Meinrad verstopt dochter zich ergens met haar ondeugend vriendje. Prille maar toch felle liefde. Nog één week en dan zie ik niets anders meer dan Italianen. Zal ik hun taal verstaan ?
    Ik laat het droge hoekje aan die twee gelukkigen. Even later ben ik weer gezeten op mijn fiets.  Auf wiedersehn Einsiedeln !


    In volle regen rijd ik nu weer  6 km terug . Ik storm bergaf tegen hoge snelheid en kom te Biberbrugg terug voorbij de plaats waar ik sliep en waar dat hondje stierf, Hotel-Restaurant Am Bahnhof.
    Daarna draai ik naar links waar ik een heuvelende weg blijf volgen naar het Zuid-Westen. Dit is nu het hart van Zwitserland, de streek van Willem Tell.  In de verte ontwaar ik een kerk met een groot dak, waarop de witgele pannen tussen de rode pannen volgende zin vormen: “ St Antonius bit für uns” . Na de Heilige Meinrad is het nu de beurt aan deze heilige. Omdat ik ook Padua zal bezoeken, moet ik toch ook hier even mijn bootje aanmeren.Het is een prachtige nieuwe kerk met een portaal, gescheiden van het centrale schip door stevige glazen deuren. Dit is de schone parochiekerk van Rotenthurm. Ik duw mijn natte fiets het portaal binnen, sluit de glazen voordeur en afgezonderd van de buitenwereld ben ik nu in een droge en warmere ruimte, zoals in een veranda. Ik wissel van kledij. Daarna wandel ik rustig de kerk binnen. Tegen de muren staan beelden van heiligen. De eerste waar ik langs kom is Jacobus Maior.  Raar maar waar. Wat een wonderlijk teken voor de pelgrim met schelp die ik ben !

    Ik salueer mijn grote beschermheer, en ook zijn kameraden de andere heilige mannen en vrouwen, apostelen en eremijten. Sint Antonius staat op een voetstuk, een ereplaats, en tot mijn verwondering is er geen offerblok. Ik word aangetrokken door een zijaltaar waar reeds vele kaarsen branden. Ik kom er voor de Witte Madonna met het Kind te staan. Ik betaal voor een kaars, speel even met het vuur, neem deel aan het geloof. Mooie en propere kerk. Na mijn rondje door de grote ruimte van het gebouw besluit ik van nog een tijdje te schuilen in het glazen portaal.  Ik dineer er op de grond met muësli, melk, banaan, leckerli koekjes. Alvorens te vertrekken uit dat glazen voorhuisje veeg ik keurig alle kruimels weg. Meer nog, omdat de voordeur open stond, zijn op deze zondag een dozijn kleine huisjesslakken het portaal binnengekomen.  Ik raap ze allemaal op en breng ze terug buiten in het natte gras.

     

    Ik besluit verder te rijden. In een bergaf krijg ik het koud. Ik bijt op mijn tanden en ik omklem mijn stuur zo goed als mogelijk met mijn vochtige handen. Zo vorder ik 13 km verder tot Schwyz waar ik in een koffiebar mijn ellende kan verzachten. Ik geniet er van warme koffie en lekker gebak.  Daarna bezoek ik er de luxueuze toiletten voor een grote verlossing. Wanneer ik terug op mijn fiets kruip, nog steeds in de regen, voel ik me zo sterk als de grote Faber was in 1909. Tussen Schwysz en Brunnen pedaleer ik zoals de kampioenen. Onderweg wil ik aan een echte Zwitser vragen van me te wijzen waar Willem Tell en zijn zoontje Walti met de appel op zijn kop eigenlijk hun historisch exploot hadden uitgevoerd. Maar ik ben de enige echte zot die het heerlijk vind te fietsen daar op de eerste september in die nattigheid.

     

    Verder fietsen. De cadans aanhouden. Niet verzwakken. Wie in deze toestand blijft stilstaan raapt misschien een longontsteking op. Groot verzet. Vuile benen. Langs de boorden van het Vierwoudstedenmeer neemt Olive Green me mee tot in Gersau.Tot mijn verwondering ligt te Gersau alles droog, omdat daar een microklimaat heerst en het plaatsje verscholen ligt in een inham tussen de rotsen. De wind brengt de regenwolken niet tot daar.Het is bijna 16u  en ik zal nog 80 minuten moeten wachten om met de boot het meer over te geraken. Mijn kleren zijn nat en ik begin weer af te koelen. Ik besluit van mijn rit af te vlaggen. In zo’n slecht weer zal varen een tegenvaller worden. Ik praat  in de wachtzaal van de bootafvaart nog wat met enkele mensen en vind van mezelf dat mijn Duits met Zwitserse klanken redelijk goed is geworden. Redelijk vlug daarna ontdek ik een smal en hoog gebouw waarin Hotel Sonne is gevestigd. Een one-man-night met breakfast kost er 63 Fse. Op enige afstand van daar mag ik mijn geliefde tweewieler in een garage wegbergen. Met de lift kom ik tot op de vierde verdieping. Alle warmte van de douche neem ik in mij op na deze natte zondag. Ik was mijn kleren onder de douche, wring met alle krachten die nog in mijn armen zijn het laatste vocht er uit, maar omdat dit niet volstaat gebruik ik daarna de haardroger om dit werk af te maken. De prijs voor de elektriciteit is toch in de prijs van de kamer begrepen. Rond 19u00 kleed ik mij in jeans, hemd, propere onderbroek, wandelschoenen en ik borstel mijn haar en mijn baard. Ik neem de lift niet, want de trap aflopen is beter om mijn benen terug soepel te krijgen. Tapijt. Vier verdiepingen. Smalle trap. Ik mag om 20u00 aanzitten voor warm eten. Dus heb ik nog één uur voor een avondwandeling .  Ik test de magneetkaart die me als sleutel dient om binnen en buiten te geraken. Moderne tijden, ook reeds in het oude Gersau. Nu , met frisse kop en ogen, ervaar ik dat het uitzicht op het prachtig meer adembenemend is,  en nog meer door het zware wolkendek dat overheersend is, bijna zoals in de tijd van het eerste hoofdstuk, de Genesis, toen God de wateren en de wolken op de planeet  Aarde pas had gescheiden. De overheid deed hier vele inspanningen om het voor wandelaars aangenaam te maken. Bloemen. Fonteinen. Alles in perfecte staat van onderhoud. Een eenvoudige constructie met buizen van verschillende kleur, met blauwe stenen en veel spuitend water, is gewoon geniaal. Het is gemakkelijk te realiseren. Ik maak er een schets van. Ik neem het idee mee naar huis, iets wat vele wijze reizigers en pelgrims zo dikwijls voor mij ook al hadden gedaan. In een restaurant was er een mooi feest. De genodigden in habijt en lange kleren, met goed gevulde buik door spijs en drank, worden met antieke rijtuigen, paarden en koetsiers, terug naar huis gebracht.

     

    Wieder in das Hotel. Ik ben mijn leesbril kwijt. Ik heb hem bij mijn fiets gelaten en zou met een grote stalen sleutel de poort moeten open maken van de garage waar hij ligt. Dat is ver en dat is moeilijk. Met veel moeite slechts kan ik dus de spijskaart lezen.Deze is viertalig. De bladzijden in het Frans staan vol taalfouten. Ik meld dit aan de blonde dienster, zeg haar dat mijn moedertaal onrecht wordt aangedaan op haar menu, en dat het voor mij kleine moeite zou zijn die fouten te verbeteren. Zij reageert eerder vreemd en zegt dat zo iets niet nodig is. In de herfst wordt alles immers opnieuw geschreven en veranderd.  Zij heeft dus mijn talenkennis niet nodig. Dat was eigenzinnigheid op zijn Zwitsers  en ik dacht nog wel dat ik op deze manier misschien goed bij haar zou scoren.

     

    Kippensoep met een ei, gemengde salade, cordon bleu, frieten.

    Ik probeer voor het eerst in mijn leven de witte wijn uit dit land, de befaamde fendant. Karafje van 30 cl.  In het gemoedelijke café waar ik ben, brengen enkele Helvetiërs in fel gekleurde hemden hun zondagavond door.  Zij drinken ½ literflessen bier van het merk Cardinal. De fendant smaakt me goed. Tussen de salade zijn enige schijfjes komkommer. Dat verteer ik altijd moeilijk. Meestal hevel ik de groene komkommer over naar het bord van mijn echtgenote . Nu laat ik het op mijn bord liggen. Te Gersau in Hotel Sonne knabbel ik op mijn eentje cordon bleu met frieten.

     

     

     







    30-01-2009 om 04:01 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    23-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rome 1996 - Tussen de Zwitserse koeien.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Op de hellingen van de Hörnli.

     

    Tijdens de heerlijke nacht in het portaal van de abdijkerk van Fisschingen rust mijn lichaam. In de warme slaapzak geraakt mijn kop echter niet in slaap. Deze plaats is te stimulerend voor al mijn zintuigen. In voel me één met de vele pelgrims die er vroeger ook hebben geslapen. De orgelspeler is vertrokken en op de steenweg die op 100 m ligt, rijden nu minder wagens voorbij. Het wordt stil. Doorheen de duisternis komen nog alleen maar geluiden van heel ver. Het zijn de koeien met een bel rond de nek die in de hoger gelegen grasvelden zich nog wat verplaatsen, wellicht om te gaan drinken. Ik lig te zweten. Ik nam vanavond geen douche. Na middernacht sta ik op, neem een handdoek en mijn pyjama, en stap naar de fontein in de tuin van de abdij.  Daar is veel fris water om mij te wassen. Poedelnaakt onder de sterrenhemel droog ik me goed af en weldra ben ik gekleed zoals het moet voor een verkwikkende nacht. Slapen in rennerskledij vol zweet kan en mag niet.

    Wanneer de zon weer licht brengt verlaat ik mijn hoekje om tussen de bloemen mijn ochtendplasje te maken, zonder met mijn waterfluit de heilige grond van de abdij te onteren. Ik ontdek nu de historische waterkraan en de stenen bakken waar de voeten van de pelgrims werden gewassen. Er staan nog zelfs kruiken om de rites en geloofsuiting te volbrengen van het wassen van voeten van vreemdelingen. Het zou daar zelfs kunnen gebeuren dat een vrouw met lange haren zoals Maria-Magdalena  je voeten afdroogt. Mijn geloof is te zwak en echte mirakels zijn zeldzaam. Met de kleine handdoek die rond mijn nek hangt moet ik daar persoonlijk mijn maatjes 46 afdrogen. Het is een prachtige ochtend, 6.00 u. De torenklokken luiden en even later komt er weer leven in deze abdij zonder brouwerij. Ik hoor het gebed van de kloosterlingen in de kerk.

     

    Het is nu tijd om weer te fietsen. Even later bereik ik het gehucht Au. Ik lees op mijn routeblad, vrucht van goed voorbereidend werk, dat er nu een klim komt van niet minder dan 20 %. Ik hoop dat dit een drukfout is. Zelfs de beste cracks kraken en jammeren van … oei,oei,oei, of van ... aie,aie,aie, … om zo een muur op te geraken. Moet ik dat nu proberen, nog voor enig ontbijt ?

     

    Ik stop te Au.  Ik heb nog altijd mijn pyjama aan, want in de vroege zon op de bagagedrager achteraan laat ik mijn kledij nog wat verluchten.  Aan een waterbak was ik mijn kop eens en wat verder, terwijl ik me vast klamp aan enige takken doe ik van op een muurtje mijn gevoeg direct in een bergrivier. Ik verbaas me fel over de grote ordinaire hoeveelheid die ik in mijn dikke darm aan het meeslepen was. Wat een verlossing !  Daarna zoek ik in mijn tassen een washandje en met veel fris nat zorg ik dat mijn reet weer goed proper aanvoelt. Leven in de pure natuur maar toch geen beest zijn, mag dit genoemd worden. Op deze zaterdag morgen doe ik weer de koersbroek met het beste zeemvel aan.

     

    En nu moet ik het dorp Au uitrijden, met veel goede moed voor de komende klim.  Het is de  Hörnli.  Na tweehonderd pedaalstoten heb ik het al begrepen. Dit wordt niets voor mij.  Het is echt nog te vroeg om ver in het rood te gaan, om mijn benen voor de rest van de dag te verzuren. Zonder schaamte stap ik daarom uit het zadel en probeer van te voet boven te geraken.  Ik verander van schoeisel en stap verder naar omhoog op mijn Mephisto’s met luchtzolen. Dit is toch het land om wat te wandelen. Mijn zwaar beladen fiets vindt het ook goed. Stappen en fietsduwen op een 20% helling is ook niet gemakkelijk. Regelmatig stoppen wij om wat te rusten en naar het landschap te kijken. Wat een groots panorama !

     

    Allewinden.  Neerwinden ?  Overwinden ?  Ik kom op een pleintje aan een gekleurde houten wegwijzer.  Met glimlach op mijn gezicht lees ik  :  Chemin de Saint Jacques – Schwabenweg – Jakobstrasse – Hoogte boven de zeespiegel =  922 m .

     

    Er zijn in het brede grasdecor zovele koeien. Blijkbaar zijn die beesten niet gek maar erg gelukkig en gezond. Ik sluit mijn ogen en hoor de symfonie van honderden koebellen, het gezoem van de vliegen en de insecten die smullen aan de rijke mestoverschotten, het gekwetter van overvliegende vogels. De zon straalt goed en in lauwe ochtend dampt mijn oververhit lijf reeds.

     

    Der gute Gott ist ein Bauer aus der Schweisz mit viele Kühe.

    Zoals de trommels in de tempels van Boedha klingelen hier de zware bellen. De muziek van de ongeschoolde beesten op de groene hellingen is hemels.

     

    Eindelijk boven. Stop. Ik ben blij dat het moeilijke voorbij is, en wat ongelukkig omdat het schone weer achter me ligt. Ik veeg mijn bovenlichaam droog en trek een verse T-shirt aan onder mijn  koerstrui. Goed droog aanvoelen alvorens de berg af te rijden. Hörnli , we hebben U met onze flinkste stappen overwonnen en we zullen U nooit meer vergeten.

     

    Ik fiets verder, kom in Sterneberg. Ik denk aan de fluitspeelster Berdien Stenberg, aan Josef von Sternberg die de film Der blaue Engel had gemaakt.  Maar dit is hier een boerendorp in het bergland waar boter, platte kaas, en Zwitserse kindjes worden gemaakt. We dalen tot Bauma. Mijn remmen doen het goed. Ik koel wel af in de wind en besluit van even te rusten aan een stationnetje waar een stoomtrein op toeristen wacht. Tegen een muur ontdek ik een automaat met Ovomaltine. In de fifties werden thuis de melkflesjes van mijn broers gevuld met Ovomaltine. Goed spul, want zij zijn sterke en slimme kerels geworden. Ik geniet van zo’n bekertje super.

     

    Nadat ik reeds in de Hörnli een oldtimer Bugatti zag voorbij snellen, zie ik op deze plaats nu enige Säntis. Dat zijn kleine sportwagens die worden voortbewogen met elektrische stroom uit een batterij. Met goed tempo vorder ik nu. Precies om 10.45 u bereik ik Gibswil.  Bravo. Er staat nu  km 1000 op mijn teller en ik ben ondertussen  12 ½ dag aan het fietsen. Om dit te vieren stop ik aan een baancafé met terras, maar ik mag er niet gaan zitten waar ik wil omdat alle tafels zijn gereserveerd. Ik vind toch een tafeltje en drink een pint.  Ik schrijf wat in mijn dagboek. Ik stink weer naar verdampt zweet, moet binnen zitten en mag niet op het terras, meen dat er te weinig lucht is en dat de tafelkleedjes er te wit zijn. Daarom betaal ik en verlaat het café. Een grote zwerm mountainbikers komt aan. Voor deze sportievelingen is er een pauze voorzien op het terras van dat baancafé.

     

    Mijmerend fiets ik verder. Daar komt Wetzikon, in Vlaanderen bekend door de cyclo-cross, en blijkbaar zitten vele Zwitserse fietsers  op deze zaterdag op hun tweewieler want de weg is er gevuld mee. Ik kruis zelfs een groep cyclisten op militaire fietsen, die met geweer, tent, camouflage, helm, zware schoenen, van het heerlijke soldatenleven genieten. Zoals ik noteerde op mijn wegkaart moet ik nu zwenken naar Jona en weldra bereik ik Rapperswill aan de Zuricher See. Dit is een gastvrij en lieftallig oord waar een sfeer heerst van braderie. Vandaag wordt er een groot nieuw betonnen gebouw ingehuldigd en dat blijkt een openbare parkeerruimte met drie verdiepingen te zijn. Tussen Rapperswill en mij is het liefde op het eerste zicht.

     

    In een fruitwinkeltje koop ik Chiquita bananen. Langs de promenade aan het meer staan er banken. Een er van wordt van mij tot 15.00 u. Fiets op slot, opgerolde slaapzak als hoofdkussen, buikje vol met bananenpuree, en daar slaapt de luie fietser alweer zijn dutje. Er is veel ambiance rond het meer, waarop bootjes en eendjes dobberen, waarin visjes zwemmen. Om mij te oefenen voor later in Italië smul ik bollen veelkleurige Italiaanse ijs. Op de ultieme  zaterdag van augustus loopt er veel schoon volk rond te Rapperswill.

     

    Tijd om te vertrekken.  Ik ben weldra te Pfaffikon. Dit is een  simpele gemeente en het heeft niets te maken met de ikoon Pfaff, de legendarische goalkeeper van de Rode Duivels, van Trabzon en van Bayern Munchen, onze Jean-Marie. Op de drukke weg heb ik veel moeite om de volgende helling te overwinnen. Ik versterk me nog wat door Yoghurt en melk te drinken, want ik wil vanavond nog een hoogtepunt bereiken op mijn pelgrimsroute, namelijk de benedictijnerabdij van Einsiedeln.  Om daar te geraken moet ik nog 6 km klimmen. Ik toon moed en volharding op het eind van deze dag maar ik ben niet fier op mijn prestatie omdat ik vandaag nog maar 58 km reed. Weinig, maar toch mooi. Schitterend af en toe.

     

    Biberbrugg. Spoorwegstation en een groot hotel-restaurant dat me past. Ik krijg een prachtig groot bed, neem een lekker bad, was mijn kledij en mijn handdoeken. Netjes gekleed eet ik daarna een grote steak-au-poivre in het restaurant en ik geniet van enkele pinten bier. Daarna volgt een goede nachtrust.

    23-01-2009 om 05:40 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rome 1996 - De Jakobsweg diagonaal door Zwitserland.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De Jakobsweg dwars door Zwitserland.

     

    Het is vrijdag en ik heb lekker geslapen. Ontbijt om 8.00 u in een eetzaal die de vorige avond gesloten was. Mijn naam staat op een papiertje dat op een van de tafels ligt. Er overnachtten meer gasten dan ik dacht in deze jeugdherberg . Twintig. Een oudere autoritaire man zorgt dat alles voor iedereen keurig verloopt tijdens dit uur. Mijn fietstassen zijn reeds klaar om te vertrekken maar ikzelf ga toch nog even op mijn bed liggen omdat de zon me nog niet uitnodigt om mijn tocht te vervolgen.Wat later vertrek ik dan toch maar, samen met drie dames en een heer die op gewone fietsen onderweg zijn. Zij combineren fiets en trein . Bergop liefst met de trein en bergaf op de fiets is mogelijk langs fietsroutes in Zwitserland. Ik volg de See Rad Route naar het Oosten, maar ik zie dat alle andere fietsers naar het Westen rijden. Het grote meer ligt breed en kalm op mijn linkerzijde. Water en land. Ik kan een prachtige foto maken van mijn stilstaande fiets en een hond. Arbon in de zon, Rorsschach am Boden See .

     

    Nu moet ik een bocht nemen van negentig graden volgens mijn diagonale planning , om de oude pelgrimsweg te volgen. Mijn ver doel is nu Lausanne aan dat andere grote meer. Maar eerst komt de klim naar Sankt Gallen.  Na enige aarzelingen ben ik weer zeker dat ik goed op weg ben. Een wel vreemde fietsenzaak doet mij echter stoppen. In de toonzaal staan enkele historische juweeltjes, collectiestukken, te koop of te huur. Ik zie een kader met een naar voren dalende bovenbuis uit 1913 van Oscar Egg, een stayersfiets uit 1923 , houten velgen van Leo Amberg, de oudste versnellingsapparaten uit 1932 en 1935, de Cilo tweewieler van de legendarische Hugo Koblet, een gele trui van Ferdi Kubler, de groene trui van Fritz Schaer. Mijn ogen kunnen het niet geloven want ik zou daar een Automoto van uit de tijd van Lucien Buysse en Bottecchia kunnen kopen. Er zijn ook foto’s van vroeger zoals een met Heiri Suter en Kastor Notter, een echte schilderij van Emilio Croci-Torti, en een crossfiets van Beat Breu, de regionaal, de vlo van Sankt Gallen. Ook oude burgerfietsen staan er, maar geen hoge wielen . In vele ladekasten, in houten bakken op de grond, zijn er oude fietsonderdelen. Het is een museum, maar ook een groothandel in oldtimers, een ijzerwinkel. Wie een schroefje, een buitenband of een lamp voor een fiets uit grootmoeders tijd zoekt, kan dat daar nog vinden en er Zwitserse franken voor geven. Dat was indrukwekkend.

     

    Het stijgt goed op weg naar Sankt Gallen. Volhoudend, langzaam en koppig, zwetend, geraak ik er toch met vermoeide benen. In deze stad is het mij mogelijk om de befaamde Olma worst te proeven ( niet de Boma worst …). Tussen de hoge gebouwen komt de zon niet. Ik koel vlug af en krijg het zelfs koud in de schaduw.  Ik wrijf me goed af met mijn handdoek en kleed me in een droge propere T-shirt. Tijdens het rondrijden kom ik langs enkele kerken en andere mooie gebouwen. In een park rust ik wat op een bank. Sankt Gallen bereidt zich voor op een daverend zomerfeest . Er worden tenten en kraampjes opgesteld. Dit weekeinde zal het er vollen bak worden. In het kleurrijke stadscentrum vallen voor mij enkele Zwitserse bankbiljetten uit de muur. Mijn bankkaart doet het nog steeds goed, ook hier, en dat geeft een veilig gevoel.

    Waar de Fassnacht zal plaatsvinden kan al gedronken worden. Een kartonnen bekertje met cola kost 3,00 Fs  en ik besef dat de volgende dagen daar veel geld zal worden verdiend en opgemaakt.

     

    Eens mijn dorst gelest, ga ik op zoek naar de Stiftbibliotheek van Sankt Gallen, een wereldberoemd oord. Ik moet enkele keren de weg vragen. Mijn zoektocht wordt mis begrepen door een negerin die ergens op een stoep blijkbaar het oudste beroep uitoefent en haar vleeswaren toont. Zij supportert me geweldig terwijl ik bergop fiets, sukkel en hijg. Even later aan een rood verkeerslicht staat zij naast mij. Zij hoopt op contact. Zij lust blijkbaar mijn verse biljetten uit de Bancontact maar is niet de gepaste persoon om de weg te vragen naar een abdij. Uiteindelijk vind ik dan toch die beroemde boeken. De bezoekers van de bibliotheek moeten over hun schoenen speciale sloffen trekken om het antieke parket niet te slijten, op deze eerbiedwaardige plaats waar de paters Benedictijnen manuscripten van onschatbare waarde opstapelden waartussen ondermeer het aloude Niebelungenlied. Reeds tussen de Xde en de XIIde eeuw was deze abdij een centrum van groot artistiek, litterair, godsdienstig leven. Ook op het einde van de XXste eeuw wordt bij de Benedictijnen van Sankt Gallen nog  steeds kwaliteitsonderwijs gegeven. Het klimmen, het slenteren door de stad, de benauwdheid en de droogte tussen de oude kasten, een vrouw die mij weg jaagt omdat ik niet bij de groep hoor waarvan zij de gids is, zijn genoeg redenen die me onrustig maken en me doen naar adem snakken.  Ik vlucht plots weg.  Buiten de strenge muren van het klooster wacht me weer de vrijheid, de zon, mijn fiets.

     

    Olive Green en  ik vorderen nu naar het Westen. Op twee wielen in de natuur voel ik me rap veel beter. Tussen Gossau en Wil koop ik nog wat eten. Een prachtige onverharde wandelweg verhoogt mijn geluk. Onderweg knabbel ik op de verse broodjes die ik kocht. Een groot blik beter bier smaakt lekker. Ik voel de nieuwe energie die me tot aan een milkbar brengt waar ik een brief schrijf en een banana split eet, ijs dat in werkelijkheid veel kleiner is dan op de kleurrijke foto die me in verleiding bracht.  

    Naar links volg ik nu de weg. Zo kom ik dan op den alten Schwabenweg, de onbetwiste en echte Chemin de St-Jacques door Zwitserland. Het donkert reeds flink wanneer ik het lange lint volg dat langzaam opstijgt naar het binnenland. Hier zijn de dorpjes louter op landbouw en bosteelt gericht. Ik kom aan een hotel. Omdat het van eigenaar is veranderd wordt het heropend op 1 september. Overmorgen. Dat is nog niet vandaag. Op laag tempo rijd ik verder en met de bedoeling om te stoppen bij de eerste slaapgelegenheid. Daar daagt de Abdij van Fisschingen reeds op, vermeld als een klassieke stopplaats van de pelgrims op de Jakobsweg. Miljoenen vermoeide voeten werden hier volgens de traditie gewassen en verzorgd. Verder rijden is echt doodzonde.

     

    Ik laat mijn fiets achter op het kerkhof en loop wat op verkenning rond. Een dozijn wagens zijn achtergelaten op een parking. De abdij lijkt op dat ogenblik wel op een gevangenis. Alle poorten zijn er hermetisch gesloten. In het hoofdgebouw is er een kerkdienst bezig. Het is 21.30 u.  Ik ontmoet niemand en durf aan geen enkele deur of venster kloppen. Hopend dat Sankt Jakob iemand naar me zal sturen, hopend op een teken, een uitgestoken hand , ga ik in het voorhuis van de kerk op de stenen banken zitten.

    Het zijn authentieke rustbanken voor pelgrims uit vroegere tijd, langs beide zijmuren van de ingang van de abdijkerk. Hier sliepen zij. Ja, vriend Santiago, hier onder dit afdak zullen dus ook ik en Olive slapen. Luisterend naar de hemelse orgelmuziek die zacht en ver van achter de loodzware ingangspoort komt, genietend en glijdend met kop en lichaam naar nacht die zal komen, lig ik even later in mijn slaapzak.   Wat een ervaring is dit   !

     

    17-01-2009 om 19:10 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het liedje uit het land van Pele.

    Aan de rechterkant de muziek van de blog stil leggen  en dan maar even clicken op een van het dozijn volgende regels om naar Brazilië te gaan :


    http://nl.youtube.com/watch?v=p5Z11obllEQ&feature=related

     

    http://nl.youtube.com/watch?v=VH33oF25PSg&feature=related

     

    http://nl.youtube.com/watch?v=2lnBYRjYbhA&feature=related

     

    http://nl.youtube.com/watch?v=6LrUHQky71Y&feature=related

     

    http://nl.youtube.com/watch?v=h__ldWPnpXc&feature=related

     

    http://nl.youtube.com/watch?v=wPvHRLPaDAQ&feature=related

     

    http://nl.youtube.com/watch?v=xuk9VZhFs0A&feature=related

     

    http://nl.youtube.com/watch?v=xxERHwlQIwQ&feature=related

     

    http://nl.youtube.com/watch?v=vSEX9bC5aIg&feature=related

     

    http://nl.youtube.com/watch?v=Jb_hffcI-eU&feature=related

     

    http://nl.youtube.com/watch?v=s8P8l9GikR8&feature=related

     

    http://nl.youtube.com/watch?v=DHXc4ax7mBs&feature=related

     

     

     

    17-01-2009 om 04:28 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    11-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.The Ping-Pong Diplomacy.
    Ping-Pong Diplomacy

     

    Vorige woensdag was er een kleine plechtigheid om een unieke gebeurtenis in herinnering te brengen die heeft bijgedragen tot de vrede op deze wereld.

     

    Alles was begonnen op een ochtend per toeval toen Glenn Cowan het busje miste dat hem moest brengen naar de sporthal waar hij op de 31-ste Wereldkampioenschappen  Tafeltennis te Nagoya in Japan  de Amerikaanse kleuren moest verdedigen. De speler moest alzo te voet naar zijn bestemming. Maar het geluk lachte hem toe want daar stopte plots het busje van het Chinese pingpongteam en bood hem vriendelijk een lift aan. De jonge yankee, een kerel met een altijd glimlachend gezicht, mocht zelfs gaan zitten naast superstar Zhang Zedong,  toen  genaamd Chang Tse-Tung. Deze Eddy Merckx van de Chinese sport schonk een zijden doek aan Cowan. In die tijd toen China en de USA nog vijandig tegenover mekaar stonden  werd dit gebaar wijd uitgesmeerd in de Aziatische sportpers. Het voorval werd op 6 april 1971 gevolgd door iets wat bijna alleen in sprookjes kan gebeuren. De nationale tafeltennisploeg van de Volksrepubliek China  nodigde plots de Amerikaanse tafeltennisploeg uit om een reeks vriendschappelijke matchen te spelen  in China. Dit werd frontpagina nieuws in de USA . Gewone burgers hadden meer bereikt dan politiekers en diplomaten.  Time stelde dat dit het begin zou zijn van een nieuw tijdperk met een grote open poort naar China en  begon te schrijven  over  THE PING-PONG DIPLOMACY.  Op 10 april 1971  trokken 9 spelers, 4 officials, en 2 dames echtgenoten, over de brug die Hong-Kong  van het onmetelijke en onbereikbare, vijandelijke,  Rode China scheidde.   Sedert 1949  was het de eerste groep vertegenwoordigers van de USA  die het China terug binnen mocht. De groep sporters werd overal gevolgd door  10 journalisten , 5 uit China en 5 uit Amerika. Meerdere bekende plaatsen werden bezocht, met arbeiders en met studenten werd er gesproken, en de historische tocht eindigde op een banket waar CHOU EN LAI. de delegaties toesprak. Deze verklaarde toen duidelijk dat de stap voorwaarts naar een periode van vriendschap tussen de twee wereldmachten werd geopend. Dezelfde dag  sloeg de Amerikaanse Regering het balletje terug, door een 20 jaar oud embargo op te heffen en door de Chinezen met sportlui en begeleiders uit te nodigen voor terugmatchen in de United  States.

     

    De ijsberg van de koude oorlog , de spanningen op het wereldwijde schaakbord van de politiek , het Gele Gevaar,  verminderden alzo aanzienlijk.  Deze metamorfose ging verder , de diplomatieke betrekkingen verbeterden, en in 1972 bezocht  president Richard Nixon  de Volksrepubliek China.

     

    In de film Forest Gump wordt dit getoond.  Reeds meerder malen op mijn blog  werd de muziek van deze film als achtergrond gebruikt.

      

    Glenn Gowan, de pingponger die de bus miste en zelfs ook meestal zijn matchen verloor , verdient een monument als belangrijk ambassadeur van zijn land.  Hij zorgde voor sportgeschiedenis, voor een uniek feit dat wellicht nooit meer kan mogelijk zijn. Op 6 april 2004 had  Glenn pech. Tijdens het plaatsen van een bypass, een heelkundige ingreep die mislukte, is hij overleden.

     

    Op woensdag 7 januari 2009 te Peking werden de gebeurtenissen uit 1971/1972 terug in de belangstelling gebracht. Want de generatie van nu mag  het niet vergeten .

    Er werd terug een vriendschappelijke match  CHINA- USA gespeeld , 38 jaren later. Na drie volle decades van  goede betrekkingen tussen China en de USA .  De legendarische pingponger Liang Geliang vertegenwoordigde China.  De staatssecretaris Negroponte  was de belangrijkste vertegenwoordiger van de andere kant. Judy Hoarfrost , de jongste speelster in 1971 en nu 51 j. oud,  was er terug bij.  Zij  wisselde balletjes met  Qi Baoxiang ,  een internationale speelster uit de seventies, maar beide oudere dames wilden niet meer voor punten spelen. omdat zij al lang niet meer trainden en geen eigen palet meer hadden.. De jeugd speelde er wel op het scherpste van de snee, maar dan een match volgens een speciale formule, een match over precies 15 minuten.  Twee jonge meisjes die nu al worden voorbereid op de Olympische Spelen  van Londen 2012 hebben deze Memorial gespeeld, namelijk ARIEL  HSING ( USA)  en   CHEN MENG  ( China). 

     

    Amper een week eerder tussen 27 en 29 december 2008 waren de Chinezen aanwezig op de SPINVATIONAL OF CHICAGO  waar  90.000 bezoekers  kwamen kijken naar  The Queen of Table Tennis,  the Golden Girl of Peking,  en dat is dan de beste tafeltennis speelster ter  wereld  ZHANG YINING .  Zij won er alles, ook  ‘ the battle of the sexes ‘  en dat was dan een pingpongmatch tegen een man.

     

    Tafeltennis is bij de Aziatische gemeenschappen van de USA , in de grote CHINATOWNS,  zeer belangrijk .  De nationale tafeltennisploegen van de USA zijn nu zelfs bijna helemaal samengesteld door  Amerikanen met Chinese roots.  Oordeel maar zelf  .

     

    USA  Heren =  Cheng Yinghua   en  Zhuang David

    USA Dames=  Gao Jun, Wang Chen,  en Zheng Jiaqi

    USA Jongens =  Jeff Huang   en  Justen Yao

    USA Meisjes=  Ariel Hsing  en Lily Zhang


    Foto’s van de Memorial Ping-Pong Diplomacy,  Ariel Hsing,  Zhuang David, Wang Chen.

     









    11-01-2009 om 04:13 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    02-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Concilie van Konstanz.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Concilie van Konstanz

    De fietsende pelgrim op weg naar Rome bereikte ondertussen Konstanz. Dus is dit een gelegenheid om even stil te staan op een belangrijke gebeurtenis uit de Europese Geschiedenis.

    Het Concilie van Konstanz vond plaats in Konstanz  van 1414 tot 1418, precies een half millenium voor de Eerste Wereldoorlog, die we beter kennen.  Het initiatief voor dit concilie werd genomen door Sigismund ,de keizer van het Heilige Roomse Rijk. In die tijd was het door de politieke  twisten zo erg geworden dat er  in de Kerk drie pausen waren :Gregorius 12 te Rome, Benedictus 13 te Avignon, en Johannes 23 te Bologna.

    Na drie jaren perikelen rond een nieuwe pausbenoeming kon men weer tot één enkele paus komen : Martinus 5.  Deze beloofde aanvankelijk van de macht te delen met een concilie van bisschoppen, maar eigenlijk kwam niet veel terecht van deze en andere beloofde hervormingen.

    Een bijzonder feit op het Concilie van Konstanz was ook de veroordeling van Jan Hus tot de brandstapel. Jan Hus was een belangrijk Boheems theoloog, die in het centrum van Praag vandaag een monument heeft. Deze Jan Hus was een leerling van John Wyclif en preekte al tien jaren lang tegen wantoestanden in de Kerk. Hij was vrijwillig naar Konstanz gekomen om zijn theorie openbaar te verdedigen , had de bescherming van de keizer gekregen, maar toch vloog hij dadelijk in ’t cachot wegens ketterij. Ondanks dat 250 prominenten uit Bohemen, Moravië, en Polen, hem steunden werd Jan Hus toch gedood en zijn asse werd in het water van het meer gegooid.

    Voor de onderhandelingen over de machtsoverdracht van de drie  pausen zwol het slaperige stadje Konstanz (waar 6.000 mensen woonden) gedurende de vier jaar van het concilie tot een bruisende metropool van 40.000 man. Konstanz werd toen bevolkt door marktkooplui, bedelaars, muzikanten, bakkers, goudsmeden, scribenten, geldwisselaars, straatmuzikanten, acrobaten, en prostituees. Deze menigte bediende 33 kardinalen, 5 patriarchen, 47 aartsbisschoppen, 238 bisschoppen, 749 professoren uit 37 universiteiten, 83 afgezanten van koningen en prinsen, 38 hertogen, 173 graven, 71 baronnen en meer dan 1.500 ridders.

     Foto : Dom van Konstanz.

     

     

    02-01-2009 om 18:27 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (1)



    EINDE
    VAN DEZE BLOG
    26 08 2012

    Foto

    Foto

    Hoe sterk is de eenzame fietser
    Die krom gebogen over z'n stuur tegen de wind
    Zichzelf een weg baant


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Zoeken in blog


    Foto

    Foto

    Foto

    Een bescheiden blik in de geschiedenis van de wielersport is vaak al voldoende om de fascinatie te proeven.
    OLYMPIA 1981 YVES MONTANT   A BICYCLETTE
    http://www.youtube.com/watch?v=lOZPWpiNUWQ&feature=related



    La bicyclette

    Quand on partait de bon matin
    Quand on partait sur les chemins
    A bicyclette
    Nous étions quelques bons copains
    Y avait Fernand y avait Firmin
    Y avait Francis et Sébastien
    Et puis Paulette

    On était tous amoureux d'elle
    On se sentait pousser des ailes
    A bicyclette
    Sur les petits chemins de terre
    On a souvent vécu l'enfer
    Pour ne pas mettre pied à terre
    Devant Paulette
    Faut dire qu'elle y mettait du cœur
    C'était la fille du facteur
    A bicyclette
    Et depuis qu'elle avait huit ans
    Elle avait fait en le suivant
    Tous les chemins environnants
    A bicyclette


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    NATHALIE.

    La place Rouge était vide
    Devant moi marchait Nathalie
    Il avait un joli nom, mon guide
    Nathalie...
    La place Rouge était blanche
    La neige faisait un tapis
    Et je suivais par ce froid dimanche
    Nathalie...
    Elle parlait en phrases sobres
    De la révolution d'octobre
    Je pensais déjà
    Qu'après le tombeau de Lénine
    On irait au café Pouchkine
    Boire un chocolat...
    La place Rouge était vide
    Je lui pris son bras, elle a souri
    Il avait des cheveux blonds, mon guide
    Nathalie... Nathalie
    Dans sa chambre à l'université
    Une bande d'étudiants
    L'attendait impatiemment
    On a ri, on a beaucoup parlé
    Ils voulaient tout savoir, Nathalie traduisait
    Moscou, les plaines d'Ukraine
    Et les Champs-Élysées
    On a tout mélangé et on a chanté
    Et puis ils ont débouché
    En riant à l'avance
    Du champagne de France
    Et on a dansé...
    La, la la...
    Et quand la chambre fut vide
    Tous les amis étaient partis
    Je suis resté seul avec mon guide
    Nathalie...
    Plus question de phrases sobres
    Ni de révolution d'octobre
    On n'en était plus là
    Fini le tombeau de Lénine
    Le chocolat de chez Pouchkine
    C'était loin déjà...
    Que ma vie me semble vide
    Mais je sais qu'un jour à Paris
    C'est moi qui lui servirai de guide
    Nathalie... Nathalie


    Foto

    Foto

    Foto

    Marianne de ma jeunesse
    Ton manoir se dressait
    Sur la pauvre richesses
    De mon rêve enchanté

    Les sapins sous le vent
    Sifflent un air étrange
    Où les voix se mélangent
    De nains et de géants

    Marianne de ma jeunesse
    Tu as ressuscité
    Des démons des princesses
    Qui dans moi sommeillaient

    Car ton nom fait partie
    Marianne de ma jeunesse
    Du dérisoire livre
    Où tout enfant voudrait vivre

    Marianne de ma jeunesse
    Nos deux ombres enfuies
    Se donnèrent promesse
    Par-delà leurs joies et leur vie

    Marianne de ma jeunesse
    J'ai serré sur mon cœur
    Presque avec maladresse
    Ton mouchoir de pluie et de pleurs

    Foto

    http://nl.youtube.com/watch?v=lgUrlO6hku8
    Les Baladins
    http://nl.youtube.com/watch?v=75lFwcGucOA&feature=related
    Marie Marie
    http://nl.youtube.com/watch?v=AaXY59mg9QE
    Nathalie   - Spaanse versie

    http://fr.youtube.com/watch?v=27eWewocQm4&feature=related
    Nathalie mon guide avait des cheveux blonds

    Foto

    MON ARBRE
    Louis Amade 1964

    Il avait poussé par hasard
    Dans notre cour sans le savoir
    Comme un aveugle dans le noir
    Mon arbre
    Il était si petit
    Que c'était mon ami
    Car j'étais tout petit
    Comme lui
    J'attendais de lui le printemps
    Avec deux ou trois fleurs d'argent
    Un peu de vert, un peu de blanc
    Mon arbre
    Et ma vie s'accrochait
    A cet arbre léger
    Qui grandissait
    Comme je grandissais


    Foto

    Chanson de
    GILBERT BECAUD

    Quand tu n'es pas là
    Tous les oiseaux du monde
    Quand tu n'es pas là
    S'arrètent de chanter
    Et se mettent à pleurer
    Larmes de pluie au ciel d'été
    Quand tu n'es pas là
    Le silence qui gronde
    Me donne si froid
    Qu'un jour ensolleillé
    Me fait presque pleurer
    Larmes d'ennui malgré l'été
    La ville fait de grâces 
    La lune des grimaces
    Qui me laissent sans joie
    Les cantiques d'églises
    Malgré tout ce qu'ils disent
    Me font perdre la foi
    Quand tu n'es pas là
    Tous les oiseaux du monde
    La nuit sur mon toit
    Viennent se rassembler
    Et pour me consoler
    Chantent tout bas
    ' Elle reviendra ' 
    Quand tu reviendras
    De l'autre bout du monde
    Quand tu reviendras
    Les oiseaux dans le ciel
    Pourront battre des ailes
    Chanter de joie
    Lorsque tu reviendras !


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Le Pianiste de Varsovie
    Gilbert Bécaud

    Je ne sais pas pourquoi
    Cette mélodie me fait penser à Chopin
    Je l`aime bien, Chopin
    Je jouais bien Chopin
    Chez moi à Varsovie
    Où j`ai grandi à l`ombre
    A l`ombre de la gloire de Chopin
    Je ne sais pas pourquoi
    Cette mélodie me fait penser à Varsovie
    Une place peuplée de pigeons
    Une vieille demeure avec pignon
    Un escalier en colimaçon
    Et tout en haut mon professeur
    Plus de sentiment
    Plus de mouvement
    Plus d`envolée
    Bien bien plus léger
    Joue mon garçon avec ton coeur
    Me disait-il pendant des heures
    Premier concert devant le noir
    Je suis seul avec mon piano
    Et ça finit par des bravos
    Des bravos, j`en cueille par millions
    A tous les coins de l`horizon
    Des pas qui claquent
    Des murs qui craquent
    Des pas qui foulent
    Des murs qui croulent
    Pourquoi?
    Des yeux qui pleurent
    Des mains qui meurent
    Des pas qui chassent
    Des pas qui glacent
    Pourquoi
    Le ciel est-il si loin de nous?
    Je ne sais pas pourquoi
    Mais tout cela me fait penser à Varsovie
    Une place peuplée de pigeons
    Une vieille demeure avec pignon
    Un escalier en colimaçon
    Et tout en haut mon professeur
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    What does not destroy us makes us stronger.
    Foto

    Foto

    Rondvraag / Poll
    Wie wordt wereldkampioen 2012 bij de profs ?
    Philippe Gilbert
    Greg Van Avermaet
    Ryder Hesjedal
    Johan Vansummeren
    Giovanni Visconti
    Alejandro Valverde
    Samuel Sanchez
    Joaquin Rodriguez
    Maxime Monfort
    Roman Kreuziger
    Vincenzo Nibali
    Peter Sagan
    Damiano Cunego
    Diego Ulissi
    Bradley Wiggins
    Rigoberto Uran
    Edvald Boasson Hagen
    Chris Froome
    Thomas Voeckler
    een andere renner ....
    Bekijk resultaat


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    À la claire fontaine

    M'en allant promener,
    J'ai trouvé l'eau si belle,
    Que je m'y suis baignée.

    Il y a longtemps que je t'aime
    Jamais je ne t'oublierai.

    Sous les feuilles d'un chêne
    Je me suis fait sécher,
    Sur la plus haute branche,
    Un rossignol chantait.

    Il y a longtemps que je t'aime
    Jamais je ne t'oublierai.

    Chante, rossignol, chante,
    Toi qui as le coeur gai,
    Tu as le coeur a rire,
    Moi, je l'ai à pleurer.

    Il y a longtemps que je t'aime
    Jamais je ne t'oublierai.

    J'ai perdu mon ami
    Sans l'avoir mérité,
    Pour un bouquet de roses,
    Que je lui refusai.

    Il y a longtemps que je t'aime
    Jamais je ne t'oublierai.

    Je voudrais que la rose
    Fût encore au rosier,
    Et que mon doux ami
    Fût encore à m'aimer


    Foto

    Archief per jaar
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008

    Foto

    Foto

    Engelbert Humperdinck
    Les Bicyclettes De Belsize

    Turning and turning, the world goes on
    We can't change it, my friend
    Let us go riding now through the days
    Together to the end
    Till the end

    Les bicyclettes de Belsize
    Carry us side by side
    And hand in hand, we will ride
    Over Belsize
    Turn your magical eyes
    Round and around
    Looking at all we found
    Carry us through the skies
    Les bicyclettes de Belsize

    Spinning and spinning, the dreams I know
    Rolling on through my head
    Let us enjoy them before they go
    Come the dawn, they all are dead
    Yes, they're dead

    Les bicyclettes de Belsize
    Carry us side by side
    And hand in hand, we will ride
    Over Belsize
    Turn your magical eyes
    Round and around
    Looking at all we found
    Carry us through the skies
    Les bicyclettes de Belsize


    Foto

    Foto

    Julia Tulkens .

    Hebben wij elkaar
    gevonden in dit land
    van klei en mist
    waar tussen hemel
    en aarde ons leven
    wordt uitgewist  ?

    Ben ik nog schaduw,
    ben ik al licht,
    of is d'oneindigheid
    mijn aangezicht ?

    Treed ik in wolken of
    in hemelgrond ?
    Er ruist een hooglied aan
    mijn lichte mond.
    In uw omarming hoe
    ik rijzend ril ...
    Mijn haren wuiven en
    de tijd valt stil .
     
                                Julia Tulkens.

    Foto

    Foto

    SONNET POUR HELENE

    Quand vous serez bien vieille, au soir, à la chandelle,
    Assise auprès du feu, dévidant et filant,
    Direz, chantant mes vers, en vous émerveillant :
    Papoum me célébrait du temps que j’étais belle.

    Lors, vous n’aurez servante oyant telle nouvelle,
    Déjà sous le labeur à demi sommeillant,
    Qui au bruit de mon nom ne s’aille réveillant,
    Bénissant votre nom de louange immortelle.

    Je serai sous la terre et fantôme sans os :
    Par les ombres myrteux je prendrai mon repos :
    Vous serez au foyer une vieille accroupie,

    Regrettant mon amour et votre fier dédain.
    Vivez, si m’en croyez, n’attendez à demain :
    Cueillez dès aujourd’hui les roses de la vie.

    Regretting my love, and regretting your disdain.
    Heed me, and live for now: this time won’t come again.
    Come, pluck now — today — life’s so quickly-fading rose.


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Laatste commentaren
  • Coach Factory Outlet (Holder)
        op De teloorgang van de kleine waterhoek.
  • Nike Air Force 1 (Barbara)
        op De teloorgang van de kleine waterhoek.
  • Na een drukkende en zwoele nacht kom ik u een fijne nieuwe week wensen (Jeske )
        op De Flandriens uit Limburg.
  • Wens je een fijne zaterdag (Nikki)
        op De Wielersport in Denemarken.
  • Lieve midweekgroetjes . (bompa harry)
        op Charles Aznavour.
  • SPORTIEF HOOR MIJN TANDARTS RACED OOK (Ton)
        op Een eeuw geleden werd de Primavera 1911 gereden.
  • Maar dat is leuk (Ton)
        op Fietstocht naar Itzehoe - ( Week 1 ) .
  • Norbert Vande Walle (JP VANSTEENKISTE)
        op Une page d'histoire - Le tennis de table d'il y a 40 ans.
  • Lieve zaterdaggroetjes (Nikki )
        op Een stukje Zwembad Olympia nostalgie .
  • De beste wensen voor 2011 (Nikki )
        op Exode des forces russes de Sebastopol -  Bizerte 1920.
  • Foto

    Archief per maand
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Gastenboek
  • Wandelgroetjes uit Borgloon
  • Genieten!!!!!
  • Genieten!!!!!
  • Verder dan Rome
  • Hier ben ik weer gr. van Koos mengelmoes

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Foto

    Foto

    Will Tura:
    Eenzaam Zonder Jou songtekst

    Ik ben zo eenzaam zonder jou
    Niets kan mij binden bij mijn vrienden
    Bij hen kan ik het niet meer vinden
    Het liefste ben ik dicht bij jou

    Ik ben zo eenzaam zonder jou
    Ook als het dansorkest gaat spelen
    Want dansen gaat mij gauw vervelen
    Als ik jou niet in m'n armen hou

    Ik ben zo eenzaam zonder jou
    Jij weet dat ik op jou zou wachten
    Maar leef ik ook nog in jouw gedachten
    En ben je mij nog altijd trouw

    Ik kan niet verder zonder jou
    Mijn leven zou ik voor jou geven
    In al mijn brieven staat geschreven
    Ik ben zo eenzaam zonder jou

    Ik ben zo eenzaam zonder jou



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!