Tegen de middag worden we verwacht in de Dacha, dit is een gastentafel waar we verwelkomd worden door de bewoners en er heerlijk genieten van plaatselijke gerechten.
Hierna volgt een bezoek aan het Taltsi-museum. Het is een openluchtmuseum met houten gebouwen uit de 17e en 18e eeuw.
Om 9u10 vertrekken we naar Lystvianka, een pittoresk dorp met houten huizen, aan de oevers van het Baikalmeer. Het is vrij nevelig. Het meer is ongeveer zo groot als België. Het wordt gevoed door ruim 300 rivieren. De enige afvoer is de Angara.
Om 12u10 schepen we in en varen naar de overzijde van de Angara-rivier waar in Port Baikal, de Zarengold op ons staat te wachten.
Het oude station van Port Baikal
Van Port Baikal volgen we de Circum-Baikal Railway, dit is een historische spoorlijn langs de oevers van het Baikalmeer. Dit deel maakte tot het midden van de 20e eeuw deel uit van de Trans Siberische Spoorlijn.
Mits 10 te betalen mogen we een 20-tal minuten vooraan op de locomotief plaats nemen. Het is een enige beleving.
Rond 18u30 stoppen we aan km 110 voor een Taiga-pic-nic aan de boorden van het Baikalmeer.
Om 9u30 bereiken we Ulan Ude en zijn 5.673 km van Moskou.
We maken een korte wandeling door de stad met op het centrale plein een enorm hoofd van Lenin, het grootste in zijn soort.
Om 12u20 vertrekken we richting Mongolië.
Na afgifte van de paspoorten aan de douane mogen we de trein verlaten voor ongeveer 40'. We maken een wandeling in het piepkleine dorpje.
Om 23u50 krijgen we onze paspoorten terug, we bereiken Mongolië om 00u40 waar de passen nogmaals gecontroleerd worden en we 03u40 vertrekken.
's Morgens vernemen we dat 2 medereizigers problemen hadden met hun paspoorten en meegenomen zijn door de Mongoolse douane. Gelukkig konden de problemen opgelost worden en mochten zij hun reis verder zetten.
Tijdens onze rit door een vrijwel onbewoond deel van Mongolië, krijgen we een overzicht van de Mongoolse geschiedenis. Het is traditioneel een land van nomadische veehouders. De nomadententen zien er nog exact hetzelfde uit als honderden jaren geleden, maar er staan tegenwoordig wel vaak schotelantennes en motorfietsen naast.
Om 10 u bereiken we de hoofdstad ULAAN BAATAR (6.349 km van Moskou).
In de voormiddag brengen we een bezoek aan het boeddhistisch
Gandeantegchinlen-klooster. Het is een
Tibetaans-stijl klooster en het enige in Mongolië waar het lamaïsme
wordt beleden. Het is ook een van de weinige kloosters die de
zuiveringen van 1937 heeft doorstaan, toen werden meer dan 700
kloosters vernietigd en meer dan 10.000 monniken vermoord.
In het klooster staat een 26,5 m hoog beeld van een boeddhistische
bodhisattva (=boeddistische heilige persoon die het nirwana heeft
bereikt)MIGJID JANRAISIG.
Hierna vertrekken we naar het Terelj Nationaal
Park. Mongoliëtrekt wel de
toeristische kaart, want we zien regelmatig een vakantiedorp. Ook
worden ger-tentenkampen voor de toeristen ingericht, voorzien van
restaurants, winkels, huurpaarden, enz.
Bij een nomadefamilie worden we getrakteerd op koekjes en Kumys
(licht alcoholische drank uit paardenmelk).
We houden
even halt aan de "Schildpadrots".
Het middagmaal wordt in een ger-tentenkamp geserveerd. Het
vlees wordt klaargemaakt in een soort melkkruik, gevuld met hete
keien, waaronder vuur wordt gemaakt.
Om 6 u houdt de trein halt in Tsagan Hat, midden in de Gobi woestijn (Gobi betekent in het Mongools heel groot en droog). Het is de grootste woestijn in Azië, en bestaat voor een groot deel uit rots.
Om 10 u bereiken we Zamyn-Uud, het laatste station van Mongolië. De controle van de paspoorten verloopt vrij vlot en om 11u35 vertrekken we richting China.
Acht kilometer verder bereiken we Erlian (= Erenhut) 7.073 km van Moskou. We moeten in onze afdeling blijven tot na de pascontrole ; onze bagage moet in de gang en zal in een aparte wagon verder vervoerd worden naar Peking en naar het hotel worden gebracht.
Om 14u30 stappen we over op de Chinese trein. Omwille van het verschil in spoorbreedte (Rusland en Mongolië = 1520 mm en China =1435 mm) kan de Zarengold in China niet rijden. De trein vertrekt om 14u50 ; we krijgen een woordje uitleg over Peking en tijdens het avondmaal worden we, ter gelegenheid van de Nationale Feestdag, getracteerd op Vodka.
VRIJDAG 22 JULI 2011
Om 6u bereiken we Peking (of Beijing) 7.923 km van Moskou. Er hangt nevel (of smog) en het is zeer drukkend warm.
Na het ontbijt maken we een wandeling op het Tien An Menplein. Het plein is 880 m lang en 500 m breed.
Aan de ene zijde staan twee torens :
Jian Lou (Boogschutterstoren)
Qian Men (huisvest het Historisch Museum)
In het midden staat het Mausoleum van Mao, geflankeerd door revolutionaire standbeelden.
Duizenden mensen (volgens onze gids dagelijks 40.000 à 60.000) schuiven uren (soms meer dan 4 uur) aan om het gebalsemde lichaam van "de grote leider" te groeten. In het mausoleum volg je de rij voorbij de kist, stilstaan mag niet.
Tegenover het Mausoleum staat een granieten obelisk : het Monument voor de Volkshelden
Op het einde van het plein staat de Tienanmen (Poort van de Hemelse Vrede), deze geeft toegang tot de Verboden Stad, het vroegere Keizerlijke Paleis. Hier proclameerde Mao Zedong op 1 oktober 1949 de Volksrepubliek China.
Aan de Westkant van het plein staat de Renmindahuitang de Grote Hal van het Volk (ofwel het Parlementsgebouw).
Aan het plein ligt ook het voormalig station van Peking. Sinds enkele jaren wordt er een spoorwegmuseum ingericht, dit was nog niet toegankelijk.
Daarna rijden we naar De Tempel van de Hemel(of Tian Tan). Het is een van de grootste tempelcomplexen van China en een voorbeeld van Chinese architectonische balans en symboliek. De daken van de Zaal worden ondersteund door 28 rijk versierde zuilen. De 4 enorme zuilen in het midden, de Drakenzuilen, vertegenwoordigen de vier seizoenen.
Drie marmeren terrassen vormen een cirkel van 90 meter doorsnede en 6 m hoogte.
Rond dit tempelcomplex komen duizenden Chinezen elke dag samen en vullen de dag met gezelschapsspelen of allerlei hobby's.
In de namiddag maken we een riksjatocht door de Hutong , oude steegjes van Beijing die tussen de hoofdstraten gelegen zijn. Vele woningen werden ondertussen opgeknapt en opnieuw bewoonbaar gemaakt. We waren er op bezoek bij een alleenstaande dame (van een vroegere vooraanstaande familie, maar door omstandigheden vrij arm geworden).
Veel fietsers zien we niet meer in China, in vergelijking met een tiental jaren terug. Sommige vervoeren er alles nog wat mee.
Vandaag staat het bezoek aan de VERBODEN STAD op het programma.
Het was het Keizerlijk Paleis van de Mingdynastie (1368-1644) en de Qingdynastie (1644-1911).
De stad is 72 ha groot - 750 m bij 960 m. en werd in 1949 opengesteld voor het publiek.
De Verboden Stad is omgeven door een vestingmuur van 10 m hoog en 3,5 km omtrek. Met hun drievoudige daklijst maken de Vier Hoektorens deel uit van de omwalling.
Wij betreden de stad langs de Meridiaanpoort.
Poort van Opperste Harmonie
Op het Plein van liggen vijf bruggen over het Gouden Water
Het Plein van de Zaal van Opperste Harmonie is 30.000 m2 groot en de Zaal van Opperste Hamonie is de grootste van het Paleis. Hij werd gebruikt voor belangrijke gebeurtenissen, zoals de kroning van de Keizer. Op elke hoek van de dubbele daklijst staan 10 gesculpteerde dieren.
De bronzen Schildpad en Kraanvogel symboliseren de levensduur.
Vandaag is een bezoek aan de Chinese Muur gepland. Dit bouwwerk is een symbool van China's hostorische neiging tot afzondering en gevoel van kwetsbaarheid. De Muur loopt duizenden kilometers lang slingerend door woestijnen, heuvels en vlakten en werd aangelegd als verdedigingswerk tegen rondtrekkende invasielegers uit het noorden. De eerste bouwsels waren aarden en lemen verhogingen die later in steen werden herbouwd en voorzien van wachttorens. Onder de Ming-dynastie werd de muur hersteld en verlengd. Meer dan een miljoen krijgers bewaakten de 6.440 m lange muur vanuit 1.000 forten of uitkijktorens. Momenteel is de Muur op vele plaatsen zwaar beschadigd of zelfs afgebroken. De stenen zijn vaak voor andere doelen gebruikt of door erosie of oorlogsgeweld beschadigd.
Wij bezoeken de gerestaureerde fortificaties bij Juyong Guan, gelegen 50 km ten noord-westen van Beijing. Bij helder weer, wat spijtig genoeg niet het geval was bij ons bezoek, heeft men uitzicht op de over de heuvelslopende Muur.
Na de middag bezoeken we de Ming-graven (Shisan Ling), de rustplaats van dertien van de zestien Mingkeizers. Het is het fraaiste voorbeeld van Chinese keizerlijke grafarchitectuur. De locatie werd oorspronkelijk uitgekozen vanwege zijn gunstige feng-shui-richting, een bergkam in het noorden omgeeft de graven aan drie kanten en beschermt de doden tegen kwade geesten die door de noordenwind worden meegevoerd. De Chang Ling, de rustplaats van keizer Yongle is het indrukwekkendste graf en het eerste dat werd gebouwd en mooi werd gerestaureerd.
De Weg van de Geest is een deel van de oprijlaan naar de graven en is omzoomd door 36 stenen (marmer ?) standbeelden van ambtenaren, soldaten, dieren en mytische wezens.
Op het einde van de weg komen we bij de Heilige schildpad, bij het strelen moet men een wens doen.
's Avonds hebben we nog het typisch afscheidsdiner met natuurlijk
Peking Eend
MAANDAG 25 JULI 2011
Met vlucht LH 723 vertrekken we uit Beijing en via Munchen landen we om 20u25 in Brussel, waar dochter Hilde ons opwacht en naar Blanden voert. We waren vandaag 13 uren onderweg.