Zoeken in blog

Foto
Foto
Over mijzelf
Ik ben Journée Wilfried , en gebruik soms ook wel de schuilnaam PAPOUM.
Ik ben een man en woon in LANDEN (België) en mijn beroep is gepensioneerde , slapen, goed eten en drinken..
Ik ben geboren op 04/06/1944 en ben nu dus 79 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wielersport en tafeltennis, geschiedenis, reisverhalen, chansons, humor..
Inhoud blog
  • EINDE
  • Adieu l'Ami - Au Revoir.
  • De Flandriens uit Limburg.
  • Les soldats russes venus en France en 1916 .
  • HISTOIRE DU TENNIS DE TABLE - FP.
    Foto
      EINDE
     VAN DEZE BLOG

      26 08 2012
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto

    J. BREL

    C'est plein d'Uylenspiegel
    Et de ses cousins
    Et d'arrière-cousins
    De Breughel l'Ancien

    Le plat pays qui est le mien.

    Tous les chemins qui mènent à Rome
    Portent les amours des amants déçus
    et les mensonges des anges déchus.

    Foto
    Foto
    Foto
    Pelgrim

    Wat zich gaande voltrekt
    in de ziel van de pelgrim
    is niet een toenemend verlangen
    naar het bereiken van zijn reisdoel,
    niet het vinden van het heilige
    aan het einde van zijn bedevaart,
    maar zijn overgave aan de ruimte,
    aan de kiezels op zijn pad,
    zijn besef van niet-weten,
    zijn afdalen in de leegte.

    Zijn benen worden zijn vrienden,
    de regen zijn lijden,
    zijn angst wordt gericht
    naar de honden langs de weg,
    het vele legt hij af en hij rust in het Ene.
    Al trekkend komt hij nergens,
    voortgaande bereikt hij niets,
    maar zijn vreugde neemt toe
    om een bloem en een krekel,
    om een groet en een onderdak.

    Zijn reisdoel en zijn thuis
    vloeien samen aan de horizon,
    hemel en aarde vinden elkaar
    op het kruispunt van zijn hart.
    Het heilige verdicht zich
    in de dieren en de dingen.
    Zijn aankomst ligt verborgen
    in de wijsheid van het Zijn.

    Catharina Visser

    Foto
    De Weg.

    In de verte gaat een pelgrim,
    eenzaam over het pad.
    Met een blik voorwaarts,
    eindeloos turen naar het pad.
    Het pad dat hem leidt,
    de wind die hem begeleidt.
    Samen èèn met de natuur,
    de geur,het geluid en omgeving.
    Daar toont de schepping hem,
    nederig dat het pad van zand
    zo hard als steen is.
    Soms ook warm,koud en nat.
    De pelgrim stapt over
    het harde pad,
    met als enige vriend
    zijn schaduw.
    Samen op hun weg.
    When we got to the sea at the end of the world
    We sat down on the beach at sunset
    We knew why we had done it
    To know our lives less important than just one grain of sand.
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    En camino de Santiago
    Sur le chemin de St Jacques
    Iba una alma peregrina
    Allait une âme pérégrine
    Una noca tan obscura
    Une nuit si obscure
    Que ni una estrella lucia ;
    Que ne brillait aucune étoile ;

    Foto
    Foto

    Le patron de toutes les filles
    C'est le saint Jacques des Bourdons;
    Le patron de tous les garçons
    C'est le saint Jacques des Coquilles.
    Nous pouvons tous les deux nous donner un bouquet,
    Coquilles et bourdons exigent que l'on troque;
    Cet échange affermit l'amitié réciproque,
    Et cela vaut mieux qu'un œillet.

    Foto

    Dat een pelgrim bij terugkomst niet wordt herkend door de mensen thuis, is een geliefd thema in middeleeuwse pelgrimsverhalen. Waarschijnlijk wil de legende daarmee aanduiden, dat de pelgrim door zijn bedevaart een ander mens is geworden; hij is op Christus gaan lijken. Dat wordt uitgedrukt door de omstandigheid dat de mensen van vroeger de teruggekeerde pelgrim niet meer herkennen: hij beantwoordt niet meer aan het oude beeld, dat zijn nog hebben; de pelgrim is een nieuwe mens geworden.

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Betrouw geen pelgrim met een baard
    Die met een schooikroes geld vergaart
    Al beed'lend langs de wegen sjokt
    En met een deerne samenhokt.



    Priez pour nous à Compostelle - Barret et Gurgand - 1977.

    Par milliers, par millions, le besace à l'épaule et le bourdon au poing, ils quittaient les cités, les chateaux, les villages, et prenaient le chemin de Compostelle. Gens de toutes sortes et tous pays, ils partaient, le coeur brulant, faire leur salut au bout des terres d'Occident, là où la mer un jour avait livré de corps de l'apotre Jacques.
     
    Foto
    Foto
    Ik had het eerst
    niet in de gaten,
    en opeens
    zàg ik het spoor
    dat jij voor mij
    hebt nagelaten.
    Mon père .

    Assis dans un vieux fauteuil
    Recouvert d'un plaid usé,
    Il rêve de son passé,
    En attendant le sommeil.

    La fumée d'un cigare
    Flottant au-dessus de lui,
    D'une auréole, pare,
    Sa tête grise, de nuit.

    Vêtu d'un pantalon gris,
    Chemise de flanelle
    Sous le tablier bleu sali.
    Sa casquette est belle.

    Il sait déjà que demain,
    Sera le grand jour pour lui.
    Mais il ne regrette rien,
    Et partira seul sans bruit .

             
              ***
    Foto
    La mort .

    Le jour où tu viendras,
    A l'aube d'un matin,
    Me tendre les bras
    Me chercher par la main,
    Entre comme moi
    Par le fond du jardin.

    Tu essuyeras tes pieds
    Sur le grand paillasson,
    Pour ne pas marquer
    Tes pas dans le salon,
    Et n'oublie pas d'ôter
    Ton noir capuchon.

    La table sera mise
    Et le vin bien chambré,
    Quand tu sera assise
    Nous pourrons le goûter,
    Avant que je ne suive
    Ton ombre décharnée .

    Mais si tu préfères
    Par surprise me faucher,
    Au début de l'hiver
    Ou au soir d'un été,
    Pousse la barrière
    Elle n'est jamais fermée.

    Avant de m'emporter,
    De rendre ma valise,
    Laisse-moi griffonner
    Une dernière poésie
    Où je ferai chanter
    La beauté de la vie.

    Ce n'est pas ce matin
    Que je quitterai le port,
    Puisque de mes mains
    J'ai caressé si fort
    Ses lèvres de satin
    Que je t'oublie, la mort.


              +++
    Foto
    Foto
    Foto
    SEUL  SUR  LE  CHEMIN .

    J'ai traversé des villes,
    J'ai longé des cours d'eau
    J'ai rencontré des îles
    J'ai cotoyé le beau !

    Tout au long du voyage
    Rien ne m'a retenu
    Même pas un signe de croix
    Tracé d'une main tremblante.

    Le vent, la mer, la pluie
    M'ont façonné le coeur.
    Je suis leur propre image,
    Immuable douleur.

    Je fais signe aux oiseaux,
    Seuls amis de ce monde,
    Qui m'entraînent dans une ronde
    A m'en crever la peau.

    J'ai traversé des coeurs,
    J'ai rencontré des bras,
    J'ai caressé des fleurs,
    J'en ai ceuilli pour toi.
    Foto
    Foto
    Foto
    卓球
    Настольный теннис
    टेबल टेनिस
    Стони тенис
    เทนนิสโต๊ะ
    Bóng bàn
    탁구
    تنس الطاولة

    TENNIS DE TABLE
     MESATENISTA
    PING PANG QIU
     TISCHTENNIS
    TABLE  TENNIS


      photos courtesy  ITTF 


    乒乓球
    Stolni tenis
    Tenis Stolowy

    ITTF    TABLE   TENNIS 
        Classement mondial 
         26 - 08 - 2012  
    World  Ranking
    Weltrangliste
    Ranking Mundial
    Värlen Rangordning
    Classifica Mondiale 

    MESSIEURS :

    1. ZHANG Jike - CHN
    2. MA Long - CHN
    3. XU  Xin - CHN
    4. WANG  Hao -
    CHN
    5. MIZUTANI Jun - JPN
    6. MA  Lin  - CHN
    7.  BOLL Timo -  GER
    8. CHUANG Chih-Yuan - TPE
    9. OVTCHAROV Dim - GER
    10. WANG  Liqin - CHN
    11.  JOO Se Hyuk - KOR
    12. OH Sang Eun - KOR

    --    DAMES :
    1. DING Ning - CHN
    2. LI Xiaoxia - CHN
    3. LIU Shiwen - CHN
    4. GUO Yan - CHN
    5
    . ISHIKAWA Kasu - JPN
    6. FUKUHARA Ai - JPN
    7. FENG Tianwei - SIN
    8. KIM Kyung - KOR
    9. GUO Yue - CHN
    10. WANG Yuegu - SIN
    11. WU Yang  -  CHN
    12. TIE Yana - HKG

     

    Info  =  www.ittf.com 
    ( anglais,allemand,chinois).

    http://www.ittf.com/_front_page/itTV.asp?category=ittv_New

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    December 1990 - Pantoum.

    De noodklok belt slechts éénmaal
    Komt weldra de ultieme speeltijd
    Ademen voor de laatste maal
    Gelukkig geen haat noch nijd
    Toch af en toe een flater
    Een zorg is dit voor later
    Lopen van os naar ezel
    Toch af en toe een flater
    Niet knikkers tellen, wel het spel
    Lopen van os naar ezel
    Dagelijks goed aan de kost
    Niet knikkers tellen, wel het spel
    Verwachtingen zelden ingelost
    Dagelijks goed aan de kost
    De beste blijft mijn moeder
    Verwachtingen zelden ingelost
    Water is het kostelijkste voeder
    De beste blijft mijn moeder
    Om bestwil een toontje lager zingen
    Water is het kostelijkste voeder
    Op zoek naar de diepte der dingen
    Om bestwil een toontje lager zingen
    Komt het varksken met de lange snuit
    Op zoek naar de diepte der dingen
    Nu is dit pantoumeke bijna uit
    Komt het varksken met de lange snuit
    Ademen voor de laatste maal
    Nu is dit pantoumeke bijna uit
    De noodklok belt slechts éénmaal.

    Tibertyn.    ***
    Foto
    Kleine mensenhand
    strooit op winterse dag
    kruimels voor de mus.

    Schelpen op het strand
    die worden door de branding
    voor ons kind gebracht.

    Molens in de wind
    draaien, draaien, en draaien
    in het vlakke land.

    Kerstman in de straat
    borstelt met grote bezem
    sneeuw weg van de stoep.

    De dode takken
    breken af bij felle wind
    van de avondstorm.

    Kreten in de nacht
    van kikkers in de vijver
    lokken de reiger.

    Hulpeloos jong lam
    verloren tussen struiken
    waar de wolf vertoeft.

    De werkzame bij
    zoekt in de roze bloesems
    lekker naar honing.
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    The country with the biggest population in the world, the People's Republic of China, regards this sport as the most important.”

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    De pelgrim.

    Hij is op de weg alleen 
    al weet hij nog niet waarheen
    maar ergens stond geschreven
    dat hij die richting moest gaan
    en aarzelt hij soms even
    langs de eindeloze baan
    terwijl hij in zijn hart voelt
    dat velen eerder gingen
    mijmerend over dingen
    terwijl een windje afkoelt .
    Verder dan Rome loopt de weg.
    Ervaringen van een pelgrim.
    31-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waar eens Tullia had gewoond, de op aarde levende Venus.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Lago d'Iseo. Het geklots van het water tegen de boordstenen is als de regelmatige hartslag van een groot onzichtbaar wezen, een geest die over de wateren zweeft. Hoe hevig dat geklots ook is, het maakt me niet wakker, en het zijn in de vroege ochtend de kwetterende eendjes die dat wel doen, terwijl ook het geklater van het doorspoelen van de plee in de nabije sanitaire blok me de ritssluiting van mijn tentje doen openen. Ik krijg direct de schittering in mijn ogen van de gouden zonnestralen die weerkaatsen op de waterspiegel. Dit wordt de eerste dag van mijn vierde week op weg naar de stad van Romulus en Remus. Ik loop poedelnaakt naar de douche. Die staat buiten met zicht op het meer. Brrr, brrr, brrr, natuurlijk niet verwarmd. Ter plaatse huppelen. Zo verdragen wij toch die frisheid. Een formatie van negen eendjes vaart voorbij en zij giechelen bij het zien van mijn kostuum. Hebben zij oog gehad voor dat wormkleine piemeltje van mij ?

    Ik breek mijn kamp op. Wanneer ik bijna klaar ben, komt een kort dik vrouwtje in mijn richting gestapt. Zij draagt een plastieken kom, loopt mij voorbij zonder iets te zeggen, stopt vier fietslengtes verder aan een boom, en met een stok begint zij daar te krabben op de grond. Ik had reeds opgemerkt dat daar in het vochtige gras een bruin goedje lag. Voor mij was het een hondendrol en toch niet, want het kon eerder gedroogd braaksel zijn,  een pasticchio die niet in een maag was gebleven. Zij blijft maar keutelen en wrijven met haar stok, bewerkingen die op ongeveer één vierkante meter plaatsvinden. Daarna plooit zij zich om het verzamelde hoopje in haar kom te deponeren. Zij draait zich om, komt nu met brede lach naar me toe en zij zegt ' Funghi porcini ... !' . Zij heeft zopas een portie eekhoorntjesbrood geoogst. Terwijl ik in de armen van Morpheus lag, glimlachend en bedwelmd door de Chianti, en Lago d'Iseo me in slaap had gewiegd , groeiden onder de grote boom naast mij de kostbare funghi.  Haar dag was al goed. De mijne moest nog beginnen.

    Wanneer ik ga afrekenen en mijn identiteitskaart terug krijg, bevestigt de campingbaas me dat hij heeft getelefoneerd naar Hotel Avogadro en dat ik verontschuldigd ben. De nacht kost me 10.000 lires, zonder enig papierke, dus helemaal in 't zwart. Voor de telefoon moet ik niet betalen.  Even later fiets ik al door het vriendelijke stadje Iseo. Sierlijke zwanen leven er op het water, vooral grijze exemplaren zien er koninklijk uit. Bancontact bezorgt me 300.000 lires, en ik ga chocolade en Brescialat kopen, alsook mineraal water waarmee ik mijn drinbussen vul. Ik koop ook de roze sportkrant La Gazetta dello Sport. Aan de waterkant zorg ik voor mijn buikje. In de sportkrant zie ik dat Schumacher de autorace te Monza won, dat de calcio bijna alle bladzijden opeist, dat Ferrigato een semi-klassieker in Romagna won  en ook dat Johan Museeuw te Meulebeke met twee ploegmaats in zijn wiel de koers had gewonnen. Ik gooi mijn oude handschoenen weg in een vuilbak en gebruik de nieuwe die ik bij heb. Ik zoek naar het postkantoor, maar het verkeer zuigt me mee en weldra ben ik buiten Iseo. Ik bezoek een kerkje uit de XIde eeuw, een ontspannende wandeling in de deugddoende zon.

    Met Olive die al veel heeft gezien tijdens deze reis kom ik nu op de nationale steenweg, tussen vele vrachtwagens. Stop aan een grote parking van Esso. In het winkeltje kan ik daar eindelijk een goede kaart van Noord- Italië kopen. In dit bruisende industriegebied is de weg fietsonvriendelijk. Ik kan dan toch een betere kleine weg volgen, waar ik enkele keren afstap om te proeven aan de vijgen, de maïs, de druiven en de appeltjes. Daarna waag ik me opnieuw tussen beton en staal tot wanneer ik het oude centrum van Brescia bereik en klim naar de imposante citadel, de Castello, die alles overheerst. Er is  een prachtig panorama, maar 's maandags is het fort gesloten voor bezoekers. Het aloude export product dat van Brescia een rijke stad maakte, waren de wapens. Terwijl ik naar de omgeving kijk, komt een Italiaanse fietser met me praten, maar ik kan weinig vertellen door mijn slechte kennis van zijn taal. Ik vervloek mezelf omdat ik toch wat meer tijd had kunnen nemen om Italiaans te leren, en ik ben ook kwaad op mezelf omdat ik mijn boekje nog niet heb gebruikt - het steekt nog diep in mijn fietstassen - waarmee een buitenlands toerist een beetje zijn plan zou kunnen trekken.

    31-03-2009 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn blog is vandaag 1 jaar oud.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen EEN JAAR BLOG.   BRAVO.

    28-03-2009 om 04:17 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    25-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rome 1996 - De ontvoerde hotelsleutel.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Zondagavond. De duizenden weekendtoeristen op weg naar huis geraken nu vast in een slang gevormd door Fiat's, Alfa Romeo's, Lancia's, Autobianchi's, van alle kleuren, maten, bouwjaren, prijsklassen. Zij blokkeren zichzelf en ondanks de paardenkracht die in hun motoren zit benadert hun snelheid het nulpunt. Hoe sterk is echter de tweewieler zonder stinkende uitlaatpijp. Met vrolijke pedaalslag rijdt hij alle chauffeurs voorbij als een zefierwind. Om mijn vaart nog feestelijker te maken, blaas is ik drie rode luchtballonnetjes op en bevestig die achter aan mijn zadel. Ik ben toch de zoon van Fille en ik  vlieg die file voorbij. Wat doet dit deugd op weg naar Brescia.
    Nabij Iseo zijn de kampeermogelijkheden talrijk. Een prachtige pizzeria verspreidt geweldige geuren die mijn neus prikkelen. Ik rem en duik de camping binnen die naast dat restaurant ligt. Dat wordt mijn basis voor komende nacht. De jonge uitbater is vriendelijk en spreekt Engels. Er zijn vooral caravans op het terrein en onder een afdak wordt er pingpong gespeeld. Mijn tentje staat er vlug, nabij een instapplaats voor roeiboten, op enkele stappen van het water van het prachtige meer. Plots overvalt een raar gevoel me. In de rechterzak van mijn trainingsjas voel ik een hard voorwerp !  Jandorie, ik heb nog altijd de sleutel van kamer 35 van het Hotel Avogadro. Afgeleid door die prachtige glimlach van de meisjes aan de balie, heb ik mijn plicht van keurige hotelgast niet gedaan.  Ik ga terug bij de uitbater en ik vraag hem of hij op mijn kosten en in 't Italiaans wil bellen naar 0345 21251 te San Pellegrino Terme om te verwittigen dat ik de sleutel met de post zal terugsturen, alsook om me duizend maal te excuseren. De man belooft me van te bellen, maar hij moet net even weg.  Trouwens op dit uur naar een Hotel-Restaurant bellen heeft weinig zin legt hij me uit, want het is net het piekuur van de bediening . Met mijn ontladen fiets maak ik nog een toerke, maar dat is dwaas want de duisternis valt en nu rijden de bolides die door de file werden opgehouden met verhoogde razernij en met felle lichten langs het meer. In rijd daarom naar de pizzeria, waar ik achteraan in de tuin, achter windschermen, ver van het geluid van de aanstormende wagens nog een schone plaats vind.  Ik heb zicht op het laatste daglicht dat wegzinkt in Lago d'Iseo. Voor  54.000 lires permitteer ik me op deze schone avond een  versterkend maal. Groepjes Italianen komen ook pizza eten. Tot middernacht is het terras helemaal bevolkt. Dan verlaat ik mijn plaats.  Terug in de camping zie ik nog even hoe Duitsers er Tischtennis spelen, maar met volle buik  is het me niet mogelijk  om ook mee te spelen. Mijn igloo roept me en de rode wijn heeft me te pakken. De klotsende golfjes van de Lago wiegen me weldra in een diepe slaap.





    25-03-2009 om 17:10 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    24-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rome 1996 - Ondergaande zon over Lago d'Iseo.
    21ste dag San Pellegrino Terme- San Andrea d'Iseo  (rit van 96 km )

    Waar ben ik nu eigenlijk ? O, ja, in het hotelletje Avogadro te San Pellegrino.
    Ontbijt. Koffie met beschuitjes. Niet erg, want ik heb helemaal geen eetlust. Ik lees in de zondagskrant dat Chris Boardman te Manchester méér dan 56 km in één uur heeft gefietst. Wat een prestatie !  Ongelooflijk.  Wereldrecord.  Olive Green  en ik liggen uiteraard minder aerodynamisch op mekaar wanneer wij fietsen. Wij leggen met moeite 56 km op een dagje af. Ik zie hoe vrolijk en gelukkig de twee meisjes zijn die de dienst verzekeren. Zij zijn jong, slank, zwart van haren, wit van vel. Zulke modellen gebruikten de Italiaanse meesters om Madonna's te schilderen. Mijn rekening is lichter dan verwacht.  Ik voel me op deze zondagmorgen als een apostel waarover de Heilige Geest is nedergedaald en met mijn tenger Italiaans begin ik een babbeltje ... proberen mag toch ...  ' Sono multo contento... Euh... tu et tua sorella sei ragazza gentile et bella ... ! Zij bekijkt mij met haar grote zwarte ogen, de bergamasca, die zo blank, zo lief en goed is. Haar tafelkleedjes zijn van het kraaknetste wit en zij plaatste verse bloemetjes op alle tafels van het restaurant. De zon schijnt door de open vensters en deuren. Door dit alles voel ik me echt in grote vorm. Ik betaal met mijn kaart, maar ik voeg er twee biljetten van 10000 lires bij als drinkgeld, één voor ieder meisje, om te bewijzen dat iemand die per fiets te San Pellegrino aankomt ook een heer kan zijn.
    Ik daal terug gemakkelijk de vallei af tot Bergamo. Het krioelt er van wielertoeristen. ' Fare bella figura'  op de fiets is hier veel belangrijker dan in Vlaanderen. Het is vandaag zondag en daarom deed ik mijn koersbroek van topkwaliteit aan met op de buitenkant van mijn dijen de naam van Eddy Merckx. Deze magische letters laten zien dat ik een Belg ben en geen Nederlander. De Italianen moedigen me aan, groeten me vriendelijk. Rond zondagmiddag gebeurt het dan. Pssstt ... een platte achterband. Ik vind het gaatje en ook het bobbeltje in de velg dat de schade heeft veroorzaakt. Ik bewerk het wat met een vijl, verstevig met een stukje binnenband, en plak zwarte tape helemaal rond de velg. Dat duurt wel een tijdje, maar ik ben fier over mijn werk. De Dag des Heeren is prachtig en ik nader Lovere. Aan een groot bedrijf  GEWISS  kom ik voorbij, een sponsor van een felle wielerploeg. Even rekenen laat me weten dat ik al 1450 km heb gefietst en dat drie bandbreuken  mijn lot zijn geweest.  Dat is nog zo niet slecht. Maar ... pats.....grrrrrrrrr... terug plat en we zijn nog maar 16 km verder na vorige panne. Toevallig gebeurt dit onheil vlak voor een gelateria. Een reden meer om te stoppen en wat troost om me moed te geven alvorens terug herstelwerk te beginnen. Eerst een grote cola en een dikke ijskreem, en dan kan het trieste werk van reparatie volgen. Ik steek mijn rechterhand in een handschoen van dunne doorschijnende plastiek om mijn vingers niet vuil te maken. Vakkundig geef ik goede indruk  aan de talrijke autochtonen die van op enige afstand, gezeten in de schaduw op een rij stoelen, al mijn bewegingen volgen. Gebarsten binnenband. Ik pompte mijn achterband waarschijnlijk te hard op. Het maximum mag maar 6,5 Bar zijn. Vermits het aan deze kant van de Alpen veel warmer is dan in Zwitserland was de spanning in mijn binnenband overdreven. Ik plaats een nieuwe. Door de tape is er nu minder plaats. Ik wring en ik duw, en het komt toch goed. Vijftig keren stoempen op mijn handpomp en de band staat weer hard. Maar is hij nu hard genoeg of veel te hard  ?
    Een aanhouder wint altijd, en daarom fiets ik verder op zoek naar de waterspiegels van de Italiaanse meren. Een eerst meertje is nog van geen tel, doch brengt me wel al in de stemming en laat me weten dat ik op de goede weg ben. Terwijl ik dromerig van het landschap geniet halen twee mountainbikers me in. Een jongen en een meisje, die me willen gezeldschap houden. Zij beginnen een babbeltje in de Engelse taal, de best manier om mekaar te verstaan. De jonge kerel draagt een voetbalshirt met op de rug het cijfer zeven en de naam Eric Cantona .Zij is erg nieuwgierig en wil werkelijk alles van mij weten. Vele zondagsrijders delen de steenweg met ons. Naast mekaar fietsen is gevaarlijk, niet voor mij want ik blijf mooi aan de rechterkant, maar wel voor hen . Dit tijdelijk gezelschap wordt me opgedrongen, is sympathiek, maar moet worden beperkt. Bergaf  rijden zij nu graag 50km/u en dat is gemakkelijk maar niet wijs met al die wagens. We bereiken Lovere, een aardig stadje. De twee fietsen als gekken verder.  In het verkeer ben ik ze weldra kwijt. Dit is dan Lago d'Iseo. Bootje varen. Pedalos. Zonnebaden. Picknick. Verliefde koppels van alle leeftijden. Kindjes groot en klein. Mekaar bekijken van op een terras. Martini on the rocks slurpen. Gelati. Honden.  Vijftienjarigen die sigaretten roken en een liefje zoeken. Zondagse kleren. Kleuren.  Niets moet en alles kan op een zomerse dag aan Lago d'Iseo.
    De grote massa is neergestreken rond het meer, allemaal mooie bruine mensen die zich een paar maanden lang hebben laten bakken door de lachende Italiaanse zon. Langs de oevers zie ik veel campings, speeltuinen, parken, wandelwegen, natuurschoon. Alles draait goed, maar na 73 km, te pisogne, besluit ik toch van te stoppen. Een slimme wielertoerist moet immers rusten alvorens de batterij leeg is, eten en drinken alvorens honger en dorst te hebben. Aan de kade nabij het water neem ik plaats aan een tafel. Vermits ik overal flesjes Corona zie staan bestel ik ook maar zo een geel bier uit Mexico. Het wordt me ijkoud gebracht zoals het hoort en met een stukje ciroen in het schuim. Ik geniet van mijn biertje en neem alle tijd want ik wil wachten tot wanneer de Ora, de zuidenwind van de namiddag , plaats maakt voor de Vet, de noorderwind van de vooravond. Ik voel nog niet veel van die wind wanneer ik me terug in beweging breng.  Volgens mijn informatie volgen nu tunnels, en dat blijkt ook zo te zijn.Op de weg langs de boord van het meer vordert nu een lange file auto's. In de eerste tunnel gaat het niet goed met mij, want het koude bier ligt nog op mijn maag en mijn benen zijn stijf.  Het is bergop en donker in die tunnel. Ik geraak in ademnood en moet mijn mond gesloten houden  want al die stil vorderende wagens spuwen stinkende gassen uit. Ik rijd op klein verzet verder  en telkens wanneer er wat luchtstroom komt door openingen met zicht op het meer vul ik terug zo veel mogelijk mijn longen. Zowel de lamp op mijn fiets als de lamp die ik op mijn hoofd kan zetten zijn buiten werking.  Wat een fout !  Zonder lichten vooraan, maar wel met gele kledij,  met reflecterende strips rond armen en benen, met op mijn fietszakken zichtbare driehoeken, en met een goed achterlicht ben ik nog wettelijk niet in orde in de tunnels, is het vooral gevaarlijk door die vele automobilisten en door de gaten langs de wegkant. Ik vertienvoudig mijn concentratie, stop waar het kan, en als het moet.  Maar zoals  voor de slechte jaren waarmee ik mijn loopbaan op het werk eindigde, komt hier ook het einde van deze tunnelzone voor de eenzame sterke fietser die ik ben.  Tussen Pisogne  en Marone was het ongezond en eng. Na de tunnels begin ik terug snel te rijden. Opeens zie ik terug de twee jongeren van een paar uren geleden. Zij lopen te voet achter de vangrails in gras en stenen. Blijkbaar zijn zij in moeilijkheden. De goede ziel in mij vraagt me om te stoppen, maar vermits ik met snelheid tussen de auto's aan het volgen ben , kan ik zo maar niet stoppen. Dat zou een kettingbotsing veroorzaken.  Ik wuif met mijn hand  en roep eens  ' Hello' . De jongen roept iets, maar ik versta hem niet. Wat verder wil ik terug draaien om eens te gaan zien wat er gaande is , maar dan meen ik dat zij toch maar zelf moeten opdraaien voor hun roekeloosheid, voor hun fouten, want anders leren zij het nooit. Die jonge mountainbikers reden rond in zwembroek en T-shirt, zonder drinkbus, zonder pomp, zonder herstelmateriaal, zonder valhelm, zonder lichten, zonder landkaart, zonder te weten hoe lang zo'n rondrit omheen Lago d'Iseo wel was.

    24-03-2009 om 06:10 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rome 1996 - In het land van Felice Gimondi.

    SAN  PELLEGRINO  TERME.

     

    Daar waar de bergen overgaan in de Povlakte ligt een parel van een stad die in lang vervlogen tijden werd gesticht door de Kelten. Vele volkeren en vele edele families kwamen, verbleven en gingen te Bergamo. Zij hebben deze stad uniek gemaakt. Galliërs, Franken, Hunnen, Westgoten, Lombarden, Ghibbelijnen, Welfen, Visconti,  Malatesta , Oostenrijkers, Fransen, Italianen, Duitsers, Amerikanen, hebben Bergamo gebouwd, verwoest, gebrandschat, geplunderd, heropgebouwd. De vele kerken, paleizen, piazza’s  zijn er prachtig, om nooit te vergeten. Het is een plaats van markten, een omgeving waar mensen wonen, werken, liefhebben, eten, drinken en zich met mooie dingen omringen. Tijdens de zestigerjaren van de XXste eeuw werd de boerenjongen  Angelo Roncalli de beroemdste universeel bekende figuur uit  Bergamo. Hij was Johannes XXIII, de paus van het Vaticaanse Concilie en van de encycliek “ Pacem in terris”.

     

    In de drukke voorstad speel ik eigenlijk met mijn eigen kostbaar leven tussen de auto’s, brommers, vrachtwagens, en op een slecht verzorgd wegdek. Alles wijst naar industrie en naar comsumptie. Ik stop even aan het station en ga op zoek naar een stadsplan en naar een kaart van Noord Italië. Mijn voeten zijn aan het slapen. Rondlopen verbetert mijn bloedcirculatie. De Tourist Info bestaat er alleen uit elektronische apparaten en uit informatie op een bord. Het apparaat om hotelkamers te reserveren is in panne. Dan maar verder tot Piazza Vittorio Veneto waar een kraantje staat met drinkbaar water. Dat functioneert heel goed want het spuit heerlijk direct een geutje in mijn mond. Ik eet brood met salami en vul mijn drinkbussen met water. Te Konstanz kocht ik een flesje met dille extract. Dat is goed en gezond voor mijn bloed, tegen slechte cholesterol, en daarom voeg ik drie druppels in iedere bidon. Het is vroeg in de namiddag. Ik toer wat rond op zoek naar info over Bergamo. Blijkbaar zijn in Lombardije binnenpleintjes gespecialiseerd in of gereserveerd voor bepaalde activiteiten. Terwijl ik snuffel met eerbare bedoelingen bots ik daar onder de arcades plots op een vogelschrik, een mannelijk exemplaar van wat ik vorige avond al had ontmoet in Milano Centrale. Hij loopt rond in volle zon met een muts en in een vuile lange witte regenjas. Mijn kennis van de Italiaanse taal laat me begrijpen dat hij diensten verkoopt voor 50.000 lires. Ik spurt zo snel mogelijk weg. Zou dit dan één van die pifferi, van die publieke fluitspelers geweest zijn, traditionele muzikanten uit Bergamo  ?

     

    Mijn tempo zakt vlug, want het gaat van beneden naar boven. Aan de start van de funicolare, een soort tram die op smalle rails naar de bovenstad klimt, bestudeer ik even het stadsplan.  Met mijn fiets mag ik niet op die lift. Mijn benen zullen dus worden gemarteld om te klauteren langs waar de finale van de Giro di Lombardia zich afspeelt wanneer de klassieker van de vallende blaren te Bergamo eindigt. Het schrikt me toch wel af. Ik besluit nog wat te pauzeren en mijn eerste ijsje te eten in het land van de gelati. Op een bank nabij het vertrek van de bergtram lek ik van de koude slemperij. Het slechte van mijn nachtleven doorheen Milaan achtervolgt me nu. Ik val in slaap op die bank. Om wakker te worden met nog steeds een fiets naast mij stak ik evenwel een been door mijn kader en legde ik een ander op mijn bagagetassen. Weldra snurk ik. Gedurende niet lang want plots hoor en voel ik …. tok, tok, tok , tok, tok, …. . Ik doe één oog open en zie voor mij een oude vrouw met een witte stok. Zij kent dezelfde bank zeer goed. Maar nu ligt iets enorms op de plaats waar de blinde vrouw dikwijls in de schaduw komt zitten ! Zij en haar stok zijn toch zeer verwonderd. Een gentleman ben ik gebleven, ook al ben ik al sedert enige tijd zwerver op Gods wegen. In orde, de rustplaats   is voor haar en zij legt haar kontje op die bank. Toch wat fitter na mijn dutje schuif ik omhoog naar het oude hart van Bergamo langsheen de Mura di San Giacomo. Hoe hoger ik kom, hoe mooier alles wordt. Wat een panorama  !

     

    Op de oude keien bereik ik Citta Alta voor een bezoek aan Santa Maria Maggiore waar oude Vlaamse en Florentijnse tapisserie hangt. Op mijn klein verzet rijd ik langs de muren van de bovenstad. Talrijke wandelaars, bezoekers uit vele landen, slenteren er rond. Spel van zonnelicht en schaduw. Piazza Vecchia. Dit is bijzonder mooi. Dit is uniek. Raggione, het oudste gemeentehuis van Italië wordt dagelijks honderd maal gefotografeerd. Spelende kindjes en een hond op het plein in de zon. Fontein met symfonie van water. Verliefde jongen en meisje. Terras toeristen met pijnlijke voeten. Een zwerm fietsers. Hongerige duiven. Bloemen. Reeds op de kleurrijke balcons van Bergamo staat de fiere leeuw van Venetië. Ondanks het vele volk heerst er toch nog een gezellige stilte, alsof de stoere oude muren de storende geluiden opsnuiven. Heerlijk. Schattig. Stad van de glimlach. Liefde op het eerste zicht. Bergamo ik hou van jou !  Waar ben je Lucia de Lammermoor ?

    Ik slurp aan een blikje cola en laat al die indrukken tot me binnendringen. Olalala   … !  Wat ziet mijn lodderig oog daar … ! Een gelateria ! Ondanks veel cultuur, godsdienst, geschiedenis, vrouwelijk schoon, is op de piazza het meest bezochte punt evenwel toch een goudmijn waar aan een toonbank van 12 m lang meerdere winkelmeisjes ijs verkopen. Niet met een tang die de bollen nijpt worden er de smaken en kleuren in de horentjes, tussen de wafels, in de potjes, kommen en bekers gebracht. Voor de grote en voor de kleine snoepers, met elegante zwier, gebeurt dat op de Piazza Vecchia met de metalen spatel, zoals de traditie vraagt, zoals het steeds ook gebeurde bij Vica te St-Truiden of in het dorp van mijn jeugd wanneer paard en kar van  ‘ Henri’ ke den Haebe’ met zijn vanille in onze straat stopte en wij in onze hand een paar franken hadden. Die Henri uit de Sint Lambertus straat had een mooi braaf paard en naar dat paardje keken wij. De jonge dames achter de toog van de  gelateria op de piazza  zijn mooi. Terwijl zij met de spatel de ijsjes serveren, met hun jong bovenlijf wringen om de smaken uit de bakken te krijgen, beweegt het vlees in hun décolleté, en  ja, beste biechtvader, ik keek met een zondige blik, maar nadien koelde ik af door het eten van een dubbele portie ijs uit mijn bakje.   

     

    In de smalle straten zijn vele winkels met fijne kost. Vooral diverse paddestoelen zijn er te koop, goedkope zwammen maar ook zeer dure. Vele mooie voorwerpen lokken de voorbijgangers.

    Gewone bierflessen waarvan de hals op hoge temperatuur terug gesmolten werd, waarna langer gemaakt na uitrekking, trekken mijn aandacht. Ik mag niets kopen want ik moet alles toch nog zo lang meeslepen. Op weg naar Vigilio, het hoogste punt van oud Bergamo, wordt het moeilijk per fiets. Aan de kapel op de stadswallen stop ik. Na wat verkenning in de Via Donizetti  en in de Via Gombito, voel ik me gelukkig en voldaan. Daarom  besluit ik van verder door het land van Bergamasca te fietsen langsheen de pittoreske S470.

     

    Val Brembana. Het is een warme vooravond. Nog 25 km scheiden me van San Pellegrino, gelegen in de richting van het Noorden. Ik ben nu in de geboortestreek van Arlequino de bekende figuur van de Commedia dell’arte, de harlekijn. Hij was maar een knecht uit deze Val Brembana, een Boerke Naes zonder leeuwenmoed maar toch niet dwaas, die vanaf de XVIde eeuw in vele rollen op de theaterplanken verscheen. Zoals in de Vlaamse Ardennen  - anderen zouden schrijven zoals op de Limburgse fietspaden of in Nederland - is dit ook het land van de fiets. Ik ontmoet of word ingehaald en voorbijgereden door vele sportievelingen die mij amper een blik gunnen omdat zij rijden op fonkelende tweewielers van de beste soort. In hun gekleurde truien, met bruine benen en op Colnago, Pinarello, Bianchi, Willier, Campagnolo, Cinelli, Benotto, … gedragen zij zich als Felice Gimondi, de halfgod van Bergamo. Ik ben immers maar een slak, zwaar beladen en traag, kruipend over de warme asfaltweg. De vallei is vruchtbaar en mooi. Het is een brede scheur in de kalkrotsen. Enkele moderne bruggen bewijzen de hedendaagse economische bloei. De steenweg langs de rivier is in goede staat. In een dorpje aan een brug verlaat ik de hoofdweg om nogmaals een frisse liter melk te drinken, reeds de tweede liter melk die ik vandaag door mijn keelgat giet.

     

    Langzaam nadert het stadje San Pellegrino, waar sulfaatrijk water van op een diepte van 400 m uit de dolomietrotsen komt. Op het ogenblik dat ik stapels van duizenden plastieken bakken zie, soms helemaal leeg, dan vol met lege flessen en natuurlijk ook wel vol met flessen gevuld met mineraal water, ben ik er zeker van dat ik San Pellegrino Terme heb bereikt.

     

    San Pellegrino is een schone naam die voor mij blinkt en klinkt als een nieuw muntstuk. Ten eerste omdat ik een fietsende pelgrim ben die naast wijn, melk, bier, koffie, cola, ook veel water drinkt en zeker graag ook dat bruiswater San Pellegrino, het sprankelend genot met de bubbeltjes die je aangenaam tegemoet knisperen. Ten tweede, omdat ik Coppi en Bartali bewonderde, de grote klimmers, die altijd boven op de cols een spurtje plaatsten voor de Trofeo San Pellegrino, het klassement van de bergprijs. Deze strijd der campionissimi werd zo prachtig beschreven door Dino Buzzatti iemand die werd geboren te San Pellegrino in 1906. Aan het eerste hotel rijd ik voorbij want drie sterren is eentje teveel voor mij. In het centraal gelegen Hotel Papa probeer ik het, doch alles is bezet. Zij wijzen me een ander hotel aan en schrijven op een papiertje de naam Avogadro. Ik moet echter verder fietsen. Weldra bereik ik dat hotel waar een kamer 40.000 lires kost. Douche in een grote badkamer met licht hellende vloer waar het water snel wegloopt. Zweet, vuiligheid, slechte geuren, worden van mijn vuile armen en benen afgespoeld.

     

    Een uurtje later zit ik als een heel nette heer aan tafel. Mijn maag, lever en darmen hebben er een afspraak met het avondeten dat zo belangrijk is voor iemand zoals ik die een Giro rijdt. Het wordt na deze lange dag minestrone, coteletta Milanese, insalata mista, frieten, kaas, brood, rode wijn en vanzelfsprekend ook een fles San Pellegrino, het beroemde water dat zelfs Leonardo da Vinci ook zo graag dronk. Dit alles verloopt uitstekend. Olive Green heb ik mogen binnen parkeren, in een tweede zaal  en zij staat er netjes veilig en naakt nabij een grote kast gevuld met tafellakens en reserveborden. Nadien neem ik nog wat rode wijn mee naar mijn kamer. Daar strooi ik over de hele vloer de inhoud van mijn fietstassen uit. Zo is een overzicht gemakkelijker en wordt alles weer eens aan de lucht blootgesteld.  Ik kijk naar de televisie maar val vlug in slaap. In het midden van de nacht word ik al wakker. Ik herschik alles zoals het moet in de compartimenten van mijn fietstassen en ik ontdek dat een beter verdeling me uiteindelijk meer ruimte over laat. Zo is het goed dat ik mijn schoenen in de tassen aan mijn voorwiel opberg. Daarna neem ik nog een warme douche. Dat laat me weldra diep slapen in de nette lakens van Hotel Avogadro te San Pellegrino.

     

     





    15-03-2009 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rome 1996 - In de schemerzone tussen vrijdag en zaterdag.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    OP WEG NAAR   BERGAMO.

     

    Met een knars valt de ijzeren slang stil. Wanneer ik de deur open duw komt lawaai en drukte me begroeten. Wat ben ik zenuwachtig, en Olive Green is dat ook . Ik tuimel met fiets en al letterlijk op het perron van Milano Centrale. Mijn fietspomp klettert tegen de stenen en een plastieken zak met mijn papieren glijdt zelfs tot op de rails. Dat noemen ze  ‘met de slag in huis vallen’ . Geen pols gebroken, geen sleutelbeenbreuk, geen pijn aan mijn staartbeentje. Mijn averij is toch niet te groot. Duizend Milanezen en den dezen, de ik die zo alléén arriveert en zijn plan zal moeten trekken in de grote en vreemde stad, vol vieze wolven en diepe afgronden. Ik sta er met mijn mond vol tanden gelukkig niet verloren tijdens de valpartij, en niet op de trein vergeten. Centrale trekt een weinig op Antwerpen Centraal  maar is toch minstens driemaal zo groot. Staal, glas, trappen, mensen, veel mensen. Samen met mijn fiets loop ik er wat rond. Observeren. Wennen. Hé, wat komen hier vele schone vrouwen binnen, met bruin vel na de Italiaanse zomer, maar ook helemaal zwarte prachtige negerinnen. Een roltrap brengt ons scherp naar omlaag en ik moet alle kilo’s van mijn lijf gebruiken als tegengewicht om Olive Green bij me te houden.

     

    20.30 u.  Milaan. Zwoele vrijdagavond in september.  24°C.

    De nacht valt hier vroeger dan aan de bovenkant van de Alpen, dat kan ik duidelijk vaststellen. Ik bevind mij op een zeer groot plein voor het station en zie de lichten van de grootstad fonkelen.  Nergens is er een fietsvriendelijk hotel. Overal duwt drempelvrees me weg. Allemaal dure kamers. Mijn tong durft nog niets zeggen in dit vreemde land. De avond is heerlijk. Ik voel me vol energie. Dan merk ik een restaurant op : Giglio Rosso. De tafeltjes staan buiten en binnen. Een haag van één meter breed en één meter zestig hoog scheidt de straat van het terras. Ik denk aan Charles Decoster die zijn boek begon met iets over een haag, want zijn eerste regel was … ‘ Wanneer te Damme de meidoorn bloeide werd Tyl geboren, de zoon van Claes en Soetkin … ‘ . Eten in de Giglio Rosso lijkt me een goede start voor mijn Italiaanse roman. De ober laat me zitten op het plaatsje dat ik vraag, bijna op straat aan een rond tafeltje voor één persoon. Mijn fiets en mijn bagage duwde ik in het groen van de haag op amper één meter van me. Het is er zoals in de Rue des Bouchers te Brussel : druk, duur en lekker. De ober begrijpt de Italiaanse woorden die ik zeg. Terwijl ik eet of drink blijf ik mijn fiets beloeren en ik ben van plan zonder genade iedereen die hem zal betasten met mijn vork in het oog te treffen. Ik zit daar niet op mijn gemak in trainingspak, tussen al de schone koppels mannen en vrouwen die daar op restaurant komen. Wat een drukte ! Daarom vraag ik snel de rekening. Op een bordje komt  naar mij het volgende :  Pan e Coperto (4000) + Aqua Minerale (4000) + Ravioli (12000)+ Vitello a la Venziana (18000) + Semifreddo (7000)+ Servicio (5500)= 50.500 Lires.  Zo’n grote som doet het speeksel in de mond verstijven. Op een nulletje wordt hier niet gekeken. Dit was toch een goede start.

     

    22.00 u. Ik begeef me langzaam terug naar het station na deze eerste ronde door Milaan. Ik besluit wat te rusten tot mijn eten is verteerd. Het is nog altijd druk. De vele exemplaren individus van diverse rassen die hier komen en gaan of staan, vormen een leuke attractie : de mens onder alle vormen. De clochards die in het onmetelijke station zich nestelen worden rond dit uur meer en meer opgemerkt. Politie, soldaten, en veiligheidsmannen van de Spoorwegen, patrouilleren er voortdurend, soms zelfs gewapend. Voor een kuis met waterslurpende stofzuigers moet iedereen  een gedeelte van het gebouw verlaten. Ook ik word verjaagd door de vertegenwoordigers van wet, orde, properheid, en reglement. Dit verplicht me tot verhuis naar het buffet, een grote ruimte met tafels en stoelen. Het is bijna sluitingstijd, maar een blik bier is er nog te koop tegen hoge prijs. Ik mag zelf het vocht inschenken in een mooie pint. Ik betaal met een groot biljet en krijg papiertjes met nullen terug. De beroepsbedelaars, de rondlopers, de hoeren, die op dat uur daar iemand een halve liter fris Heineken zien drinken, weten uiteraard dat die persoon nog geld in zijn zakken heeft. Dat legt uit hoe het komt dat daar twee minuten later een soort stationheks naast me komt zitten. Eerst bedelt zij om wat centen. In een tweede poging volgt een voorstel tot seksuele dienst. Verschrikkelijk. Wat een lelijk wijf ! Ik spoel al het bier door mijn keel, sta op, geef de schone pint terug aan de ober, en vertrek naar het lager gelegen gedeelte van het station waar het frisser en kalmer is. Ik ga in de lokettenzaal zitten.

     

    De spoorwegpolitie jaagt nu iedereen buiten die geen ticket op zak heeft. Mijn dure kaartjes uit Lausanne zijn het bewijs dat ik wel degelijk een reiziger ben, en geen dakloze. Ik mag blijven en rust er nog wat uit terwijl de tijd loopt. Het is voorbij middernacht. Ik zie van op mijn plaats door de ingang van het station wat er buiten op het plein gebeurt. Het is alsof ik naar een film aan het kijken ben. Ik zit rustig in de halve duisternis en de anderen staan of bewegen in het licht. De politie is nooit ver. Maar stilaan verdwijnen jong en oud,  vermindert de verlichting, worden her en der deuren en vensters gesloten. Ik zie dat de bewakers van de ingang van het station naar huis gaan. De laatste trein is dus uit Milano vertrokken of is voor de nachtrust tot stilstand gekomen.Geleidelijk komt een gevoel van onveiligheid op me af.  Zit ik hier niet als een rat in de val ? Ik word zenuwachtig en moet plassen.Geen toiletten in de nabijheid. Ik kan mijn zwaar beladen fiets niet achterlaten met op korte afstand vijftien potentiële dieven. Maar ik heb een oplossing. Ik urineer in een plastieken zakje met sluitstrip, dat eigenlijk dient om een boterham in te stoppen. Deze liquide afval deponeer ik stiekem in een vuilbak aan de ingang van het station. Ik spring op mijn tweewieler, verlaat Centrale, het plein, de rondhangende jongeren, de duiven en de zwerfkatten .

     

    Verdorie ! Mijn voorlicht is kapot na de valpartij op het perron.

    Milaan by night biedt echter zoveel lichten nog dat ik nog bijna alles kan zien. Wat een drukte op zo’n nachtelijk uur !  Overal rijden zij als zotten met hun wagens en motors. Ik wil niet van mijn fiets worden gebokst of in prak gereden door die uitgelaten chauffeurs. Ik blijf daarom van de straat af en fiets verder op de stoep. Tussen vuilbakken, geparkeerde auto’s, bloembakken, lantaarns, rustbanken, autobushaltes, slalom ik verder in de hoop dat ik de richting van het Noord Oosten aan het volgen ben.  Af en toe staat er op een straathoek een straatmadelief die niet lacht op een fietsende landverhuizer zoals ik, maar die wel wacht in de nacht op signores met een Alfa Romeo of schone Fiat. Ergens in het nergens van de voorstad waar het kermis is, met bierkramen en pizzatenten moet ik van mijn fiets af om niet tegen de mensen te botsen.  Stop. Tijd voor een biertje. Weer zoveel lawaaimakers, rokende uitlaatpijpen en sigaretten, jonge wijven, muziek, Italianen met wilde haren. Even verder aan het volgend kruispunt staat er een hoer. Ik vraag haar beleefd ‘ Signorina  per favore  mi indichi la strada per andare a Monza … ?  Zij heeft het hart van Irma La Douce  en wijst me hoe ik moet rijden. Met mijn oersterke velgen wip ik me op en af de lage stoepen die volgen, en  ik glimlach bij het zien van pijlen die naar Monza wijzen.

     

    Voorzichtig verder. Pelgrim van de nacht langs vele wegen mag ik genieten van Gods zegen. Om 2u 45 bereik ik Monza. Heelhuids  stop ik aan een school waar op de speelplaats nog voetbal wordt gespeeld door twee elftallen. Geen gesjot maar echte Calcio. Dag en nacht oefenen en misschien ooit eens in de droomtrui van Juventus, A.C.  of Inter geraken. Die jongens voetballen zeer goed. Er is een arbiter, een tafel met officials, een afdak waar supporters van drank en hapjes genieten. Dan moet ik even mijn ogen uitvegen, want het volgende kan ik moeilijk geloven. De stand van de match is opgelopen tot  335- 277, want zij spelen hier geen match van 90 minuten maar wel een match van 90 uren. Er zijn ook reservespelers, maar ik zie dat die niet op een harde bank zitten naast het veld doch wel rusten of wachten in hun auto’s, waar zij het malse gezelschap hebben van hun lief. Het ene spel is het andere niet.

     

    Met mijn wandelschoenen, jeans, regenjas, neemt niemand me voor de felle wielrijder die ik ben. Dit is Monza de verblijfplaats van Fiorenzo Magni, de campionissimo, die eeuwige sportroem vergaarde door als Italiaan driemaal (49/50/51) de Ronde van Vlaanderen te winnen. Maar verschrikkelijk divers motorengeweld is te Monza de religie. Door de nacht vlammen zij hier rond als op de Grand Prix. Alle dolende kippen en honden zijn te Monza  al lang platgereden. Felle vaak begint mij nu te overvallen. Voor een fabriekje waar waterpompen worden gemaakt staan banken die mooi achter struiken zijn verstopt. In die plantentuin rijd ik binnen. Ik kruip in mijn slaapzak, probeer te slapen, maar dat lukt me niet door de vele auto’s die er voorbijrazen. Mijn kopje blijft wakker, maar mijn benen nemen rust.

     

    Bij de eerste klaarte kruip ik terug recht. Terwijl reeds arbeiders naar de fabrieken komen die zich in de nabije omgeving bevinden, en vaders die als vuilnisman de kost moeten verdienen reeds druk bezig zijn, komen zonen en dochters nog thuis van hun nachtelijke fuiven. Ook de politie is al aan de arbeid : lang voor het ontbijt verbaliseren zij aan het station van Monza reeds een man die op een brommertje reed. Ik heb nog geen wegenkaart van Italië. Wanneer ik de wegwijzers naar Bergamo niet meer zie, wordt het moeilijk. Er is veel verkeer al zo vroeg in de ochtend.

    Een flauwe zon is opgekomen in het Oosten en daar moet ik naar toe. Maar ik kom terecht in een kom spaghetti van straatjes, bedrijven, parkings, snelwegen, bruggen, omleidingen, verboden doorgangen, wegeniswerken, stortplaatsen, doodlopende straat, een echte hel.  In de verte zie ik de spitse toren van een kerk, het geloof van onze grootmoeders dat de enkeling in nood helpt, en zo kom ik uit de industriezone en bereik ik een woonkern. In een winkel is er wat eten. Mijn poging om een wegenkaart te kopen mislukt. Een frisse liter melk doet mij goed. Ik kleed me terug in rennerskledij na mezelf te hebben gewassen met water uit mijn drinkbus. Ik voel me beter, maar in die winkel verstond men mijn Italiaans helemaal niet, mijn tong was er loodzwaar, zodat ik dan alles maar heb geregeld met mijn wijsvinger.

     

    Door landelijk gebied brengt Olive me nu op weg naar Bergamo. Gedurende een half uur vorderen we goed en dan komen wij in een schoon groot dorp met verschillende winkels.  Ik vul er mijn stuurtas met panini, water, melk, en worst. Rechts ontwaar ik wat later een educatief pretpark voor massatoerisme, heel Italië, Tutta Italia in een notendop. Er is een zeer grote parking. Winkels met souvenirs en specialiteiten uit Umbria, Piëmont, Sardinië, Sicilië, Puglia, Toscane, enz… uit alle streken van het schiereiland bieden er hun waren aan. De speeltuin kan betreden worden mits betaling van fors entreegeld.  In dit Italia in miniatuur staat er natuurlijk een scheve toren van Pisa, in verkleind model, en zijn er plattegronden van de vele beroemde oude steden. Ik twijfel of dit openlucht museum wel iets voor mij is. In ontdek er propere toiletten, waar op dit uur nog niemand is. Ik gebruik daar water en zeep om mezelf te wassen en me gezond te ontlasten. Daarna krijg ik eetlust. Ik knabbel de lekkere panini op met de Milanese worst. Zo gingen een paar uren voorbij, die ik in het zonnetje doorbracht met ontbloot bovenlijf. Ik voer mijn fiets terug naar de uitgang. Maar dan zie ik een vijver en een mooi grasveld. Ik ga daar wat liggen om te bruinen. Een beetje later ben ik vertrokken in een slaapje.  Maar een schreeuwend bazig vrouwmens komt me wegjagen. Zij is precies de Musolini manager van het ganse Tutta  Italia.  Ik mag de prachtige gazon niet platliggen. Weg dan maar  !

     

    Het duidelijke doel wordt Bergamo, de stad van Felice Gimondi, vriend en vijand van onze Eddy Merckx.  Aan de rand van deze stad zie ik dat er een velodroom is. Ik verlaat mijn weg en maak een toertje rond dat sportstadion, maar op de piste zelf geraak ik niet op. Een oude affiche, bewaard achter glas, toont dat vroeger Antonio Maspes en Santé Gaiardoni er hadden gereden. Alles is er ondertussen oud, verbleekt door de zon, verroest, en onkruid siert de vele hoeken en kanten. Dit is een oord dat naar vergane glorie smaakt. Ik fiets rustig verder maar open goed mijn ogen omdat er veel gaten in het wegdek zijn.

     

    Ik ben een gelukkig mens. Hoelang zal dit geluk nog duren ? Hoever geraak ik met mijn spaghetti  Italiaans ? Si , sono pensionato belgio. Vado a Bergamo con mia bicicletta … .

     

         ---    De tot armoede vervallen inwoners van deze stad vergaten nooit de vroegere glorie. De Heuvel bleef een heilige plaats , bezocht door geesten uit een tijdperk van vergane glorie . ---- (Goethe)  ----

     

     

     

    10-03-2009 om 21:40 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)



    EINDE
    VAN DEZE BLOG
    26 08 2012

    Foto

    Foto

    Hoe sterk is de eenzame fietser
    Die krom gebogen over z'n stuur tegen de wind
    Zichzelf een weg baant


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Zoeken in blog


    Foto

    Foto

    Foto

    Een bescheiden blik in de geschiedenis van de wielersport is vaak al voldoende om de fascinatie te proeven.
    OLYMPIA 1981 YVES MONTANT   A BICYCLETTE
    http://www.youtube.com/watch?v=lOZPWpiNUWQ&feature=related



    La bicyclette

    Quand on partait de bon matin
    Quand on partait sur les chemins
    A bicyclette
    Nous étions quelques bons copains
    Y avait Fernand y avait Firmin
    Y avait Francis et Sébastien
    Et puis Paulette

    On était tous amoureux d'elle
    On se sentait pousser des ailes
    A bicyclette
    Sur les petits chemins de terre
    On a souvent vécu l'enfer
    Pour ne pas mettre pied à terre
    Devant Paulette
    Faut dire qu'elle y mettait du cœur
    C'était la fille du facteur
    A bicyclette
    Et depuis qu'elle avait huit ans
    Elle avait fait en le suivant
    Tous les chemins environnants
    A bicyclette


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    NATHALIE.

    La place Rouge était vide
    Devant moi marchait Nathalie
    Il avait un joli nom, mon guide
    Nathalie...
    La place Rouge était blanche
    La neige faisait un tapis
    Et je suivais par ce froid dimanche
    Nathalie...
    Elle parlait en phrases sobres
    De la révolution d'octobre
    Je pensais déjà
    Qu'après le tombeau de Lénine
    On irait au café Pouchkine
    Boire un chocolat...
    La place Rouge était vide
    Je lui pris son bras, elle a souri
    Il avait des cheveux blonds, mon guide
    Nathalie... Nathalie
    Dans sa chambre à l'université
    Une bande d'étudiants
    L'attendait impatiemment
    On a ri, on a beaucoup parlé
    Ils voulaient tout savoir, Nathalie traduisait
    Moscou, les plaines d'Ukraine
    Et les Champs-Élysées
    On a tout mélangé et on a chanté
    Et puis ils ont débouché
    En riant à l'avance
    Du champagne de France
    Et on a dansé...
    La, la la...
    Et quand la chambre fut vide
    Tous les amis étaient partis
    Je suis resté seul avec mon guide
    Nathalie...
    Plus question de phrases sobres
    Ni de révolution d'octobre
    On n'en était plus là
    Fini le tombeau de Lénine
    Le chocolat de chez Pouchkine
    C'était loin déjà...
    Que ma vie me semble vide
    Mais je sais qu'un jour à Paris
    C'est moi qui lui servirai de guide
    Nathalie... Nathalie


    Foto

    Foto

    Foto

    Marianne de ma jeunesse
    Ton manoir se dressait
    Sur la pauvre richesses
    De mon rêve enchanté

    Les sapins sous le vent
    Sifflent un air étrange
    Où les voix se mélangent
    De nains et de géants

    Marianne de ma jeunesse
    Tu as ressuscité
    Des démons des princesses
    Qui dans moi sommeillaient

    Car ton nom fait partie
    Marianne de ma jeunesse
    Du dérisoire livre
    Où tout enfant voudrait vivre

    Marianne de ma jeunesse
    Nos deux ombres enfuies
    Se donnèrent promesse
    Par-delà leurs joies et leur vie

    Marianne de ma jeunesse
    J'ai serré sur mon cœur
    Presque avec maladresse
    Ton mouchoir de pluie et de pleurs

    Foto

    http://nl.youtube.com/watch?v=lgUrlO6hku8
    Les Baladins
    http://nl.youtube.com/watch?v=75lFwcGucOA&feature=related
    Marie Marie
    http://nl.youtube.com/watch?v=AaXY59mg9QE
    Nathalie   - Spaanse versie

    http://fr.youtube.com/watch?v=27eWewocQm4&feature=related
    Nathalie mon guide avait des cheveux blonds

    Foto

    MON ARBRE
    Louis Amade 1964

    Il avait poussé par hasard
    Dans notre cour sans le savoir
    Comme un aveugle dans le noir
    Mon arbre
    Il était si petit
    Que c'était mon ami
    Car j'étais tout petit
    Comme lui
    J'attendais de lui le printemps
    Avec deux ou trois fleurs d'argent
    Un peu de vert, un peu de blanc
    Mon arbre
    Et ma vie s'accrochait
    A cet arbre léger
    Qui grandissait
    Comme je grandissais


    Foto

    Chanson de
    GILBERT BECAUD

    Quand tu n'es pas là
    Tous les oiseaux du monde
    Quand tu n'es pas là
    S'arrètent de chanter
    Et se mettent à pleurer
    Larmes de pluie au ciel d'été
    Quand tu n'es pas là
    Le silence qui gronde
    Me donne si froid
    Qu'un jour ensolleillé
    Me fait presque pleurer
    Larmes d'ennui malgré l'été
    La ville fait de grâces 
    La lune des grimaces
    Qui me laissent sans joie
    Les cantiques d'églises
    Malgré tout ce qu'ils disent
    Me font perdre la foi
    Quand tu n'es pas là
    Tous les oiseaux du monde
    La nuit sur mon toit
    Viennent se rassembler
    Et pour me consoler
    Chantent tout bas
    ' Elle reviendra ' 
    Quand tu reviendras
    De l'autre bout du monde
    Quand tu reviendras
    Les oiseaux dans le ciel
    Pourront battre des ailes
    Chanter de joie
    Lorsque tu reviendras !


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Le Pianiste de Varsovie
    Gilbert Bécaud

    Je ne sais pas pourquoi
    Cette mélodie me fait penser à Chopin
    Je l`aime bien, Chopin
    Je jouais bien Chopin
    Chez moi à Varsovie
    Où j`ai grandi à l`ombre
    A l`ombre de la gloire de Chopin
    Je ne sais pas pourquoi
    Cette mélodie me fait penser à Varsovie
    Une place peuplée de pigeons
    Une vieille demeure avec pignon
    Un escalier en colimaçon
    Et tout en haut mon professeur
    Plus de sentiment
    Plus de mouvement
    Plus d`envolée
    Bien bien plus léger
    Joue mon garçon avec ton coeur
    Me disait-il pendant des heures
    Premier concert devant le noir
    Je suis seul avec mon piano
    Et ça finit par des bravos
    Des bravos, j`en cueille par millions
    A tous les coins de l`horizon
    Des pas qui claquent
    Des murs qui craquent
    Des pas qui foulent
    Des murs qui croulent
    Pourquoi?
    Des yeux qui pleurent
    Des mains qui meurent
    Des pas qui chassent
    Des pas qui glacent
    Pourquoi
    Le ciel est-il si loin de nous?
    Je ne sais pas pourquoi
    Mais tout cela me fait penser à Varsovie
    Une place peuplée de pigeons
    Une vieille demeure avec pignon
    Un escalier en colimaçon
    Et tout en haut mon professeur
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    What does not destroy us makes us stronger.
    Foto

    Foto

    Rondvraag / Poll
    Wie wordt wereldkampioen 2012 bij de profs ?
    Philippe Gilbert
    Greg Van Avermaet
    Ryder Hesjedal
    Johan Vansummeren
    Giovanni Visconti
    Alejandro Valverde
    Samuel Sanchez
    Joaquin Rodriguez
    Maxime Monfort
    Roman Kreuziger
    Vincenzo Nibali
    Peter Sagan
    Damiano Cunego
    Diego Ulissi
    Bradley Wiggins
    Rigoberto Uran
    Edvald Boasson Hagen
    Chris Froome
    Thomas Voeckler
    een andere renner ....
    Bekijk resultaat


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    À la claire fontaine

    M'en allant promener,
    J'ai trouvé l'eau si belle,
    Que je m'y suis baignée.

    Il y a longtemps que je t'aime
    Jamais je ne t'oublierai.

    Sous les feuilles d'un chêne
    Je me suis fait sécher,
    Sur la plus haute branche,
    Un rossignol chantait.

    Il y a longtemps que je t'aime
    Jamais je ne t'oublierai.

    Chante, rossignol, chante,
    Toi qui as le coeur gai,
    Tu as le coeur a rire,
    Moi, je l'ai à pleurer.

    Il y a longtemps que je t'aime
    Jamais je ne t'oublierai.

    J'ai perdu mon ami
    Sans l'avoir mérité,
    Pour un bouquet de roses,
    Que je lui refusai.

    Il y a longtemps que je t'aime
    Jamais je ne t'oublierai.

    Je voudrais que la rose
    Fût encore au rosier,
    Et que mon doux ami
    Fût encore à m'aimer


    Foto

    Archief per jaar
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008

    Foto

    Foto

    Engelbert Humperdinck
    Les Bicyclettes De Belsize

    Turning and turning, the world goes on
    We can't change it, my friend
    Let us go riding now through the days
    Together to the end
    Till the end

    Les bicyclettes de Belsize
    Carry us side by side
    And hand in hand, we will ride
    Over Belsize
    Turn your magical eyes
    Round and around
    Looking at all we found
    Carry us through the skies
    Les bicyclettes de Belsize

    Spinning and spinning, the dreams I know
    Rolling on through my head
    Let us enjoy them before they go
    Come the dawn, they all are dead
    Yes, they're dead

    Les bicyclettes de Belsize
    Carry us side by side
    And hand in hand, we will ride
    Over Belsize
    Turn your magical eyes
    Round and around
    Looking at all we found
    Carry us through the skies
    Les bicyclettes de Belsize


    Foto

    Foto

    Julia Tulkens .

    Hebben wij elkaar
    gevonden in dit land
    van klei en mist
    waar tussen hemel
    en aarde ons leven
    wordt uitgewist  ?

    Ben ik nog schaduw,
    ben ik al licht,
    of is d'oneindigheid
    mijn aangezicht ?

    Treed ik in wolken of
    in hemelgrond ?
    Er ruist een hooglied aan
    mijn lichte mond.
    In uw omarming hoe
    ik rijzend ril ...
    Mijn haren wuiven en
    de tijd valt stil .
     
                                Julia Tulkens.

    Foto

    Foto

    SONNET POUR HELENE

    Quand vous serez bien vieille, au soir, à la chandelle,
    Assise auprès du feu, dévidant et filant,
    Direz, chantant mes vers, en vous émerveillant :
    Papoum me célébrait du temps que j’étais belle.

    Lors, vous n’aurez servante oyant telle nouvelle,
    Déjà sous le labeur à demi sommeillant,
    Qui au bruit de mon nom ne s’aille réveillant,
    Bénissant votre nom de louange immortelle.

    Je serai sous la terre et fantôme sans os :
    Par les ombres myrteux je prendrai mon repos :
    Vous serez au foyer une vieille accroupie,

    Regrettant mon amour et votre fier dédain.
    Vivez, si m’en croyez, n’attendez à demain :
    Cueillez dès aujourd’hui les roses de la vie.

    Regretting my love, and regretting your disdain.
    Heed me, and live for now: this time won’t come again.
    Come, pluck now — today — life’s so quickly-fading rose.


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Laatste commentaren
  • Coach Factory Outlet (Holder)
        op De teloorgang van de kleine waterhoek.
  • Nike Air Force 1 (Barbara)
        op De teloorgang van de kleine waterhoek.
  • Na een drukkende en zwoele nacht kom ik u een fijne nieuwe week wensen (Jeske )
        op De Flandriens uit Limburg.
  • Wens je een fijne zaterdag (Nikki)
        op De Wielersport in Denemarken.
  • Lieve midweekgroetjes . (bompa harry)
        op Charles Aznavour.
  • SPORTIEF HOOR MIJN TANDARTS RACED OOK (Ton)
        op Een eeuw geleden werd de Primavera 1911 gereden.
  • Maar dat is leuk (Ton)
        op Fietstocht naar Itzehoe - ( Week 1 ) .
  • Norbert Vande Walle (JP VANSTEENKISTE)
        op Une page d'histoire - Le tennis de table d'il y a 40 ans.
  • Lieve zaterdaggroetjes (Nikki )
        op Een stukje Zwembad Olympia nostalgie .
  • De beste wensen voor 2011 (Nikki )
        op Exode des forces russes de Sebastopol -  Bizerte 1920.
  • Foto

    Archief per maand
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Gastenboek
  • Wandelgroetjes uit Borgloon
  • Genieten!!!!!
  • Genieten!!!!!
  • Verder dan Rome
  • Hier ben ik weer gr. van Koos mengelmoes

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Foto

    Foto

    Will Tura:
    Eenzaam Zonder Jou songtekst

    Ik ben zo eenzaam zonder jou
    Niets kan mij binden bij mijn vrienden
    Bij hen kan ik het niet meer vinden
    Het liefste ben ik dicht bij jou

    Ik ben zo eenzaam zonder jou
    Ook als het dansorkest gaat spelen
    Want dansen gaat mij gauw vervelen
    Als ik jou niet in m'n armen hou

    Ik ben zo eenzaam zonder jou
    Jij weet dat ik op jou zou wachten
    Maar leef ik ook nog in jouw gedachten
    En ben je mij nog altijd trouw

    Ik kan niet verder zonder jou
    Mijn leven zou ik voor jou geven
    In al mijn brieven staat geschreven
    Ik ben zo eenzaam zonder jou

    Ik ben zo eenzaam zonder jou



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!